Mat'24 - Materieel 1924 (Blokkendoos)
Vanwege het succes van het elektrische materieel op de Hofpleinlijn en de ervaringen in het buitenland, werd besloten om op de lijn Amsterdam - Rotterdam (de Oude Lijn) ook elektrisch te gaan rijden. Door de Eerste Wereldoorlog werden deze plannen uitgesteld. In 1923 kwamen de eerste 10 rijtuigen in dienst. Het materieel kreeg als bijnaam Blokkendoos en Stofzuiger. Blokkendoos naar het uiterlijk en Stofzuiger naar het geluid dat de motoren maakten.
Inhoud
- 1 Geschiedenis
- 2 Technische gegevens
- 3 Uitvoering
- 3.1 Bd 7501 − Bd 7510 (type II)
- 3.2 mBD 9001 − mBD 9030 (type I)
- 3.3 Aec 8501 − Aec 8527 (type III)
- 3.4 Bec 8501 − Bec 8531 (type II) en Bec 8532, 8533 (type XIII)
- 3.5 Cec 8501 − Cec 8536 (type IV) en Cec 8537 − 8555 (type XI)
- 3.6 mCd 9401 − mCd 9424 (type VIII) en mCd 9425 − mCd 9447 (type XII)
- 3.7 mC 9001 − mC 9038 (type V)
- 3.8 mABD 9001 − mABD 9004 (type VI)
- 3.9 Ces 8101 − Ces 8103 (type VII)
- 3.10 mB4D 9151 − mB4D 9161 (type IX)
- 3.11 ABec 8501 − ABec 8511 (type X)
- 3.12 Cesc 8507 − Cesc 8510 (type XIV)
- 4 Inzet
- 5 Revisie
- 6 Bijzondere uitvoeringen
- 7 Wijzigingen
- 7.1 Ombouw van Cec naar Cesc
- 7.2 Ombouw van Aec naar ABec
- 7.3 Ombouw van Bec naar ABec
- 7.4 Ombouw naar rijtuigen voor de getrokken dienst
- 7.4.1 Getrokken rijtuigen A 5001 … A 5009 en A 5501 … A 5512 (type XXIIIA)
- 7.4.2 Getrokken rijtuigen AB 5101 … AB 5111 type XXII
- 7.4.3 Getrokken rijtuigen B 5201 … B 5208 type II, B 5211 … B 5214 type XIV en B 5215 … B 5241 type IV
- 7.4.4 Getrokken rijtuigen Bz 5301 … Bz 5302 type VII
- 7.4.5 Getrokken rijtuigen AB 5601 … AB 5602 type XXXIII
- 7.4.6 Getrokken rijtuigen AB 5611 … AB 5617 type XXX
- 7.4.7 Getrokken rijtuigen AB 5617 … AB 5619 type X
- 7.4.8 Getrokken rijtuigen B 5701 … B 5714 type XI
- 7.4.9 Getrokken rijtuigen Bz 5801 … B 5871
- 7.4.10 Getrokken rijtuigen Bz 5831 ... B 5850 type XXVIII
- 7.4.11 Getrokken rijtuigen Bz 5851 ... B 5866 type XXXII
- 7.4.12 Getrokken rijtuigen Bz 5871 type XIIA
- 7.4.13 Getrokken rijtuigen BDz 5901 … BDz 5908
- 7.5 Motorposten en Motorkonvooiwagens
- 7.6 Dienstwagens
- 7.7 Terreinwagens
- 8 Vernummeringen
- 9 Schadegevallen
- 10 Afvoer
- 11 Afleverdata
- 11.1 Rijtuigen mABD 9001 tot en met mABD 9003
- 11.2 Rijtuigen mBD 9001 tot en met mBD 9030
- 11.3 Rijtuigen mB4D 9151 tot en met mB4D 9161
- 11.4 Rijtuigen mC 9001 tot en met mC 9047
- 11.5 Rijtuigen mCd 9401 tot en met mCd 9447
- 11.6 Rijtuigen Aec 8501 tot en met Aec 8527
- 11.7 Rijtuigen ABec 8501 tot en met ABec 8511
- 11.8 Rijtuigen Bec 8501 tot en met Bec 8533
- 11.9 Rijtuigen Cec 8501 tot en met Cec 8555
- 11.10 Rijtuigen Ces 8101 tot en met Ces 8103
Geschiedenis
In 1916 wordt door de directies van de HSM, NCS en SS een commissie ingesteld om een lijst samen te stellen voor locomotieven en rijtuigen die aanmerking komen voor een bouwprogramma van nieuw materieel. Voor de rijtuigen wordt door de HSM gedacht om doorgangsrijtuigen te bouwen met dichte balkons. Deze rijtuigen gaan in een vaste samenstelling rijden. Met het bouwen van doorgangsrijtuigen wordt voorkomen dat tijdens stationnementen de vele deuren van de coupérijtuigen geopend en gesloten moeten worden. Dit plan van de HSM gaat uiteindelijk niet door.
Nadat besloten was om de Oude Lijn te elektrificeren met 1.500 Volt gelijkstroom in plaats van de gebruikte 10.000 volt wisselstroom van de Hofpleinlijn, werd in juni 1922 een proefserie van 10 doorgangsrijtuigen (Bd 7501 - 7510) besteld. Dit waren de eerste stalen rijtuigen van de NS, hoewel zij nog wel voorzien zijn van een houten dak. Deze rijtuigen werden in 1923 geleverd. Deze 10 rijtuigen werden ingezet in stoomtreinen om ze te kunnen testen. De rijtuigen bevielen zo goed, dat er diverse vervolgbestellingen volgden om in elektrische treinen te rijden. In 1925 werden de oudste 10 rijtuigen aangepast om dienst te doen als elektrisch tussenrijtuig. Door de verschillende fabrieken werden tussen 1922 en 1932 in totaal 261 rijtuigen gebouwd, te verdelen in 130 motorrijtuigen en 131 tussenrijtuigen. Er kwamen echter maar 129 tussenrijtuigen in dienst, omdat de Bec 8524 en Bec 8525 begin september 1926 werden vernield door brand. De rijtuigen waren nog niet door de NS afgenomen en stonden opgeslagen in de oude locomotiefloods Beukelsdijk bij Rotterdam Delftsche Poort. In 1927 worden door Beijnes de Bec 8524 en Bec 8525 opnieuw geleverd. Omdat de verbrandde rijtuigen niet overgedragen waren aan de NS, worden de vrijgekomen rijtuignummers opnieuw gebruikt, zonder de rijtuigen te vernummeren of te voorzien van de eindnoot II.
Door de bouwtijd van 10 jaar en de grote hoeveelheid rijtuigen, zijn er diverse verschillen ontstaan in de loop der jaren. De eerste series rijtuigen worden nog geleverd met een houten dak, maar het materieel van laatste twee bestellingen uit 1930 en 1931 krijgen stalen daken. De eerste motorrijtuigen waren voorzien van slechts een stroomafnemer. Omdat er inmiddels treincombinaties reden waar in maar één motorrijtuig en één stuurstandrijuig dienst deed werden er vanaf 1928 standaard twee stroomafnemers op motorrijtuigen geplaatst. De draaistellen ondergingen ook diverse wijzigingen. Zo werden in 1936 besloten de glijlagers te gaan vervangen door rollagers. Door de oorlog zijn deze plannen maar gedeeltelijk verwezenlijkt.
Bij de eerste serie zijn vier fabrieken betrokken bij de bouw van de rijtuigen: Beijnes uit Haarlem en Werkspoor uit Amsterdam. Uit Duitsland waren de fabrieken van Waggon- und Maschinenbau Aktiengesellschaft Görlitz in Görlitz en Hannoversche Waggonfabrik AG (HAWA) in Hannover betrokken.[1] [2] De verdeling was als volgt:
- Werkspoor
mBD 9001, mBD 9002, mBD 9021 - mBD 9027, mC 9001, mC 9004 - mC 9010, mC 9018 - mC 9031, mC 9038, mCd 9411 - mCd 9424, mCd 9433 - mCd 9442 en mCd 9445 - mCd 9447
Aec 8501, Aec 8503 - Aec 8527, ABec 8501 - ABec 8509, ABec 8501, ABec 8511, Bd 7508 - Bd 7510, Bec 8502, Cec 8503 - Cec 8505, Cec 8527 - Cec 8531 en Cec 8537 - Cec 8555.
- Beijnes
mBD 9003 - 9020, mBD 9028 - mBD 9030, mBD 9151 - 9161, mC 9002 - mC 9003, mC 9011 - mC 9017, mC 9032 - mC 9034, mCd 9401 - mCd 9410, mCd 9425 - mCd 9432, mCd 9443 en mCd 9444
Aec 8502, Bd 7505 - 7507, Bec 8501, Bec 8513 - Bec 8523, Bec 8524I, Bec 8525I, Bec 8524II, Bec 8525II, Bec 8526 - Bec 8533 en Cec 8532 - Cec 8536.
De rijtuigen Bec 8516, Bec 8519 - Bec 8525 waren in 1926 al door Beijnes gebouwd, maar nog niet aan de NS overgedragen. Zij werden daarom te Gennep (Bec 8516, Bec 8519 - Bec 8523) en Rotterdam (Bec 8524I, 8525I.) opgeborgen in de locloods aan de Beukelsdijk te Rotterdam DP waar zij echter in september 1926 door brand verwoest werden. In 1927 werden zij vervangen door de Bec 8524II, 8525II.
- WUMAG
mABD 9001 - 9004
Cec 8508 - 8526 en Ces 8101 - 8103
- HAWA
mC 9035 - 9037
Bd 7501 - 7504, Cec 8501, Cec 8502, Cec 8506 en Cec 8507
De elektrische installatie van de motorrijtuigen werden bij Metropolitan Vickers Electrical Company (Vickers) en Westinghouse Electric & Manufacturing Company (Westinghouse) betrokken. Deze installaties werden door Heemaf geinstaleerd en in licentie gebouwd. De verdeling van deze installaties was als volgt:
- Vickers
mBD 9003 (met motoren van Siemens), mBD 9005, 9006, mBD 9005 - 9020, mBD 9028, mBD 9151 - 9161, mC 9002 - mC 9003, mC 9032 - mC 9034 en mCd 9401 - mCd 9410, Aec 8502, Bec 8501 en Cec 8502
- Siemens Schuckert Werke
Leverde alleen de tractiemotoren voor de mBD 9003
- Westinghouse
mBD 9001, 9002 en mC 9001 (met motoren van Heemaf)
Aec 8501, Bec 8502 en Cec 8501
- Heemaf
mABD 9001 - 9004, mBD 9004, mBD 9021 - mBD 9027, mBD 9029, mBD 9030, mC 9004 - mC 9038 en mCd 9411 - mCd 9447
Aec 8525 - Aec 8527, Bd 7501 - Bd 7510, Bec 8513 - Bec 8515, Bec 8516 - Bec 8533, Cec 8503 - 8555 en Ces 8101 - Ces 8103.
De eerste soorten rijtuigen die werden geleverd, waren twee motorrijtuigen (mBD en mC) en drie tussenrijtuigen (Aec, Bec en Cec). Hiermee werden vaste stammen van vijf rijtuigen (mBD + Bec + Aec + Cec + mC) gevormd. In de spits reden twee van zulke dergelijke combinaties gekoppeld. Op 3 juni 1924 is de eerste vijfdelige stam beproefd. Deze stam bestaast uit de mC 9002 + Aec 8502 + Bec 8501 + Cec 8501 + mBD 9003. In 1927 bleek dat een dergelijke combinatie te weinig derde klas capaciteit had. Vanwege de geringe trekkracht van de motorrijtuigen, was het niet mogelijk om nog een derde klas tussenrijtuig bij te plaatsen. Daarom werd op basis van een Cec rijtuig een motorrijtuig geconstrueerd, de mCd. Een van de koppen is voorzien van een volledige stuurstand. Omdat de vouwbalgopening in het begin niet tochtdicht te krijgen was bij de stuurstand, reden deze rijtuigen in het midden van de trein. Vanaf 1931 werd de vouwbalgconstructie aangepast en hiermee verdween ook het tochtprobleem. Hierdoor konden de mCd rijtuigen ook voorop in een trein rijden. In 1933 was de samenstelling van een stam mBD + Bec + Aec + Cec + mCd + mC. Bij minder reizigersaanbod kon het mC rijtuigen komen te vervallen, zodat zij als versterkingsrijtuigen dienst doen. Mocht het nodig zijn, dan kan er ook nog een Cec rijtuig worden bijgeplaatst, zodat een achtwagen treinstam ontstaat. Voor de geëlektrificeerde IJmondlijn werden in 1927 vier motorrijtuigen (mABD) en drie stuurstandrijtuigen (Ces) besteld. Op deze manier hoeft er geen extra motorrijtuig meegevoerd te worden of het mABD rijtuig om te lopen op het eindstation. De rijtuigen zijn niet voorzien van een toilet, gezien de korte afstand. De rijtuigen mABD zijn de eerste rijtuigen die voorzien zijn van twee stroomafnemers.
Voor de lijnen in Noord Holland voldeed de bagageruimte van de motorrijtuigen mBD niet. Voor de lijnen Amsterdam - Alkmaar en Haarlem - Uitgeest werden 10 motorrijtuigen (mB4D) besteld met een grotere bagageruimte. De lengte van de bagageruimte nam hierbij toe van 2,5 meter naar 3,25 meter. Dit ging ten koste van een coupé afdeling. Deze rijtuigen zijn de eerste nieuw gebouwde rijtuigen met een stalen dak en aangepaste zwanenhalsdraaistellen. De gebogen hals liggers zijn hierbij vervangen door rechte hals liggers. In deze draaistellen werd gebruik gemaakt van rollagers in plaats van de tot dan toe gebruikte glijlagers. Deze motorrijtuigen waren voornamelijk te zien met de ABecm rijtuigen, welke beter in de behoefte van eerste en tweede klas voorzagen. De eerder gebruikte Aec en Bec rijtuigen waren regelmatig onvoldoende bezet. Deze nieuwe rijtuigen zijn de eerste die zijn voorzien van stalen daken. Daarnaast was de ophanging van de vouwbalgen aangepast. Het remwerk is geheel in het draaistel opgenomen.
Door de toenemende vraag naar derde klas capaciteit en de tegelijkertijd afnemende vraag naar eerste en tweede klas capaciteit, leidde er toe dat in 1938 een aantal Aec rijtuigen werden verbouwd tot ABec rijtuigen. Vier Aec rijtuigen werden gedeklasseerd tot Bec rijtuig. Tussen 1939 en 1941 wijzigde een aantal Bec rijtuigen naar Ce8c rijtuigen. In deze periode verdwijnt ook het onderscheid tussen Cec, Ces en Cesc rijtuigen. Dit worden allen Cec rijtuigen. Een aantal mBD rijtuigen worden vanaf 1941 verbouwd tot mCD rijtuig. Hierdoor wijzigt de benaming van mCd rijtuig naar mCv rijtuig. De v wordt gebruikt voor vouwbalg.
Order overzicht Materieel '24
order | plaatsing order | in dienst | rijtuigen | bak type | bakcode vanaf 1950 |
fabriek | draaistel type | zitplaatsen | Bijz. | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mechanisch | elektrische | 1ste klasse |
2de klasse |
3de klasse | ||||||||
1 | juni 1922 | 1923 | Bd 7501, 7502 ① | II | 552 | Hawa | Heemaf | L ⑩ | 64 | HK ⑦ | ||
1924 | Bd 7503, 7504 ② | II | 552 | Hawa | Heemaf | L | 64 | HK | ||||
1923 | Bd 7505 − 7507 ③ | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||||
1923 | Bd 7508 − 7510 ④ | II | 552 | Werkspoor | Heemaf | L | 64 | HK | ||||
2 | oktober 1922 | 1924 | mBD 9001, 9002 | I | 505 | Werkspoor | Westinghouse | M ⑩ | 40 | HK | ||
1924 | mBD 9003 | I | 505 | Beijnes | Vickers ⑥ | M ⑥ | 40 | HK | ||||
1924 | mC 9001 | V | 503 | Werkspoor | Westinghouse | M | 88 | HK | ||||
1924 | mC 9002 − 9003 | V | 503 | Beijnes | Vickers | M | 88 | HK | ||||
1924 | Aec 8501 | III | 551 | Werkspoor | Westinghouse | L | 24 | HK | ||||
1923 | Aec 8502 | III | 551 | Beijnes | Vickers | L | 24 | HK | ||||
1923 | Bec 8501 | II | 552 | Beijnes | Vickers | L | 64 | HK | ||||
1923 | Bec 8502 | II | 552 | Werkspoor | Westinghouse | L | 64 | HK | ||||
1923 | Cec 8501 | IV | 557 | Hawa | Westinghouse | L | 88 | HK | ||||
1923 | Cec 8502 | IV | 557 | Hawa | Vickers | L | 88 | HK | ||||
3 | juli 1924 | 1925 | mBD 9004 | I | 505 | Beijnes | Heemaf | M | 40 | HK | ||
1925 | mC 9004 − 9010 | V | 503 | Werkspoor | Heemaf | M | 88 | HK | ||||
1925 | mC 9011 − 9017 | V | 503 | Beijnes | Heemaf | M | 88 | HK | ||||
1925 | Cec 8503 − 8505 | IV | 557 | Werkspoor | Heemaf | L | 88 | HK | ||||
1925 | Cec 8506, 8507 | IV | 557 | Hawa | Heemaf | L | 88 | HK | ||||
1925 | Cec 8508, 8509 | IV | 557 | Görlitz | Heemaf | L | 88 | HK | ||||
4 | november 1925 | 1926 | Bec 8513 − 8515 | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||
1926 | Bec 8517 − 8518 | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||||
1927 | Bec 8516 | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||||
1926 | Bec 8517, 8518 | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||||
1927 | Bec 8519 − 8523 | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||||
5 | februari 1925 | 1927 | Aec 8503 − 8521 | III | 551 | Werkspoor | Heemaf | L | 42 | HK | ||
6 | april 1925 | ⑤ | Bec 8524I, 8525I | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||
7 | april 1925 | 1926 | mBD 9005, 9006 | I | 505 | Beijnes | Vickers | M | 40 | HK | ||
1927 | mBD 9007 − 9020 | I | 505 | Beijnes | Vickers | M | 40 | HK | ||||
1927 | mBD 9021 − 9027 | I | 505 | Werkspoor | Heemaf | M | 40 | HK | ||||
1926 | mC 9018 − 9021 | V | 503 | Werkspoor | Heemaf | M | 88 | HK | ||||
1927 | mC 9022 − 9027 | V | 503 | Werkspoor | Heemaf | M | 88 | HK | ||||
8 | maart 1926 | 1927 | mABD 9001 − 9004 | VI | 501 | Görlitz | Heemaf | M | 14 | 24 | HK | |
1927 | Ces 8101 − 8103 | VII | 555 | Görlitz | Heemaf | L | 88 | HK | ||||
1927 | Cec 8510 − 8526 | IV | 557 (556)⑫ | Görlitz | Heemaf | L | 88 | HK | ||||
6A | oktober 1926 | 1927 | Bec 8524II, 8525II | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||
9 | januari 1927 | 1927 | mBD 9028 | II | 505 | Beijnes | Vickers | M | 40 | HK | ||
1927 | mC 9028 − 9031 | V | 503 | Werkspoor | Heemaf | M | 88 | HK | ||||
1927 | mC 9032 − 9034 | V | 503 | Beijnes | Vickers | M | 88 | HK | ||||
1927 | Aec 8522 | III | 551 | Werkspoor | Heemaf | L | 42 | HK | ||||
1927 | Bec 8526 | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||||
1927 | Cec 8527 | IV | 557 | Werkspoor | Heemaf | L | 88 | HK | ||||
1928 | mC 9035 − 9037 | V | 503 | Hawa | Heemaf | M | 88 | HK | ||||
10 | september 1927 | 1928 | mCd 9401 − 9410 | VIII | 504 | Beijnes | Vickers | M | 88 | HK | ||
1928 | mCd 9411 − 9423 | VIII | 504 | Werkspoor | Heemaf | M | 88 | HK | ||||
1928 | Aec 8523, 8524 | III | 551 | Werkspoor | Heemaf | L | 42 | HK | ||||
11 | november 1927 | 1928 | Bec 8527, 8528 | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HK | ||
1928 | Cec 8528 − 8531 | IV | 557 | Werkspoor | Heemaf | L | 88 | HK | ||||
1928 | Cec 8532 − 8534 | IV | 557 | Beijnes | Heemaf | L | 88 | HK | ||||
12 | september 1928 | 1929 | mBD 9029, 9030 | I | 505 | Beijnes | Heemaf | M | 40 | HH ⑧ | ||
1929 | mC 9038 | V | 503 | Werkspoor | Heemaf | M | 88 | HH | ||||
1929 | mCd 9424 | VIII | 504 | Werkspoor | Heemaf | M | 88 | HH | ||||
1929 | Aec 8525 − 8527 | III | 551 | Werkspoor | Heemaf | L | 42 | HH | ||||
1929 | Bec 8529 − 8531 | II | 552 | Beijnes | Heemaf | L | 64 | HH | ||||
1929 | Cec 8535, 8536 | IV | 557 | Beijnes | Heemaf | L | 88 | HH | ||||
13 | februari 1930 | 1931 | mBD 9151 − 9161 | IX | 506 | Beijnes | Vickers | W ⑪ | 32 | SH ⑨ | ||
1931 | mCd 9425 − 9432 | XII | 504 | Beijnes | Heemaf | W | 88 | SH | ||||
1931 | mCd 9433 − 9442 | XII | 504 | Werkspoor | Heemaf | W | 88 | SH | ||||
1931 | ABec 8501 − 8509 | X | 554 | Werkspoor | Heemaf | V ⑪ | 24 | 24 | SH | |||
1931 | ABec 8501, 8511 | X | 553 | Werkspoor | Heemaf | V ⑪ | 24 | 24 | SH | |||
1931 | Bec 8532, 8533 | XIII | 552 | Beijnes | Heemaf | V | 64 | SH | ||||
1931 | Cec 8537 − 8555 | XI | 557 | Werkspoor | Heemaf | V | 88 | SH | ||||
14 | september 1931 | 1932 | mCd 9443, 9444 | XII | 504 | Beijnes | Heemaf | W | 88 | SH | ||
1932 | mCd 9445 − 9447 | XII | 504 | Werkspoor | Heemaf | W | 88 | SH |
Verklaringen:
① sinds 1925 Bec 8503, 8504 |
Type- en bakcodeoverzicht bij nummerplan 1950
EM24 type |
oorspronkelijk № | EM24 type |
№ nummerplan 1950 | bak code |
EM24 type |
№ motorrijtuig | bak code |
EM24 type |
№ getrokken rijtuig | bak code | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | mBD 9001 − mBD 9030 | 🡲 🡶 |
mCD 9101 … mCD 9127 | 505 | 🡲 🡶 |
21 | BDz 5901 … BDz 5908 | 1505 | |||||
1 | mBD 9171 … mBD 9173 | 502 | 🡶 | ||||||||||
15 | mP 9201 - mP 9218 | 505 (502) |
|||||||||||
2 | Bec 8501 − Bec 8531 | 🡲 🡶 |
Ce8c 8181 … Ce8c 8190 | 558 | 🡲 | 2 | B 5201 … B 5208 ① | 1558 | |||||
ABec 8531 … ABec 8548 | 552 | 🡲 | 22 | AB 5101 … AB 5111 | 1552 | ||||||||
3 | Aec 8501 − Aec 8527 | Bec 8501 … Bec 8522 | 551 | 🡲 🡶 |
23A | A 5001 … A 5009 | 1551 | ||||||
23A | A 5501 … A 5512 | 1551 | |||||||||||
4 | Cec 8501 − Cec 8536 | 🡲 🡶 |
Cec 8121 … Cec 8147 | 557 | 🡲 | 4 | B 5215 … B 5241 | 1557 | |||||
14 | Cesc 8107 − Cesc 8110 | 556 | 🡲 | 14 | B 5211 … B 5214 | 1556 | |||||||
5 | mC 9001 − mC 9038 | mC 9451 … mC 9482 | 503 | 🡲 🡶 |
25 | Bz 5801 … Bz 5830 | 1503 | ||||||
? | mDW 169 306 - mDW 169 310 | 503 | |||||||||||
6 | mABD 9001 − mABD 9004 | mBD 9001 − mBD 9004 | 501 | 🡲 | 17 | mP 9231 - mP 9234 | 501 | ||||||
7 | Ces 8101 − Ces 8103 | Ces 8101 − Ces 8103 | 555 | 🡲 | 7 | Bz 5301, Bz 5302 | 1555 | ||||||
8 | mCd 9401 − mCd 9424 | mCv 9401 … mCv 9424 | 504 | 🡲 | 28 | Bz 5831 … Bz 5850 | 1504 | ||||||
9 | mB4D 9151 − mB4D 9161 | mCD 9151 … mCD 9161 | 506 | 🡲 | 16 | mP 9221 - mP 9228 | 506 | ||||||
10 | ABec 8501 − ABec 8511 | 🡲 🡶 |
Becm 8559, Becm 8560 | 554 | 🡲 | 10 | AB 5618, AB 5619 ② | 1554 | |||||
Becm 8551 … Becm 8558 | 553 | 🡲 | 30 | AB 5611 … AB 5617 | 1553 | ||||||||
11 | Cec 8537 − 8555 | Cec 8148 … Cec 8159 | 557 | 🡲 | 11 | B 5701 … B 5714 | 1557 | ||||||
12 | mCd 9425 − mCd 9447 | 🡲 🡶 |
mCv 9437 | 504 | 🡲 | 12A | Bz 5871 | 1504 | |||||
mCv 9425 … mCv 9447 | 504 | 🡲 | 32 | Bz 5851 … B 5866 | 1504 | ||||||||
13 | Bec 8532, 8533 | ABec 8549, ABec 8550 | 552 | 🡲 | 33 | AB 5601, AB 5602 | 1552 |
① 1959: B 5351 … 5358 ② 1959: AB 5751, AB 5752 |
Technische gegevens
De rijtuigen hebben een lengte van 19,8 meter. De motorrijtuigen hebben een gewicht variërend van 60 tot 64 ton. De tussenrijtuigen hebben een gewicht variërend van 39 tot 42 ton. De motorrijtuigen zijn elk voorzien van vier tractiemotoren. Afhankelijk van de fabrikant, zijn dit tractiemotoren van Westinghouse of Vickers. De motoren van Westinghouse zijn van het type TM 8. Zij leveren per stuk een vermogen van 154 kW (210 pk) met omwentelingen per minuut. De tandwielverhouding is 1:2,6. In totaal heeft een motorrijtuig de beschikking over 616 kW (840 pk). De motoren van Vickers zijn van het type . Zij leveren per stuk een vermogen van kW (pk) met omwentelingen per minuut. In totaal heeft een motorrijtuig de beschikking over kW (pk). De motoren zijn opgehangen volgens . De rijtuigen zijn ontworpen voor een snelheid van 115 kilometer per uur. In de normale treindienst zal een snelheid van 100 kilometer per uur worden aangehouden. Afhankelijk van het soort rijtuig, beschikt een rijtuig over 32 tot 88 zitplaatsen. Onder de motorrijtuigen is een twee compressor opgenomen. Deze kan liter lucht per minuut leveren. Deze lucht wordt gebruikt voor de luchtdrukrem en diverse elektro-pneumatische apparatuur. Voor het leveren van stroom voor de stuurstroom en verlichting, is onder het rijtuig een omvormer opgenomen van , type. Deze zet de 1.500 Volt bovenleidingspanning om in 100 Volt spanning voor de stuurstroom en 24 Volt voor de verlichting. De omvormer levert een vermogen van kW. Daarnaast zijn onder een motor rijtuig de schakelkasten en relaiskasten geplaatst. Ook de aanzetweerstanden, rijschakelaars en de volgordewals hebben een plekje onder de motorrijtuigen. De motorrijtuigen zijn voorzien van een stroomafnemer, type van . Vanaf 1928 werden twee stroomafnemers op het dak geplaatst. Om te voorkomen dat er een te hoge stroom door het treinstel komt te lopen, is op het dak een smeltveiligheid van Ampère geplaatst.
Uitvoering
De rijtuigen zijn opgetrokken uit een geklonken stalen geraamte. Het geraamte is voorzien van opgeklonken paneelplaten en stalen dak togen. Voor de stijfheid is het onderstel voorzien van een vloer. Het onderstel vormde een aparte constructie ten opzichte van de bak opbouw. Het dak is van hout. Na 1931 werden de daken ook van staal gemaakt. De kopwand is voorzien van twee stalen klapdeuren in het midden. De motorrijtuigen zijn aan een zijde voorzien van een cabine met stuurstand. Aan de andere zijde van het rijtuig is een eenvoudige hulpstuurstand geplaatst, welke alleen gebruikt wordt bij het aan- of afkoppelen van rijtuigen. Deze stuurstand is aan de rechterzijde van de midden doorloop geplaatst. Aan de linkerzijde was een normaal raam geplaatst. De mCd rijtuigen 9401 - 9447 zijn aan de rechterzijde van de vouwbalgen voorzien van een stuurstand. Deze rijtuigen kunnen in het midden van langere combinaties geplaatst worden, zodat er door de hele trein gelopen kan worden. Voor de diensten over de IJmuiderlijn werden voor de tweewagencombinaties de Ces 8101 - 8103 gebouwd. Dit waren stuurstandrijtuigen met een cabine. De vloer werd afgedekt met , waar bovenop was gelegd, terwijl de onderzijde werd voorzien van geluiddempende . Om veilig en droog naar het andere rijtuig te lopen, zijn de rijtuigen voorzien van vouwbalgen naar klassiek ontwerp. Vanaf 1929 zijn de vouwbalgen vervangen door “Hongaarse” vouwbalgen. Door het rechthoekige uiterlijk kregen de rijtuigen hun bijnaam “Blokkendoos”. Aan de buitenzijde is het mogelijk door middel van koersborden aan de buitenzijde onder de ramen de bestemming en route aan te geven. De rijtuigen Bd 7501 - Bd 7510 zijn vanwege hun internationale inzet voorzien van ladders en internationale sluitseinhouders. Aan weerszijden van de toiletramen is bij deze rijtuigen aan de ene zijde de tekst NS aangebracht, met daaronder Nederland. Aan de andere zijde staat de klasse aanduiding en het rijtuignummer. De bufferbalken zijn voorzien van normaal stoot- en trekwerk. Op de bufferbalk zijn ook de stuurstroomkabels aangebracht, zodat alle rijtuigen aan elkaar gekoppeld kunnen worden en de commando’s vanaf de voorste cabine kan worden doorgegeven naar achterop lopende motorrijtuigen.
De eerste series motordraaistellen van het type M en het loopdraaistel type L waren geklonken draaistellen van het zwanenhals type. De laatste series draaistellen zijn gebouw volgens de draagjuk principe, een constructievorm die we tot en met materieel '54 zullen terugvinden. Deze motordraaistellen aangeduid als type W en loopdraaistellen waren van het V en van meet af aan van rollagers. Verder was er per looprijtuig 1 draaistel voorzien van een asgenerator voor het opwekken van de benodigde spanning in het rijtuig voor de verlichting etc. Voor de beremming zijn de rijtuigen voorzien van een éénleidingrem met Knorr remkraan. Tevens is op een balkon een handrem aanwezig.
De besturing geschiedde elektro-pneumatisch door middel van een volgordewals. Het maken en verbreken van de stroomkringen verliep via weerstanden met behulp van hoogspanningsrelais. Deze werden aangestuurd door de stuurstroom, afkomstig van het laagspanningscircuit. Deze werd opgewekt met behulp van een motorgenerator. Deze tractiestroom regeling is een ontwerp van Westinghouse, welke later door de NS en Heemaf is verbeterd en toegepast tot aan Plan V. Deze regeling wordt aangestuurd door een volgordewals. Deze wals neemt een zekere stand in, afhankelijk van de ingestelde rijstand van de rijcontroller. Hierdoor werd de rijwals bediend, welke op elektro-pneumatische wijze de rijschakelaars bediend. De rijweerstanden werden op deze manier geopend en gesloten. Door het afschakelen van deze weerstanden gaat er een grotere stroom naar de motoren lopen, waardoor de snelheid toeneemt. De volgordewals kent vier rijstanden. De eerste is de R van rangeerstand. Hierbij worden de tractiemotoren via de lijnschakelaars ingeschakeld en blijven de weerstanden voorgeschakeld. De tweede rijstand is de S van seriestand. Hierbij staan alle tractiemotoren in serie en worden de weerstanden afgeschakeld. Elke motor krijgt hier een spanning van 375 Volt. De derde rijstand is de parallelstand. De motoren worden per twee parallel geschakeld en krijgen zo hun maximale spanning van 750 Volt na het afschakelen van de weerstanden. Als vierde rijstand is er een zwakveldstand. De motoren blijven parallel geschakeld, maar de weerstand van het motorveld wordt verkleind door de parellelschakeling van een weerstand. Om tot acceptabele rijtijden te komen, mogen drie tussenrijtuigen meegevoerd worden met twee motorrijtuigen. Het is mogelijk om vanuit de vooroplopende cabine in totaal 3 motorrijtuigen aan te sturen.
De rijtuigen waren zijn voorzien van open afdelingen in het interieur. Deze werden gescheiden door middel van tussenschotten met schuifdeuren. In het interieur is gebruik gemaakt van djatihout voor de zichtbare, blanke panelen. Het paneelwerk is bekleed. Voor de verlichting wordt gebruik gemaakt van gloeilampen. Deze worden afgeschermd met lichtschermen. De rijtuigen Bd 7501 - Bd 7510 kunnen met stoom verwarmd worden. Hiervoor werden zij uitgerust met een lage druk stoomverwarming. Op de bufferbalk werd hiervoor een normale stoomverwarmingskraan aangebracht en een kraan met een vaste halve stoomkoppeling. Alle andere rijtuigen zijn voorzien van verwarmingselementen die onder de banken zijn geplaatst. Deze zijn aangesloten op de 1.500 Volt leiding. In de derde klasse zijn houten banken te vinden, in de opstelling 3 + 2 in de breedterichting. In de tweede klas zijn de banken bekleed met groen pluche, in de opstelling 2 + 2 in de breedterichting. In de eerste klas zijn de banken bekleed met donkerrood pluche, in de opstelling 1 + 2 in de breedterichting. De scheiding tussen de afdelingen bestaat uit schuifdeuren. De deuren waren geplaatst aan de kopeinden. Dit waren vaak dubbele klapdeuren. Hiermee werd snel in- en uitstappen mogelijk gemaakt. Rijtuigen met een stuurstand zijn vaak voorzien van een extra klapdeur voor de machinist, zodat er drie deuren naast elkaar zijn geplaatst. De bagage afdelingen van de betreffende rijtuigen zijn eveneens uitgevoerd als klapdeuren.
De rijtuigen die tussen 1924 en 1928 zijn geleverd, zijn in het olijfgroen/crème afgeleverd. De daken zijn zandkleurig. De rijtuigen die na 1928 zijn afgeleverd, net zoals de serie Bd 7501 - Bd 7510 zijn in het donkergroen afgeleverd, omdat de lichte kleur nogal snel vervuilde. De stalen daken van deze rijtuigen zijn aluminiumkleurig geschilderd. De olijfgroen/crèmekleurige rijtuigen zijn na 1928 ook donkergroen geschilderd. De rijtuigen Bd 7501 - Bd 7510 zijn onder alle ramen voorzien van een klasse aanduiding. De donkergroene rijtuigen zijn voorzien van witte opschriften tussen de ramen en zwarte klasseborden met witte cijfers. De olijfgroen/crèmekleurige rijtuigen hebben zwarte opschriften tussen de ramen zwarte klasseborden met witte cijfers. De klasseborden zijn bij alle rijtuigen onder de ramen aangebracht. In 1956 zijn enkele rijtuigen geschilderd in grasgroen met rode biezen aan de onderzijde. De klasseborden eerste klas zijn wit met zwarte cijfers en de tweede klas borden zijn zwart met witte cijfers. Nadat de rijtuigen zijn teruggetrokken uit de elektrische dienst en verbouwd zijn naar getrokken rijtuig, werden zij blauw geschilderd. Enkele rijtuigen deden in het blauw dienst in de elektrische dienst, terwijl enkele groene rijtuigen in de getrokken dienst werden ingezet. De opschriften zijn wit, terwijl de klasseborden onveranderd bleven. De eerste klas rijtuigen zijn voorzien van een eerste klas streep boven de ramen. De rijtuigen die verbouwd zijn tot motorpost, motorkonvooiwagen en andere dienstwagens zijn roodbruin geschilderd en werden voorzien van witte opschriften een gele band net onder de ramen.
Bd 7501 − Bd 7510 (type II)
Het rijtuig is opgedeeld in 4 afdelingen. Elke afdeling is voorzien van 16 zitplaatsen, zodat aan 64 reizigers een zitplaats kan worden geboden. De ene helft van het rijtuig is toegankelijk voor rokers en de andere helft niet. In het midden van het rijtuig zijn de toiletten geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Het rijtuig heeft 8 ramen in de zijwand. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen.
De banken zijn voorzien van groen pluche en staan in de opstelling 2 + 2. Voor de kussens werd gebruik gemaakt van groen pluche op de banken. Voor de verwarming wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van stoomverwarming. Bij de ombouw in 1925 naar de elektrische dienst wordt de stoomverwarming vervangen door elektrische verwarming. Na hun verbouwing worden de rijtuigen opgenomen in de nummerserie Bec 8503 - Bec 8512.
mBD 9001 − mBD 9030 (type I)
Een mBD rijtuig bevat een volledige elektrische installatie. De beide draaistellen zijn elk voorzien van twee tractiemotoren. Vanaf de cabine is een bagageafdeling geplaatst, met een lengte van 2,5 meter en een draagvermogen van 2,5 ton. In deze bagageafdeling is ruimte voor de hoofdconducteur. Bij zijn zitje is een postkast aanwezig. De conducteur kan over de schouder van de wagenvoerder meekijken. Na de bagageafdeling bevindt zich het balkon met dubbele klapdeuren, dat toegang geeft tot een open afdeling met 40 zitplaatsen. Aan het eind van het rijtuig is een balkon met dubbele klapdeuren en een hulpstuurstand. De rijtuigen zijn afgeleverd met houten daken en een stroomafnemer.
De banken zijn voorzien van groen pluche en staan in de opstelling 2 + 2. Voor de kussens werd gebruik gemaakt van groen pluche op de banken. De rijtuigen worden elektrisch verwarmd. De rijtuigen mBD 9001 - mBD 9028 zijn zonder torpedoventilatoren op het dak in dienst gesteld. Omdat de ventilatie ontoereikend was met de ramen, zijn deze vanaf 1928 op het dak geplaatst. De rijtuigen mBD 9001 - mBD 9028 zijn met een stroomafnemer geleverd, vanaf de mBD 9029 zijn er twee stroomafnemers op het dak geplaatst. Daarnaast waren deze rijtuigen bij hun aflevering geheel groen geschilderd. De eerder afgeleverde rijtuigen zijn tussen 1929 en 1934 ook donkergroen geschilderd en voorzien van twee stroomafnemers. Vanaf 193 zijn de donkergroene rijtuigen voorzien van een rode streep boven de bufferbalk. Omdat dit de zichtbaarheid onvoldoende vergrootte, werden boven de frontramen gele driehoeken geplaatst.
Vanaf 1941 worden de rijtuigen mBD 9101 - mBD 9127 (uitgezonderd de mBD 9112) verbouwd tot mCD rijtuig. Zij worden ondergebracht in de serie mCD 9101 - mCD 9127.
Aec 8501 − Aec 8527 (type III)
Het rijtuig is opgedeeld in afdelingen. Elke afdeling is voorzien van zitplaatsen, zodat aan 42 reizigers een zitplaats kan worden geboden. De ene helft van het rijtuig is toegankelijk voor rokers en de andere helft niet. In het midden van het rijtuig is een toilet geplaatst. Tegenover het toilet is een urinoir geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Het rijtuig heeft 7 ramen in de zijwand. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen.
De banken zijn voorzien van pluche en staan in de opstelling 1 + 2. Voor de kussens werd gebruik gemaakt van rood pluche op de banken. Voor de verwarming wordt gebruik gemaakt van elektrische verwarming.
In 1938 zijn de rijtuigen Aec 8501 - Aec 8504 verbouwd tot eerste/tweede klas rijtuig ABec 8521 - ABec 8524. Drie afdelingen met 6 zitplaatsen werden verbouwd tot twee afdeling met 8 zitplaatsen en een afdeling met 6 zitplaatsen. Deze verbouwde rijtuigen deden vooral dienst tussen Haarlem en Zandvoort. De rijtuigen Aec 8524 - Aec 8527 werden gedeklasseerd tot tweede klas rijtuig. Dit was alleen aan de buitenzijde zichtbaar door tweede klasseborden te plaatsen. Aan het interieur werd niets gewijzigd. Vanaf 1941 werden de resterende Aec rijtuigen verbouwd tot ABec rijtuig, met uitzondering van de Aec 8509.
Bec 8501 − Bec 8531 (type II) en Bec 8532, 8533 (type XIII)
Het rijtuig is opgedeeld in 4 afdelingen. Elke afdeling is voorzien van 16 zitplaatsen, zodat aan 64 reizigers een zitplaats kan worden geboden. De ene helft van het rijtuig is toegankelijk voor rokers en de andere helft niet. In het midden van het rijtuig zijn de toiletten geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Het rijtuig heeft 8 ramen in de zijwand. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen. De rijtuigen Bec 8532 en Bec 8533 zijn afgeleverd met stalen dak in plaats van een houten dak, zoals de overige rijtuigen.
De banken zijn voorzien van groen pluche en staan in de opstelling 2 + 2. Voor de kussens werd gebruik gemaakt van groen pluche op de banken. Voor de verwarming wordt gebruik gemaakt van elektrische verwarming. De rijtuigen Bec 8503 - Bec 8512 zijn de verbouwde rijtuigen Bd 7501 - Bd 7510.
De rijtuigen Bec 8522 - Bec 8531 deden tussen 1939 en 1941 dienst als derde klas rijtuig. Alleen aan de buitenzijde was dit te zien, doordat de klasseborden zijn vervangen door derde klas borden. De aanduiding wijzigde naar Ce8c.
Cec 8501 − Cec 8536 (type IV) en Cec 8537 − 8555 (type XI)
Het rijtuig is opgedeeld in afdelingen. Elke afdeling is voorzien van zitplaatsen, zodat aan 88 reizigers een zitplaats kan worden geboden. Het hele rijtuig is toegankelijk voor rokers. In het midden van het rijtuig zijn de toiletten geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Het rijtuig heeft 9 ramen in de zijwand. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen. De rijtuigen Cec 8537 tot en met Cec 8555 zijn afgeleverd met stalen dak in plaats van een houten dak, zoals de overige rijtuigen.
De banken zijn van hout en staan in de opstelling 3 + 2. Voor de verwarming wordt gebruik gemaakt van elektrische verwarming. Vanaf 1938 worden de houten banken vervangen door comfortabele zitplaatsen. Deze zijn bekleed met groengrijs leerdoek.
mCd 9401 − mCd 9424 (type VIII) en mCd 9425 − mCd 9447 (type XII)
Het rijtuig is opgedeeld in afdelingen. Elke afdeling is voorzien van zitplaatsen, zodat aan 88 reizigers een zitplaats kan worden geboden De ene helft van het rijtuig is toegankelijk voor rokers en de andere helft niet. In het rijtuig zijn geen toiletten geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen. De rijtuigen mCd 9425 tot en met mCd 9447 zijn afgeleverd met stalen dak als type XII in plaats van een houten dak, zoals de overige rijtuigen. De eerste serie rijtuigen is afgeleverd met een stroomafnemer. De tweede serie met twee stroomafnemers.
De banken zijn van hout en staan in de opstelling 3 + 2. Voor de verwarming wordt gebruik gemaakt van elektrische verwarming. De stuurstandzijde van het rijtuig is voorzien van een complete stuurstand. Aan de buitenzijde zijn de rijtuigen herkenbaar door de drie klapdeuren en de vouwbalg voor de cabine. In de begin jaren na aflevering kon men deze niet tochtvrij krijgen. Vanaf 1931 was vouwbalgconstructie aangepast, zodat dit probleem was verholpen.
In 1941 worden de mBD rijtuigen 91 verbouwd tot mCD rijtuigen. Hierdoor wijzigt de benaming van de rijtuigen mCd 9401 - mCd 9447 naar mCv. Hierbij wordt de d van doorloop vervangen door de v van vouwbalg. Na de klasse aanpassing van 1956 wijzigt de benaming van mCv naar mB van de nog resterende rijtuigen. Hiermee komt het omloop technische verschil met de mC rijtuigen te vervallen.
mC 9001 − mC 9038 (type V)
Het rijtuig is opgedeeld in 3 afdelingen met drie compartimenten. Elke afdeling is voorzien van zitplaatsen, zodat aan 88 reizigers een zitplaats kan worden geboden. In het rijtuig mocht niet worden gerookt. In het rijtuig zijn geen toiletten geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen. De rijtuigen mC 9001 - mC 90 zijn in het groen-crème afgeleverd. Vanaf de mC 90 zijn de rijtuigen donkergroen geschilderd. De rijtuigen zijn allen met houten daken en een stroomafnemer afgeleverd.
De banken zijn van hout en staan in de opstelling 3 + 2. Vanaf 1937 worden de houten banken bekleed met leerdoek. Voor de verwarming wordt gebruik gemaakt van elektrische verwarming. De stuurstandzijde van het rijtuig is voorzien van een complete stuurstand. Aan de buitenzijde zijn de rijtuigen herkenbaar door de drie klapdeuren.
mABD 9001 − mABD 9004 (type VI)
Een mABD rijtuig bevat een volledige elektrische installatie. De beide draaistellen zijn elk voorzien van twee tractiemotoren. Vanaf de cabine is een bagageafdeling geplaatst, met een lengte van 2,5 meter en een draagvermogen van 2,5 ton. Deze is via een dubbele klapdeur te bereiken. In deze bagageafdeling is ruimte voor de hoofdconducteur. Bij zijn zitje is een postkast aanwezig. De conducteur kan over de schouder van de wagenvoerder meekijken. Na de bagageafdeling bevindt zich het balkon met dubbele klapdeuren, dat toegang geeft tot een afdeling eerste klas met zitplaatsen. Na een tussenschot is een afdeling twee de klas met zitplaatsen. Aan het eind van het rijtuig is een balkon met dubbele klapdeuren en een hulpstuurstand. De rijtuigen zijn met een stalen dak en twee stroomafnemers afgeleverd.
De banken zijn voorzien van groen pluche en staan in de opstelling 2 + 2 in de tweede klas. In de eerste klas zijn de banken voorzien van rood pluche in een opstelling van 1 + 2. Voor de kussens werd gebruik gemaakt van groen pluche op de banken. De rijtuigen worden elektrisch verwarmd.
In 1930 zijn de rijtuigen vernummerd in de serie mABD 9801 - mABD 9804. Dit was nodig om verwarring te voorkomen met de mBD rijtuigen uit de serie 9001 - 9030 in verband met de mechanische kilometer regestratie. Na 1950 worden de rijtuigen ingedeeld in de serie mBD 9001 - mBD 9004. Na de klasse verhoging in 1956 veranderd de aanduiding in mAD. In 1958 worden de vier rijtuigen verbouwd tot motorpost rijtuig en genummerd in de serie mP 9231 - mP 9234.
Ces 8101 − Ces 8103 (type VII)
Het rijtuig is opgedeeld in afdelingen. Elke afdeling is voorzien van zitplaatsen, zodat aan 88 reizigers een zitplaats kan worden geboden De ene helft van het rijtuig is toegankelijk voor rokers en de andere helft niet. In het rijtuig zijn geen toiletten geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen. De rijtuigen zijn allen met houten daken afgeleverd.
De banken zijn van hout en staan in de opstelling 3 + 2. Voor de verwarming wordt gebruik gemaakt van elektrische verwarming. De stuurstandzijde van het rijtuig is voorzien van een complete stuurstand, welke afsluitbaar is. Aan de buitenzijde zijn de rijtuigen herkenbaar door de drie klapdeuren. Na 1945 verviel het onderscheid tussen Cec en Ces rijtuigen. De voormalige Ces rijtuigen worden op de zelfde manier ingedeeld als de Cec rijtuigen.
mB4D 9151 − mB4D 9161 (type IX)
Een mB4D rijtuig bevat een volledige elektrische installatie. De beide draaistellen zijn elk voorzien van twee tractiemotoren. De draaistellen zijn ten opzichte van hun voorgangers aangepast. De gebogen hals liggers werden vervangen door rechte hals liggers. De glijlagers zijn vervangen door rollagers. Dit waren ook de eerste rijtuigen die meteen met een stalen dak zijn afgeleverd. Vanaf de cabine is een bagageafdeling geplaatst, met een lengte van 3,25 meter en een draagvermogen van 3,25 ton. In deze bagageafdeling is ruimte voor de hoofdconducteur. Bij zijn zitje is een postkast aanwezig. De conducteur kan over de schouder van de wagenvoerder meekijken. Na de bagageafdeling bevindt zich het balkon met dubbele klapdeuren, dat toegang geeft tot een open afdeling met 32 zitplaatsen. Aan het eind van het rijtuig is een balkon met dubbele klapdeuren en een hulpstuurstand. De rijtuigen zijn allen met stalen daken en twee stroomafnemers afgeleverd.
De banken zijn voorzien van groen pluche en staan in de opstelling 2 + 2. Voor de kussens werd gebruik gemaakt van groen pluche op de banken. De rijtuigen worden elektrisch verwarmd. De rijtuigen zijn bij hun aflevering geheel groen geschilderd. Zij zijn voorzien van een rode streep boven de bufferbalk. Boven de frontramen gele driehoeken geplaatst voor een beter zichtbaarheid.
Met de klasse aanpassing van 1956 veranderde de benaming naar mBD. Het onderscheid met de oorspronkelijke mBD rijtuigen kwam hier mee te vervallen. In 1958 werden een aantal rijtuigen verbouwd tot mP 9221 − mP 9228.
ABec 8501 − ABec 8511 (type X)
Het rijtuig is opgedeeld in afdelingen. Elke afdeling is voorzien van zitplaatsen, zodat aan 48 reizigers een zitplaats kan worden geboden. De eerste en tweede klasse boden aan elk aan 24 reizigers een zitplaats. Het rijtuig is toegankelijk voor rokers en de andere helft niet. Aan de tweede klas zijde van het midden balkon is een toilet geplaatst. Tegenover het toilet is een urinoir geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen. De rijtuigen zijn allen met stalen daken afgeleverd.
De banken zijn voorzien van pluche en staan in de opstelling 1 + 2 in de eerste klas. Voor de kussens werd gebruik gemaakt van rood pluche op de banken. In de tweede klas zijn de banken voorzien van . Voor de verwarming wordt gebruik gemaakt van elektrische verwarming.
Vanaf 1938 wijzigt de aanduiding van ABec naar ABecm. De m wordt gebruikt om de midden instap aan te geven, ter onderscheiding van de verbouwde Aec rijtuigen naar ABec.
Cesc 8507 − Cesc 8510 (type XIV)
De Cesc rijtuigen zijn verbouwde Cec rijtuigen. De indeling is het zelfde, maar een zijde werd een balkon verlengd met een stuurstand. Hiermee werden de rijtuigen 95,5 centimeter langer dan de standaard rijtuigen. Het draaistel werd hierbij 95 centimeter opgeschoven richting het balkon. Het rijtuig is opgedeeld in afdelingen. Elke afdeling is voorzien van zitplaatsen, zodat aan 88 reizigers een zitplaats kan worden geboden. Het hele rijtuig is toegankelijk voor rokers. In het midden van het rijtuig zijn de toiletten geplaatst. Door het gehele rijtuig loopt een middengang. De afdelingen worden van elkaar gescheiden door tussenschotten. Deze schotten zijn met een schuifdeur af te sluiten. Om de ramen te openen, werd gebruik gemaakt van een evenwichtsinrichting met spanveer. Aan de binnenzijde is het rijtuig djatihout voorzien voor de zichtbare panelen.
De banken zijn van hout en staan in de opstelling 3 + 2. Voor de verwarming wordt gebruik gemaakt van elektrische verwarming. Vanaf 1938 worden de houten banken vervangen door comfortabele zitplaatsen. Deze zijn bekleed met groengrijs leerdoek.
Inzet
In de reizigersdienst
Hoewel het allemaal losse rijtuigen zijn, werden de meeste rijtuigen in vaste samenstellingen in gezet. Naar believen werden samenstelling aangevuld met reserve rijtuigen of een andere stam.
De eerste 10 rijtuigen werden in 1923 ingezet in de sneltreinen tussen Amsterdam en Maastricht en tussen Amsterdam en Roosendaal. Met ingang van de winterdienst van 1923 gaan twee rijtuigen dienst doen in de treinen naar Brussel en Parijs. In de zomerdienst van 1924 werd hier nog een rijtuig aan toegevoegd. In de loop van 1924 werden de drie rijtuigen uit deze omloop gehaald en vervangen door Franse rijtuigen.
Als op 1924 de sneltreinen tussen Amsterdam en Rotterdam gaan rijden, gaan er vijfwagen stammen rijden. De volgorde is mBD + Bec + Aec + Cec + mC. In de spits gaan twee gekoppelde stammen rijden. Voor de stoptreinen op het zelfde traject de samenstelling mBD + Cec + mC. Deze kunnen
Op 15 mei 1927 is de geëlektrificeerde IJmuiderlijn in gebruik genomen. De hiervoor bestelde mABD 9001 - mABD 9004 en Ces 8101 - Ces 8103 kwamen hier in dienst. Zij reden hier als tweewagen treinen. In de spits werd een mC als versterking aan het Ces rijtuig gekoppeld. De stoptreinen tussen Haarlem en Rotterdam bestaan sinds mei 1927 uit een mBD + Bec + Cec + mC. De stoptreinen rijden tot december 1927 in deze samenstelling. Als gevolg van de geringe vraag naar zitplaatsen in de tweede klas komt het rijtuig Bec te vervallen in de samenstelling. De samenstelling is dan mBD + Cec + mC. De sneltreinen tussen Amsterdam en Rotterdam zijn vanaf mei 1927 samengesteld uit een mBD + Aec + Bec + Cec + mC.
Met de aflevering van de mCd rijtuigen vanaf 1928 worden de vijfwagenstammen verlengd tot zeswagen stammen in de samenstelling mBD + Bec + Aec + mCd + Cec + mC. Hiervoor zijn ook versterkingsrijtuigen beschikbaar.
Aan het eind van 1928 worden de zeswagen stammen uitgebreid met een zevende, Bec, rijtuig. In enkele treinen werd echter een restauratie rijtuig in de stam geplaatst in plaats van een Bec rijtuig. De samenstelling was hierbij als volgt: mBD + Bec + Bec + Aec + mCd + Cec + mC. Als er een restauratierijtuig van de Wagon Lits was opgenomen, reed het in de samenstelling: mBD + Bec + R + Aec + mCd + Cec + mC.
Vanaf 1931 komen er ABec rijtuigen op de baan voor de diensten in Noord Holland. Deze treinen rijden tussen Amsterdam en Alkmaar via Uitgeest. Inmiddels was gebleken dat aparte rijtuigen voor eerste en tweede klas onvoldoende bezet waren. Een gecombineerd rijtuig voorzag beter in deze behoefte. Deze treinen rijden in de samenstelling mB4D + ABec + Cec + mCd.
Vanaf 1934 werden de zevenwagen stammen verkleind tot zeswagen stammen. Het tweede Bec rijtuig kwam te vervallen en de mCd en Cec rijtuigen wisselden van plaats, zodat het mC rijtuig eventueel kon worden afgekoppeld. De trein werd dan bestuurd vanuit het mCd rijtuig. Op de lijn naar IJmuiden wordt het mABD rijtuig vervangen door een mBD rijtuig. In de spits blijft een mC rijtuig beschikbaar als versterking. De mABD rijtuigen schuiven door naar de diensten tussen IJmuiden Oost/Velsen en Uitgeest. Zij vormden ook op deze route een vaste combinatie met het Ces rijtuig.
In 1935 worden twee Aec rijtuigen verbouwd tot ABec rijtuigen. Zij doen dienst tussen Haarlem en Zandvoort, nadat de spoorlijn sinds oktober 1935 is voorzien van bovenleiding. De treinen rijden daar in de samenstelling mBD + ABec + Cec + mCd. In de winterdienstregeling wordt de samenstelling van de stoptreinen op de Oude Lijn verkleind van mBD + Cec + mCd tot mBD + Cesc. Het Cesc rijtuig is een verbouwd Cec rijtuig. Op 28 april 1935 rijdt een stam een proefrit op de pas geëlektrificeerde Hoekse Lijn. Op 13 mei 1935 volgt de officiële openingsrit op dit baanvak. In afwachting van de aflevering van de acht treinstellen Materieel’35 worden vanaf 15 mei 1935 een aantal combinaties ingezet tussen Rotterdam en Hoek van Holland. De standaard samenstelling is mBD + Cec + mCd. In de spits wordt deze stam aangevuld met diverse combinaties van rijtuigen. Zo is er een stam bestaande uit een Bec + Aec + mC. Een tweede stam is een Cec + mCd + mC. De kleinste versterkingsstam bestaat uit een mBD + Cesc. Deze is afkomstig van de stoptreindienst op de Oude Lijn. Eind september 1935 zijn deze acht treinstellen in dienst en nemen de gehele dienst over op deze spoorlijn.
In 1938 worden nog eens twee Aec rijtuigen verbouwd tot ABec rijtuigen.
Vanwege de beschadigde bruggen over de Maas en Waal in het traject Utrecht Centraal - Eindhoven wordt door een stoomlocomotief een compositie van de Oude lijn van Dordrecht via de Langstraatspoorlijn (Lage Zwaluwe - 's-Hertogenbosch) naar 's-Hertogenbosch gesleept. Hiermee kon er gependeld worden naar Eindhoven. Deze compositie werd elke week uitgewisseld voor onderhoud. Op 30 december 1940 eindigde deze inzet, nadat het traject Utrecht - Eindhoven weer hersteld was en in dienst was gekomen.
Vanwege een tekort aan beschikbare stoomlocomotieven werden vanaf 194 combinaties gemaakt van drie motorrijtuigen. Deze worden gebruikt als trekkrachten voor reizigers- en goederentreinen. Een standaard samenstelling is er niet voor deze combinaties. Om zo veel mogelijk reizigers te kunnen vervoeren werden stoptreinen opgeheven en sneltreinen verlengd. Deze stopten op alle tussen gelegen stations.
Vanaf 1941 worden er drie samenstellingen geformeerd. Deze bestaan uit drie, vijf of zeven rijtuigen. Tussen IJmuiden en Amsterdam rijdt een driewagen trein, bestaande uit een mABD + Cec + mC. Tussen Amersfoort en Amsterdam/Haarlem rijden vijfwagen treinen. Deze treinen bestaan uit een mB4D + ABec + Cec + Cec + mCd. Doordeweeks worden aan drukke treinen een Cec en mC aan de trein toegevoegd. In het weekend worden deze treinen verlengd tot achtwagen treinen. Een standaard driewagen trein wordt dan aan een vijfwagen trein gekoppeld. Op de tijden dat een post rijtuig meegevoerd moet worden in het weekend, bestaan de treinen uit de vijfwagenstam aangevuld met een Cec + mC + Postrijtuig serie Pd 7011 - 7020. Op de Oude Lijn gaan zevenwagen treinen rijden, bestaande uit een mBD + Bec + Aec + Cec + Cec + mCv + mCv. Voor de drukke, doordeweekse treinen worden deze treinen tussen Amsterdam en Dordrecht versterkt tot negenwagen treinen. Een Cec en mC worden aan deze trein toegevoegd. In het weekend wordt aan enkele treinen een postrijtuig uit de serie Pd 7011 - 7020 gekoppeld. Op de Hoekse Lijn rijden combinaties tot 10 rijtuigen, bestaande uit een mBD + mCv + mC + mC + mC + Cec + Cec + Cec + Cec + ABec. De treinen rijden zoveel als is mogelijk de dienstregeling van voorgaande jaren.
Vanaf 1943 wordt het steeds moeilijker om de dienstregeling te blijven rijden als gevolg van stroom tekorten, bombardementen en sabotage acties.
In augustus 1945 wordt het treinverkeer weer hervat met het materieel dat hersteld is van de oorlogschade. Er worden gereden tussen Amsterdam en Overveen met twee combinaties. De eerste combinatie bestaat uit de mC 9001 + Cec 8555 + Cesc 8109 + mCd 9421 + mCd 9404 + Cec 8551 + Cec 8504 + Cec 8512 + mC 9027. De tweede combinatie bestaat uit de mBD 9128 + Cec 8528 + Cec 8526 + Cec 8519 + mC 9008 + Cec 8588 + ABec 8522 + mC 9013. Als reserve zijn de mBD 9153, mC 9002, mC 9035, mCd 9410 en Cec 8546 aangewezen. De rijtuigen mCd 9404, Cec 8528 en Cec 8551 doen dienst als rijtuig tweede klas. De motorrijtuigen mC 9001, mC 9008 en mC 9035 zijn echter niet voorzien van een compressor.
Met ingang van de zomerdienstregeling 1947 worden de composities tussen Amsterdam en Rotterdam vervangen door elektrische treinstellen Materieel’36 en Materieel’40. Tussen Amsterdam en Amersfoort rijdt een standaard compositie van vijf rijtuigen, bestaande uit mBD + ABec + Cec + Cec + mC. Als versterking is een combinatie van een mCv en ABec beschikbaar of een losse mCv. Tussen Amsterdam en Utrecht rijden een driewagen compositie, bestaande uit mBD + Cec + mC. Dit wordt later uitgebreid naar een vijfwagen compositie. mBD + Cec + ABec + Cec + mC. Tussen Hoek van Holland rijden ter vervanging van de stroomlijn treinstellen een compositie van vier rijtuigen: mBD + Cec + Cec + mC/mCv. De winterdienstregeling van 1947 laat een inkrimping zien van de lengte van de composities. Tussen Amsterdam en Amersfoort gaat een vierwagen compositie rijden. Het tweede Cec rijtuig is uit de compositie gerangeerd bij de aanwezigheid van een mCD rijtuig. Als er een mABD of mBD rijtuig is opgenomen, vervalt het ABec rijtuig en blijven er twee Cec rijtuigen in de compositie aanwezig. Op de Hoekse Lijn wordt de mBD vervangen door een mC rijtuig. Voor bagage wordt een stukgoederenwagon in de trein gerangeerd. Deze loopt in het midden van de trein.
Vanaf de winterdienstregeling 1948, ingaande op 8 oktober 1948, rijden twee composities van vier rijtuigen op de nieuw geëlektrificeerde lijn (Utrecht) - Den Dolder - Baarn. Deze bestaan uit mBD + ABec + Cec + mC. Een tweede Cec rijtuig wordt aan drukke treinen toegevoegd.
Vanaf 1950 zijn er composities van 2, 4 of 6 rijtuigen. Tussen Amsterdam en Zandvoort rijdt een compositie van vier rijtuigen, bestaand uit een mBD + ABec + Cec + mCv. Tussen Velsen en IJmuiden wordt gereden met een mBD + mCv. Tussen Amsterdam en Amersfoort rijdt een vierwagen compositie, bestaande uit een mBD + Bec + Cec + mCv. Als versterking rijdt een Cec + mC mee in de trein. Voor versterkingen zijn composities van twee rijtuigen beschikbaar. Een compositie bestaat uit een ABec + mC en een ander uit een Cec + mC.
Met het ingaan van de zomerdienstregeling 1953 op 17 mei van dat jaar zijn er 199 ingedeeld in de diverse omlopen. De rijtuigen zijn verdeeld over 33 stammen, bestaande uit 2, 4 of 6 rijtuigen. Daarnaast zijn er 21 rijtuigen beschikbaar als versterking. Het materieel is met name te zien in Noord Holland en in het Gooi. Daarnaast zijn ze te zien in de stoptreinen tussen Amersfoort en Zwolle.
Vanaf mei 1955 zijn de combinaties te zien in de boottreinen tussen Amsterdam en Hoek van Holland. Deze rijden overdag en in de nacht. Op zaterdag rijdt een combinatie van rijtuigen in de treinen 227/244 tussen Amsterdam CS en Enschede. Daarnaast wordt het materieel gebruikt voor het vervoeren van militaire verlofgangers. Ingaande de winterdienstregeling op 2 oktober 1955 worden combinaties van elektrische blokkendozen vervangen door treinstellen. Hiermee komen rijtuigen vrij om verbouwd te worden tot getrokken rijtuigen.
Vanaf 1956 wordt de inzet in de elektrische dienst sterk verminderd. Als gevolg van de instroom van nieuwe treinstellen Materieel’54 en rijtuigen Plan E, wordt de inzet verminderd. De treinstellen nemen de diensten over op het traject tussen Alkmaar en Amersfoort. De vrijgekomen rijtuigen worden verbouwd voor de getrokken dienst achter locomotieven. Een aantal motorrijtuigen wordt verbouwd tot dienstmaterieel, zoals mP of mK/mDW. De eerste verbouwde rijtuigen doen dienst achter stoomlocomotieven op het traject Venlo - Eindhoven, samen met een coupérijtuig uit de serie B 6401 - B 6485. De verbouwde tweede klas rijtuigen doen in eerste instantie dienst in militaire verlofgangers treinen. Zo rijden ze tussen Ede en Roosendaal, Utrecht en Bergen op Zoom en tussen Nijmegen en Eindhoven. De eerste klas rijtuigen zijn afkomstig van Plan D of Plan E.
In de zomerdienst van 1957 doen een aantal rijtuigen uit de series AB 5100, B 5200, B 5700 of de niet verbouwde rijtuigen uit de serie B 8100 dienst tussen Maastricht en Eijsden/Visé, samen met een vierdeurs bagagerijtuig uit de serie D 6300. Deze treinen worden getrokken door een stoomlocomotief uit de serie 6300. In de loop van 1957 worden de laatste motorrijtuigen ingezet in de reizigersdienst tussen Alkmaar en Amersfoort.
Per 28 september 1958 zijn nog 20 rijtuigen beschikbaar voor de elektrische dienst. Uit deze 20 rijtuigen worden 3 stammen samengesteld. De eerste 1 stam rijdt tussen Amsterdam en Amersfoort, een tweede stam, bestaand uit 8 rijtuigen, rijdt stoptrein 754 tussen Amsterdam en Utrecht via Hilversum. De derde stam is te vinden tussen Uitgeest en Amsterdam. Daarnaast worden zij ingezet voor het vervoer van militairen en werklieden. Gedurende de winterdienstregeling zullen de 20 rijtuigen verbouwd worden tot getrokken rijtuig.
De dienstregeling van 1959 is de laatste dag voor de elektrische dienst van de rijtuigen. In de elektrische dienst zijn nog stammen te vinden. Er doen er dienst tussen Haarlem en Zandvoort.
Op 30 mei 1959 reden de laatste elektrische treinen. Vanaf 1 juni 1959 zijn de verbouwde rijtuigen alleen nog te zien in de getrokken dienst achter locomotieven.
Vanaf 1962 verschuift de inzet van de rijtuigen. Zij vervullen vaker een reserve rol of doen dienst als versterkingsrijtuig. Tegelijkertijd worden de eerste rijtuigen afgevoerd. Een vaste verbinding waarin de rijtuigen te zien zijn, is de sneltrein tussen Amsterdam en Alkmaar.
In de dienstregeling 1970/1971 wordt als gevolg van Spoorslag '70 opnieuw kortstondig een forse inzet gevraagd van het dan nog dienstvaardige materieel tot er voldoende nieuwe Plan V afgeleverd zijn. Zij doen onder ander dienst op de IJssellijn.
In de dienstregeling 1971/1972 worden de rijtuigen veelvuldig ingezet in de series 4300 (Zwolle - Roosendaal) en 4600 (Zwolle - Vlissingen). Met ingang van de winterdienstregeling op 25 september 1971 worden de rijtuigen vervangen door rijtuigen Plan E, die eigenlijk bedoeld zijn voor de inzet achter diesellocomotieven. In het voorjaar van 1972 worden de rijtuigen gebruikt voor kindertreinen tussen Den Haag en Valkenburg.
In de dienstregeling 1972/1973 vindt de laatste inzet plaats van de getrokken rijtuigen. Door de instroom van nieuwer materieel kan het oude materieel aan de kant worden gezet en gesloopt. Enkele rijtuigen konden hun leven nog rekken door verbouwingen tot dienstmaterieel. De 9 nog aanwezige rijtuigen tweede klas worden in stammen van drie rijtuigen ingezet. Een stam rijdt op werkdagen leeg vanuit Amersfoort met trein 3.9818 uit Amersfoort naar Naarden-Bussum. Hier stappen reizigers in en gaan de rijtuigen als trein 9818 naar Amsterdam Centraal. De vier rijtuigen worden na aankomst opgeborgen op de Dijksgracht. Aan het eind van de middag gaat de stam leeg van de Dijksgracht naar Amsterdam Muiderpoort. Vanaf hier gaat de stam naar Amersfoort als trein 9863. De drie rijtuigen worden aangevuld met een rijtuig eerste klas uit de serie A 6000. Tussen Rotterdam en Venlo zijn eveneens drie rijtuigen aan te treffen. De laatste drie rijtuigen rijden tussen Maastricht en Den Helder.
Als dienstmaterieel
Vanaf 1956 worden enkele rijtuigen ook gebruikt in het dienstwagen park van de NS. Diverse afdelingen maken gebruik van verbouwde rijtuigen. Zo zijn er rijtuigen onder gebracht bij het Seinwezen, Weg & Werken.
Motorpost rijtuigen
De eerste diensten van de nieuwe motorpostrijtuigen vonden plaats in de late avonduren. Voor de PTT waren deze uren het belangrijkst, omdat hier een gat ontstond tussen de laatste reizigerstrein en de eerste post/goederentreinen in de nacht. Deze laatsten kregen een grote hoeveelheid post te verwerken, die door de instroom van de nieuwe motorpostrijtuigen werden ontlast. De motorposten reden op een gering aantal trajecten, waarbij de inzet juist bedoeld was om de capaciteit te vergroten. Hiermee werd het zware postvervoer uit de reizigerstreinen verbannen. Dit veroorzaakte steeds meer vertraging bij de NS. De omvang van de brievenpost bleef groeien. Om tot een snelle doorstroming te komen, bleef de PTT gebruik maken van reizigerstreinen. Hierdoor bleven problemen bestaan met het laden en lossen. Daarnaast werden de PTT medewerkers geconfronteerd met een minder efficiënte indeling van de beladingsruimte. Ook de bedrijfszekerheid van de tractiemotoren baarde zorgen. Hierdoor zag de NS zich genoodzaakt om de motorpostrijtuigen tot maximaal 1967 in te zetten. Dit is 5 jaar eerder dan gepland. Na lang wikken en wegen besloot de PTT om 20 nieuwe motorpostrijtuigen aan te schaffen ten faveure van het transport over de weg met auto's.
Op 1 februari 1957 zijn er in totaal vijf verbouwde motorpostrijtuigen aanwezig. Per 3 februari 1957 worden zij ingezet in omloop , met vier diensten. Twee diensten rijden van Amsterdam naar Sittard, waar gesplitst wordt in een motorwagen voor Heerlen en een motorwagen voor Maastricht. Na lossing in Heerlen gaat het lege motorrijtuig naar Maastricht om gezamelijk naar Utrecht te rijden. De twee andere diensten rijden tegengesteld. Met het ingaan van de zomerdienstregeling zijn er 8 diensten voor de motorpostrijtuigen.
De mP 9226 werd in Leidschendam gebruikt als waslocomotief. Voorzien van een afnemer voor een midden rail trok de W1, zoals de mP inmiddels genoemd werd, stroomlijnmaterieel bij de werkplaats door de wasstraat. Deze inzet duurde tot 1974 en in 1975 werd het rijtuig gesloopt. Alvorens gesloopt te worden, wordt het rijtuig in de Haarlemse werkplaats ontdaan van onderdelen. De mP 9201, 9204 en 9225 werden gereserveerd voor de Dienst van Materieel en Werkplaatsen. Zij werden aangepast voor diverse proefdoeleinden. De mP 9233 werd magazijnwagen ATB bij de dienst Seinwezen en vervulde deze taak tot 1985. De mP 9206 en mP 9223 werden tijdelijk hulpwagen bij de ongevallenkranen van Utrecht en Eindhoven. Deze taak vervulden zij twee jaar, waarop zij vervangen werden door tot houtwagen verbouwde mP 9205, mP 9213 en mP 9212. Deze deden dienst bij de kranen van Utrecht, Eindhoven en Zwolle. De mP 9212 deed dienst tot 1979, terwijl de andere twee rijtuigen tot het laatst dienst deden en waren hiermee een van de laatste blokkendozen die door de NS werd ingezet.
Motorkonvooi rijtuigen/motordienstwagens
In 1957 worden de eerste vier verbouwde motorkonvooiwagens ingezet voor het vervoer van onderdelen tussen de werkplaatsen onderling. De rijtuigen mDW 169 306 - 169 310 werden tot 1967 ingezet. De mDW 169 307 en mDW 169 308 worden gesloopt. Twee rijtuigen, de mDW 169 306 en mDW 169 310 worden in april 1968 weer in dienst gesteld. Zij werden in dienst gesteld om nieuwe machinisten te laten wegleren op baanvakken waar zij hun zelfstandige diensten zouden gaan rijden. Deze functie hebben zij tot 1981 vervuld. De mDW 169 306 is bewaard gebleven en de mDW 169 310 is later gesloopt. De mDW 169 309 kwam in 1969 terecht op camping de Schaopvolte te Eext.
Proefrijtuigen
De aangepaste rijtuigen 978 2 811, 978 2 500 en 978 2 501 rijden vanaf hun aanpassingen in 1968 de konvooidiensten tussen de werkplaatsen van Leidschendam en Amsterdam Zaanstraat. Deze taak voeren zij uit tot hun taak in 19 wordt overgenomen door de .
Onderhoud
Vanaf de instroom van de rijtuigen zijn zij in onderhoud in de werkplaats Leidschendam. Alleen de rijtuigen voor Haarlem - IJmuiden, de mABD 9001 - 9004 en Ces 8101 - 8103, waren in Haarlem in onderhoud. Vanaf 1932 kwamen ook een aantal rijtuigen in onderhoud in de nieuwe Revisieloods Amsterdam Zaanstraat. Deze werd speciaal voor dit materieel gebouwd.
Na verbouwing tot getrokken rijtuigen, blijft het materieel in Amsterdam in onderhoud.
Revisie
Bijzondere uitvoeringen
Wijzigingen
- Op 11 maart 1925 werd opdracht gegeven om de rijtuigen Bd 7501 - Bd 7510 om te bouwen voor de elektrische dienst. Hierbij werd de stoomverwarming vervangen door een elektrische verwarming.
- In 1928 werden de rijtuigen in het donkergroen afgeleverd in plaats van het olijfgroen met crème. Voor de betere zichtbaarheid werden de koprijtuigen en stuurstandrijtuigen tevens voorzien van een brede rode band boven de bufferbalken. Boven de ramen werden gele driehoeken aangebracht.
- Met de aflevering van de mBD 9029 en mBD 9030 in 1929, kregen de motorrijtuigen twee stroomafnemers op het dak. Tot die tijd werden de rijtuigen afgeleverd met één stroomafnemer. De al afgeleverde motorrijtuigen werden na die tijd ook voorzien van twee stroomafnemers. Hierbij werd het leidingwerk op het dak ook aangepast.
- Vanaf 1929 worden alle rijtuigen voorzien van dakontluchters om meer frisse lucht in de rijtuigen te krijgen. De kleine bovenraampjes gaven te weinig frisse lucht. Zij blijven wel gehandhaafd.
- In 1937 worden de rijtuigen mBD 9028, ABec 8522, Aec 8522 en mCd 9410 aangepast om snelheden van 120 kilometer per uur te rijden tussen Amsterdam en Den Haag. Tussen de rijtuigen zijn rubberen flappen aangebracht om de luchtweerstand te verminderen.
- In 1937 vond een wijziging plaats aan de motorrijtuigen met bagage afdeling welke op IJmuiden reden. Op deze verbinding kwamen veel klachten over een vislucht van de vis die vervoerd werd. Er werden in de mABD rijtuigen een houten bak geplaatst met zinken bekleding, waarin de manden met vis konden worden geplaatst.
- In 1938 zijn vier Aec rijtuigen verbouwd tot ABec rijtuigen. Hierbij zijn drie afdelingen met 6 zitplaatsen verbouwd tot twee afdeling met 8 zitplaatsen en een afdeling met 6 zitplaatsen.
- Bij de Cec rijtuigen 8501 - 8555 zijn vanaf 1938 de houten banken vervangen door comfortabele zitplaatsen.
- Tussen 1939 en 1941 zijn de Bec rijtuigen 8522 - 8531 tijdelijk gewijzigd naar derde klas rijtuigen. Alleen aan de buitenzijde was dit kenbaar gemaakt met de derde klas borden.
- In de zomer van 1947 zijn de voormalige motorrijtuigen CD 9121 en 9126 voorzien van een tractie-installatie. Als gevolg van schadegevallen in de oorlog van deze rijtuigen, zijn zij als normale rijtuigen opgebouwd door de Haarlemse werkplaats.
- Vanaf januari 1956 zijn enkele rijtuigen al in het blauw geschilderd, voordat zij echt verbouwd werden naar getrokken rijtuig. De rijtuigen zijn hierbij voorzien van witte tweede klas borden en zwarte derde klas borden. Een van deze rijtuigen is de B 8542, welke op 19 oktober 1955 is afgeleverd na grote herstelling. Het rijtuig is al blauw geschilderd, maar wordt ingezet in de elektrische dienst. In 1957 wordt dit rijtuig omgebouwd tot getrokken rijtuig AB 5108.
- In 1956 maken de rijtuigen de klasse wijziging mee. De klasse aanduidingen verhuizen hierbij van de onderzijde naar de bovenzijde, tussen de ramen.
- Bij een aantal rijtuigen werden vanaf 1956 in een lichtere kleur groen geschilderd. Aan de onderzijde werd een rode bies aangebracht. Dit waren onder andere de rijtuigen mBD 9011, mCD 9120, mC4D 9155, mCv 9419, mCv 9429, mC 9472, mC 9473, mC 9467, Bec 8517, Becm 8556 en Ces 8101
- Bij een aantal motorrijtuigen uit de serie mC 9400 werden bij de stroomafnemers stroomlijn bekleding aangebracht.
- Na zijn afvoer werd de A 5509 in 1973 voorzien van de draaistellen van het Bolkop rijtuig A 6005. Het rijtuig werd tevens verbouwd tot meetrijtuig voor remsystemen. Door deze verbouwing kwam het rijtuig niet meer in aanmerking om bewaard te blijven voor museale doelstellingen.
Ombouw van Cec naar Cesc
Voor de stoptreinen op de Oude Lijn zijn vanaf 1935 vier rijtuigen Cec voorzien van een volledige stuurstand. Hiermee werden de rijtuigen 95 centimeter langer dan de overige rijtuigen. Om de stuurstand te kunnen bereiken, is een extra portier geplaatst. Het draaistel aan de stuurstand zijde werd ook richting de bufferbalk opgeschoven, zodat de radstand hierbij ook vergroot werd. Rond 1950 werd de stuurstand buiten dienst gesteld en werd de aanduiding weer Cec.
Nummer Cesc | Nummer Cec | Ombouw in | Aflevering/In dienst |
---|---|---|---|
Cesc 8107 | Cec 8501 | 1935 | |
Cesc 8108 | Cec 8502 | 1935 | |
Cesc 8109 | Cec 8506 | 1935 | 1935 |
Cesc 8110 | Cec 8507 |
Ombouw van Aec naar ABec
Vanwege een minder grote vraag naar eerste klas zitplaatsen, zijn vanaf 1938 de Aec rijtuigen verbouwd tot ABec rijtuig, waarbij een afdeling tweede klas werd ingebouwd. Rijtuig Aec 8509 is vanwege oorlogsschade niet verbouwd.
Nummer ABec | Nummer Aec | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Nummer ABec | Nummer Aec | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Nummer ABec | Nummer Aec | Ombouw in | Aflevering/In dienst |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ABec 8521 | Aec 8501 | 1935 | ABec 8510 | Aec 8510 | ABec 8519 | Aec 8519 | |||||
ABec 8522 | Aec 8502 | 1935 | ABec 8511 | Aec 8511 | ABec 8520 | Aec 8520 | |||||
ABec 8523 | Aec 8503 | 1938 | ABec 8512 | Aec 8512 | ABec 8521 | Aec 8521 | |||||
ABec 8524 | Aec 8504 | 1938 | ABec 8513 | Aec 8513 | ABec 8522 | Aec 8522 | |||||
ABec 8505 | Aec 8505 | 19 | ABec 8514 | Aec 8514 | ABec 8523 | Aec 8523 | 1943 | ||||
ABec 8506 | Aec 8506 | 19 | ABec 8515 | Aec 8515 | ABec 8524 | Aec 8524 | |||||
ABec 8507 | Aec 8507 | 19 | ABec 8516 | Aec 8516 | ABec 8525 | Aec 8525 | |||||
ABec 8508 | Aec 8508 | 1942 | ABec 8517 | Aec 8517 | ABec 8526 | Aec 8526 | |||||
ABec 8518 | Aec 8519 | ABec 8527 | Aec 8527 |
Ombouw van Bec naar ABec
Nadat alle Aec rijtuigen al verbouwd zijn tot ABec rijtuigen, worden 20 Bec rijtuigen tussen 1941 en 1944 verbouwd tot ABec rijtuigen.
Nummer ABec | Nummer Bec | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Nummer ABec | Nummer Bec | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Nummer ABec | Nummer Bec | Ombouw in | Aflevering/In dienst |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ABec 8531 | Bec 8514 | ABec 8538 | Bec 8521 | ABec 8545 | Bec 8528 | ||||||
ABec 8532 | Bec 8515 | ABec 8539 | Bec 8522 | ABec 8546 | Bec 8529 | ||||||
ABec 8533 | Bec 8516 | ABec 8540 | Bec 8523 | 1942 | ABec 8547 | Bec 8530 | |||||
ABec 8534 | Bec 8517 | ABec 8541 | Bec 8524 | ABec 8548 | Bec 8531 | ||||||
ABec 8535 | Bec 8518 | 19 | ABec 8542 | Bec 8525 | ABec 8549 | Bec 8532 | |||||
ABec 8536 | Bec 8519 | 19 | ABec 8543 | Bec 8526 | ABec 8550 | Bec 8533 | |||||
ABec 8537 | Bec 8520 | 19 | ABec 8544 | Bec 8527 |
Ombouw naar rijtuigen voor de getrokken dienst
De NS heeft in 1955 plannen om de rijtuigen te verbouwen. In de jaren 1956 tot en met 1960 wordt een groot gedeelte van de rijtuigen verbouwd voor de getrokken rijtuigen om dienst te doen achter locomotieven. De tussenrijtuigen worden hierbij ontdaan van alle bekabeling en installatie om in treinstel verband te kunnen functioneren. De motorrijtuigen werden ontdaan van de tractie installatie en de stroomafnemers op het dak. De cabine wordt verwijderd en bij het balkon aangetrokken. De motordraaistellen van de type M of W werden hierbij omgebouwd tot loopdraaistellen type Ma of Wa. Ook werden de rijtuigen voor de verwarming nu van de internationale standaard hoogspanningskabels met stekkers voorzien. Voor de laagspanning blijven de dynamo's met riemaandrijving gehandhaafd. Vrijwel alle rijtuigen werden bij de verbouwing in de nieuwe standaard donkerblauwe kleur geschilderd voor getrokken rijtuigen. Een enkele keer soms al voor hun verbouwing, maar enkele rijtuigen behouden echter hun oude standgroene kleur of de nieuwe lichtgroene kleur met rode biezen voor treinstellen. De rijtuigen werden verdeeld in de series A 5000, A 5500, AB 5100, AB 5600, B 5200, Bz 5300, B 5600, B 5700, Bz 5800 en BDz 5900. De lage nummers tussen de 5000 en 5499 zijn rijtuigen die oorspronkelijk afgeleverd zijn met glijlagers. De rijtuigen die afgeleverd zijn met rollagers zijn genummerd in de series tussen de 5500 en 5999. Door van motorrijtuigen de vouwbalg kopwanden te wisselen met dichte kopwanden van rijtuigen die omgebouwd werden naar getrokken rijtuigen, ontstond op deze manier een grote serie aan getrokken rijtuigen. De motorrijtuigen die een dichte kopwand ontvingen, werden op hun beurt omgebouwd tot motorpostrijtuig of motorkonvooiwagen.
Getrokken rijtuigen A 5001 … A 5009 en A 5501 … A 5512 (type XXIIIA)
De serie A 5000 en de serie A 5500 zijn ontstaan uit de oorspronkelijke Aec rijtuigen (type III). Deze rijtuigen bieden aan 42 reizigers een zitplaats. Enkele rijtuigen zijn echter niet als zodanig in dienst gesteld. Zij zijn verbouwd tot montagewagens, maar kregen administratief wel deze nummers.
record | EM24 oorprong | Aflevering | wagen № | verbouwd door |
gedeclasseerd vernummerd |
Buiten dienst |
sloop | opmerking | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bakcode | uit dienst № | ||||||||
№001 | 551.027 | 57: Bec 8502 | (A 5001) | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 57: 165 076 | |
№002 | 551.003 | 57: Bec 8503 | (A 5002) | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 57: 165 077 | |
№003 | 551.004 | 57: Bec 8504 | (A 5003) | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 57: 165 078 | |
№004 | 551.005 | 57: Bec 8505 | (A 5004I) | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 57: 165 079 | |
№005 | 551.006 | 57: Bec 8506 | 57: A 5005 | 60: B 5006 | 66: TZ | ᠁ | ᠁ | ||
№006 | 551.010 | 56: Bec 8510 | 56: A 5006 | 60: B 5007 | 67: TZ | ᠁ | ᠁ | ||
№007 | 551.011 | 59: Bec 8511 ⛒ | 60: A 5007 | 60: B 5008 | 64: TZ ⟶ 181 203 | 66: sloop | ᠁ | ||
№008 | 551.012 | 56: Bec 8512 | 56: A 5008 | 60: B 5009 | 62: TZ | ᠁ | ᠁ | ||
№009 | 551.008 | 57: Bec 8508 | (A 5009) | ⟶ | 57: (178 171I) | ⟶ | ⟶ | 58: 165 080 |
(Cursief) = voorgenomen verbouwing maar (nog) niet uitgevoerd TZ = ter zijde ⛒ = heeft in de zomer van 1959 als onverbouwd getrokken rijtuig dienst gedaan. |
record | EM24 oorprong | Aflevering | wagen № | verbouwd door |
gedeclasseerd vernummerd |
Buiten dienst |
sloop | opmerking | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bakcode | uit dienst № | ||||||||
№001 | 551.017 | 59: Bec 8507 | 59: A 5501 | ⟶ | 66: TZ | ᠁ | ᠁ | ||
№002 | 551.026 | 60: Bec 8509 ⛒ | 60: A 5502 | ⟶ | 68: TZ | ᠁ | ᠁ | ||
№003 | 551.013 | 60: Bec 8513 ⛒ | 60: A 5503 | 61: B 5004II | 65: TZ | ᠁ | ᠁ | ||
№004 | 551.014 | 57: Bec 8514 | 57: A 5504 | ⟶ | 68: TZ ⟶ (kantoor Ldv) | ⟶ | naar Eext | ||
№005 | 551.015 | 57: Bec 8515 | 57: A 5505 | ⟶ | ?: TZ | ⟶ | 68: 30 84 978 1 600-6 | ||
№006 | 551.016 | 59: Bec 8516 ⛒ | 59: A 5506 | ⟶ | december 1967 | ᠁ | ᠁ | ||
№007 | 551.017 | 59: Bec 8517 ⛒ | december 1959 | 59: A 5507 | ⟶ | december 1967 | ᠁ | ᠁ | |
№008 | 551.018 | 56: Bec 8518 | 10 december 1956 | 56: A 5508✽ | ⟶ | 11 juni 1969 | ᠁ | ᠁ | |
№009 | 551.019 | 56: Bec 8519 | 56: A 5509 | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 69: 30 84 978 1 804-4 | ||
№010 | 551.020 | 57: Bec 8520 | 57: A 5510 | ⟶ | 68: TZ | ᠁ | ᠁ | ||
№011 | 551.021 | 59: Bec 8521 | 59: A 5511 | ⟶ | 68: TZ | ᠁ | ᠁ | ||
№012 | 551.022 | 60: Bec 8522 ⛒ | 60: A 5512 | ⟶ | 68: TZ | ᠁ | ᠁ |
(Cursief) = voorgenomen verbouwing maar (nog) niet uitgevoerd TZ = ter zijde ⛒ = heeft in de zomer van 1959 als onverbouwd getrokken rijtuig dienst gedaan ✽ = Groen afgeleverd. |
Getrokken rijtuigen AB 5101 … AB 5111 type XXII
De serie AB 5100 is ontstaan uit de oorspronkelijke Bec rijtuigen, welke aan het begin van de jaren 40 vernummerd zijn naar de serie ABec. Deze rijtuigen bieden aan 64 reizigers een zitplaats.
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
AB 5101 | ||||
AB 5102 | ||||
AB 5103 | ||||
AB 5104 | ||||
AB 5105 | ||||
AB 5106 | Bec 8538 | december 1967 | ||
AB 5107 | ||||
AB 5108 | AB 8542 | 1957 | ||
AB 5109 | ||||
AB 5110 | ||||
AB 5111 |
Getrokken rijtuigen B 5201 … B 5208 type II, B 5211 … B 5214 type XIV en B 5215 … B 5241 type IV
De serie B 5200 is ontstaan uit de oorspronkelijke Bec en Ce8c rijtuigen (B 5201 - B 5208) (Type II). Deze rijtuigen bieden aan 64 reizigers een zitplaats. De rijtuigen B5211 - B5214 (Type XIV) en B5215 - B5241 (Type IV) zijn ontstaan uit de oorspronkelijke Cec rijtuigen. Deze rijtuigen bieden aan 88 reizigers een zitplaats. De rijtuigen B 5205 en B 5207 zijn niet afgeleverd. De Ce8c 8189 en Ce8c 8187 werden pas in 1959 verbouwd en genummerd in de serie B 5350
record № |
Bakcode № |
Uit dienst oud № |
Verbouwd in dienst № |
vernummerd № |
Buiten dienst № |
sloop № |
opmerking |
---|---|---|---|---|---|---|---|
№169 | 558.011 | 56: Ce8c 8181 | 56: B 5201 | 59: B 5351 | 74: bruikleen: SSTT | ||
№179 | 558.007 | 56: Ce8c 8183 | 56: B 5202 | 59: B 5352 | 74: bruikleen: SSTT | ||
№178 | 558.006 | 58: Be8c 8184 | 58: B 5203 | 59: B 5353 | 65: TZ | ||
№174 | 558.010 | 56: Ce8c 8186 | 56: B 5204 | 59: B 5354 | 63: TZ | ||
№181 | 558.013 | 59: Be8c 8187 ⛒ | (B 5205) ⟶ | 60: B 5355 | 71: TZ | ||
№175 | 558.003 | 56: Ce8c 8188 | 56: B 5206 | 59: B 5356 | 65: TZ | ||
№176 | 558.004 | 60: Be8c 8189 ⛒ | (B 5207) ⟶ | 60: B 5357 | 73: verhuurd: SHM | ||
№177 | 558.005 | 57: Be8c 8190 | 57: B 5208 | 59: B 5358 | 74: verkocht: SGB 132 |
(Cursief) = voorgenomen verbouwing maar (nog) niet uitgevoerd TZ = ter zijde ⛒ = heeft in de zomer van 1959 als onverbouwd getrokken rijtuig dienst gedaan. |
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
B 5211 | Cesc 8107 | 5 november 1959 | 12 februari 1973 | |
B 5212 | Cesc 8108 | 22 januari 1957 | 28 april 1972 | |
B 5213 | Cec 8109 | 1959 | 1972 | |
B 5214 | Cesc 8110 |
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
B 5215 | Cec 8121 | 5 oktober 1959 | 1 december 1959 | 3 juni 1973 |
B 5216 | Cec 8122 | |||
B 5217 | Cec 8123 | 1957 | 1 oktober 1972 | |
B 5218 | Cec 8124 | 1956 | 1 oktober 1972 | |
B 5219 | Cec 8125 | |||
B 5220 | Cec 8126 | |||
B 5221 | Cec 8127 | 10 maart 1971 | ||
B 5222 | Cec 8128 | |||
B 5223 | Cec 8129 | |||
B 5224 | Cec 8130 | |||
B 5225 | Cec 8131 | 1959 | juni 1971 | |
B 5226 | Cec 8132 | |||
B 5227 | Cec 8133 | december 1971 | ||
B 5228 | Cec 8134 | |||
B 5229 | Cec 8135 | |||
B 5230 | B 8136 | 1 november 1959 | ||
B 5231 | Cec 8137 | 1959 | 1 oktober 1972 | |
B 5232 | Cec 8138 | |||
B 5233 | Cec 8139 | |||
B 5234 | Cec 8140 | |||
B 5235 | B 8141 | 1 december 1959 | mei 1972 | |
B 5236 | B 8142 | |||
B 5237 | B 8143 | 1 augustus 1959 | ||
B 5238 | B 8144 | |||
B 5239 | Cec 8145 | 1957 | 1 oktober 1972 | |
B 5240 | Cec 8146 | 1956 | 3 juni 1973 | |
B 5241 | Cec 8147 | 1957 | 3 juni 1973 |
Getrokken rijtuigen Bz 5301 … Bz 5302 type VII
De serie Bz 5300 is ontstaan uit de oorspronkelijke Ces rijtuigen. Deze rijtuigen bieden aan 88 reizigers een zitplaats. De stuurstand wordt bij het naastliggende balkon getrokken. Op dit balkon wordt de middelste van de drie zijdeuren vast gesloten.
record | Bakcode | Uit dienst oud № | Verbouwd in dienst № | vernummerd | Buiten dienst | sloop | opmerking |
---|---|---|---|---|---|---|---|
№257 | 555.001 | 56: Ces 8101 | 56: Bz 5301 | ⟶ | 1-60: TZ | ⟶ | verbouwd: 177 174 |
№259 | 555.003 | 57: Bes 8102 | 57: Bz 5302 | ⟶ | 66: TZ | ᠁ |
TZ = ter zijde. |
Getrokken rijtuigen AB 5601 … AB 5602 type XXXIII
De serie AB 5600 is ontstaan uit de oorspronkelijke Bec (5601 - 5602) (Type XXXIII) rijtuigen. Deze rijtuigen bieden aan 64 reizigers een zitplaats.
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | vernummerd | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|---|
AB 5601 | Bec 8547 | 59: AB 5751 | |||
AB 5602 | Bec 8548 | 59: AB 5752 |
Getrokken rijtuigen AB 5611 … AB 5617 type XXX
De serie AB 5600 is ontstaan uit de oorspronkelijke ABec (5611 - 5619) (Type XXX) rijtuigen. Deze rijtuigen bieden aan 48 reizigers een zitplaats.
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
AB 5611 | Becm 8551 | januari 1956 | ||
AB 5612 | Becm 8552 | |||
AB 5613 | Becm 8553 | |||
AB 5614 | Becm 8555 | |||
AB 5615 | Becm 8556 | |||
AB 5616 | Becm 8557 | |||
AB 5617 | Becm 8558 |
Getrokken rijtuigen AB 5617 … AB 5619 type X
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
AB 5618 | Becm 8559 | |||
AB 5619 | Becm 8560 |
Getrokken rijtuigen B 5701 … B 5714 type XI
De serie B 5700 is ontstaan uit de oorspronkelijke Cec rijtuigen. Deze rijtuigen bieden aan 88 reizigers een zitplaats.
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
B 5701 | B 8148 | december 1959 | ||
B 5702 | Cec 8149 | |||
B 5703 | ||||
B 5704 | B 8151 | 1956 | 1972 | |
B 5705 | ||||
B 5706 | B 8153 | december 1959 | 1971 | |
B 5707 | B 8154 | 17 mei 1972 | ||
B 5708 | B 8155 | februari 1960 | 10 mei 1972 | |
B 5709 | B 8156 | september 1959 | 1971 | |
B 5710 | B 8157 | augustus 1959 | januari 1962 | |
B 5711 | september 1971 | |||
B 5712 | B 8159 | november 1959 | 1973 | |
B 5713 | juni 1967 | |||
B 5714 | B 8161 | september 1959 |
Getrokken rijtuigen Bz 5801 … B 5871
De serie Bz 5800 is ontstaan uit de oorspronkelijke mC en mCd rijtuigen. Deze rijtuigen bieden aan 88 reizigers een zitplaats. De oorspronkelijke rijtuigen zijn te herkennen aan de plaatsing van de dak ventilatoren. Rijtuig Bz 5802 is niet afgeleverd, omdat de geplande mB 9452 in 1959 is verbouwd tot mDW 169306.
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
Bz 5801 | mC 9451 | |||
Bz 5802 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Bz 5803 | ||||
Bz 5804 | ||||
Bz 5805 | ||||
Bz 5806 | mC 9456 | |||
Bz 5807 | oktober 1960 | |||
Bz 5808 | december 1963 | |||
Bz 5809 | ||||
Bz 5810 | mC 9460 | |||
Bz 5811 | mC 9463 | |||
Bz 5812 | mC 9464 | 1956 | augustus 1973 | |
Bz 5813 | ||||
Bz 5814 | mC 9467 | maart 1964 | ||
Bz 5815 | mC 9471 | |||
Bz 5816 | mC 9472 | |||
Bz 5817 | mC 9473 | |||
Bz 5818 | mC 9475 | |||
Bz 5819 | mC 9476 | december 1963 | ||
Bz 5820 | mC 9477 | december 1963 | ||
Bz 5821 | mC 9478 | |||
Bz 5822 | mC 9480 | |||
Bz 5823 | mC 9481 | december 1963 | ||
Bz 5824 | mC 9466 | mei 1959 | ||
Bz 5825 | mC 9468 | mei 1959 | ||
Bz 5826 | mC 9470 | mei 1959 | ||
Bz 5827 | mC 9479 | 1956 | augustus 1973 | |
Bz 5828 | mC 9482 | |||
Bz 5829 | ||||
Bz 5830 | mC 9469 |
Getrokken rijtuigen Bz 5831 ... B 5850 type XXVIII
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
Bz 5831 | mCv 9401 | mei 1959 | ||
Bz 5832 | mCv 9402 | |||
Bz 5833 | mCv 9403 | december 1963 | ||
Bz 5834 | mCv 9404 | |||
Bz 5835 | ||||
Bz 5836 | mCv 9406 | |||
Bz 5837 | mCv 9407 | mei 1959 | ||
Bz 5838 | mCv 9408 | december 1963 | ||
Bz 5839 | mCv 9409 | 1956 | 1972 | |
Bz 5840 | ||||
Bz 5841 | mCv 9411 | 1955 | 1956 | augustus 1973 |
Bz 5842 | mCv 9412 | december 1963 | ||
Bz 5843 | mCv 9413 | 1972 | ||
Bz 5844 | mCv 9414 | 1956 | december 1963 | |
Bz 5845 | mCv 9415 | |||
Bz 5846 | ||||
Bz 5847 | mCv 9417 | |||
Bz 5848 | mCv 9418 | 1966 | ||
Bz 5849 | mCv 9419 | december 1963 | ||
Bz 5850 |
Getrokken rijtuigen Bz 5851 ... B 5866 type XXXII
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
Bz 5851 | mC 9474 | december 1963 | ||
Bz 5852 | ||||
Bz 5853 | ||||
Bz 5854 | ||||
Bz 5855 | ||||
Bz 5856 | ||||
Bz 5857 | ||||
Bz 5858 | ||||
Bz 5859 | ||||
Bz 5860 | ||||
Bz 5861 | december 1963 | |||
Bz 5862 | ||||
Bz 5863 | ||||
Bz 5864 | december 1963 | |||
Bz 5865 | ||||
Bz 5866 | december 1963 | |||
Bz 5867 | ||||
Bz 5868 | ||||
Bz 5869 | ||||
Bz 5870 |
Getrokken rijtuigen Bz 5871 type XIIA
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
Bz 5871 |
Getrokken rijtuigen BDz 5901 … BDz 5908
De serie BD 5900 is ontstaan uit de oorspronkelijke mBD rijtuigen. Deze rijtuigen bleven over nadat de overige mBD rijtuigen zijn verbouwd tot mP of mK. Deze rijtuigen bieden aan 40 reizigers een zitplaats.
Nummer | Ontstaan uit | Ombouw in | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
BDz 5901 | mAD 9011 | |||
BDz 5902 | mBD 9107 | |||
BDz 5903 | mBD 9108 | |||
BDz 5904 | mBD 9109 | |||
BDz 5905 | mBD 9110 | |||
BDz 5906 | mBD 9111 | 196 | ||
BDz 5907 | mBD 9115 | |||
BDz 5908 | mBD 9120 |
Motorposten en Motorkonvooiwagens
In de periode 1956 - 1958 zijn door de firma Jansen uit Bergen op Zoom 20 motorwagens uit de series mCD 9100 (10 stuks), mCD 9151 (6 stuks) en de mBD 9001 - 9004 verbouwd tot motorpostrijtuigen. De PTT en NS waren in 1955 overeen gekomen om aparte treinen te laten rijden voor het post vervoer. Hiermee werd het vervoer van post minder afhankelijk van de normale postrijtuigen Plan C en Plan L. Ook de stroomlijnpost rijtuigen Pec werden hierop minder gebruikt. De rijtuigen werden hierbij vernummerd naar mP 9201 - 9210, 9221 - 9226 en 9231 - 9234. Deze verbouwing hield in dat de rijtuigen aan beide zijden een gesloten kop kregen en schuifdeuren in de zijwand. De ramen in de zijwand komen hiermee te vervallen. De kop met vouwbalg werd vervangen door een gesloten kop afkomstig uit de serie mC 9451. De kop met vouwbalg werd vervolgens op de mC's geplaatst. Deze rijtuigen werden zo verbouwd tot getrokken rijtuig serie Bz 5800. Op een zelfde wijze ontstonden uit vier mCD's en een mBD 5 motorkonvooiwagens, serie mK 9300.
In de motorpostwagens werd na het uitbreken van het interieur een toilet en een afdeling voor de postconducteurs gelegen. Langs de zijwand werden schappen aangebracht. De motorkonvooiwagens bleven leeg van binnen, na het demonteren van het interieur. Het draagvermogen van beide type motorwagens was 10 ton, bij een eigen gewicht van 59,2 ton. De motorrijtuigen die voorzien waren van een tractie installatie van Vickers, werd vervangen door een installatie van Heemaf. De twee stroomafnemers kregen elk een dak veiligheid ingebouwd van 1.000 Ampère. In tegenstelling tot de elektrische locomotieven behoefde de achterste stroomafnemer niet altijd op te staan. Voor het opzetten van de stroomafnemers was een druk van 5 bar genoeg. Deze is afkomstig uit het spaarreservoir. In de winter kon men met de twee stroomafnemers op rijden. Hierdoor werd de bovenleiding minder zwaar belast. Om dit mogelijk te maken, was een externe doorverbinding nodig langs de dak schakelaar. De rijcontroller had vier rijstanden en een mechanische dodemaninrichting. De eerste rijstand was de rangeerstand. Hierbij staan alle voorschakelweerstanden aan de bovenleiding geschakeld. Voor de tweede tot en met de vierde rijstand moesten de weerstanden worden afgeschakeld. De tweede rijstand is de serie-sterkveld, de derde rijstand de parallel-sterkveld en de vierde rijstand is de parallel-zwakveld. De vierde rijstand was echter buitendienst gesteld. Desondanks kon een los motorrijtuig een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur bereiken. De stuurstroom wordt verkregen uit een batterij, wanneer de stroomafnemers zijn neergelaten. Wanneer deze opgezet zijn, wordt de stuurstroom ingeschakeld door een schakelaar en wordt deze geleverd door de motorgenerator van 2,5 kW. Deze zorgde tevens voor het opladen van de batterij. Vanwege aders van de stuurstroomleidingen gewijzigd waren, konden deze niet met de normale motorrijtuigen rijden. Onderling met andere mP's of mK's was wel mogelijk met een genummerde stuurstroomkabel, die in elk rijtuig aanwezig is.
Voor de verwarming beschikte een rijtuig over twaalf kachels. Vier waren aanwezig in cabine 1, in cabine 2 bevonden zich zes kachels en in de dienstafdeling 2 kachels. Voor verlichting werd gezorgd door 3 groepen gloeilampen. In het midden van het rijtuig hing een groep van zes lampen. De twee andere groepen bevonden zich aan weerszijden van het rijtuig bij de schuifdeuren.
Vanwege de sterk stijgende vraag naar capaciteit in het postvervoer, werden in 1959 en 1960 de 5 motordienstwagens verbouwd tot motorpostrijtuig. Zij werden vervolgens als mP 9211 - 9213, mP 9227 en mP 9228 in dienst gesteld. Voor de vervanging van deze 5 motordienstwagens werden 5 nieuwe rijtuigen door Jansen verbouwd. Deze werden verbouwd uit de serie mC 9451. Deze rijtuigen werden voorzien van een kopwand uit de serie mCD 9101 of mBD 9011. De donorrijtuigen werden vervolgens omgebouwd tot getrokken rijtuig in de serie BDz 5900 door de Hoofdwerkplaats Tilburg. De motordienstwagens werden genummerd in de serie mDW 169306 - 169310. Deze wagens hadden een eigen gewicht van 50 ton.
Nummer mP of mK/mDW | Ontstaan uit | Dichte kopwand van | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
mP 9201 | mCD 9116 | mC 9456 | 1956 | november 1966 |
mP 9202 | mCD 9101 | mC 9458 | 1956 | november 1966 |
mP 9203 | mBD 9013 | mC 9464 | 1957 | november 1966 |
mP 9204 | mCD 9106 | mC 9476 | 1957 | november 1966 |
mP 9205 | mCD 9121 | mC 9466 | maart 1957 | november 1966 |
mP 9206 | mCD 9119 | mC 9451 | 1957 | 1966 |
mP 9207 | mCD 9103 | mC 9455 | 1957 | 1966 |
mP 9208 | mCD 9102 | mC 9479 | 1957 | 1966 |
mP 9209 | mCD 9104 | mC 9477 | 1957 | november 1966 |
mP 9210 | mCD 9114 | mC 9469 | 1957 | november 1966 |
mP 9211 | mDW 169301 | n.v.t. | 1959 | 1966 |
mP 9212 | mDW 169302 | n.v.t. | november 1959 | november 1966 |
mP 9213 | mDW 169303 | n.v.t. | 1960 | november 1966 |
mP 9221 | mC4D 9151 | mC 9468 | 1957 | 1966 |
mP 9222 | mC4D 9157 | mC 9481 | 23 april 1957 | 1966 |
mP 9223 | mC4D 9156 | mC 9457 | 1957 | november 1966 |
mP 9224 | mC4D 9159 | mC 9480 | 1957 | juni 1961 |
mP 9225 | mC4D 9158 | mC 9467 | 1958 | november 1966 |
mP 9226 | mC4D 9152 | mC 9473 | 1958 | november 1966 |
mP 9227 | mDW 169304 | n.v.t. | 1960 | mei 1966 |
mP 9228 | mDW 169305 | n.v.t. | november 1995 | 1966 |
mP 9231 | mAD 9004 | mC 9470 | januari 1958 | november 1966 |
mP 9232 | mAD 9003 | mC 9463 | februari 1958 | november 1966 |
mP 9233 | mAD 9002 | mC 9472 | februari 1958 | 1966 |
mP 9234 | mAD 9001 | mC 9475 | 1958 | 1966 |
Nummer mK/mDW | Ontstaan uit | Dichte kopwand van | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
mK 9301 | mCD 9113 | mC 9460 | oktober 1957 | 1959 |
mK 9302 | mAD 9012 | mC 9474 | oktober 1957 | 1959 |
mK 9303 | mCD 9118 | mC 9482 | oktober 1957 | 1960 |
mK 169304 | mCD 9155 | mC 9478 | november 1957 | 1960 |
mK 169305 | mCD 9160 | mC 9471 | december 1957 | 1960 |
mDW 169306 | mB 9452 | mBD 9111 | juli 1960 | 1967 |
mDW 169307 | mBD 9453 | mBD 9120 | juni 1960 | 1967 |
mDW 169308 | mBD 9459 | mBD 9110 | 1960 | 1967 |
mDW 169309 | mBD 9454 | mAD 9011 | 1960 | 1967 |
mDW 169310 | mBD 9462 | mBD 9115 | 1960 | 1967 |
Dienstwagens
In 1967 worden de afgevoerde motorpostrijtuigen mP 9205, mP 9206, mP 9207, mP 9208, mP 9210, mP 9211, mP 9221 en mP 9222 en de motordienstwagens mDW 169.306, mDW 169.307, mDW 169.308, mDW 169.309 en mDW 169.310 naar Amersfoort overgebracht in afwachting tot ombouw naar ander dienstmaterieel. Het rijtuig mP 9206 wordt toegewezen aan de ongevallenkraan van Utrecht. Rijtuig mP 9223 wordt door de firma Jansen in Bergen op Zoom onder handen genomen. In november 1967 is het rijtuig enige tijd in de Amersfoortse werkplaats om onderdelen uit te laten nemen. Rijtuig mP 9233 werd verbouwd tot magazijnwagen voor de ATB. Het rijtuig krijgt hierbij het nummer 974 1 800 en wordt in Amersfoort neergezet. Het rijtuig wordt in 1973 vernummerd in 984 0 805.
In februari 1968 is de voormalige mP 9221 van Amersfoort naar de Watergraafsmeer overgebracht. De mP 9232 ging de andere kant op in afwachting van zijn verbouwing tot dienstwagen.
Magazijnwagens
Nummer magazijnwagen | Ontstaan uit | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|
167006 | BD 5903 | 1964/1965 |
Werkwagens
Nummer werkwagen | Ontstaan uit | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|
167007 | BD 5907 | 1964/1965 | |
177107 | mCD 9105 | 1953 | |
177174 | Bz 5301 | november 1960 | |
30 84 971 1 615-0 | |||
30 84 971 1 618-3 | 9154 | 1953 |
Slijprijtuig
In 1958 werd de mCv 9422 omgebouwd tot slijptrijtuig in de Tilburgse werkplaats. Het oorspronkelijke interieur werd verwijderd. In het midden van het rijtuig zijn 6 luchtdrukketels met een inhoud van liter geplaatst. Aan een zijde van het rijtuig is een verblijf voor het personeel met een bank, bedden, keukentje en een tafel. In het keukentje is een aanrecht met gaskooktoestel geplaatst. De andere zijde van het rijtuig is ingericht als werkplaats. Het slijpmechanisme is geleverd door de Zwitserse firma Scheuchzer uit Lausanne. Het slijpmechanisme bevat 16 slijpstenen, welke een maat hebben van 38 bij 6 centimeter. Zowel links als rechts zijn er twee blokken met ieder 4 slijpstenen tussen de draaistellen. Om de blokken op de juiste positie te houden is ieder blok voorzien van 4 geleidewielen. Door middel van hydraulisch-pneumatische druk vanuit de luchtdrukketels werden de slijpstenen met een kracht van 10 ton op de spoorstaaf gedrukt. Door deze druk worden de spoorstaven geschuurd door de slijpstenen. In de vloer zijn kijkvensters aangebracht om de slijpwerkzaamheden te volgen. Er kon met maximaal 50 kilometer per uur worden geslepen. Het rijtuig was bruin geschilderd met een blauwe bies aan de onderzijde. Deze kleurstelling maakte het rijtuig herkenbar als onderdeel van het wagenpark van Weg en Werken.
Aan weerszijden van het slijprijtuig waren twee omgebouwde tenders als reservoirwagen geplaatst van stoomlocomotieven uit de series 4000 en 4700. Dit waren de tenders met de nummers 4003 en 4025 van de locomotieven 4733 en 4710 (aanvankelijk zou tender 4004 worden gebruikt, maar vanwege de slechte staat van de 4004 is er voor de 4025 gekozen). De tenders krijgen de nummers de de 178 172 en 178 173. De tenders worden gebruikt als wateropslag voor koeling van de slijpstenen en er werden slijpstenen in opgeborgen. De tenders kregen aan de zijde die normaal aan de stoomlocomotief vast zat normaal stoot- en trekwerk van de tenders 4021 en 4029. De kolenbunker wordt verlaagd en voorzien van een schuifdak om de slijpstenen te kunnen opbergen. De voormalige tenders worden zilvergrijs geschilderd met zwart frame. De slijptrein is gevestigd in het depot van Utrecht.
Rond 1966 bij de invoer van de UIC-nummering is het rijtuig 178 171 vernummerd in 30 84 974 1 020-6, tender 178 172 in 30 84 974 1 021-4 en tender 178 173 in 30 84 974 1 022-2. In 196 gaat de slijptrein over van de Dienst Weg en Werken naar de Dienst van Infrastructuur (Is8). Onder het eerste raam van rechts werd in deze periode een wit NS-logo aangebracht en onder het raam links daarvan was eveneens later op drie regels Is 8 Depot Utrecht aangebracht. Onder het tweede raam van links was het computernummer aangebracht. Rond 1980 wordt het regiem nummer 30 gewijzigd in 80. De rest van de nummering met uitzondering van het controlegetal ongewijzigd.
In 1985 is de trein afgevoerd, nadat het vervangen was door een slijptrein van Speno en van Plasser & Theurer. Na afvoer van de trein is deze in Boxtel geplaatst en op 1985 naar Roosendaal overgebracht. Op 24 juni 1985 is het rijtuig verkocht aan sloperij Koek. De waterwagens werden een dag later, op 25 juni 1985, verkocht aan de gemeente Borsele voor de SGB.
Inzet
Op 17 februari 1958 wordt de slijptrein overgedragen van de Dienst van Materieel en Elektrische Inrichtingen aan de Dienst Weg en Werken. De eerste slijprit vond dezelfde dag plaats tussen Maartensdijk en Hilversum. Om de ergste golfvorming uit de spoorstaven te krijgen, moest er 60 keer over het spoor worden gereden door de slijptrein. In de eerste jaren is de slijptrein zowel overdag als in de avond ingezet, maar met het drukker wordende treinverkeer was er niet altijd de mogelijkheid om overdag te slijpen, zodat het slijpen steeds vaker in de avond en nacht gebeurde. Om de trein van tractie te kunnen voorzien, wordt aan weerszijden vanaf februari 1958 van de trein een locomotief van de serie 2200 geplaatst. Na enkele maanden worden locomotieven van de serie 2400 gebruikt.
Nummer slijprijtuig | UIC-nummer | Ontstaan uit | Aflevering/In dienst | In revisie | Uit revisie | Uit revisie | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|---|---|---|
178171 | 80 84 974 1 020-5 | mCv 9422 | 17 februari 1958 | januari 1983 | 25 februari 1983 | 8 maart 1984 | 1985 |
Sproeirijtuig
Voor de sproeitrein wordt in 1965 de B 5814 verbouwd voor de dienst Weg en Werken (later Is8) tot 178166. Het rijtuig kreeg de draaistellen van het omBC-directierijtuig 11. Het rijtuig is bruin geschilderd met op de stelbalk een 20 cm hoge donkerblauwe bies, naar de kleur van de petten van de dienst. Later kreeg het rijtuig rechts een wit NS-logo. Het rijtuig had een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Rechts stond in het wit op drie regels de tekst Sproeitrein depot Zutphen IS 8 en links was het rijtuignummer aangegeven. Rond 1966 bij de invoering van de UIC-nummering werd het rijtuig vernummerd in 30 84 979 1 000-7 om later nog het nummer 30 84 974 1 023-0 te krijgen. In 1985 wordt het rijtuig buiten dienst gesteld. Het is vervangen door een speciaal daarvoor gebouwde verblijfswagen, die in 1984 al meereed. Het rijtuig werd op 24 juni 1985 verkocht aan sloperij Koek te Mijdrecht.
Nummer sproeirijtuig | UIC-nummer | Herzien UIC-nummer | Ontstaan uit | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|---|
178166 | 30 84 979 1 000-7 | 30 84 974 1 023-0 | B 5814 | april 1965 | 1985 |
Wegleerrijtuigen
De mDW 169306 en mDW 169310 werden in april 1968 na hun afvoer een jaar eerder, weer in dienst gesteld. De rijtuigen zijn in eerste instantie bedoelt voor de konvooidiensten tussen de werkplaatsen van Leidschendam en Amsterdam Zaanstraat. Nadat hun taak hierbij is overgenomen door , zijn de rijtuigen bedoeld voor het wegleren van nieuwe machinisten. De 30 84 978 2 500-7 (ex 169306) kreeg hierbij als depot Watergraafsmeer. Later verhuisde de motorwagen naar Eindhoven. Het rijtuig 30 84 978 2 501- krijgt het depot . Het rijtuig 978 2 501 wordt op 24 januari 1973 in de Tilburgse werkplaats binnengenomen voor revisie. Op 13 maart 1973 wordt het motorrijtuig afgeleverd. De 30 84 978 2 500-7 kreeg in 1980 als bijnaam 'Jaap', naar de Eindhovense groepsleider Jaap Mol. In 1981 werden de beide rijtuigen terzijde gesteld omdat zij aan revisie toe waren. Het rijtuig 978 2 500 wordt in 1982 gebruikt als onderkomen voor het personeel in 's-Hertogenbosch.
Nummer wegleerrijtuig | Nummer mDW | Aflevering/In dienst | In revisie | Uit revisie | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|---|
30 84 978 2 500-7 | mDW 169306 | april 1968 | 1981 | ||
30 84 978 2 501-5 | mDW 169310 | april 1968 | 24 januari 1973 | 1981 |
Hulpwagen ongevallenkraan
Ter vervanging van de oude wagens bij de ongevallenkranen die verspreidt in het land staan, werden in 1966 tijdelijk twee rijtuigen aangewezen om dienst te doen als hulpwagen. De keus viel op de mP 9206 en mP 9223. Met behoud van hun nummer hebben zij twee jaar dienst gedaan, alvorens vervangen te worden door 3 verbouwde mP's. Dit waren de mP 9205, mP 9213 en mP 9212. Zij deden dienst bij de ongevallenkranen van Utrecht, Eindhoven en Zwolle. De wagens werden ontdaan van hun stroomafnemers en tractie installatie. De postsorteerinrichting werd ook verwijderd en daarvoor in de plaats kwamen kasten om gereedschappen op te ruimen. De Utrechtse en Eindhovense hulpwagen waren de laatste Blokkendoosrijtuigen van de NS die nog ingezet werden.
Nummer Hulpwagen | Nummer mP | Aflevering/In dienst | Behorend bij de kraan van | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
9206 | mP 9206 | 1966 | 1968 | |
9223 | mP 9223 | 1966 | 1968 | |
30 84 975 1 512-9 | mP 9205 | 1968 | Utrecht | |
30 84 975 1 513-7 | mP 9213 | 1968 | Eindhoven | 1978 |
30 84 975 1 514-5 | mP 9212 | 1968 | Zwolle | 1979 |
Montagewagens
Tussen 1953 en 1966 worden er 25 rijtuig omgebouwd tot montagewagen voor de dienst Elektrische Tractie/Energie Voorziening of het Spoorweg Bouwbedrijf (SpBB)/ElectroRail (ER)
record | Oorprong | Aflevering | wagen № | verbouwd door |
voor 1968 UIC № |
1968 UIC-1 № |
na 1968 UIC № |
Buiten | sloop | opmerking | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bakcode | № | ||||||||||
№01 | 1552.018 | ABec 8531 | 1953 | 157 876 | SpBB Mas | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | (zie ook rec. №009) |
№02 | 1552.017 | ABec 8534 | 1953 | 157 877 | SpBB Mas | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | (zie ook rec. №007) |
№03 | 1552.009 | ABec 8539 | 1953 | 157 878 | SpBB Mas | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | (zie ook rec. №008) |
№04 | 1552.010 | ABec 8540 | 1953 | 157 879 | SpBB Mas | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | (zie ook rec. №006) |
№05 | 504.030 | mC 9430 | 1953 | 157 880 | SpBB Mas | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | ⟶ | (zie ook rec. №010) |
№06 | 1552.010 | 157 879 | 1953 | 165 071 | SpBB Mas | 66: 30 84 974 1 600-5 | 30 84 974 1 608-8 | ⟶ | 1991 | 1991 | oorspronkelijk 157 879 (zie ook rec. №04) |
№07 | 1552.017 | 157 877 | 1953 | 165 072 | SpBB Mas | 66: 30 84 974 1 601-3 | 30 84 974 1 610-4 | ⟶ | ⟶ | 1987 | oorspronkelijk 157 877 (zie ook rec. №02) |
№08 | 1552.009 | 157 878 | 1953 | 165 073 | SpBB Mas | 66: 30 84 971 1 602-7 | 30 84 974 1 611-2 | ⟶ | ⟶ | 1986 | oorspronkelijk 157 878 (zie ook rec. №03) |
№09 | 1552.018 | 157 876 | 1953 | 165 074 | SpBB Mas | 66: 30 84 971 1 603-5 | 30 84 974 1 612-0 | 71: 30 84 981 0 808-0 73: 30 84 984 0 801-9 |
⟶ | 1984 | oorspronkelijk 157 876 (zie ook rec. №01) |
№10 | 504.030 | 157 880 | 1953 | 165 075 | SpBB Mas | 68: 30 84 974 1 613-8 | 30 84 974 1 613-8 | 75: 30 84 984 0 700-3 | ⟶ | 1986 | oorspronkelijk 157 880 (zie ook rec. №05) |
№11 | 1551.027 | Bec 8502 | 1957 | 165 076 | Wph Tb | 66: 30 84 971 1 605-0 | 30 84 974 1 614-6 | 82: 30 84 971 1 506-0 | ⟶ | 1989 | |
№12 | 1551.003 | Bec 8503 | 1957 | 165 077 | Wph Tb | 66: 30 84 971 1 606-8 | 30 84 974 1 615-3 | 81: 30 84 971 1 501-1 | ⟶ | 1988 | |
№13 | 1551.004 | Bec 8504 | 1957 | 165 078 | Wph Tb | 66: 30 84 971 1 607-6 | 30 84 974 1 616-1 | ⟶ | ⟶ | 1983 | "Juliette" met uitzichtkoepel |
№14 | 1551.005 | Bec 8505 | 1958 | 165 079 | Wph Tb | 66: 30 84 971 1 608-4 | 30 84 974 1 617-9 | 73: 30 84 971 1 500-3 | ⟶ | 1976 | |
№15 | 1551.008 | Bec 8508 | 1958 | 165 080 | Wph Tb | 66: 30 84 971 1 610-0 | 30 84 974 1 618-7 | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 91: Br 95: SGB A131 |
№16 | 1504.001 | Bz 5831 | 1960 | 165 081 | Wph Tb | 66: 30 84 971 1 611-8 | 30 84 974 1 619-5 | ⟶ | ⟶ | 1981 | |
№17 | 1504.007 | Bz 5837 | 1960 | 165 082 | Wph Tb | 66: 30 84 971 1 612-6 | 30 84 974 1 620-3 | 77: 30 84 984 0 811-8 | 1991 | 1992 | |
№18 | 504.010 | mB 9410 | 1961 | 165 083 | Jansen Bgn | 67: 30 84 971 1 613-4 | 30 84 974 1 621-1 | 73: 30 84 984 0 501-5 | 1973 | ⟶ | 74: KNHS 76105 |
№19 | 504.025 | mB 9425 | 1961 | 165 084 | Jansen Bgn | 66: 30 84 971 1 614-2 | 30 84 974 1 622-9 | ⟶ | ⟶ | 1991 | met uitzichtkoepel |
№20 | 504.029 | mB 9429 | 1964 | 177 171 | SpBB Mas | 66: 30 84 971 1 004-6 | 30 84 974 1 020-6 | 72: 30 84 971 1 514-4 | ⟶ | 1986 | |
№21 | 1503.023 | Bz 5817 | 1963 | 270 114 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 500-7 | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 1988 | SpBB/ER |
№22 | 1503.033 | Bz 5818 | 1963 | 270 115 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 501-5 | ⟶ | ⟶ | 1991 | 1992 | SpBB/ER |
№23 | 1503.032 | Bz 5828 | 1965 | 270 116 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 502-3 | ⟶ | ⟶ | 1991 | 1992 | SpBB/ER |
№24 | 1504.003 | Bz 5833 | 1965 | 270 117 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 503-1 | ⟶ | ⟶ | 1991 | 1992 | SpBB/ER |
№25 | 1504.042 | Bz 5862 | 1966 | 270 118 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 504-9 | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 1988 | SpBB/ER |
№26 | 1504.014 | Bz 5844 | 1965 | 270 119 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 505-6 | ⟶ | 86: 80 84 979 1 505-4 | ⟶ | ⟶ | SpBB/ER (91:⟶ BSSO 80 84 987 1 970-3) |
№27 | 1503.001 | Bz 5801 | 1966 | 270 120 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 506-4 | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 1985 | SpBB/ER |
№28 | 1503.038 | Bz 5806 | 1966 | 270 121 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 507-2 | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 1987 | SpBB/ER |
№29 | 1503.010 | Bz 5810 | 1966 | 270 122 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 508-0 | ⟶ | ⟶ | 1991 | 1992 | SpBB/ER |
№30 | 1504.018 | Bz 5848 | 1966 | 270 123 | Jansen Bgn | 66: 30 84 974 1 510-6 | ⟶ | ⟶ | ⟶ | 1989 | SpBB/ER |
Proefrijtuigen
Na verbouwing en inzet van motorpostrijtuig of motorkonvooiwagen, kwamen diverse rijtuigen na deze inzet terecht bij diverse onderdelen van de NS. De mP 9201, mP 9202, mP 9205 en mP 9225 kwamen terecht bij afdeling Mw3 Voertuigtechniek. Drie daarvan kregen aanpassingen. De (ex-)mP 9201 werd aangepast dat alleen gekoppeld kon worden met de (ex-)mP 9204, de (ex-)mP 9204 kreeg een thrysistorinstallatie en de (ex-)mP 9225 lucht geveerde draaistellen. De Blokkendoosrijtuigen rijden de konvooitreinen tussen Leidschendam en Amsterdam Zaanstraat.
De mP 9204 wordt voorzien van vermogenselektronica van AEI voor een thrysistorinstallatie. De tractie-installatie van Heemaf blijft ook behouden. De installatie is door de Hoofdwerkplaats Tilburg ingebouwd en de thrysistoren worden gezien als alternatief voor de weerstandsvermogenregeling. Door het zoemende geluid, krijgt het rijtuig al snel de bijnaam 'Bromvlieg'. Het motorrijtuig wordt beproefd in de werkplaatskonvooitreinen. Deze rijden tussen de diverse werkplaatsen van de NS. In 1971 vind een aanpassing plaats in het rijtuig, zodat het ook elektro-dynamisch kan remmen. De toegevoegde weerstanden zijn als gevolg van ruimtegebrek op het dak geplaatst. De uitkomst van deze proeven worden gebruikt voor de aanschaf van het SGM-materieel. Het rijtuig werd voorzien van het nummer 30 84 978 2 812-6. In januari 1969 wordt het rijtuig vernummerd naar 30 84 978 1 802-8.
De mP 9201 werd geschikt gemaakt voor multiple rijden met de mP 9204. Hierdoor kon een goede vergelijking gemaakt worden van de rijeigenschappen en rijkarakteristieken van een weerstandschakeling en de pulssturing. Ook de effecten op het samen rijden werden hiermee onderzocht. Dit was van belang voor de nieuwe treinstellen Plan V die mogelijk met deze besturing uitgerust gaan worden. Op de bufferbalken is de tekst "Alleen koppelen met pulsrijtuig" te lezen. Het rijtuig werd voorzien van het nummer 30 84 978 2 811-8. In januari 1969 wordt het rijtuig vernummerd naar 30 84 978 1 801-0.
De mP 9225 werd in 1970 bij Werkspoor omgebouwd tot getrokken rijtuig met draaistellen met luchtvering tussen de bak en de draaistellen. Het rijtuig kwam voor deze verbouwing op 9 januari 1970 aan in Utrecht vanuit de hoofdwerkplaats Tilburg. Deze proef draaide om de vloerhoogte constant op perronhoogte te houden, onafhankelijk van de belading. Dit is voornamelijk van belang voor het nieuwe materieel dat in de randstad gaat rijden. Dit materieel zal een hoger reizigersgewicht te verwerken krijgen in verhouding tot het bakgewicht. De draaistellen waren hiertoe voorzien van lucht geveerde draaistellen, die ook op proef onder rijtuig Plan E B 6703 hebben gezeten. De draaistellen zijn door Werkspoor aangepast om onder het rijtuig geplaatst te kunnen worden. De tractie-installatie van het rijtuig werd uitgebouwd. Op 13 maart 1970 werd het rijtuig afgeleverd door Werkspoor en werd het naar Tilburg terug gebracht. Vanaf mei 1970 worden er proefritten gereden met het rijtuig. Het rijtuig wordt getrokken door een rijtuig dat nog wel is voorzien van een tractie-installatie. Er waren proefritten tot 100 kilometer per uur op de Hofpleinlijn met een maximum-'reizigers'-gewicht van 9.000 kg. Er zijn daarnaast ritten gereden met een maximumsnelheid van 150 kilometer per uur voor Intercitymaterieel. Luchtvering biedt bij deze snelheden meer voordelen dan schroefveren, wat zorgt voor een stabielere ligging op het spoor. Het rijtuig werd voorzien van het nummer 30 84 978 2 813-4. In januari 1969 wordt het rijtuig vernummerd naar 30 84 978 1 803-6.
Eind 1968 worden de rijtuigen vernummerd. Het volgnummer wordt met tien verlaagd en de 2 op de achtste positie wordt een 1. Vanwege de lange nummers die de rijtuigen toebedeeld krijgen, worden door Hoofdwerkplaats Tilburg de rijtuigen voorzien van de namen Jules, Jim en Cathérine. Dit naar de film uit 1961 van François Truffaut, Jules et Jim. Hierin gingen de drie hoofdpersonen in wisselende samenstellingen door het leven, net zoals de drie voormalige blokkendoosrijtuigen. Op 25 februari 1970 wordt de naam Cathérine op de mP 9225 aangebracht. Het rijtuig 978 1 803 wordt op terzijde gesteld en naar Roosendaal overgebracht. Op 1 februari 1974 is het rijtuig naar het terrein van de Utrechtse werkplaats gesleept.
Nummer proefrijtuig | Ontstaan uit | Binnenkomst | Aflevering/In dienst | Nieuw nummer | Buiten dienst | Naam | Datum naamgeving |
---|---|---|---|---|---|---|---|
30 84 978 2 811-8 | mP 9201 | 1968 | 30 84 978 1 801-0 | Jim | |||
30 84 978 2 812-6 | mP 9204 | oktober 1968 | 30 84 978 1 802-8 | 1972 | Jules | ||
30 84 978 2 813-4 | mP 9225 | 9 januari 1970 | 13 maart 1970 | 30 84 978 1 803-6 | Cathérine | 25 februari 1970 |
ATB-rijtuig
Rijtuig 30 84 984 0 805-0, ex-mP 9233, wordt van een ATB-opstelling voorzien en staat van 1967 tot 1982 in Amersfoort bij het tractiedepot. Het rijtuig wordt vervangen door de Stalen D 95 003.
In 1972 wordt de 30 84 978 1 802-8 voorzien van een ATB-meetopstelling, nadat het rijtuig is ondergebracht bij de afdeling Is9, de meettechnische afdeling van de NS. In het zelfde jaar wordt het rijtuig voorzien van camera's om de bovenleiding ten opzichte van de stroomafnemer te controleren. Later is het rijtuig ook voorzien van een opstelling voor de Telerail. In 1976 wordt de vermogenselektronica in de mP Jules, zoals de bijnaam van het rijtuig luidt, buiten dienst gesteld tijdens de revisie door de Tilburgse werkplaats. Het motorrijtuig is vanaf dat moment geschikt voor proeven met de ATB. Het rijtuig wordt omgenummerd tot 30 84 978 1 601-4. Het wordt overgedragen aan de Meetdienst van het Seinwezen en wordt NS-geel met zwarte banden geschilderd. Het motorrijtuig krijgt Utrecht als standplaats. In 1984 vind een vernummering plaats naar 80 84 978 1 601-3. In 1991 wordt de functie van het motorrijtuig uitgebreid om ook de Telerail te kunnen testen. Op 28 juli 1991 wordt ter ere van de 65e verjaardag van het motorrijtuig een rondrit verreden vanuit Utrecht via Gouda - Rotterdam Noord - Rotterdam Kleiweg - Den Haag HS (kopmaken) - Haarlem - Amsterdam CS weer terug naar Utrecht werd gereden. Het motorrijtuig reed hierbij samen met de twee rijtuigen van het Spoorwegmuseum. Het motorrijtuig doet dienst tot 19 juni 1992. Het rijtuig zou daarna enkele onderdelen afstaan aan de revisie van de mC 9002.
Meetrijtuig
In 1966 is het rijtuig 165 078 verbouwd tot meetrijtuig. Het rijtuig wordt voorzien van camera's om het gedrag van de stroomafnemer met de bovenleiding te registeren. Het rijtuig wordt voorzien van de naam Juliette. In maart 1969 werd rijtuig A 5509 verbouwd tot meetrijtuig 30 84 978 1 804-4. Het rijtuig was bedoeld voor remproeven voor de dienst Mw3. Het eersteklasinterieur bleef in het rijtuig gehandhaafd. Het rijtuig was bruin geschilderd met direct onder de ramen een witte band. Onder het tweede raam van rechts was een wit NS-logo aangebracht. Eén raam links daarvan was in het wit de tekst Meetrijtuig Mw3 onder elkaar aangebracht. Het rijtuignummer was onder het tweede raam van links aangebracht. In 1973 zijn de draaistellen gewisseld met de A 6005.
Nummer meetrijtuig | Ontstaan uit | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|
30 84 971 1 607-6 | 165 078 | 1966 | |
30 84 978 1 804-4 | A 5509 | maart 1969 |
Instructierijtuigen
Nummer instructierijtuig | UIC-nummer | Ontstaan uit | Aflevering/In dienst | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
159011 | 80 84 974 1 932-1 | mCd 9423 | 1955 | |
' | 80 84 974 1 934-7 | |||
159016 | 80 84 974 1 937-0 | BD 5902 | 1966 | 1984 |
159017 | 80 84 974 1 938-8 | BD 5901 | 1966 | augustus 1987 |
159018 | 80 84 974 1 939-6 | BD 5905 | 1966 |
Terreinwagens
Het afgevoerde rijtuig Bz 5819 wordt in 1963 afgevoerd. Het rijtuig wordt op naar Utrecht overgebracht en op spoor 22 geplaatst. Het rijtuig heeft nog zijn oude, donkergroene kleur. Het rijtuig 30 84 974 1 621 wordt in 1973 buiten dienst gesteld als montagewagen. De dakopbouw wordt verwijderd, waarmee het weer een normaal rijtuig wordt. Het wordt bij de Maastrichtse werkplaats neergezet als kantoor. Eind 1974 wordt dit rijtuig verkocht aan de KNHS.
Nummer terreinwagen | Ontstaan uit | Aflevering/In dienst | Standplaats | Buiten dienst |
---|---|---|---|---|
5819 | Bz 5819 | 196 | Utrecht | 19 |
30 84 984 0 501-5 | 30 84 974 1 621-1 | 1973 | Maastricht | 1974 |
30 84 984 0 700-3 | 974 1 027 | 1975 | Maarn | |
80 84 984 1 934-6 | 80 84 974 1 939-6 | Amersfoort | maart 1985 |
Vernummeringen
De rijtuigen zijn als gevolg van diverse verbouwingen vernummerd. De eerste vernummering vond plaats in 1925, toen de eerste 10 rijtuigen werden opgenomen in de definitieve nummering en het aanpassen voor de elektrische dienst.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum | Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|---|---|---|
Bec 8503 | Bd 7501 | Bec 8508 | Bd 7506 | ||
Bec 8504 | Bd 7502 | Bec 8509 | Bd 7507 | ||
Bec 8505 | Bd 7503 | Bec 8510 | Bd 7508 | ||
Bec 8506 | Bd 7504 | Bec 8511 | Bd 7509 | ||
Bec 8507 | Bd 7505 | Bec 8512 | Bd 7510 |
Bij de motorrijtuigen vindt het onderhoud plaats op basis van de afgelegde kilometers. In 1930 beginnen de Nederlandse Spoorwegen hun kilometeradministratie te automatiseren met behulp van mechanische telsystemen. Deze telsystemen kunnen echter geen onderscheid maken tussen letters maar wel tussen cijfers en dus dienden de motorrijtuigen een uniek nummer te krijgen. Om deze reden worden de motorrijtuigen uit de series mABD 9001 - mABD 9004 en de mBD 9001 - mBD 9030 vernummerd. Terzijde zij nog opgemerkt dat het onderhoud van de looprijtuigen plaats vindt op basis van tijd. Om deze reden vond men het onnodig om de nummering van looprijtuigen aan te passen.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
mABD 9801 | mABD 9001 | |
mABD 9802 | mABD 9002 | |
mABD 9803 | mABD 9003 | |
mABD 9804 | mABD 9004 |
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum | Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|---|---|---|
mBD 9101 | mBD 9001 | mBD 9116 | mBD 9016 | ||
mBD 9102 | mBD 9002 | mBD 9117 | mBD 9017 | ||
mBD 9103 | mBD 9003 | mBD 9118 | mBD 9018 | ||
mBD 9104 | mBD 9004 | mBD 9119 | mBD 9019 | ||
mBD 9105 | mBD 9005 | 1930 | mBD 9120 | mBD 9020 | |
mBD 9106 | mBD 9006 | mBD 9121 | mBD 9021 | ||
mBD 9107 | mBD 9007 | mBD 9122 | mBD 9022 | ||
mBD 9108 | mBD 9008 | mBD 9123 | mBD 9023 | ||
mBD 9109 | mBD 9009 | mBD 9124 | mBD 9024 | ||
mBD 9110 | mBD 9010 | mBD 9125 | mBD 9025 | ||
mBD 9111 | mBD 9011 | mBD 9126 | mBD 9026 | ||
mBD 9112 | mBD 9012 | mBD 9127 | mBD 9027 | ||
mBD 9113 | mBD 9013 | mBD 9128 | mBD 9028 | ||
mBD 9114 | mBD 9014 | mBD 9129 | mBD 9029 | ||
mBD 9115 | mBD 9015 | mBD 9130 | mBD 9030 |
De verbouwde Aec 8501 - Aec 8504 zijn vanaf 1935 genummerd in de serie ABec 8521 - ABec 8524. Vanaf 1940 krijgen de rijtuigen weer hun oorspronkelijke volgnummer terug, als er meer Aec rijtuigen worden verbouwd tot ABec rijtuig.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
ABec 8521 | Aec 8501 | |
ABec 8522 | Aec 8502 | |
ABec 8523 | Aec 8503 | |
ABec 8524 | Aec 8504 |
Door de verbouwing van een aantal Aec rijtuigen naar ABec rijtuigen ontstond er een overschot aan tweede klas rijtuigen. Hierop werden in 1935 een aantal Bec rijtuigen gedeklasseerd tot derde klas rijtuigen. Om het onderscheid aan te geven met de oorspronkelijke Cec rijtuigen, krijgen de voormalige Bec rijtuigen de aanduiding Ce8c. De voormalige tweede klas rijtuigen hebben 8 ramen in plaats van 9, zoals bij de Cec rijtuigen.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
Ce8c 8595 | Bec 8507 | |
Ce8c 8596 | Bec 8508 | 1935 |
Ce8c 8597 | Bec 8509 | 1935 |
Ce8c 8598 | Bec 8510 | |
Ce8c 8599 | Bec 8511 | 1935 |
Ce8c 8600 | Bec 8512 |
Om het verschil aan te geven tussen de oorspronkelijke ABec rijtuigen met midden in stap en de uit Aec ontstane ABec rijtuigen, werden de oorspronkelijke ABec rijtuigen in 1940 vernummerd en kregen zij de toevoeging m, zodat het ABecm rijtuigen werden. De m werd toegevoegd om de midden instap te benadrukken.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum | Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|---|---|---|
ABecm 8551 | ABec 8501 | ABecm 8557 | ABec 8507 | ||
ABecm 8552 | ABec 8502 | ABecm 8558 | ABec 8508 | ||
ABecm 8553 | ABec 8503 | ABecm 8559 | ABec 8509 | ||
ABecm 8554 | ABec 8504 | ABecm 8560 | ABec 8510 | ||
ABecm 8555 | ABec 8505 | ABecm 8561 | ABec 8511 | ||
ABecm 8556 | ABec 8506 |
De Ce8c rijtuigen worden in 1940 nogmaals vernummerd.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
Ce8c 8588 | Ce8c 8595 | |
Ce8c 8589 | Ce8c 8596 | 1940 |
Ce8c 8590 | Ce8c 8597 | 1940 |
Ce8c 8591 | Ce8c 8598 | |
Ce8c 8592 | Ce8c 8599 | 1940 |
Ce8c 8593 | Ce8c 8600 |
Tussen 1941 en 1949 worden 26 mBD rijtuigen verbouwd en gedeklasseerd tot mCD rijtuigen. De rijtuigen behouden hun oorspronkelijke nummer, maar de aanduiding wijzigt van mBD naar mCD.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum | Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|---|---|---|
mCD 9101 | mBD 9101 | mCD 9115 | mBD 9115 | ||
mCD 9102 | mBD 9102 | mCD 9116 | mBD 9116 | ||
mCD 9103 | mBD 9103 | mCD 9117 | mBD 9117 | ||
mCD 9104 | mBD 9104 | mCD 9118 | mBD 9118 | ||
mCD 9105 | mBD 9105 | mCD 9119 | mBD 9119 | ||
mCD 9106 | mBD 9106 | mCD 9120 | mBD 9120 | ||
mCD 9107 | mBD 9107 | mCD 9121 | mBD 9121 | ||
mCD 9108 | mBD 9108 | mCD 9122 | mBD 9122 | ||
mCD 9109 | mBD 9109 | mCD 9123 | mBD 9123 | ||
mCD 9110 | mBD 9110 | mCD 9124 | mBD 9124 | ||
mCD 9111 | mBD 9111 | mCD 9125 | mBD 9125 | ||
mCD 9113 | mBD 9113 | mCD 9126 | mBD 9126 | ||
mCD 9114 | mBD 9114 | mCD 9127 | mBD 9127 |
Ook de mB4D werden vanaf 1946 gedeklasseerd naar mC4D rijtuigen. De rijtuigen behielden hun oorspronkelijke volgnummers.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
mC4D 9151 | mB4D 9151 | |
mC4D 9152 | mB4D 9152 | |
mC4D 9153 | mB4D 9153 | |
mC4D 9154 | mB4D 9154 | |
mC4D 9155 | mB4D 9155 | |
mC4D 9156 | mB4D 9156 | |
mC4D 9157 | mB4D 9157 | |
mC4D 9158 | mB4D 9158 | |
mC4D 9160 | mB4D 9160 | |
mC4D 9161 | mB4D 9161 |
Na de ombouw tot mCD rijtuig, worden de drie resterende mBD rijtuigen vanaf 1948 in een aaneengesloten serie vernummerd.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
mBD 9171 | mBD 9128 | |
mBD 9172 | mBD 9126 | |
mBD 9173 | mBD 9130 |
Tussen 1946 en 1949 zijn de laatste drie Bec rijtuigen verbouwd tot Ce8c rijtuigen.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
Ce8c 8581 | Bec 8501 | 1946 |
Ce8c 8586 | Bec 8506 | 1949 |
Ce8c 8587 | Bec 8513 | 1946 |
In 1950 wordt een grote vernummering doorgevoerd bij al het materieel. Hiermee kan een aaneengesloten nummerserie worden verkregen. Tevens worden de rijtuigen voorzien van een bakcodenummer.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
mC 9451 | mC 9001 | 1950 |
mC 9452 | mC 9002 | 1950 |
mC 9453 | mC 9003 | 1950 |
Vanwege het vervallen van de oorspronkelijke eerste klas en het opwaarderen van de tweede en derde klas krijgen de rijtuigen nieuwe aanduidingen, met behoudt van het volgnummer.
In 1957 werden de drie al verbouwde motorkonvooiwagens vernummerd. Door wijziging van de type-aanduiding volgde in 1958 nogmaals een nummerwijziging plaats.
Oorspronkelijk nummer | Nieuw nummer 1957 | Nieuw nummer 1958 |
---|---|---|
mK 9301 | mK 169301 | mDW 169301 |
mK 9302 | mK 169302 | mDW 169302 |
mK 9303 | mK 169303 | mDW 169303 |
Montagewagens
Oorspronkelijk nummer | Nieuw nummer 1968 | Nieuw nummer 1986 |
---|---|---|
270 119 | 30 84 979 1 505-5 | 80 84 979 1 505-4 |
270 120 | 30 84 979 1 506-3 |
Schadegevallen
- In de nacht van 15 op 16 oktober 1927 botsen de mC 9005 en mC 9027 bij Rijswijk op elkaar. De mC 9005 rijdt trein 1145 van Amsterdam naar Rotterdam. Trein 1145 bestaat uit de rijtuigen mC 9005 + Cec + Aec + Bec + mBD . mC 9027 rijdt trein 1144 van Rotterdam naar Amsterdam. Trein 1144 bestaat uit de rijtuigen mC 9027 + mBD 9 + Bec + Aec + Cec + mC . Bij Den Haag is trein 1145 naar het verkeerde spoor gedirigeerd. Toen beide treinen elkaar zagen op ongeveer een kilometer afstand, rijden zij beide ongeveer 90 kilometer per uur. Op het moment van de botsing had trein 1144 nog een snelheid van ongeveer 25 kilometer per uur, terwijl trein 1145 zo goed als stil stond. De beide motorrijtuigen schuiven enkele meters in elkaar. De mC 9005 verliest hierbij het vooroplopende draaistel, dat tegen het draaistel van de mC 9027 aankomt. Voor de mC 9005 wordt bij Werkspoor een nieuwe bakopbouw besteld, welke in de Haarlemse werkplaats op het herstelde onderstel is geplaatst.
- Op 30 mei 1933 ontspoort trein 2253/2456 van Haarlem via Uitgeest naar Amsterdam bij Krommenie-Assendelft. De trein bestaat uit de rijtuigen mCd 9446 + Cec 8542 + ABec 8503 + mB4D 9152. De trein ontspoort als gevolg een te hoge snelheid over een afbuigend wissel dat rechtdoor had moeten liggen. De eerste twee rijtuigen komen door de ontsporing dwars op het spoor te staan, de ABec 8503 ontspoort met het vooroplopende draaistel en volgt de twee voorgaande rijtuigen. De mB4D 9152 blijft in het spoor staan. Na het hersporen van de rijtuigen worden zij in de hersteld.
- Op 16 december 1940 botst trein 1105, bestaande uit een negenwagentrein Blokkendozen (mBD 9121 + ), tegen goederentrein 7008, bestaande uit drie Blokkendozen ( + + ) en 50 kolenwagens. De drie motorrijtuigen vormen sinds de zomer van 1940 een koppel om locomotieven te kunnen vervangen. Trein 1105 is onderweg van Amsterdam naar Den Haag. Trein 7008 is onderweg van Rotterdam Zuid naar . Het ongeluk gebeurt tussen Voorschoten en Den Haag, ter hoogte van blokpost 65A. Door het mogelijk losraken van een wielband van de Belgische kolenwagon 111.173 ontsporen de laatste vijf wagons van de kolentrein en versperren op deze manier het spoor in de richting van Den Haag. Op dit spoor rijdt trein 1105. Door slecht zicht ziet de machinist de versperring te laat en botst tegen de kolenwagons. De mBD 9121 valt van de spoordijk en komt in de naastgelegen spoorsloot terecht. Het tweede rijtuig, de , valt ook van de spoordijk, maar blijft voor de sloot steken. Het derde rijtuig ontspoort eveneens. De overige rijtuigen blijven in het spoor. Ook de spoorbaan loopt schade op. Zo zijn er twee bovenleidingsmasten, rijdraden en talud beschadigd. Bij dit ongeval komt de machinist van trein 1105 om het leven en raken enkele reizigers licht gewond. Het rijtuig wordt geborgen en naar Haarlem overgebracht. Hier wordt het rijtuig hersteld en opgebouwd als mCD 9121. Er zijn echter geen hoogspanningskabels voorraadig om de tractie-installatie weer volledig werkend te krijgen. Het rijtuig wordt om deze reden opgeborgen in de oude locomotiefloods van Haarlem. Het zal nog tot 28 januari 1946 duren vooraleer het rijtuig weer in dienst komt. Omdat er nog niet genoeg materialen beschikbaar zijn, wordt het rijtuig ingezet als tussenrijtuig. In maart 1947 wordt het rijtuig afgeleverd als volwaardig motorrijtuig.
- Op 11 december 1941 is de mBD 9126 betrokken bij een ongeval te Kethel en raakt in het water. De door locomotief 4613 getrokken goederentrein 5287 van Leiden naar IJsselmonde heeft 83 minuten vertraging en strand op ongeveer 400 voorbij het bloksein , welke wordt afgedekt door blokpost 9. Trein 5287 is deze blokpost ongeveer 550 meter voorbij gereden. De stranding wordt veroorzaakt door luchtverlies. Nadat de trein tot stilstand is gekomen, gaan de machinist en conducteur op onderzoek uit. Zij treffen een defect aan de luchtleiding tussen de locomotief en tender. Als gevolg van het luchtalarm durft de machinist geen licht te maken om de leiding te repareren en zo zichtbaar te zijn voor de vliegtuigen die op dat moment door de lucht vlogen. Beiden besluiten om de trein van de lucht af te trekken en slechts op de handrem verder naar het station te rijden. De machinist begon voor aan de trein, terwijl de conducteur naar achteren liep. Aan de achterzijde stelde de conducteur vast dat de achterop komende trein, trein 1155 (Amsterdam - Den Haag HS - Rotterdam DP - Dordrecht) bestaande uit rijtuigen Materieel'24 met de mBD 9126 + Bec 8532, voor het bloksein tot stilstand was gekomen en dat de sluitverlichting op de laatste wagon brandde. Na een aantal minuten zag de conducteur een trein naderen uit de richting van Schiedam. Dit is trein 1058, bestaand uit . Deze trein heeft een lastgeving voorzichtig rijden ontvangen vanwege de gestrande trein. Omdat er weinig ruimte is, steekt de conducteur de Poldervaartbrug over om trein 1058 te laten passeren. In afwachting van trein 1058 hoort de conducteur een hard geluid, gevolgd door rondvliegend vuur en onderdelen van een trein. Door het tijdig waarschuwen van de machinist van trein 5287, kan trein 1058 tijdig tot stilstan komen. De machinist en conducteur lopen gezamelijk naar de achterzijde van hun trein 5287, waar bij aankomst bleek dat trein 1155 tegen de achterzijde van trein 5287 is gereden. Door de botsing komt de mBD 9126 van trein 1155 in de Poldervaart terecht, bovenop goederenwagen . Rijtuig Bec 8532 ontspoort, waarbij de gekoppelde kabels los scheuren. Het rijtuig loopt hierbij schade op aan de kopwand. Van trein 5287 raakt bagagewagen D 4114 en vijf wagons (onder andere 74052 en 15619)[3] zwaar beschadigd. Beide sporen raken beschadigd. De wagenbestuurder, een chef-wagenmeester en de conducteur van trein 1155 raken bij het ongeval gewond. Om de baan weer vrij te krijgen, wordt rijtuig mBD 9126 in de vaart geschoven en de wagons 74052 en 15619 op het talud geplaatst. Het rijtuig mBD 9126 wordt op geborgen en naar Haarlem overgebracht voor herstel. Vanwege gebrek aan onderdelen wordt het rijtuig opgeborgen. Tussen 1946 en 1949 doet het rijtuig dienst als tussenrijtuig. De pantograven zijn van het dak gehaald en de frontruiten zijn wit geschilderd. De oorzaak van het dit ongeval kan worden gevonden in het volgende: "De treindienstleider te Schiedam had na passage van trein 5287 het doorgangsvenster gekregen en gaf deze het aankomstvenster voor binnenkomst van trein 5287 op spoor 2 waarna de seinhuiswachter van Post T het inrijsein in de stand ”Voorbijrijden toegestaan” zette. Omdat de binnenkomst van trein 5287 wel erg lang op zich liet wachten informeerde de treindienstleider bij een wachtpost wat er aan de hand was. Na gehoord te hebben van de defecte 5287 liet hij het inrijsein weer in de stand “Stop” terugbrengen. Vervolgens gaf hij de seinhuiswachter van post 1 opdracht de Blokknopsper te ontzegelen en het aankomstvenster “Van Delft op spoor 2” terug te geven zodat de wisselstraat weer bedienbaar werd. Toen dit gebeurd was drukte de treindienstleider de uitgetrokken knop weer en wilde het vertrekvenster “van spoor 3 naar Vlaardingen voor trein 2158 aan post 1 geven. De treindienstleider bediende echter werktuigelijk na het induwen van de trekker “van Delft naar spoor 2”, omdat dit de dagelijkse gang van zaken is, het venster “trein binnen” met het zich daaronder bevindende voorbijgangsvenster waardoor het venster “Blok naar Schiedam” om 20:15 uur in post vrij werd. Trein 1155 stond al 15 minuten te wachten terwijl de seinhuiswachter, die om 20:00 uur in dienst was gekomen, niet bekend was dat trein 5287 zich nog in het blok bevond. In het donker was ook niet te zien dan die trein ca. 500 meter verderop stilstond. De wachter had bij het in dienst komen gehoord dat 5287 gepasseerd was maar nog in het blok was. Na het vrijkomen van het blok naar Schiedam besloot hij dit blok vrij te geven voor trein 1155. De wagenbestuurder heeft het licht van de sluitlantaarn van 5287 niet gezien. Verklaarbaar is dat de kap voor verduistering het rode licht voor de wagenbestuurder heeft afgeschermd. De botsing met trein 5287 heeft de wagenbestuurder pas zien aankomen toen hij in het licht van zijn eigen, afgeschermde, koplampen de buffers en wagenplanken van de laatste wagen zag."
- Op november 1942 ontstaat er een storing in de tractiemotor van de mCv 9445. Samen met onder andere rijtuig Bec 8512 rijden zij trein van naar . Door de storing strand de trein nabij Schiedam en branden de rijtuigen mCv 9445 en Bec 8512 geheel uit. Ondanks hun grote schade wordt besloten om beide rijtuigen te herstellen. De mCv 9445 wordt in 1943 hersteld bij Beijnes, terwijl de Bec 8512 door Werkspoor wordt hersteld.
- Op maart 1943 wordt de mABD 9802 getroffen door brand. Het rijtuig rijdt mee in opzending in een werkliedentrein van Rotterdam Delfsche Poort naar Amsterdam. De brand breekt uit tussen Vogelzang-Bennebroek en Haarlem. Het rijtuig wordt bij Beijnes in Haarlem hersteld.
- Op april 1943 wordt de mC 9006 getroffen door brand. Het rijtuig maakt onderdeel uit van een elektrische trekkracht, als het bij Woerden in brand raakt. Het rijtuig wordt bij Beijnes in Haarlem hersteld.
- Op 23 november 1943 botst een werklieden trein bij Nieuwlandsche Polder op de betonnen tankversperring van Widerstandnest 27 HM. De trein bestaat uit 8 rijtuigen Materieel'24 (mCd 9442 + ABec 8543 + Cesc 8107 + mCd 9402 + Cec 8552 + Cec 8531 + ABec 8553 + mC 9028) en was onderweg naar Rotterdam als trein 10607 vanuit Hoek van Holland. Deze versperring was nog niet van het spoor gedraaid. De oorzaak van het niet weghalen van de versperring is onduidelijk. Algemeen is aangenomen dat de versperring door een menselijke fout niet goed was vergrendeld en dat de harde wind de versperring op het spoor heeft doen vallen. Het rijtuig mCd 9442 raakt hierbij zwaar beschadigd vanwege de frontale aanrijding. Ook de andere rijtuigen lopen aanzienlijke schade op vanwege de ontsporing. Alle rijtuigen worden hersteld en komen weer in dienst. Er komen drie mensen om het leven en 9 mensen raken gewond.
- In de ochtend van 6 september 1944 laat het Nederlands verzet ter hoogte van Ede een Duitse troepentrein ontsporen. De trein wordt getrokken door mC 9018 + mCv 9434 + mABD 9803. De trein is afkomstig uit Dieppe en bestaat uit ongeveer 30 wagons met Duitse militairen. De motorrijtuigen lopen lichte schade op. Zij worden echter niet meteen geborgen en blijven naast het spoor liggen. Zij lopen diverse beschadigingen op als gevolg van beschietingen. De drie motorrijtuigen worden na de oorlog hersteld.
- Op 19 februari 1948 loopt rijtuig mBD 9105 ernstige brandschade op als gevolg van . Het rijtuig wordt daarop naar Budel overgebracht. Hier staan 14 rijtuigen, die beschadigd uit Duitsland zijn teruggekeerd. Eind 1950 wordt het rijtuig vernummerd in mCD 9105, maar het rijtuig keert niet terug in de reizigersdienst. In 1953 wordt het rijtuig verbouwd tot werkwagen 177107 voor . Op wordt het rijtuig afgeleverd.
- Op 16 juni 1950 raakt trein in brand. De trein bestaat uit 7 rijtuigen, waarvan de laatste twee de mCD 9153 + ABec 8501 zijn en is onderweg van Hilversum naar Arnhem. In de trein zitten scholieren die onderweg zijn naar de dierentuin van Arnhem. Ter hoogte van Blauwkapel wordt de brand ontdekt. De brand wordt veroorzaakt door het warmlopen van een as. Beide rijtuigen worden niet hersteld en afgevoerd.
- Op 2 juni 1961 botst de mP 9224 te Rotterdam Feijenoord met de . Het mP rijtuig was onderweg als trein 4631 en de als trein 4034. De schade aan de mP 9224 was dermate groot, dat het niet meer voor herstel in aanmerking kwam en werd gesloopt.
- Op 8 januari 1962 vond het grootste treinongeval van Nederland plaats. Nabij Harmelen kwam in dichte mist sneltrein 164 (Leeuwarden - Utrecht - Rotterdam), bestaande uit locomotief 1131 + B 5710 + Plan E A 6544 + Plan E RD 6969 + Plan E B 6614 + Plan E B 6691 + Plan E B 6604 + B 5238 + Plan E B 6695 + Plan K AB 7361 + B 5830 + B 5237 in botsing met stoptrein 464 (Rotterdam - Woerden - Amsterdam), bestaande uit Materieel'46 ElD4 700 + Materieel'46 ElD2 297. Trein 164 heeft bij het vertrek uit Utrecht enkele minuten vertraging opgelopen. Hierdoor wordt de rijweg bij Harmelen geblokkeerd. De stoptrein mag voor de sneltrein het hoofdspoor kruisen en in de richting van Breukelen rijden. Door de mist ziet de machinist van de sneltrein het gele sein niet. Pas bij het rode sein, vlak voor de splitsing, merkt de machinist op dat hij moest remmen. Met een snelremming probeert hij de trein stil te zetten, maar dit is te laat. De sneltrein boort zich met 107 kilometer per uur in treinstel ElD4 700, waarbij de eerste drie rijtuigen (BDk + B + A) vernield worden door de eerste vijf rijtuigen van de sneltrein. De locomotief wordt naar rechts geworpen door de klap. Het vierde rijtuig van het treinstel (Bk) wordt, hoewel licht beschadigd, na enkele maanden ook gesloopt. Van de sneltrein raken de locomotief en 5 rijtuigen beschadigd en de laatste 6 blijven in het spoor. De rijtuigen B 5710, A 6544, B 6614 en locomotief 1131 worden afgevoerd en gesloopt. Bij dit ongeval vielen 91 doden en 54 gewonden.
- Op 10 mei 1966 rijdt de mP 9227 in Sittard op een stootjuk. De mP was onderweg als trein 87804 van naar Sittard, toen het bij binnenkomst . Vanwege de naderende afvoer van de motorpostrijtuigen, werd het niet meer hersteld en afgevoerd voor sloop.
Afvoer
De eerste rijtuigen die worden afgevoerd en gesloopt, zijn de niet afgenomen rijtuigen Bec 8524 en Bec 8525. Zij zijn in september 1926 verwoest door brand.
De getrokken rijtuigen worden tussen 1960 en 1972 afgevoerd. Tussen 1960 en 1968 worden in totaal 90 rijtuigen afgevoerd. Na hun afvoer worden de rijtuigen AB 5617 en AB 5617 op de Watergraafsmeer neer gezet in afwachting van hun sloop. De rijtuigen A 5504, B 5102, B 5105 en B 5110 komen na hun afvoer terecht in Leidschendam. Na hun afvoer hebben de rijtuigen A 5504 en B 5105 in Leidschendam gediend als kantoor. Hier was tijdelijk behoefte aan kantoorruimte vanwege een verbouwing. De rijtuigen zijn hierbij gedeeltelijk wit geschilderd. Ook het rijtuig Bz 5834 wordt in Leidschendam neer gezet en gedeeltelijk wit geschilderd. Op 197 is rijtuig B 5110 van Leidschendam naar Amsterdam overgebracht. Na te zijn gebruikt als kantoor, werd het rijtuig ingericht als onderkomen voor de modelbouwclub van de lijnwerkplaats. Rijtuig BD 5906 wordt in Lage Zwaluwe geplaatst in afwachting van sloop.
In 1971 en 1972 worden de laatste 30 rijtuigen afgevoerd.
Op 11 februari 1971 is het rijtuig B 5102 in Haarlem terzijde gesteld. Op 10 maart 1971 wordt het rijtuig B 5221 terzijde gesteld in Haarlem. Op 23 april 1971 wordt het rijtuig B 5221 naar de Staatsmijnen in Lutterade overgebracht. In juni 1971 komt het rijtuig B 5105 aan op de Watergraafsmeer, nadat de verbouwing van de werkplaats is afgerond. Ook de A 5504 wordt bedankt voor bewezen diensten en wordt naar de Rietlanden overgebracht. In juli 1971 staan de rijtuigen B 5706 en B 5709 opgesteld in Haarlem in afwachting van onttakeling. Op 22 juli 1971 wordt de B 5355 terzijde gesteld en voegt zich bij de rijtuigen B 5706 en B 5709 in Haarlem in afwachting van hun toekomst. Op 28 september 1971 komt de beschadigde B 5711 aan in Haarlem. De B 5706 wordt op 30 september 1971 van Haarlem naar de Zaanstraat overgebracht. Hier zal het rijtuig dienst doen als . Het rijtuig wordt hierbij vernummerd naar het terreinwagenpark en krijgt het nummer 30 34 984 0 807-6. In oktober 1971 arriveren de rijtuigen B 5214, B 5266 en B 5705 op de Watergraafsmeer. In december 1971 wordt het rijtuig B 5227 afgevoerd. In maart 1972 wordt rijtuig naar de Rietlanden overgebracht. Op 10 mei 1972 komt rijtuig B 5708 aan in de Haarlemse werkplaats.
Medio mei 1972 komt rijtuig B 5235 aan op de Watergraafsmeer om onttakeld te worden.
Met ingang van de zomerdienstregeling 1973 in mei 1973 worden de rijtuigen B 5215, B 5240, B 5241, B 5357 en B 5358 terzijde gesteld. Het rijtuig B 5357 wordt beschikbaar gesteld aan de Tramwegstichting. In de zomer van 1973 wordt rijtuig B 5712 afgevoerd. De rijtuigen B 5216, B 5240, B 5241, B 5357, B 5358, B 5812, B 5827 en B 5841 worden terzijde gesteld. Een mogelijk herstel voor inzet achter stoomlocomotief 3737 ligt in het verschiet voor een deel van deze rijtuigen. De rijtuigen die hier voor in aanmerking komen, worden in Heerlen verzameld. Het gaat hierbij om de rijtuigen A 5508, B 5212, B 5217, B 5215, B 5218, B 5240, B 5241 en B 5358. De rijtuigen B 5231 en B 5351 komen ook in aanmerking voor museale inzet.
Medio oktober 1974 wordt de A 5508 van naar de Watergraafsmeer overgebracht. Het rijtuig zal niet bewaard gaan blijven bij de Hoogovens. In plaats daarvan gaat de bovenleidingmontagewagen 984 0 501 naar de Hoogovens. De overbrenging naar de Hoogovens vindt op 18 november 1974 plaats. In juni 1977 worden de rijtuigen B 5211, B 5218 en B 5357 naar Roosendaal overgebracht om geplukt te worden van onderdelen. In de nacht van 16 op 17 augustus 1978 is het rijtuig B 5211 overgebracht van Roosendaal naar Apeldoorn, waar het rijtuig geplukt zal gaan worden van onderdelen. Het rijtuig B 5218 is op 1978 van Roosendaal naar de Watergraafsmeer overgebracht. Het rijtuig B 5706 is op 1979 van de Zaanstraat naar overgebracht.
In januari 1998 wordt het rijtuig echter afgevoerd voor sloop, nadat het rijtuig geheel geplukt was.
Sloop
Als eerste rijtuigen zijn de door brand verwoestte rijtuigen Bec 8524 en Bec 8525 gesloopt in 1926.
Het rijtuig BD 5906 is samen met de rijtuigen P 7901 - P 7903 op 1967 van naar Uithoorn overgebracht. Op mei 1967 gaan de rijtuigen naar Mijdrecht om gesloopt te worden bij sloper Koek.
Rond 23 september 1969 is de B 5238 van de Watergraafsmeer naar Uithoorn overgebracht.
Op 24 september 1969 zijn de afgevoerde rijtuigen A 5501, A 5508 en A 5510 van de wagenwerkplaats in Blerick naar de Watergraafsmeer overgebracht. Op 3 oktober 1969 is de A 5508 van de Watergraafsmeer naar Uithoorn overgebracht. Op 24 oktober 1969 zijn de rijtuigen A 5501 en A 5510 van de Watergraafsmeer naar overgebracht.
Medio juli 1971 is het rijtuig B 5102 gesloopt bij sloper Koek in Mijdrecht.
Op 23 augustus 1971 verlaat de B 5709 de Haarlemse werkplaats en wordt naar de sloper overgebracht. Op 21 december 1971 worden de rijtuigen B 5355 en B 5711 naar de sloper overgebracht. In mei 1972 worden de rijtuigen B 5221 en B 5227 vanaf de Rietlanden naar Mijdrecht overgebracht voor sloop. Op 11 mei 1972 is rijtuig B 5221 in de brand gestoken. Op 23 mei 1972 wordt het rijtuig B 5235 gesloopt bij sloper Koek. Op 6 juli 1972 wordt het uit Haarlem afkomstige rijtuig B 5708 in Uithoorn gezien. Op 7 juli 1972 komen de rijtuigen B 5216, B 5233 en B 5843 naar Uithoorn. Op 13 juli 1972 worde de drie rijtuigen gesloopt. Op 9 augustus 1972 wordt het rijtuig B 5708 naar Mijdrecht gesleept. In november 1972 wordt het rijtuig B 5707 naar Mijdrecht overgebracht voor sloop. Op 27 januari 1973 worden de rijtuigen 974 1 972 en 974 1 973 naar de sloper overgebracht. Het rijtuig 974 1 973 wordt aansluitend gesloopt. Begin februari 1973 wordt het rijtuig 974 1 970 gesloopt. Het rijtuig 974 1 972 wordt in mei 1973 gesloopt. Nadat wordt besloten om het rijtuig A 5508 niet te bewaren bij de Hoogovens, gaat het rijtuig op 18 november 1974 naar de sloop. Op 12 mei 1977 is het rijtuig 971 1 633 naar de sloop overgebracht. In de nacht van 19 op 20 oktober 1978 is het rijtuig B 5218 van de Watergraafsmeer naar de sloop in Mijdrecht overgebracht. In de nacht van 24 op 25 oktober 1978 gaat het geplukte rijtuig B 5211 van de Watergraafsmeer naar de sloop. Op 12 oktober 1979 is het geplukte rijtuig B 5357 van de Utrechtse werkplaats overgebracht naar de Watergraafsmeer. Op 15 oktober 1979 gaat het rijtuig van de Watergraafsmeer naar Mijdrecht om gesloopt te worden bij sloper Koek.
In het najaar van 1979 wordt de werkwagen 30 84 971 1 011 verkocht voor sloop.
Op 22 januari 1998 wordt het witte rijtuig 984 0 811 van Leidschendam via het Spoorwegmuseum afgevoerd naar de Watergraafsmeer. Het rijtuig wordt samen met de 978 1 601 vervoerd. De rijtuigen werden getrokken door de locomotieven 1117 en 2207. Als remrijtuig fungeerde Plan W 21-37 513. Op 29 april 1998 gaat het rijtuig 984 0 811 door naar sloper HKS in de Westhaven.
Afvoer en sloop dienstmaterieel
Eind 1972 worden de drie dienstwagens (974 1 970, 974 1 972 en 974 1 973) van Rotterdam Zuid Goederen afgevoerd. Op 27 januari 1973 worden de rijtuigen 974 1 972 en 974 1 973 gesloopt. Begin februari 1973 wordt het rijtuig 974 1 970 gesloopt.
Het bij de werkplaats van Leidschendam staande rijtuig 30 84 984 1 970 zou in 1977 gesloopt gaan worden. Het rijtuig wordt echter op 1977 naar Eindhoven overgebracht voor oefeningen met de Eindhovense ongevallenkraan. Op 29 maart 1979 zijn de dienstwagens 975 1 513 (hulpwagen ongevallenkraan) en 970 1 884 verkocht aan de sloper. De rijtuigen zijn in 1979 gesloopt.
Motorpostrijtuigen en motordienstwagens
Als eerste werd de mP 9224 afgevoerd na een botsing te Rotterdam Feijenoord. Als tweede volgde de mP 9227, nadat het op 10 mei 1966 botste met een stootjuk te Sittard. De eerste afvoergolf kwam in november 1966, toen er 14 motorposten (mP 9201, mP 9202, mP 9203, mP 9204, mP 9205, mP 9209, mP 9210, mP 9212, mP 9213, mP 9223, mP 9225, mP 9226, mP 9231 en mP 9232) terzijde werden gesteld. Op dat moment waren er voldoende nieuwe mP serie 3000 in dienst. De rijtuigen mP 9201, mP 9204, mP 9225 en mP 9225 verlengen hun werkzame leven nog een aantal jaren doordat zij gebruikt als dienstmaterieel. Op zijn de rijtuigen mP 9209, mP 9212, mP 9213 en mP 9231 naar Berkel en Rodenrijs overgebracht in afwachting van verdere ontwikkelingen. In november 1968 zijn de rijtuigen mP 9207 en mP 9231 gesloopt bij Koek in Mijdrecht. In januari 1969 zijn de rijtuigen mP 9205, mP 9208, mP 9210 en mP 9211 van Amersfoort naar de Watergraafsmeer overgebracht. De mP 9206 wordt toegewezen aan de ongevallenkraan van Utrecht. Begin maart 1971 is de mDW 169 307 gesloopt bij Koek in Mijdrecht. In het najaar van 1974 komt de voormalige mP 9226 vanuit Leidschendam naar Haarlem. Hier wordt het rijtuig ontdaan van nog bruikbare onderdelen. Het motorrijtuig wordt op 10 januari 1975 naar de werkplaats Amsterdam Zaanstraat overgebracht. Later in de maand gaat het rijtuig naar de Watergraafsmeer om geplukt te worden van onderdelen. Op 14 februari 1975 wordt het rijtuig naar Utrecht overgebracht en vanuit Utrecht wordt het rijtuig achter een diesellocomotief naar Nieuwersluis overgebracht. Vanuit Nieuwersluis gaat het rijtuig op naar sloper Koek in Mijdrecht.
Bovenleidingmontagewagens
In 198 wordt de 80 84 979 1 505-4 afgevoerd. Na zijn afvoer wordt het rijtuig naar Utrecht overgebracht, waar het als onderkomen zal dienen voor NS Watersportvereniging. Het rijtuig wordt hierbij in 1990 vernummerd naar 80 84 987 1 970-3.
Op 14 mei 1980 werd rijtuig 30 84 974 1 028-9, ex-mCv 9405, verkocht aan sloperij Koek. Op 4 december 1980 werd de 30 84 978 1 803-6 'Cathérine' van Utrecht HTMU, waar het zeer lang stond, naar Nieuwersluis gesleept. Nog dezelfde maand werd het rijtuig naar Hollandia in Mijdrecht gebracht voor sloop. Op 12 november 1984 werd de 971 1 618 verkocht aan de sloper. In november 1984 werd de 30 84 984 0 807-6, ex-Ces 8546, van Amsterdam Zaanstraat naar Amersfoort gebracht. Op 6 december 1984 kwam de 30 84 971 1 618-3 aan in Mijdrecht voor sloop. Op 19 december 1984 werden de 80 84 971 1 628-1, ex-mC 9016, 30 84 984 0 805-0, ex-mABD 9002, en 80 84 984 1 934-6, ex-mBD 9010, verkocht aan de sloper. De 971 1 628 en 984 0 805 werden op 23 januari 1985 naar Mijdrecht gebracht en de 984 1 934 volgde op 15 maart 1985. Een maand later, op 15 april 1985, werd rijtuig 984 1 932, ex-mCd 9417, verkocht aan sloperij Koek en in Amersfoort gesloopt. Het rijtuig had bots- en brandschade opgelopen. De 981 1 931 en 981 1 934 werden in Mijdrecht gesloopt. Op 11 juni 1985 werd de 979 1 506 (mC 9001) verkocht aan de sloperij Koek, daarna slijprijtuig 974 1 020, sproeirijtuig 974 1 023 en de 978 1 813 op 24 juni 1985, gevolgd door de 971 1 631 (mC 9020) en 971 1 632 (mCd 9421) op 8 juli 1985 en de 970 1 001 (mC 9021) op 11 juli 1985. Deze zeven rijtuigen werden ook in 1985 buiten dienst gesteld. Rond juli/augustus 1985 kwam het meetrijtuig 30 84 978 1 804-4, ex-Aec 8519, aan in Roosendaal. Op 5 september 1985 komen de 970 1 001, 971 1 631, 971 1 632 en 979 1 506 aan bij Koek in Mijdrecht. Op 3 oktober 1985 werd de 984 0 807 verkocht aan de sloperij. Eén dag later, op 4 oktober 1985, werd het rijtuig vervolgens van Amersfoort naar Mijdrecht gesleept voor sloop. Op 14 april 1986 werd terreinwagen 30 84 984 0 700-3 (ex-mCd 9430) gekocht door Koek. Het stond sinds 1975 bij zanderij Maarn en is ter plekke gesloopt met het afgesloten stuk rails erbij. Op 15 mei 1986 werden het meetrijtuig 30 84 978 1 804-4 en montagewagen 979 1 514, ex-mCv 9429, verkocht aan sloperij Koek. Op 26 mei 1986 werden ze als laatste rijtuig Mat'24 naar Mijdrecht gebracht voor sloop. In augustus 1986 werd montagewagen 30 84 974 1 611-2 (Bec 8522) naar Koek in de Amsterdam Westhaven gebracht. In mei 1987 was montagewagen 974 1 610 (Bec 8530) bij Koek aanwezig, net als de Electrorail-verblijfswagens 979 1 511 (mCd 9441).
Op 27 februari 1992 werden alle rijtuigen die in de Coenhaven stonden verkocht aan sloperij Hollandia. Het betreft de elf rijtuigen 970 1 885 (mCd 9436), 971 1 615 (mBD 9005), 971 1 617 (mBD 9017), 974 1 608 (Bec 8523), 974 1 620 (mCd 9407), 974 1 934 (Bec 8532), 979 1 502 (mC 9032), 979 1 503 (mCd 9403), 979 1 508 (mC 9010), 979 1 512 (mCd 9427) en 979 1 513 (mCd 9428). Verder werd rijtuig 979 1 501 (mC 9033) verkocht. Dit rijtuig stond in Deventer en kwam op 30 juni 1992 naar de Watergraafsmeer voor onttakeling om op 13 juli 1992 naar de andere rijtuigen te gaan. Op 15 april 1992 kwamen de 974 1 934 en 979 1 513 bij de sloperij aan. In augustus 1992 werd begonnen aan de sloop van de overige tien rijtuigen.
Hulpwagen ongevallenkraan
In 1979 wordt de Zwolse ongevallenkraan buiten dienst gesteld. Pas in 1999 worden de twee laatste rijtuigen afgevoerd, als de ongevallenkranen van Utrecht en Eindhoven buiten dienst worden gesteld in januari 1999.
Werkwagens
Begin november 1971 wordt rijtuig 177 174 naar Uithoorn overgebracht, in afwachting van sloop in Mijdrecht. Nog dezelfde maand wordt het rijtuig bij Koek gesloopt.
Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog had een groot effect op het bestand van de rijtuigen. Na september 1944 zijn vele rijtuigen richting het oosten weggevoerd. In totaal zijn 186 van de 254 rijtuigen vermist in mei 1945. Er zijn 68 rijtuigen in Nederland achtergebleven. Hun staat verkeerde van licht beschadigd tot zwaar beschadigd. De licht beschadigde rijtuigen worden als eerst hersteld. Zij zorgen er voor dat in de zomer van 1945 weer elektrisch gereden kan worden. In Eindhoven zijn de rijtuigen mC 9001, mC 9013 en mCd 9410 in 1944 nagenoeg ongeschonden aangetroffen. Zij worden in 194 elektrisch beproefd en weer in dienst gesteld. In Blerick staan de rijtuigen mABD 9801, mBD 9122, mB4D 9153, mC 9012 en mCd 9423. Deze rijtuigen hebben ingeslagen ramen en stukgesneden bekleding op de banken. Ook deze rijtuigen konden relatief makkelijk hersteld worden en in dienst worden genomen. In Geldermalsen worden zwaarder beschadigde rijtuigen aangetroffen. Dit zijn de mCd 9424, ABec 8502, ABec 8518, Bec 8502 en Bec 8553. Met uitzondering van de Bec 8553 hebben deze rijtuigen grote brandschade en komen niet voor herstel in aanmerking. In de jaren 1947 en 1948 worden zij afgevoerd en gesloopt. Het rijtuig Bec 8553 heeft weliswaar een gat in het dak en geen interieur meer, maar wordt in 1947 hersteld door . In september 1944 raken de motorrijtuigen mC 9018 + mCv 9434 + mABD 9803 beschadigd bij een ontsporing. De door beschietingen beschadigde motorrijtuigen worden in 1945 hersteld. In Franeker staat een trein voor het Rode Kruis, bestaande uit de rijtuigen mBD 9151, ABec 8559, Ces 8103, mC 9415, mCd 9422, mCd 9427 en mC 9031. Ook deze rijtuigen worden hersteld en komen weer in dienst. Daarnaast staan er diverse rijtuigen bij de werkplaats in Haarlem en bij Werkspoor in Amsterdam. Deze rijtuigen hebben voor september 1944 schade opgelopen en stonden daar voor herstel. Een van de eerste rijtuigen die in dienst komt, is de mC 9002. In de zomer van 1944 is het rijtuig naar Werkspoor in Amsterdam overgebracht voor herstel van schade na een ontsporing. Na de bevrijding is het rijtuig in Amsterdam gebleven en wordt in juli 1945 bij Werkspoor hersteld. Op augustus 1945 wordt het rijtuig afgeleverd. De zwaar beschadigde rijtuigen mBD 9109 en mC 9439 bij Werkspoor en het beschadigde rijtuig mC 9006 uit Haarlem komen niet meer in aanmerking voor herstel en worden afgevoerd. Op diverse plaatsen in het land, zoals Delft, Den Helder, Onnen en Zwolle, staan rijtuigen opgesteld. Dit zijn de rijtuigen mBD 9101, mBD 9104, mBD 9106, mBD 9114, mBD 9115, mBD 9116, mBD 9126, mBD 9128, mC 9002 (Werkspoor), mC 9008, mC 9027, mC 9033, mC 9035, mCd 9404, mCd 9411, mCd 9421, mCd 9442, Aec 8506, ABec 8508, ABec 8511, ABec 8521, ABec 8522, ABec 8524, ABec 8525, ABec 8544, Bec 8506, Bec 8513, Cesc 8109, Cec 8503, Cec 8504, Cec 8508, Cec 8512, Cec 8514, Cec 8515, Cec 8519, Cec 8526, Cec 8528, Cec 8543, Cec 8546, Cec 8551, Cec 8554 en Cec 8595. Daarnaast rijden de rijtuigen mC 9007, mCd 9401 mCd 9430, Cesc 8107, Cec 8505, Cec 8527, Cec 8542, Cec 8548, ABec 8532, ABec 8538 en ABec 8551 in de verlofgangerstreinen van Amerikaanse en Engelse soldaten. Deze treinen rijden wel door Nederland, maar de rijtuigen zijn nog niet officieel teruggekeerd naar de NS. Deze rijtuigen keren eind 1945, begin 1946 terug naar de NS.
In 1949 worden 25 rijtuigen afgevoerd die blijvend vermist zijn. Enkele van deze rijtuigen zijn echter nog in dienst in Oost-Duitsland, Oostenrijk en Polen. Zij keren echter niet terug naar Nederland.
Bombardementen
- Op 14 mei 1940 worden de rijtuigen mBD 9112 + Bec 8504 + Aec 8509 + Cec 8534 + mCd 9408 zwaar beschadigd door brand als gevolg van het bombardement door de Duitsers op Rotterdam. De rijtuigen stonden aan het perron van station Rotterdam Delftsche Poort. De rijtuigen komen niet meer in aanmerking om hersteld te worden.
- Op mei 1940 komt het rijtuig Cec 8544 ten zuiden van Den Haag Hollands Spoor dwars op het spoor terecht als gevolg van . Werd in eerste instantie besloten om het rijtuig af te voeren en te slopen, wordt in 1940 alsnog besloten om het rijtuig te herstellen.
Afvoer naar het oosten
In de Tweede Wereldoorlog zijn vele rijtuigen afgevoerd naar het Oostblok. Het overgrote deel hiervan keerde terug naar Nederland, zij het in deplorabele toestand. Begin 1948 kwamen de mC 9011, mC 9014, mC 9032, mBD 9120, mBD 9124, mBD 9125, mBD 9155, mCv 9412, mCv 9419, mCv 9420, mCv 9430, mCv 9433, mCv 9445, B 8503, C 8520 en C 8541 terug in Nederland. De B 8503 was in zeer slechte toestand, terwijl de andere nog relatief goed waren.
- Het rijtuig mC4D is in 1944 naar het oosten afgevoerd. Aan het eind van 1946 keert het rijtuig terug uit Tsjechoslowakije.
- Het rijtuig Bec 8517 doet na de oorlog dienst in Oost-Duitsland met het nummer DR 60 50 99-28 702-7. Na zijn loopbaan heeft het rijtuig lange tijd in Halberstadt gestaan. In november 1988 werd het rijtuig gesloopt.
Museummaterieel
De nummering van de bewaarde rijtuigen is gebaseerd op de oorspronkelijke nummering zoals de rijtuigen destijds in dienst zijn gekomen. Door de vele vernummeringen van de rijtuigen blijft het duidelijk waar een rijtuig is gebleven als het naar een andere organisatie is overgegaan.
Historisch bestand
Door de NS wordt in 197 het belang van de rijtuigen onderkend in de geschiedenis van de spoorwegen. Om te voorkomen dat er geen rijtuigen bewaard blijven, wordt er een historisch bestand opgericht. De rijtuigen zijn bestemd voor museumorganisaties van derden of voor het Spoorwegmuseum, voor inzet achter stoomlocomotief 3737. In het voorjaar van 1972 wordt rijtuig B 5212 in de Roosendaalse loods opgeborgen. Het rijtuig wordt hier neergezet in afwachting van restauratie als onderdeel van een stam van twee rijtuigen. In 1973 worden de getrokken rijtuigen A 5508, B 5211, B 5212, B 5215, B 5217, B 5218, B 5231, B 5239, B 5240, B 5241, B 5351, B 5352, B 5357 en B 5358 opgenomen in dit bestand. Daarnaast worden vier dienstwagens in dit bestand op genomen. Dit zijn de 978 1 801 (Jim), 978 1 802 (Jules), 973 2 500 en 978 2 501. In 1973 wordt een tentoonstellingstrein samengesteld door de NS. Deze trein bestaat uit drie rijtuigen. Het zijn de B 5812, B 5827 en B 5841. Zij worden hierbij vernummerd in 99-31 001, 99-31 002 en 99-31 003. Als vierde rijtuig is de B 5218 aangewezen. Dit rijtuig zal verbouwd worden tot generatorwagen. In het voorjaar van 1974 worden de rijtuigen B 5217, B 5218, B 5231, B 5239, B 5351 en B 5352 aangewezen om opgeknapt te worden. Op 14 mei 1974 rijdt stoomlocomotief 3737 met de rijtuigen B 5215 + B 5231 + B 5217 + A 6OOl + B 5239 + B 5351 + B 5352 een rit van Tilburg naar Roosendaal. Een week later, op 21 mei 1974, rijdt de trein een rondrit vanuit Dordrecht naar Den Bosch via Tiel en Nijmegen. De A 5508 wordt uiteindelijk niet bewaard. Het rijtuig wordt in 1974 afgevoerd en is in november 1974 gesloopt. Ook de rijtuigen B 5240, B 5241 en B 5358 worden afgevoerd uit het historisch bestand. De rijtuigen B 5240 en B 5241 gaan naar de Tramweg Stichting in Hoorn en de B 5358 gaat naar de SGB in Goes op 26 november 1974. In plaats hiervan wordt de voormalige mCv 9410 bewaard bij de Hoogovens. Het rijtuig B 5357 wordt in het najaar van 1974 aangewezen om het interieur te laten demonteren voor een museumtreinstel. Dit gebeurd in de Hoofdwerkplaats Amersfoort. Eind november 1974 worden de rijtuigen B 5218 en B 5357 vanuit Amersfoort naar de firma Jansen in Bergen op Zoom overgebracht. Het interieur uit de B 5357 zal ingebouwd gaan worden in de B 5211 of B 5212. Op 27 januari 1975 worden de rijtuigen B 5212, B 5218 en B 5357 naar Gravenpolder overgebracht in afwachting van rijvaardig herstel. Tussen 26 maart en 4 april 1975 zijn de rijtuigen B 5240 en B 5241 in de Haarlemse werkplaats binnengenomen om enkele onderdelen af te staan aan een museumstel. Na het plukken zijn de rijtuigen weer naar Amersfoort overgebracht. Op 1975 zijn de rijtuigen B 5240 en B 5241 naar Apeldoorn overgebracht, waar zij onderdak vinden bij de VSM. Op 14 oktober 1975 zijn de rijtuigen B 5231 en B 5239 naar de Haarlemse werkplaats overgebracht om te inventariseren welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om de rijtuigen op te knappen. Alle rijtuigen van de stam die met stoomlocomotief 3737 rijden zullen een opknapbeurt ondergaan. De rijtuigen B 5231 en B 5239 zijn op 31 oktober 1975 van Haarlem naar Amersfoort overgebracht. Hier zullen zij hun opknapbeurt ondergaan. De B 5231 keert echter op 12 november 1975 al weer terug naar Haarlem. Op 20 november 1975 zijn de drie rijtuigen van de tentoonstellingstrein, de 99-31 001, 99-31 002 en 99-31 003, in de Haarlemse werkplaats binnengenomen voor een wijziging aan de stroomvoeding. Op 24 november 1975 wordt het rijtuig B 5211 overgebracht naar Goes, waar het wordt ingezet bij de SGB. Op 19 december 1975 zijn de rijtuigen ingeleverd bij NS en naar Roosendaal overgebracht. In het voorjaar van 1976 wordt besloten om het rijtuig B 5231 te gebruiken voor het vervoer van personeel van de Watergraafsmeer. Het zou hiertoe vanaf het station Diemen gaan pendelen naar de Watergraafsmeer. Het rijtuig B 5231 komt op 12 maart 1976 aan op de Watergraafsmeer voor dit doel. In een later stadium kan het interieur gebruikt gaan worden voor de restauratie van een museumstel. De B 5239 wordt bestemd om dienst te doen als stuurstandrijtuig van het museumstel. Van de rijtuigen B 5351 en B 5352 zal het interieur gebruikt gaan worden voor een te realiseren museumstel. De B 5215 en B 5217 kunnen aan een museumlijn worden overgedragen. Op 22 april 1976 worden de beide rijtuigen naar Apeldoorn overgebracht. De beide rijtuigen zijn opgenomen in de collectie van de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM). Op 18 mei 1976 zijn de rijtuigen B 5351 en B 5352 naar Tilburg overgebracht. Hier worden zij ingezet door de S.S.T.T. tussen Tilburg en Turnhout. Op 30 september 1976 gaat het rijtuig B 5352 naar Onnen. Om in de toekomst een rijvaardig tweewagenstel te kunnen maken, wordt in de zomer van 1977 het rijtuig B 5231 naar Onnen overgebracht vanaf de Watergraafsmeer. Op 1 september 1977 arriveert het rijtuig B 5212 in de Haarlemse werkplaats vanuit Goes om opgeknapt te worden voor het rijvaardige tweewagenstel. De rijtuigen B 5239 en B 5352 zijn op 11 november 1977 in de Haarlemse werkplaats binnengenomen om te worden geplukt van onderdelen voor het museale tweewagenstel. Het rijtuig B 5231 is op 197 van Onnen naar Haarlem overgebracht om geplukt te worden van nog bruikbare onderdelen voor het museummaterieel. Op 23 maart 1978 zijn de rijtuigen B 5211 en B 5239 van Haarlem naar Roosendaal overgebracht. Op 24 maart 1978 gaan de rijtuigen naar de SGB in Goes. De rijtuigen keren op 1978 terug naar Roosendaal. In de nacht van 16 op 17 augustus 1978 is het rijtuig B 5211 van Roosendaal naar Apeldoorn overgebracht, waar het rijtuig geplukt wordt van nog bruikbare onderdelen voor de rijtuigen van de VSM. Eind september 1978 wordt het rijtuig B 5211 van Apeldoorn naar de Rietlanden overgebracht. Op oktober 1978 is de B 5211 naar de Watergraafsmeer gebracht. Op 13 april 1979 is het rijtuig B 5357 van Amersfoort overgebracht naar Rotterdam Zuid. Vanuit daar gaat het rijtuig naar de SGB in Goes. In Goes wordt het rijtuig ontdaan van het interieur, ramen en deuren. In oktober 1979 wordt het rijtuig naar de Utrechtse werkplaats overgebracht.
In maart 1979 zijn de geplukte rijtuigen B 5231 en B 5239 verkocht aan de SGB in Goes.
In 1983 is het voormalige rijtuig mC 9002 opgenomen in het historisch bestand. Op 1983 komt het rijtuig aan in Amersfoort vanuit 's-Hertogenbosch.
- De Rijtuigenloods
mBD 9006
In 2012 wordt het rijtuig overgedragen aan de nieuwe exploitant van de loodsen in Amersfoort, de Rijtuigenloods. Het rijtuig wordt in april 2014 op een spoorsectie geplaatst bij het voormalige Centraal Ketelhuis.
mBD 9021
In 2012 wordt het rijtuig overgedragen aan de nieuwe exploitant van de loodsen in Amersfoort, de Rijtuigenloods.
- Herik Rail
mBD 9006
In 2009 komt het rijtuig in het bezit van Herik Rail. Het rijtuig is afkomstig van de STIBANS, dat zich zelf opheft. Het rijtuig wordt op 15 januari 2010 van Blerick naar Amersfoort overgebracht, samen met het voormalige ongevallenrijtuig 975 1 512. In 2012 wordt het rijtuig overgedragen aan de nieuwe exploitant van de loodsen in Amersfoort, de Rijtuigenloods
mBD 9021
In 2009 komt het rijtuig in het bezit van Herik Rail. Het rijtuig is afkomstig van de STIBANS, dat zich zelf opheft. Het rijtuig wordt op 15 januari 2010 van Blerick naar Amersfoort overgebracht, samen met de voormalige mP 9204. In 2012 wordt het rijtuig overgedragen aan de nieuwe exploitant van de loodsen in Amersfoort, de Rijtuigenloods
- Hoogovens Excursie trein (KNHS)
Voor ritten met publiek over het eigen terrein, namen de KNHS in totaal zeven rijtuigen over van de NS. In 1972 en 1973 zijn de eerste vijf rijtuigen overgenomen. De rijtuigen werden genummerd in de serie 76100 - 76105, 76111. De rijtuigen zijn aan de onderzijde groen geschilderd en rondom de ramen zijn de rijtuigen crème geschilderd. In 1987 zijn de rijtuigen vervangen door Umbau rijtuigen van de Deutsche Bahn. Van de zeven rijtuigen werden er 3 gesloopt en gingen er 4 naar andere museumbedrijven. Van deze vier werd er uiteindelijk nog een rijtuig gesloopt.
mCd 9409
In november 1972 neemt de KNHS het rijtuig B 5839 over. De aankomst van dit rijtuig is op 14 november 1972. Bij de Hoogovens wordt het rijtuig voorzien van het nummer 76103. In 19 is het rijtuig gesloopt, nadat het rijtuig de vouwbalgkop, deuren en delen van het interieur heeft afgestaan voor de mC 9002.
mCd 9410
Eind 1974 werd terreinwagen 984 0 501 verkocht door de NS aan de KNHS. Op 18 november 1974 arriveert het rijtuig bij de Hoogovens. Bij de Hoogovens voorzien van het nummer 76105. Het rijtuig wordt geschilderd in de donkergroene kleuren met een crèmekleurige band. Het rijtuig is aangepast tot barrijtuig. De deuren zijn vervangen door hekjes. Op het dak is de dakkoepel behouden gebleven. Deze heeft het rijtuig overgehouden aan zijn tijd als bovenleidingsmontagewagen. Na de instroom van de DB rijtuigen is het rijtuig in 1986 buiten dienst gesteld en in 1987 aan het Spoorwegmuseum geschonken.
Cec 8506
In oktober 1972 neemt de KNHS het rijtuig B 5213 over. Bij de Hoogovens wordt het rijtuig voorzien van het nummer 76101. Het rijtuig wordt geschilderd in de donkergroene kleuren met een crèmekleurige band. Het rijtuig is voorzien van een stuurstand en van een extra toilet. Na de instroom van de DB rijtuigen is het rijtuig in 1986 buiten dienst gesteld en in 1987 aan het Spoorwegmuseum geschonken.
Cec 8517
Op 9 juni 1971 is het rijtuig B 5225 vanuit Haarlem naar de Hoogovens gebracht. Dit rijtuig vervangt de door brand verwoeste 76100 (ex NS B 6160). Bij de Hoogovens is het rijtuig eveneens voorzien van het nummer 76100. Het rijtuig is geel geschilderd. Na een brand is het rijtuig op 28 december 1987 naar de sloper gebracht.
Cec 8518
Bij de Hoogovens voorzien van het nummer 76111. In 19 is het rijtuig gesloopt.
Cec 8543
In oktober 1972 neemt de KNHS het rijtuig B 5704 over. De aankomst van dit rijtuig is op 14 november 1972. Bij de Hoogovens wordt het rijtuig voorzien van het nummer 76102. Na de instroom van de DB rijtuigen is het rijtuig overgegaan naar de SGB, waar het dienst doet als Cec 8543.
Cec 8553
In juni 1973 neemt de KNHS het rijtuig B 5712 over. Het rijtuig arriveert op 25 juni 1973 bij de Hoogovens. Bij de Hoogovens wordt het rijtuig voorzien van het nummer 76104. Na de instroom van de DB rijtuigen is het rijtuig overgegaan naar het Spoorwegmuseum, waar het dienst doet als Cecr 8553.
- Marrumer IJzeren Spoorweg Maatschappij
Nabij het voormalige station van Marrum-Westernijkerk
mC 9014
In mei 2017 wordt het rijtuig C147 van de STAR overgenomen. Het is de voormalige mC 9014. In oktober 2022 wordt het rijtuig via Marktplaats te koop aangeboden.
- Medewerkers Onderhoudsbedrijf Haarlem
Na de afvoer van het rijtuig 30 84 978 2 500-7 in 1981 ontfermen leden van de Stibans en liefhebbers van het rijtuig zich in Eindhoven over deze motordienstwagen. In 1982 doet het rijtuig dienst als onderkomen voor het personeel in 's-Hertogenbosch. Op 1983 wordt het rijtuig naar Amersfoort overgebracht. Op 2 november 1990 kwam het rijtuig aan in de Hoofdwerkplaats Haarlem, alwaar zich de hobbyclub van de werkplaats het rijtuig in oude staat zal terugbrengen. In 1997 wordt het rijtuig afgeleverd.
mC 9002
Na de afvoer van het rijtuig als instructie rijtuig voor machinisten in de omgeving van Eindhoven bleef het rijtuig behouden door inspanning van enkele liefhebbers. Op 2 november 1990 werd het rijtuig naar Haarlem overgebracht om weer in oude staat terug gebracht te worden. Het verwijderde interieur en de dichtgemaakte kopwand ten tijde van de verbouwing tot Motorkonvooiwagen werden vervangen. Als donor rijtuig wordt hiervoor de C 9409 aangewezen door het Spoorwegmuseum. Dit rijtuig deed tot dan toe dienst bij de Hoogovens onder het nummer 76103. Van dit rijtuig werd het interieur gebruikt, evenals de vouwbalgkopwand en enkele zijwanddelen. De oorspronkelijke zijwanddelen waar door corrosie zwaar aangetast. Op 1997 vindt de aflevering van de motorwagen plaats. Op 7 mei 1998 vinden er profielmetingen plaats te Maarn Goederen voor de officiële toelating.
In 2009 wordt het rijtuig voorzien van ATB-E, maar pas op 19 september 2012 volgt de goedkeuring door de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Vanaf dat moment is de motorwagen weer toegelaten op het Nederlandse spoorwegnet. In 2012 wordt begonnen met de revisie van de draaistellen, maar door diverse oorzaken heeft deze revisie bijna 9 jaar geduurd. Begin oktober 2021 wordt het motorrijtuig overgenomen door de Stichting 2454 crew. Op 25 februari 2022 is het motorrijtuig op haar gereviseerde draaistellen geplaatst. Tijdens de proefrit op het terrein van de werkplaats werd een defect ontdekt aan de tractiemotoren dat hersteld moest worden. Op 14 april 2022 is het motorrijtuig wederom op de draaistellen gezet, ditmaal zonder tractiemotoren. Het motorrijtuig is op 15 april 2022 door de mP 3029 van Haarlem naar Roosendaal gesleept. De tractiemotoren zijn in kratten geplaatst en door de mP 3029 mee naar Roosendaal genomen.
Inzet
Op 26 februari 1998 wordt het rijtuig voor het eerst ingezet als het gebruikt wordt om een delegatie van de Deutsche Bahn van het Haarlemse station naar de werkplaats te brengen. Deze delegatie bezoekt de presentatie van de gereviseerde ligrijtuigen van DB Autozug. Op 27 juli 1998 rijdt het motorrijtuig proefritten met de rijtuigen van het Spoorwegmuseum. Hierbij rijden de mC 9002 en mBD 9107 in treinschakeling. Op 4 september 1998 rijdt het rijtuig een rit naar Enkhuizen. Op 3 oktober 1998 rijdt de combinatie naar Hoorn en wordt achter stoomtram 5 van de SHM naar Medemblik overgebracht. In september 2004 is het motorrijtuig te zien bij de VSM in Beekbergen tijdens Terug naar Toen. In het weekend van 29 en 30 oktober 2005 is het rijtuig te zien in Venlo om het eerste lustrum van de Modelspoorgroep Venlo op te luisteren. Op 30 oktober 2005 rijdt het rijtuig van Venlo naar het Spoorwegmuseum en weer terug.
- Spoorwegmuseum
Het spoorwegmuseum heeft een driedelige stam rijtuigen in bezit. De stam bestaat uit de mBD 9107 + Cec 8553 + Ces 8104. De eerste plannen voor een rijvaardige stam dateren voor het 150 jarig jubileum van de spoorwegen in 1989. Hiertoe werd een tweedelige stam op de baan gebracht, bestaande uit de mBD 9107 + Ces 8104. Rijtuig Cec 8553 is later toegevoegd.
Inzet
Op 9 juni 1996 wordt de Blokkendoos stam van het Spoorwegmuseum ingezet bij de opening van de vrije kruising ten westen van Woerden van de spoorlijnen naar Gouda en Bodegraven.
Op 5 december 2012 is de treinstam weer op de baan verschenen. De rijtuigen hebben anderhalf jaar stilgestaan in verband met een draaistelrevisie. Deze werd uitgevoerd door de firma Reuschling in Hattingen en NedTrain in Haarlem. De rit van 5 december ging van Haarlem naar Leidschendam. Hier werd onderhoud aan de stam uitgevoerd. Op 8 december 2012 zal de stam te zien zijn bij de opening van de Hanzelijn. Vanwege de sneeuw gaan deze ritten niet door. Op 20 december 2012 werd de stam door de SMMR 2225 van Leidschendam naar Blerick overgebracht ter opberging. Op 30 november 2013 is de stam weer in Leidschendam voor onderhoud. Op 7 december 2013 worden de ritten op de Hanzelijn alsnog gereden. Na afloop van de ritten is de stam weer naar Blerick gegaan om daar gestald te worden. Op 12 april 2014 is de stam weer naar Utrecht gesleept door de 1202. Op 6 september 2014 rijdt de stam een rondrit vanuit Utrecht via Rotterdam naar Tilburg, Arnhem en Zwolle in het kader van een besloten rit. Via Lelystad en Hilversum werd Utrecht weer bereikt. De stam wordt op oktober 2014 overgebracht naar Amersfoort in het kader van de Spoorparade voor 175 jaar spoor. Deze werd gehouden van 16 tot en met 21 oktober 2014. Vanwege ruimtegebrek in de grote loods wordt het rijtuig Cec 8553 uitgerangeerd en buiten neergezet. De twee andere rijtuigen staan in de hal. Op 26 oktober 2014 keerde de complete stam weer terug naar het Spoorwegmuseum, nadat de stam door diesellocomotief 2205 van de Stichting Historisch Dieselmaterieel weer onder de draad was gebracht. Op 15 november 2014 rijdt het stel een rondrit vanuit het museum via Amersfoort naar Zwolle. Via de Hanzelijn en Hilversum keert de stam weer terug naar het museum. Op 17 oktober 2015 wordt de stam overgebracht van het museum naar Blerick. Op 21 april 2016 keert de stam weer terug naar het museum, getrokken door de DB Cargo 6417. De stam is in het gezelschap van locomotief 1201 en rijtuig ABv 26-37 618 (DDM-1). Op 1 mei 2016 wordt de stam getrokken door locomotief SMMR 2225 van Utrecht naar Goes, waar het te zien zal zijn tijdens Sporen naar het Verleden. Pas op 12 augustus 2016 wordt de stam opgehaald. Door locomotief 1741 wordt de stam opgehaald in Goes en naar Leidschendam gebracht. Hier krijgt de stam onderhoud en gaat op 15 augustus 2016 naar Utrecht achter de 1741.
Op 22 mei 2017 worden de rijtuigen Ces 8104 en Cecr 8553 van Utrecht naar Goes overgebracht door de mP 3031. De rijtuigen worden gebruikt voor het evenement Sporen naar het Verleden bij de SGB. Op mei 2017 keren de rijtuigen weer terug naar Utrecht. Op 24 januari 2018 wordt de mBD 9107 ontdaan van zijn draaistellen. De draaistellen krijgen een onderhoudsbeurt bij Reuschling, Hattingen in Duitsland. Het motorrijtuig is in afwachting daarvan tijdelijk op nooddraaistellen geplaatst. De revisie is eind september 2018 afgerond. Op 27 november 2018 wordt het motorrijtuig weer op zijn eigen draaistellen geplaatst. In 2019 zullen de twee andere rijtuigen worden ontdaan van de laatste restjes asbest, zodat de stam weer het spoorwegnet op kan. In het najaar van 2019 worden de drie rijtuigen opnieuw geschilderd. In de winter van 2021/2022 worden de laatste werkzaamheden uitgevoerd aan het treinstel, zodat het weer dienstvaardig is.
mBD 9006
In 1998 wordt het voormalige meetrijtuig overgedragen aan de Stibans.
mBD 9007
De mBD 9007 is gerestaureerd uit het instructierijtuig 80 84 974 1 937-0 tot mBD 9107. Een van de koppen is afkomstig van Jim, de voormalige mP 9201, mBD 9016. De zijwanden zijn afkomstig van magazijnwagen 167006, ex BDz 5903, ex mBD 9108.
mC 9411
De Ces 8104 is ontstaan uit de oorspronkelijk mC 9411. Na de ombouw tot getrokken rijtuig in de jaren '50 is het na de afvoer terechtgekomen in de tentoontstellingstrein van het Spoorwegmuseum. Na het beëindigen van de tentoontstellingstrein is het rijtuig verbouwd tot stuurstandrijtuig.
Cec 8506
In 1987 wordt het rijtuig 76101 door de KNHS aan het Spoorwegmuseum geschonken. Het wordt in Blerick gestald in afwachting van een mogelijk herstel. Dit komt er niet van en een jaar later, in 1988, wordt het rijtuig aan de SGB geschonken.
Cec 8553
De Cec 8553 is onder het oorspronkelijke nummer opgenomen in de collectie van het museum. Op 22 september 1994 is het rijtuig toegevoegd aan de rijdende collectie en vormt vanaf dat moment een driewagenstel met de twee rijtuigen uit 1989. Op 3 september 2015 rijdt locomotief 1312 samen met de rijtuigen Plan D AB 7709 + Materieel'24 Cec 8553 + Plan E C 6703 + Plan W B 4118 van Utrecht naar Apeldoorn. Door de VSM 2299 wordt de locomotief en de rijtuigen naar Loenen gesleept. De rijtuigen worden gebruikt tijdens Terug naar Toen 2015. Op 7 september 2015 keert locomotief 1312 met de rijtuigen terug naar Utrecht. Op 17 oktober 2015 rijdt locomotief 1312 met de rijtuigen van Plan D + Plan E + Plan W een rit voor de vrijwilligers van het Spoorwegmuseum van Utrecht naar Sittard. Van Sittard werd naar Blerick gereden. Met deze ritten ging ook de stam Blokkendozen en locomotief 1202 mee. Vanuit Blerick werd weer naar Utrecht gereden.
mCd 9410
Naast deze stam rijtuigen heeft het Spoorwegmuseum ook rijtuig mC 9410 in bezit. Na afvoer bij de NS kwam het rijtuig bij de Hoogovens terecht, die het in hun excursietrein liet rijden. Na opheffen van deze trein kwam het rijtuig terecht bij het Spoorwegmuseum in 1987. Het rijtuig is in Amersfoort gestald, waar het ernstige schade opliep aan het interieur en de ruiten. In 1989 is de schade hersteld bij de firma Jansen in Bergen op Zoom. Na het herstel is het rijtuig neergezet bij het Rotterdamse station Blaak. Hier werd het ingericht als restaurant. In juni 1996 kwam het rijtuig in Valkenburg (Zuid Holland) terecht. Het staat hier bij het Nationaal Smalspoor museum. Het rijtuig is een crème wijnrode kleurstelling uitgevoerd.
mC 9014
In 1982 wordt het rijtuig 99-31 001 (ex B 5812, ex mC 9014) toegevoegd aan de collectie van het Spoorwegmuseum in Utrecht, na bijna 10 jaar dienst te hebben gedaan als tentoonstellingstrein. In het museum krijgt het rijtuig de functie van , samen met de 99-31 002-7 (ex B 5827, ex mC 9029), dat als dienst doet. Tijdens de verbouwing van het Spoorwegmuseum worden beide rijtuigen op het plein voor het museum geplaatst, waar zij dienst doen als informatiecentrum. Na de heropening van het museum op 2005 wordt het rijtuig geschonken aan de STAR in Stadskanaal. In september 2005 verlaat het rijtuig Utrecht.
mCd 9414
In juni 2011 neemt het Spoorwegmuseum het voormalig mCd rijtuig 9414 over van de Stichting 162. Vanwege verbouwingen aan het onderkomen in Blerick, wordt het rijtuig buiten gestald. De conserverende werkzaamheden van de STIBANS ten spijt, raakt het rijtuig steeds verder in verval. Zo vormt zich in het dak een gat, waardoor regen en wind vrij spel krijgen in het rijtuig. Het Spoorwegmuseum heeft verder geen plannen met het rijtuig. Vanwege de slechte staat van het rijtuig, wordt besloten om het rijtuig te slopen. Op 16 februari 2013 wordt het rijtuig in Blerick gesloopt.
Aec 8508
In 1991 verwerft het Spoorwegmuseum de voormalige bovenleidingmontagewagen 30 84 9741 618-7. Het rijtuig blijft tot 1995 in de voormalige wagenwerkplaats van Blerick staat. In 1995 wordt het rijtuig overgedaan aan de SGB in Goes.
- STIBANS
mBD 9006
Op 9 mei 1998 wordt de mP Jules overgedragen aan de STIBANS. Het rijtuig is als laatste gebruikt als meetrijtuig voor het testen van de ATB en Telerail. Op 22 januari 1998 wordt het rijtuig samen met de 30 84 984 0 811 (ex mCd 9404) van Leidschendam via het Spoorwegmuseum naar de Watergraafsmeer gesleept. De rijtuigen werden getrokken door de locomotieven 1117 en 2207. Als remrijtuig fungeerde Plan W 21-37 513. Door de STIBANS zal het rijtuig gaan gebruiken als opslag- en verblijfsruimte. Het rijtuig is in het voorjaar van 1998 geschilderd in de bruine kleur van het dienstmaterieel.
mBD 9021
In januari 1999 wordt de houtwagen van de Utrechtse ongevallenkraan afgevoerd. Het rijtuig wordt opgenomen in de collectie van de STIBANS. Op 14 april 1999 wordt het rijtuig overgebracht naar de Watergraafsmeer door de mP 3031, samen met de D 60. Op de Watergraafsmeer zal het rijtuig gebruikt gaan worden als werkruimte voor de Werkgroep 162.
mCd 9414
Op 28 mei 2004 wordt de voormalige montagewagen voor de bovenleiding, de 80 84 979 1 505-4 van ElectroRail, door de 2215 van het Spoorwegmuseum en de 1747 van NS Reizigers opgehaald van Utrecht Goederen en naar de Watergraafsmeer gebracht. Het rijtuig staat op het zogenoemde 'bootjesspoor' naast de Kruisvaart aan de Da Costakade. Het rijtuig is daar in 198 neer gezet, nadat het rijtuig buitendienst is gesteld door ElectroRail. Het rijtuig diende als onderkomen voor NS Watersportvereniging. Dit rijtuig was in de vergetelheid geraakt. De STIBANS ontfermd zich over dit rijtuig. De STIBANS wil het rijtuig bewaren in het uiterlijk als montagerijtuig. Uiterlijk verkeerd het rijtuig nagenoeg in originele staat, maar dient wel opgeknapt te worden. Op 29 augustus 2004 wordt het rijtuig naar Blerick overgebracht. Hier wordt het gestald in de voormalige wagenwerkplaats. In het voorjaar van 2005 worden conserverende werkzaamheden aan het rijtuig uitgevoerd. Eind 2009 wordt het rijtuig overgedragen aan de Stichting 162, nadat de STIBANS besluit zich op te heffen.
- Stichting 162
Na het opheffen van de STIBANS in 2009, kreeg de Stichting 162 de beschikking over het voormalige ElectroRail rijtuig 80 84 979 1 505-4.
mCd 9414
Het rijtuig diende voornamelijk voor opslag van materialen voor het opknappen van locomotief 162. Aan het rijtuig werden zelf nauwelijks werkzaamheden uitgevoerd. Het rijtuig blijft in Blerick staan. In juni 2011 werd het rijtuig overgedragen aan het Spoorwegmuseum.
- Stichting 2454 Crew
Op 10 oktober 2021 wordt bekend dat de stichting de mC 9002 overneemt van de ontspanningsvereniging van NS treinmodernisering in Haarlem. Vanaf mei 2023 zal het motorrijtuig worden ondergebracht bij de SHM in Hoorn. Hier zal het motorrijtuig mogelijk te zien zijn met speciale treinen in Noord Holland.
mC 9002
Begin oktober 2021 wordt het contract ondertekend met de ontspanningsvereniging van NS treinmodernisering. Door de stichting zal het defecte motorrijtuig rijvaardig worden hersteld. Op 15 april 2022 is het rijtuig door mP 3029 van Haarlem naar Roosendaal gesleept. Hier zal het motorrijtuig verder rijvaardig worden gemaakt. Als eerste zijn de accu's geplaatst en het laagspanningssysteem getest. De tractiemotoren zijn vervolgens gecontroleerd en hersteld. De in Haarlem begonnen draaistelrevisie is in Roosendaal voltooid met de inbouw van de herstelde tractiemotoren. Op 14 oktober 2022 is de motorwagen beproefd en goedgekeurd. In november 2022 worden de tractiemotoren in de draaistellen geplaatst. Op 14 november 2022 worden op het werkplaatsterrein de eerste meters op eigen kracht gereden. In december 2022 is de ATB-installatie goedgekeurd. Op 18 februari 2023 wordt het motorrijtuig door locomotief 9903 van Roosendaal naar Bergen op Zoom gesleept om de lagers in te laten lopen. Na terugkomst in Roosendaal rijdt de motorwagen zelfstandig naar Bergen op Zoom. Op 8 maart 2023 rijdt de motorwagen van Roosendaal naar Dordrecht. Via Tilburg is er weer naar Roosendaal gereden. De motorwagen rijdt op 24 maart 2023 een eerste, lange proefrit van Roosendaal naar Nijmegen en weer terug. Op 16 april 2023 rijdt het motorrijtuig van Roosendaal naar Groningen en weer terug. Op 10 mei 2023 gaat het motorrijtuig van Roosendaal naar Haarlem, waar medewerkers van de ontspanningsvereniging van de Haarlemse werkplaats in stappen voor een rondrit naar Amsterdam via Den Haag HS, Gouda en Breukelen. Aansluitend wordt er naar Leidschendam gereden. In het Hemelvaartsweekend van 2023 is het motorrijtuig te zien bij het evenement Sporen naar het Verleden bij de SGB in Goes. Na afloop van het evenement rijdt het motorrijtuig naar de nieuwe standplaats in Hoorn. In januari 2024 krijgen de compressor en motorgenerator een revisie.
- Stichting Stadskanaal Rail (STAR)
In 2005 neemt de STAR het voormalige rijtuig mC 9014 over van het Spoorwegmuseum.
mC 9014
In september 2005 wordt het rijtuig per dieplader van Utrecht naar Veendam overgebracht. In Veendam wordt het rijtuig opgeborgen in de Jonkerloods. Hier wordt het rijtuig opgeknapt en krijgt het rijtuig het nummer C147. Het rijtuig doet sinds 2006 dienst als souvenirrijtuig. In 2008 wordt het rijtuig overbodig, nadat de nieuwe rijtuigloods van de STAR is opgeleverd. In 2011 en 2012 wordt het rijtuig weer gebruikt om souvenirs te verkopen. Het rijtuig wordt in februari 2017 te koop aangeboden, omdat het rijtuig overcompleet is. Na enkele maanden wordt bekend dat het rijtuig is verkocht aan de Marrumer IJzeren Spoorweg Maatschappij
- Stichting Stoomtrein Tilburg-Turnhout (S.S.T.T.)
De S.S.T.T. huurt tussen 1974 en 1983 in totaal rijtuigen van de NS. Hiermee rijdt zij ritten tussen Tilburg en Turnhout met stoomlocomotief 3737.
Bec 8501
Dit rijtuig wordt gehuurd van 1974 tot 1977. Op 16 november 1977 koopt de S.S.T.T. het rijtuig van de NS. Het rijtuig is genummerd als 5351. In 1984 wordt dit rijtuig verkocht aan de VSM.
Cec 8503
Dit rijtuig wordt van de NS gehuurd van 1974 tot 1975. Het rijtuig is genummerd als 5215. In april 1976 wordt dit rijtuig verkocht aan de VSM.
Cec 8505
Dit rijtuig wordt van de NS gehuurd van 1974 tot 1975. Het rijtuig is genummerd als 5217. In april 1976 wordt dit rijtuig verkocht aan de VSM.
- Stoom Stichting Nederland
mC 9018
Op 14 oktober 1985 wordt dit rijtuig overgenomen door de SSN van NS. Het rijtuig deed als laatst dienst als werkwagen seinwezen met het nummer 971 1 630. Op 1985 is het rijtuig overgebracht naar Rotterdam Spaanse Polder.
In 1997 gaat het rijtuig over naar de VSM.
- Stoomtram Hoorn - Medemblik (SHM)
De SHM in Hoorn had de beschikking over 3 rijtuigen, welke kortstondig zijn gehuurd. In 1974 zijn twee rijtuigen verkocht aan de VSM.
Bec 8508
In de zomer van 1973 wordt het rijtuig B 5357 in Hoorn geplaatst om bij eventuele drukte op de tramlijn voldoende capaciteit te kunnen bieden.
Cec 8535
De SHM huurt dit rijtuig B 5240 van de NS van 1 juli 1974 tot november 1974. In november 1974 wordt het rijtuig verkocht aan de VSM.
Cec 8536
De SHM huurt dit rijtuig B 5241 van de NS van 1 juli 1974 tot november 1974. In november 1974 wordt het rijtuig verkocht aan de VSM.
- Stoomtrein Goes - Borssele (SGB)
De Stoomtrein Goes - Borssele in Goes heeft in totaal de beschikking gehad over 9 rijtuigen. Twee rijtuigen zijn in de zomer van 1974 tijdelijk gehuurd van de NS. Dit waren de rijtuigen B 5212 en B 5358. Vanaf eind juli 1974 worden zij ingezet. Rijtuig B 5358 wordt in november 1974 gekocht van de NS. Van de overige 7 rijtuigen die gekocht zijn, zijn 5 rijtuigen inzetbaar. Hieronder is een rijtuig uit de oorspronkelijke serie van 10 stuks uit 1923. De SGB wil graag een stam elektrische Blokkendozen laten rijden over de hoofdlijn. In het najaar van 2014 wordt dit plan opgegeven en worden diverse rijtuigen van de hand gedaan.
Aec 8508
In 1995 verwerft de SGB van het Spoorwegmuseum het voormalige montagerijtuig 3084 9741 618-7, welke in 1991 is afgevoerd bij de NS. Het rijtuig wordt in de collectie opgenomen als A 121. Het werkbordes wordt van het dak gehaald en het rijtuig wordt groen geschilderd. In wordt het rijtuig naar A 8508 vernummerd. In januari 2015 wordt het rijtuig overgedragen aan de VSM. Op 12 januari 2015 gaat het rijtuig op een dieplader naar Beekbergen.
Bd 7507
In 1974 koopt de SGB het rijtuig B 5358. Door de SGB wordt het 20 jaar ingezet als B132. In 1995 wordt begonnen met de restauratie van het rijtuig. Hierbij wordt het rijtuig zoveel mogelijk teruggebracht naar de staat van 1923. Hiertoe wordt het rijtuig geheel uit elkaar gehaald, geconserveerd en weer in elkaar gezet. Het rijtuig is hierbij ontdaan van de later aangebracht elektrische verwarming, dakontluchters en de bekleding van kunstleer op de banken. Het rijtuig is weer voorzien van stoomverwarming, stalen kopdeuren, bekleding van trijp op de banken en nummerplaatjes boven de zitplaatsen. In de zomer van 1998 is het werk aan de bak, het onderstel en draaistellen gereed. In 1999 is het rijtuig officieel in gebruik genomen.
Cec 8501
Op 24 november 1975 wordt het rijtuig B 5211 naar Goes overgebracht. Hier blijft het rijtuig een maand, alvorens weer naar de NS terug te keren. In maart 1978 neemt de SGB het geplukte rijtuig B 5211 over van de NS om het te plukken van onderdelen.
Cec 8506
Het rijtuig is in 1988 overgenomen van het spoorwegmuseum. Het rijtuig was bij de overname al leeg gehaald. De draaistellen zijn onder de Aec 8508 geplaatst. Voor de rijtuigen van het Spoorwegmuseum heeft het rijtuig nog onderdelen van het interieur, deuren en ramen afgestaan. Ook door de SGB wordt het rijtuig ontdaan van onderdelen. In 198 is het rijtuig gesloopt.
Cec 8524
In maart 1978 neemt de SGB het geplukte rijtuig B 5231 over van de NS.
Cec 8533
In maart 1978 neemt de SGB het geplukte rijtuig B 5239 over van de NS. Het rijtuig wordt onder het nummer 134 opgenomen in het materieelpark van de SGB. In 1994 wordt begonnen met de revisie van het rijtuig. De draaistellen worden tegelijkertijd gereviseerd en het interieur gerestaureerd.
Cec 8543
Op 27 januari 1995 werd het materieelpark van de SGB uitgebreid met 2 rijtuigen. Het eerste rijtuig is de 76102, ex Cec 8543 (later B 5704), welke van de Hoogovens werd overgenomen. Het rijtuig was op het moment van overdracht voorzien van interieur en werd in het zelfde jaar al ingezet.
mC 9015
In oktober 1979 koopt de SGB verblijfswagen 30 84 971 1 010 van de NS. Dit is de oorspronkelijk mC 9015 en zal als B 137 worden opgenomen in het rijtuigpark van de SGB. In 1991 wordt het rijtuig verbouwd om mindervalide personen te kunnen vervoeren. Aan beide zijden van het rijtuig zijn rolstoelliften geplaatst. Op 3 december 2015 wordt het rijtuig naar Shunter in de Waalhaven overgebracht voor het afdraaien van de wielbanden.
mCd 9415
Het tweede rijtuig dat op 27 januari 1995 werd overgenomen, is de ex mCd 9415. Het rijtuig werd als laatste gebruikt door Trailstar, een containeroverslag bedrijf in Rotterdam. Het heeft daar in de Spaanse Polder gestaan. Het rijtuig is in Rotterdam Noord voorzien van draaistellen. Een interieur was niet aanwezig. Het rijtuig doet dienst als opslagruimte en krijgt het nummer C139. In april 2016 is het rijtuig verkocht aan een bedrijf in Tilburg. Het rijtuig is op 11 april 2016 naar Tilburg gebracht en naast de Houtloods geplaatst, samen met rijtuig K1 20087 van de Belgische spoorwegen.
mCd 9443
Het rijtuig komt in 1978 bij de SGB. Het rijtuig wordt ingericht als restauratierijtuig en krijgt het nummer 136. Het rijtuig rijdt tot ongeveer 2005 mee in de treinen en wordt daarna aan de kant gezet. Dit wordt mede veroorzaakt door dat de horecavoorziening De Goederenloods op het emplacement van Goes wordt geopend. Het rijtuig is aan de zijde van stuurstand voorzien van een grote bar. Deze loopt door tot voorbij het voormalige balkon. In het middendeel is een zitgedeelte gemaakt met banken, afkomstig uit NMBS rijtuigen type CGI. Tussen de banken zijn tafels geplaatst. Aan het andere einde is een kleine bar gemaakt. Boven deze bar hangt een spiegel ter herinnering aan de Dow Stoomexpress. Dit waren ritten die op 30 april en 1 mei 1983 zijn gereden voor de personeelsvereniging van Dow Terneuzen. Deze ritten reden tussen Terneuzen en Sas van Gent. Op 5 september 2014 is het rijtuig overgebracht naar de voormalige hoofdwerkplaats Tilburg, waar het naast de polygonale loods is geplaatst als monument.
- Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM)
De Veluwsche Stoomtrein Maatschappij in Beekbergen heeft de beschikking over 8 rijtuigen. Hiervan zijn er 6 inzetbaar, waaronder een rijtuig dat verbouwd is tot restauratierijtuig.
Aec 8508
Op 12 januari 2015 arriveert het rijtuig bij de VSM, nadat het is overgenomen van de SGB. De VSM wil het rijtuig weer terug gaan brengen naar de oorspronkelijke staat van eerste klas rijtuig. Van diverse collega musea zijn er bruikbare onderdelen gekregen en ook de eigen voorraad is nagelopen op bruikbare onderdelen. De restauratie van dit rijtuig zal enkele jaren duren. Het interieur zal volledig opnieuw moeten worden gemaakt. Hiervoor zijn de originele tekeningen beschikbaar.
Bec 8501
In 1984 neemt de VSM het rijtuig over van de S.S.T.T. Hierbij wordt het rijtuig genummerd naar 5351. In 19 is het rijtuig terug genummerd naar zijn oorspronkelijke nummer, Bec 8501. In de winter van 2018 is het toilet van het rijtuig gerenoveerd. De vloer is hersteld en er s een nieuwe toiletpijp geplaatst. Van het afgesloten toilet is de wastafel teruggeplaatst en is de ruimte opgeknapt. Dit toilet blijft voorlopig nog afgesloten. Ook zijn er een aantal banken hersteld. Deze werkzaamheden lopen vooruit op de volledige restauratie van het interieur dat is gepland voor de toekomst. Hierbij zal ook de vloer gerenoveerd gaan worden en voorzien van nieuw linoleum.
Bec 8527
Op 5 oktober 1979 neemt de VSM het rijtuig 30 84 984 0 804 over van de NS. Het rijtuig wordt op 9 oktober 1979 overgebracht van Amsterdam via Utrecht naar de VSM. Hierbij wordt het rijtuig genummerd naar B 5110. In 1992 is het rijtuig verbouwd tot restauratie rijtuig en daarbij is het vernummerd naar WR 8527. In de zomer en het najaar van 2020 is er een nieuwe vloer in het rijtuig gelegd, waarvoor het interieur gedemonteerd moest worden. De houten delen van het interieur zijn opnieuw gelakt. De zijwandpanelen bleken echter in een slechtere staat dan gedacht, zodat is besloten op deze ook te vervangen. De bar in het rijtuig is aangepast, waardoor deze opener is geworden voor de reiziger en het personeel. De oliekachel van Webasto is vervangen door stoomverwarming. Deze wijziging werd ingegeven door het feit dat de kachel niet meer voldeed om het rijtuig warm te krijgen in de koude wintermaanden. Omdat het rijtuig al was voorzien van een doorgaande stoomleiding voor de verwarming, is er een aftakking gemaakt in de leiding om de vier nieuwe spiraalbuizen in het rijtuig te voorzien van warme stoom van de locomotief. De koven boven de ramen zullen in 2021 worden aangepast, zodat zij meer gelijkenis vertonen met de overige rijtuigen. De tl-armaturen zijn in het voorjaar van 2021 vervangen door de originele verlichtingsarmaturen. De verlichting kan volledig aan of op halve verlichting, waarbij de lampen om en om aan zijn. De mechanieken om de ramen te openen zijn nagekeken en gangbaar gemaakt. De bar is in het rijtuig geplaatst, net zoals de banken. Boven de bar is een koof gemaakt en zijn in het gehele rijtuig sierlatten aangebracht. Onder de ramen zijn weer vensterbankjes geplaatst van blank gelakt eikenhout. De tafels in het rijtuig zijn eveneens van gelakt eikenhout. Om de leidingen van de stoomverwarming af te dekken, zijn er metalen kappen overheen gemaakt om te voorkomen dat reizigers zich kunnen branden aan deze warme leidingen. De kappen zijn voorzien van sierroosters. In september 2021 is het aanrechtblad met wasbak in de keuken geplaatst. Medio oktober 2021 zijn de laatste werkzaamheden uitgevoerd, zoals het monteren van een stoomklep voor de stoomverwarming. Op 16 oktober 2021 is het rijtuig tijdens de donateursdag van de VSM gepresenteerd. In december 2021 is de stoomverwarming van het rijtuig getest. De test slaagt en de laatste werkzaamheden, zoals het aanleggen van een condensleiding en isolatie worden uitgevoerd.
Cec 8503
In juni 1976 neemt de VSM het voormalige rijtuig B 5215 over van de S.S.T.T. Op 22 april 1976 arriveert het rijtuig in Apeldoorn. Hierbij wordt het rijtuig genummerd naar 1. In 1977 krijgt het rijtuig het nummer 491. In 198 is het rijtuig terug genummerd naar zijn oorspronkelijke nummer, Cec 8503.
Cec 8505
In juni 1976 neemt de VSM het voormalige rijtuig B 5217 over van de S.S.T.T. Op 22 april 1976 arriveert het rijtuig in Apeldoorn. Hierbij wordt het rijtuig genummerd naar 2. In 1977 krijgt het rijtuig het nummer 492. In 1986 is het rijtuig terug genummerd naar zijn oorspronkelijke nummer, Cec 8505. In het najaar van 1993 is het rijtuig voorzien van nieuw dakbedekking. In het voorjaar van 2021 zijn in de middelste afdeling van het rijtuig nieuwe bagagenetten opgehangen. Deze zijn gemaakt van katoenkoord in plaats van hennepkoord. Op 7 oktober 2022 wordt een warm glijlager geconstateerd tijdens een rit naar de SSN in Rotterdam. Het rijtuig wordt in Maarn uit de trein gezet. Het rijtuig wordt op 10 oktober 2022 per dieplader van Maarn naar Apeldoorn overgebracht. Op 11 oktober 2022 gaat het rijtuig naar Beekbergen. In Beekbergen wordt het rijtuig op nooddraaistellen geplaatst. In Apeldoorn worden het draaistell van de 8505 nagekeken en geconstateerd dat er schade is aan een glijlager. Deze wordt vervangen door een nieuw exemplaar. De assen worden bij Reuschling in Hattingen afgedraaid. Deze zullen in het voorjaar van 2023 terugkeren. In de tussentijd zal het draaistel worden nagekeken en opnieuw worden geschilderd. Bussen van het remwerk worden vervangen. De afgenomen treeplanken worden in Beekbergen opnieuw in de beits gezet. Aan het begin van april 2023 komen de assen terug uit Duitsland. Eind april 2023 is het rijtuig weer op de eigen draaistellen gezet.
Cec 8535
In 1974 neemt de VSM het rijtuig B 5240 over van de SHM. Hierbij wordt het rijtuig genummerd naar 3. In 1977 krijgt het rijtuig het nummer 493. In 1985 is het rijtuig terug genummerd naar zijn oorspronkelijke nummer, Cec 8535. In 1993 is het rijtuig voorzien van nieuwe dakbedekking. Tevens wordt het interieur van het rijtuig gereviseerd. In het voorjaar van 1994 wordt begonnen met de technische revisie.
Cec 8536 4 In 1974 neemt de VSM het rijtuig B 5241 over van de SHM. Hierbij wordt het rijtuig genummerd naar 4. In 1977 krijgt het rijtuig het nummer 494. In 1986 is het rijtuig terug genummerd naar zijn oorspronkelijke nummer, Cec 8536. In het najaar van 1993 is het rijtuig voorzien van nieuwe dakbedekking. In 2015 is het rijtuig gereviseerd. Aan de buitenzijde worden slechte stukken vervangen. Onder de ramen en bij de dakrand kwam corrosie voor en is hersteld. Enkele rijen met klinknagels zijn vervangen. Het rijtuig onderging een conserveringsbeurt en de deuren zijn onder handen genomen, waarbij slecht plaatwerk werd vervangen. In het interieur zijn de panelen van de zijwanden onder handen genomen. De banken zijn onder handen genomen. Slecht houtwerk werd vervangen en opnieuw geschilderd of gelakt. De draaistellen zijn gereviseerd, gereinigd en zwart geschilderd. De ramen zijn gangbaar gemaakt en een aantal treeplanken zijn vervangen. Het rijtuig is opnieuw geschilderd. Het rijtuig werd op afgeleverd na de revisie.
mC 9018
In 1997 wordt het rijtuig overgenomen van de SSN.
Op 3 maart 2015 is het rijtuig in Apeldoorn gesloopt. De vrijgekomen onderdelen zullen gebruik gaan worden voor de resterende rijtuigen.
- Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij (ZLSM)
mC 9029
Het rijtuig komt eind 2005 naar de ZLSM. Het rijtuig is overgenomen van het Spoorwegmuseum. De ZLSM wil graag in de toekomst een modelbaan in het rijtuig bouwen. In 2012 wordt het rijtuig echter het doelwit van vandalisme. Zo zijn de ruiten ingegooid en wordt er diverse malen brand gesticht in het rijtuig. In de zomer van 2013 wordt besloten het rijtuig te slopen. In september 2013 is het rijtuig gesloopt.
Overig
- Museum Bevrijdende Vleugels
In 2023 wordt het oorspronkelijke rijtuig mC 9014 door museum Bevrijdende Vleugels in Best overgenomen van de Marrumer IJzeren Spoorweg Maatschappij (M.IJ.S.M.). In juni 2023 gaat het rijtuig van Stadskanaal naar Best. In Best wordt het rijtuig aan de buitenzijde opgeknapt en geschilderd in een grijsgroene kleur met zwarte biezen. Na deze opknapbeurt is het langs een perron geplaatst. De locatie zal in de toekomst worden voorzien van een meer spoorse omgeving.
- Camping de Schaopvolte
Op het voormalige emplacement van het station van Eext worden tussen 1969 en 1972 drie rijtuigen geplaatst bij camping de Schaopvolte. De rijtuigen worden langs de voormalige losplaats neergezet. Deze strook grond wordt van de NS gehuurd door de eigenaar van de camping.
Aec 8514
In 1972 wordt het rijtuig A 5504 naar Eext overgebracht vanuit de werkplaats Leidschendam. Het rijtuig wordt tegenover de mC 9037 geplaatst, waarbij zij samen dienst doen als recreatieruimte. Het rijtuig wordt na aankomst in een bruingele kleur geschilderd. In 20 wordt het rijtuig donkergroen geschilderd met gouden biezen.
Cec 8512
In 1971 wordt het rijtuig B 5222 naar Eext overgebracht vanuit . Samen met rijtuig AB 7544 doet het dienst als bar/kantine “De Halte” op de camping.
mC 9037
Na zijn afvoer in 1967 wordt de voormalige mDW 169309 in 1969 overgebracht naar Eext. Het rijtuig wordt op camping de Schaopvolte neergezet. Het rijtuig wordt na aankomst in een bruingele kleur geschilderd. Het rijtuig doet dienst als kantoor en kampwinkel. Vanaf 1972 doet het rijtuig dienst als recreatieruimte samen met het rijtuig A 5504. In 20 wordt het rijtuig donkergroen geschilderd met gouden biezen.
- Spoorzone Tilburg
Om de herinneringen aan het de voormalige hoofdwerkplaats Tilburg levend te houden, zijn er twee rijtuigen geplaatst op het voormalige terrein. Deze rijtuigen zijn afkomstig van de SGB in Goes.
mCd 9415
Op 11 april 2016 verhuist het rijtuig mCd 9415 van Goes naar Tilburg. Het rijtuig zal samen met de K1 20087, welke ook van de SGB komt, worden opgesteld bij restaurant de Houtloods.
mCd 9443
Op 5 september 2014 is het rijtuig overgebracht van Goes naar de voormalige hoofdwerkplaats Tilburg, waar het naast de polygonale loods is geplaatst als monument. In 2016 wordt het rijtuig verplaatst naar een ander spoor op het voormalige werkplaatsterrein. In juni 2020 is het rijtuig opgeknapt, ontdaan van asbest en verf met chroom-6. Slecht plaatwerk is vervangen of hersteld. Vervolgens is het rijtuig in de groene kleur geschilderd. Op 8 oktober 2020 is het rijtuig overgebracht naar het Spoorpark Tilburg, op de locatie van het voormalige Tilburg Goederen.
Afleverdata
De afleverdata van de Bec 8524 en Bec 8525 zijn van de nieuw gebouwde rijtuigen, ter vervanging van de door brand verwoestte rijtuigen met de zelfde nummers.
Rijtuigen mABD 9001 tot en met mABD 9003
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
mABD 9001 | 1927 | 1927 | ||||
mABD 9002 | 1927 | 1927 | 23 januari 1985 | |||
mABD 9003 | 1927 | 1927 | ||||
mABD 9004 | 1927 | 1927 | november 1966 | november 1968 |
Rijtuigen mBD 9001 tot en met mBD 9030
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
mBD 9001 | 1924 | november 1966 | augustus 1968 | |||
mBD 9002 | 1924 | |||||
mBD 9003 | 1924 | 1966 | november 1968 | |||
mBD 9004 | 1925 | november 1966 | augustus 1968 | |||
mBD 9005 | 1926 | augustus 1992 | ||||
mBD 9006 | 28 juli 1926 | 3 augustus 1926 | n.v.t. (De Rijtuigenloods) | |||
mBD 9007 | 1927 | n.v.t. (NSM) | ||||
mBD 9008 | 1927 | 1979 | ||||
mBD 9009 | 1927 | |||||
mBD 9010 | 1927 | 15 maart 1985 | ||||
mBD 9011 | 1927 | mei 1967 | ||||
mBD 9012 | 1927 | mei 1940 | 1940 | |||
mBD 9013 | 1927 | november 1966 | augustus 1968 | |||
mBD 9014 | 1927 | |||||
mBD 9015 | 1927 | 1987 | ||||
mBD 9016 | 1927 | 1989 | ||||
mBD 9017 | 1927 | augustus 1992 | ||||
mBD 9018 | 1927 | Vermist in WO II | ||||
mBD 9019 | 1927 | |||||
mBD 9020 | 1927 | |||||
mBD 9021 | 1927 | n.v.t. (De Rijtuigenloods) | ||||
mBD 9022 | 1927 | |||||
mBD 9023 | 1927 | Vermist in WO II | ||||
mBD 9024 | 1927 | |||||
mBD 9025 | 1927 | |||||
mBD 9026 | 1927 | 1987 | ||||
mBD 9027 | 1927 | 1966 | 26 december 1968 | |||
mBD 9028 | 1927 | 1979 | ||||
mBD 9029 | 1929 | 1929 | ||||
mBD 9030 | 1929 | november 1966 | 1968 |
Rijtuigen mB4D 9151 tot en met mB4D 9161
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
mB4D 9151 | 1966 | augustus 1968 | ||||
mB4D 9152 | 1974 | 14 februari 1975 | ||||
mB4D 9153 | 1950 | |||||
mB4D 9154 | 6 december 1984 | |||||
mB4D 9155 | 1966 | |||||
mB4D 9156 | november 1966 | augustus 1968 | ||||
mB4D 9157 | 1966 | augustus 1968 | ||||
mB4D 9158 | december 1980 | |||||
mB4D 9159 | Vermist in WO II | |||||
mB4D 9160 | ||||||
mB4D 9161 | 1961 |
Rijtuigen mC 9001 tot en met mC 9047
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
mC 9001 | 1924 | 5 september 1985 | ||||
mC 9002 | 2 mei 1924 | 5 mei 1924 | 1981 | n.v.t. (Stichting 2454 crew) | ||
mC 9003 | maart 1971 | |||||
mC 9004 | 1970 | |||||
mC 9005 | ||||||
mC 9006 | ||||||
mC 9007 | 1979 | |||||
mC 9008 | mei 1973 | |||||
mC 9009 | Vermist in WO II | |||||
mC 9010 | augustus 1992 | |||||
mC 9011 | ||||||
mC 9012 | 1925 | |||||
mC 9013 | ||||||
mC 9014 | 1925 | augustus 1973 | n.v.t. (Marum) | |||
mC 9015 | n.v.t. (SGB) | |||||
mC 9016 | 23 januari 1985 | |||||
mC 9017 | Vermist in WO II | |||||
mC 9018 | 1926 | 3 maart 2015 | ||||
mC 9019 | Vermist in WO II | |||||
mC 9020 | 5 september 1985 | |||||
mC 9021 | 5 september 1985 | |||||
mC 9022 | december 1961 | |||||
mC 9023 | ||||||
mC 9024 | Vermist in WO II | |||||
mC 9025 | Vermist in WO II | |||||
mC 9026 | ||||||
mC 9027 | ||||||
mC 9028 | ||||||
mC 9029 | 1927 | augustus 1973 | 22 september 2013 | |||
mC 9030 | ||||||
mC 9031 | 27 januari 1973 | |||||
mC 9032 | augustus 1992 | |||||
mC 9033 | augustus 1992 | |||||
mC 9034 | 17 november 1981 | |||||
mC 9035 | ||||||
mC 9036 | 4 juli 1985 | |||||
mC 9037 | 1967 | n.v.t. (De Schaopvolte) | ||||
mC 9038 | 1929 | 1929 | 23 september 1988 |
Rijtuigen mCd 9401 tot en met mCd 9447
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
mCd 9401 | 17 november 1981 | |||||
mCd 9402 | ||||||
mCd 9403 | augustus 1992 | |||||
mCd 9404 | 29 april 1998 | |||||
mCd 9405 | ||||||
mCd 9406 | ||||||
mCd 9407 | augustus 1992 | |||||
mCd 9408 | mei 1940 | 1940 | ||||
mCd 9409 | 1928 | 197 | 197 | |||
mCd 9410 | 27 april 1928 | 1 mei 1928 | 1960 | n.v.t. | ||
mCd 9411 | 1928 | augustus 1973 | n.v.t. (NSM) | |||
mCd 9412 | ||||||
mCd 9413 | Vermist in WO II | |||||
mCd 9414 | 1928 | 16 februari 2013 | ||||
mCd 9415 | 1928 | |||||
mCd 9416 | ||||||
mCd 9417 | 1928 | april 1985 | ||||
mCd 9418 | ||||||
mCd 9419 | 1928 | 1928 | ||||
mCd 9420 | januari 1952 | |||||
mCd 9421 | 1928 | 5 september 1985 | ||||
mCd 9422 | 13 juli 1972 | |||||
mCd 9423 | 30 oktober 1967 | |||||
mCd 9424 | 1929 | 1929 | 1947 | 1945 | ||
mCd 9425 | 1991 | |||||
mCd 9426 | Vermist in WO II | |||||
mCd 9427 | augustus 1992 | |||||
mCd 9428 | 15 april 1992 | |||||
mCd 9429 | 26 mei 1986 | |||||
mCd 9430 | 1986 | |||||
mCd 9431 | ||||||
mCd 9432 | 12 mei 1977 | |||||
mCd 9433 | ||||||
mCd 9434 | februari 1973 | |||||
mCd 9435 | Vermist in WO II | |||||
mCd 9436 | augustus 1992 | |||||
mCd 9437 | ||||||
mCd 9438 | ||||||
mCd 9439 | ||||||
mCd 9440 | 1931 | |||||
mCd 9441 | 1987 | |||||
mCd 9442 | 23 september 1988 | |||||
mCd 9443 | n.v.t. (SGB) | |||||
mCd 9444 | ||||||
mCd 9445 | 23 september 1988 | |||||
mCd 9446 | 4 juli 1985 | |||||
mCd 9447 | Vermist in WO II |
Rijtuigen Aec 8501 tot en met Aec 8527
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
Aec 8501 | ||||||
Aec 8502 | 1924 | 1924 | ||||
Aec 8503 | ||||||
Aec 8504 | ||||||
Aec 8505 | ||||||
Aec 8506 | ||||||
Aec 8507 | ||||||
Aec 8508 | 1991 | n.v.t. (VSM) | ||||
Aec 8509 | mei 1940 | 1940 | ||||
Aec 8510 | ||||||
Aec 8511 | ||||||
Aec 8512 | ||||||
Aec 8513 | ||||||
Aec 8514 | n.v.t. (De Schaopvolte) | |||||
Aec 8515 | Vermist in WO II | |||||
Aec 8516 | Vermist in WO II | |||||
Aec 8517 | december 1967 | |||||
Aec 8518 | 1947 | |||||
Aec 8519 | 26 mei 1986 | |||||
Aec 8520 | ||||||
Aec 8521 | ||||||
Aec 8522 | ||||||
Aec 8523 | 1928 | 1972 | 18 november 1974 | |||
Aec 8524 | december 1967 | |||||
Aec 8525 | 28 december 1987 | |||||
Aec 8526 | ||||||
Aec 8527 |
Rijtuigen ABec 8501 tot en met ABec 8511
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
ABec 8501 | ||||||
ABec 8502 | 1947 | |||||
ABec 8503 | ||||||
ABec 8504 | ||||||
ABec 8505 | ||||||
ABec 8506 | 1925 | Vermist in WO II | ||||
ABec 8507 | juli 1969 | |||||
ABec 8508 | ||||||
ABec 8509 | ||||||
ABec 8510 | ||||||
ABec 8511 | februari 1931 |
Rijtuigen Bec 8501 tot en met Bec 8533
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
Bec 8501 | 1924 | n.v.t. (VSM) | ||||
Bec 8502 | 1947 | |||||
Bec 8503 | 1923 | 19 december 1923 | ||||
Bec 8504 | 1923 | 6 december 1923 | mei 1940 | 1940 | ||
Bec 8505 | 1924 | 17 maart 1924 | januari 1952 | |||
Bec 8506 | 1924 | 17 maart 1924 | ||||
Bec 8507 | 1923 | 6 december 1923 | ||||
Bec 8508 | december 1923 | 6 december 1923 | augustus 1973 | 15 oktober 1979 | ||
Bec 8509 | 1923 | 8 november 1923 | augustus 1973 | n.v.t. (SGB) | ||
Bec 8510 | 1923 | 8 november 1923 | ||||
Bec 8511 | 1923 | 19 december 1923 | ||||
Bec 8512 | 1923 | 19 december 1923 | augustus 1952 | |||
Bec 8513 | 22 juli 1971 | 21 december 1971 | ||||
Bec 8514 | Vermist in WO II | |||||
Bec 8515 | ||||||
Bec 8516 | 1926 | november 1968 | ||||
Bec 8517 | Vermist in WO II/november 1988 | |||||
Bec 8518 | ||||||
Bec 8519 | 1926 | |||||
Bec 8520 | 1926 | |||||
Bec 8521 | 1926 | december 1967 | ||||
Bec 8522 | 1926 | augustus 1986 | ||||
Bec 8523 | 1926 | augustus 1992 | ||||
Bec 8524 | 1927 | |||||
Bec 8525 | 1927 | |||||
Bec 8526 | ||||||
Bec 8527 | ||||||
Bec 8528 | ||||||
Bec 8529 | ||||||
Bec 8530 | 1987 | |||||
Bec 8531 | ||||||
Bec 8532 | 1930 | 15 april 1992 | ||||
Bec 8533 | 1930 |
Rijtuigen Cec 8501 tot en met Cec 8555
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie (groot) | Uit revisie (groot) | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
Cec 8501 | 1924 | 12 februari 1973 | 25 oktober 1978 | |||
Cec 8502 | 1924 | 28 april 1972 | ||||
Cec 8503 | 1925 | juni 1973 | ||||
Cec 8504 | 7 juli 1972 | |||||
Cec 8505 | 1925 | 1 oktober 1972 | ||||
Cec 8506 | 3 november 1925 | 18 november 1925 | 1972 | |||
Cec 8507 | ||||||
Cec 8508 | 1925 | 1 oktober 1972 | 20 oktober 1978 | |||
Cec 8509 | juli 1925 | |||||
Cec 8510 | ||||||
Cec 8511 | 10 maart 1971 | 11 mei 1972 | ||||
Cec 8512 | n.v.t. (De Schaopvolte) | |||||
Cec 8513 | Vermist in WO II | |||||
Cec 8514 | 1927 | |||||
Cec 8515 | ||||||
Cec 8516 | Vermist in WO II | |||||
Cec 8517 | 1927 | 1971 | 28 december 1987 | |||
Cec 8518 | 19 | |||||
Cec 8519 | december 1971 | mei 1972 | ||||
Cec 8520 | ||||||
Cec 8521 | ||||||
Cec 8522 | ||||||
Cec 8523 | Vermist in WO II | |||||
Cec 8524 | 1927 | 1 oktober 1972 | n.v.t. (SGB) | |||
Cec 8525 | ||||||
Cec 8526 | 13 juli 1972 | |||||
Cec 8527 | ||||||
Cec 8528 | mei 1972 | 23 mei 1972 | ||||
Cec 8529 | ||||||
Cec 8530 | Vermist in WO II | |||||
Cec 8531 | ||||||
Cec 8532 | 1969 | |||||
Cec 8533 | 1928 | 1 oktober 1972 | n.v.t. (SGB) | |||
Cec 8534 | mei 1940 | 1940 | ||||
Cec 8535 | 1929 | augustus 1973 | ||||
Cec 8536 | 1929 | augustus 1973 | ||||
Cec 8537 | 1930 | |||||
Cec 8538 | 1930 | Vermist in WO II | ||||
Cec 8539 | 1930 | |||||
Cec 8540 | 1930 | Vermist in WO II | ||||
Cec 8541 | 1930 | 11 februari 1971 | juli 1971 | |||
Cec 8542 | 1930 | |||||
Cec 8543 | 1931 | 1972 | n.v.t. (SGB) | |||
Cec 8544 | Vermist in WO II | |||||
Cec 8545 | ||||||
Cec 8546 | 1931 | 4 oktober 1985 | ||||
Cec 8547 | 17 mei 1972 | november 1972 | ||||
Cec 8548 | 10 mei 1972 | 9 augustus 1972 | ||||
Cec 8549 | 1971 | 23 augustus 1971 | ||||
Cec 8550 | Vermist in WO II | |||||
Cec 8551 | januari 1962 | januari 1962 | ||||
Cec 8552 | 21 december 1971 | |||||
Cec 8553 | 1931 | augustus 1973 | n.v.t. (NSM) | |||
Cec 8554 | ||||||
Cec 8555 |
Rijtuigen Ces 8101 tot en met Ces 8103
Nummer | Aflevering | In dienst | In revisie | Uit revisie | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|---|---|
Ces 8101 | 1927 | januari 1960 | november 1971 | |||
Ces 8102 | 1927 | |||||
Ces 8103 | 1927 |
Rijtuigen | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Tussen Cursief betekent buiten dienst bij deze vervoerder of niet meer actief als vervoerder. Tussen ›› ‹‹ betekent plan maar nooit gebouwd. |
Treinstammen |
---|
Cursief betekent buiten dienst bij deze vervoerder. |
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|