ZHESM-materieel
In 1908 reed in Nederland de eerste elektrische trein van Rotterdam Hofplein naar Den Haag Hollands Spoor via Pijnacker.
Inhoud
Geschiedenis
Op 4 januari 1900 werd de ZHESM (Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij) opgericht. Dit was de eerste spoorwegmaatschappij die met elektrische treinen de diensten gaat exploiteren. Zij hebben hiervoor de trajecten Den Haag Hollands Spoor - Scheveningen en Den Haag Loolaan - Rotterdam Hofplein via Pijnacker geopend, de Hofpleinlijn. Het eerste traject werd op 1 mei 1907 geopend en geëxploiteerd met stoomtractie. Op 1 oktober 1908 vond de opening plaats van het tweede traject. Dit traject werd geëlektrificeerd met 10.000 volt eenfase wisselstroom met een frequentie van 25 hertz. De centrale voor de opwekking van de elektriciteit bevond zich in Leidschendam. Het eerste rijtuig, de BC 1, werd in januari 1908 afgeleverd. De rijtuigen BC 2 - BC 10 volgden in februari en maart van 1908. Per 1 oktober 1908 ging tevens de exploitatie over naar de HSM en op 1 januari 1923 werd de ZHESM opgenomen in de HSM. Door het succes van de nieuwe rijtuigen en de stroom mensen die het aantrok, werden in 1911 twee mBC rijtuigen besteld en in 1914 werden twee mB rijtuigen bijbesteld. Dit bleek nog niet voldoende om alle reizigers te kunnen vervoeren, zodat vanaf 1912 materieel van de HSM werd gehuurd. In de periode 1912 - 1944 in totaal 8 rijtuigen uit de serie 1100, de latere NS serie BC 8000, gehuurd. Dit waren vier-assige rijtuigen die geschikt waren voor diensten achter stoomlocomotieven en reden tussen Amsterdam en Zandvoort. Deze rijtuigen zijn donkergroen geschilderd en kregen daarom de naam "Groene Zandvoorters".
De rijtuigen werden door J.J. Beijnes in Haarlem gebouwd en waren afgeleid van een Amerikaans ontwerp. De motoren en elektrische uitrusting werden geleverd door het Duitse Siemens-Schuckert Werke. De motoren gaven veel problemen door oververhitting, omdat de weerstandswikkelingen niet bestand waren tegen het vele in- en uitschakelen bij de haltes onderweg. Als remedie hierop werden stationnementen ingevoerd van 20 minuten in Den Haag om de motoren te laten afkoelen. Dit kost de ZHESM wel een extra treinstel dan voorzien. De rijtuigen hadden een luxueuze uitstraling. De motorrijtuigen konden in treinschakeling rijden en waren daartoe uitgerust met stuurstroomkabels.
Technische gegevens
De rijtuigen hebben een lengte van 18,6 meter. De motorrijtuigen hebben een gewicht variërend van tot ton. De tussenrijtuigen hebben een gewicht van ton. De motorrijtuigen zijn elk voorzien van twee tractiemotoren. De motoren van Siemens-Schuckert Werke zijn van het type . Zij leveren per stuk een vermogen van 132 kW (180 pk) met omwentelingen per minuut. In totaal heeft een motorrijtuig de beschikking over 264 kW (360 pk). De motoren zijn opgehangen volgens de tramophanging. Hierbij rust de tractiemotor aan een zijde met rollagers op de as. De motoras wordt aangedreven door een rondsel dat in een vast tandwiel op de wielas grijpt. De motoren worden maximaal gevoed met 337,5 Volt. De rijtuigen mB 9013 en mB 9014 krijgen bij hun ombouw naar 1.500 Volt tractiemotoren van Siemens-Schuckert Werke, type . Deze motoren leveren een vermogen van 165 kW (225 pk) per stuk. Hiermee hebben de rijtuigen een totaal vermogen van 660 kW (900 pk). Deze motoren zijn uitgevoerd met rollagers in plaats van de gebruikelijke glijlagers.
De rijtuigen zijn ontworpen voor een snelheid van kilometer per uur. In de normale treindienst zal een snelheid van 90 kilometer per uur worden aangehouden. Afhankelijk van het soort rijtuig, beschikt een rijtuig over 32 tot 88 zitplaatsen. Onder de motorrijtuigen is een compressor opgenomen. Deze kan liter lucht per minuut leveren. Deze lucht wordt gebruikt voor de luchtdrukrem en diverse elektro-pneumatische apparatuur. De asindeling van de motorrijtuigen is Bo'2'. De tussenrijtuigen hebben als asindeling 2'2'.
Uitvoering
De rijtuigen zijn opgebouwd uit een ijzeren frame. Op dit frame is een houten bak geplaatst, met metalen buitenwanden. De onderbalken zijn van eiken en de staanders zijn van teak. Voor de stijfheid is het onderstel voorzien van een vloer. Het onderstel vormde een aparte constructie ten opzichte van de bak opbouw. Het dak is van hout en voorzien van een lichtkap. De motorrijtuigen zijn aan beide zijden voorzien van een cabine met stuurstand. De inrichting van de cabine is afgeleid van de elektrische trams die op dat moment waren afgeleverd. De tussenrijtuigen hebben aan de uiteinden een balkon, vanwaar uit over het spoor kon worden uitgekeken. De vloer werd afgedekt met , waar bovenop was gelegd, terwijl de onderzijde werd voorzien van geluiddempende . Aan de buitenzijde is het mogelijk door middel van koersborden aan de buitenzijde onder de ramen de bestemming en route aan te geven. De bufferbalken zijn voorzien van normaal stoot- en trekwerk. Op de bufferbalk zijn ook de stuurstroomkabels aangebracht, zodat alle rijtuigen aan elkaar gekoppeld kunnen worden en de commando’s vanaf de voorste cabine kan worden doorgegeven naar achterop lopende motorrijtuigen. De stroomafnemers zijn afgeleid van tram stroomafnemers, met een sleper die in de rijrichting mee omklapt.
De besturing geschiedde
De rijtuigen waren zijn voorzien van open afdelingen in het interieur. Deze werden gescheiden door middel van tussenschotten met schuifdeuren. Op deze manier ontstonden compartimenten met vier plaatsen. In het interieur is gebruik gemaakt van djatihout voor de zichtbare, blanke panelen. Het paneelwerk is bekleed. Voor de verlichting wordt gebruik gemaakt van gloeilampen. Deze worden afgeschermd met lichtschermen. In het interieur werden Jugendstil motieven aangebracht. De rijtuigen zijn voorzien van verwarmingselementen die onder de banken zijn geplaatst. Deze zijn aangesloten op de leiding. In de derde klasse zijn houten banken te vinden, in de opstelling in de breedterichting. In de tweede klas zijn de banken bekleed met , in de opstelling in de breedterichting. De deuren waren geplaatst aan de kopeinden. Dit waren vanaf de aflevering dubbele klapdeuren van mahoniehout. Vanaf 19 werden dit enkele klapdeuren.
De rijtuigen zijn in het olijfgroen/crème afgeleverd met een belijning in Jugendstil motief. De rijtuigen zijn na 192 geschilderd in een donkergroene kleur, omdat de lichte kleur nogal snel vervuilde. Onder het tweede raam van het uiteinde is de klasse aanduiding aangebracht. Het rijtuignummer is aangebracht boven de zijramen van de cabine.
De draaistellen waren van het Pruisische type Görlitz. De aspotten zijn voorzien van glijlagers. De draaistelcode van de draaistellen is . Na de ombouw voor 1.500 Volt krijgen de motorrijtuigen nieuwe draaistellen, type M. Voor de beremming zijn de rijtuigen voorzien van een éénleidingrem met Knorr remkraan. Tevens is op een balkon een handrem aanwezig.
BC 1 - BC 11
B 51 - B 62
C 101 - C 109
Inzet
Op 1 oktober 1908 werden de eerste rijtuigen ingezet tussen Rotterdam Hofplein en Den Haag Hollands Spoor. De inzet ging niet zonder slag of staat en diverse kinderziekten speelden de treinen parten. Uiteindelijk lukt het de ZHESM om de problemen met de motoren en de isolatoren van de bovenleiding te overwinnen en wordt de treindienst een betrouwbare verbinding. Met ingang van 1 mei 1909 werd het lijnennet uitgebreid met de lijn Den Haag Hollands Spoor - Scheveningen Kurhaus. Omdat het een nieuwe manier van treinreizen is, trekt de verbinding veel mensen die graag eens met de trein willen reizen. De vanwege de drukte ingelegde stoomtreinen reden veelal leeg op deze verbinding.
In 1927 worden drie tweerijtuigstammen geformeerd, bestaande uit een mBD en een Ces. Deze doen dienst tussen Den Haag Hollands Spoor en Scheveningen. In 1928 worden twee van deze stammen verlengd tot drierijtuigstammen door het toevoegen van een mBC rijtuig.
Begin jaren '30 wordt de maximumsnelheid verlaagd tot 80 kilometer per uur, gezien hun houten bakconstructie. Bij een ongeluk kan deze verbrijzelen, met veel slachtoffers als gevolg.
Het materieel deed dienst op de Hofpleinlijn tot aan de Spoorwegstaking in september 1944. De laatste jaren gingen wel met moeite, als gevolg van slijtage en de moeilijke verkrijgbaarheid van onderdelen. Veel rijtuigen werden naar Duitsland overgebracht om daar dienst te doen. Na de oorlog kwamen enkele rijtuigen terug, soms in desolate toestand. Andere rijtuigen zijn niet meer terug gevonden en afgevoerd. Er was in 1945 nog maar 1 rijtuig rijvaardig en dat was de mBC 9911. Van 1 januari 1946 tot en met juli 1946 waren alleen de mBC 9911 en Ces 8043 beschikbaar voor de diensten van het voormalige ZHESM materieel op de deels herstelde Hofpleinlijn. Vanaf juli 1946 werd de mBC 9911 gebruikt om konvooien te rijden tussen de werkplaatsen van Leidschendam en Haarlem. Na de oorlog werden de rijtuigen verdreven van hun stamlijn. De motorrijtuigen kwamen niet meer in aanmerking voor herstel in de elektrische dienst. De beschikbare motorrijtuigen hebben nog enkele jaren dienst gedaan als getrokken rijtuig, ontdaan van hun elektrische installatie. De getrokken rijtuigen werden tot in de jaren '50 ingezet in stoomtreinen. Zo worden een aantal rijtuigen vanaf 1947 ingezet in de lokaaltreinen vanuit Zwolle naar Emmen en Enschede. Om van verlichting te worden voorzien, zijn tussen twee rijtuigen een voormalige drie-assige bagagewagen uit de serie DIII 4001 - 4098 (4006, 4066 of 4072) geplaatst. In deze wagens zijn accu's geplaatst om de rijtuigen van stroom te voorzien. Het motorrijtuig mBC 9911 heeft tot 1957 dienst gedaan als konvooiwagen. Na zijn afvoer werd het rijtuig opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum in Utrecht.
Onderhoud
Vanaf de instroom van de rijtuigen zijn zij in onderhoud in de werkplaats Leidschendam.
Revisie
Bijzondere uitvoeringen
- De rijtuigen mB 9013 en mB 9014 werden in 1925 gebruikt in een proeftrein met een gelijkspanningsinstallatie voor 1.500 Volt. De rijtuigen werden hierbij vernummerd naar mB 9031 en mB 9032. Deze installatie is eveneens afkomstig van Siemens Schuckert Werke. De NS had inmiddels besloten om ook andere spoorlijnen te gaan elektrificeren. Dit waren onder andere de Oude Lijn en aanverwante spoorlijnen in Noord Holland. Men koos hiervoor om het modernere 1.500 Volt gelijkstroom te gebruiken in plaats van de 10.000 Volt wisselstroom, zoals die op de Hofpleinlijn werd gebruikt.
Wijzigingen
- De rijtuigen mBC 5 en mBC 6 worden in 1922 verbouwd tot tweede klas rijtuig. Zij worden hierbij vernummerd naar mB 9013 en mB 9014, in aansluiting op de mB's 9001 - 9012.
- In augustus 1925 worden de motorrijtuigen mB 9013 en mB 9014 uit de dienst genomen om voorzien te worden van een 1.500 Volt gelijkspanningsinstallatie van Siemens Schuckert Werke. Dit gebeurd in de hoofdwerkplaats Haarlem. Ook krijgen de rijtuigen nieuwe zwanehalsdraaistellen van Hawa met vier tractiemotoren. Tijdens deze ombouw wordt het interieur gewijzigd, zodat zij weer worden voorzien van een derde klas. Zij werden hierop afgeleverd als mBC 9031 en mBc 9032.
- Op 15 april 1926 werd opdracht gegeven om de motorrijtuigen om te bouwen naar 1.500 volt gelijkspanning. Deze wijziging moest uitgevoerd worden voor de zomerdienst van 1927. De rijtuigen werden hierbij voorzien van nieuwe draaistellen en nieuwe motoren. De motordraaistellen waren van het zwanenhalstype M, dat ook gebruikt werd onder de motorrijtuigen Materieel'24, dat op dat moment in aflevering was. De tractiemotoren waren afkomstig van Heemaf of Vickers. Er werden per draaistel twee tractiemotoren geplaatst, gelijk aan de motorrijtuigen Materieel'24. De technische installatie werd eveneens vervangen, net zo als de stroomafnemers. De wagenbak werd zo veel mogelijk gedemonteerd en opnieuw opgebouwd. Tevens vond een aanpassing plaats aan het interieur en exterieur. De rijke details die de rijtuigen hadden, werden zo veel mogelijk weggelaten. De rijtuigen bleven hun groen\crème kleurstelling behouden. De rijtuigen zijn tussen april 1926 en juni 1927 verbouwd. In deze periode zijn de rijtuigen allemaal aan de kant gezet, gedeeltelijk in Scheveningen.
- In 1927 worden de mB's 9010 - 9012 verbouwd tot mBD 9401 - 9403 en de C 8007 - 8009 verbouwd tot stuurstandrijtuig Ces 8041 - 8043.
- In 1928 worden de rijtuigen mB 9031 en mB 9032 voorzien van een Heemaf tractie installatie. Bij deze verbouwing wordt de tweede stroomafnemer verwijderd. Tegelijkertijd worden zij ingericht tot mBC rijtuig.
- In 1930 worden worden de mBC rijtuigen 9001 - 9009 verbouwd tot derde klas rijtuig mC 9900.
- In 193 worden de rijtuigen mBC 9910 en mBC 9911 voorzien van een tweede stroomafnemer.
- Vanaf 193 worden de rijtuigen geschilderd in het donkergroen, met zwarte biezen.
Ombouw van mBC naar mB
In 1922 worden twee rijtuigen mBC verbouwd en ingericht al geheel tweede klas rijtuig. Zij worden vast genummerd in de nummerserie mB 9000, zoals de mB rijtuigen vanaf januari 1923 genummerd zullen gaan worden.
Nummer mB | Nummer mBC | Ombouw in | Aflevering/In dienst |
---|---|---|---|
mB 9013 | mBC 5 | 1922 | |
mB 9014 | mBC 6 | 1922 |
Ombouw van mB naar mBD
In 1927 worden drie tweerijtuigstammen geformeerd voor de dienst tussen Den Haag Hollands Spoor en Scheveningen. Hiervoor werden drie mB's verbouwd tot mBD rijtuig serie 9950. Twee compartimenten worden vervangen door een bagage afdeling met een schuifdeur aan de buitenzijde.
Nummer mBD | Nummer mB | Ombouw in | Aflevering/In dienst |
---|---|---|---|
mBD 9951 | mB 9010 | ||
mBD 9952 | mB 9011 | 1927 | |
mBD 9953 | mB 9012 | 1927 |
Ombouw van C naar Ces
In 1927 worden drie tweerijtuigstammen geformeerd voor de dienst tussen Den Haag Hollands Spoor en Scheveningen. Hiervoor werden drie C rijtuigen verbouwd tot stuurstandrijtuig Ces serie 8040. Aan een zijde werd een balkon ingericht als stuurstand.
Nummer C | Nummer Ces | Ombouw in | Aflevering/In dienst |
---|---|---|---|
Ces 8041 | C 8007 | ||
Ces 8042 | C 8008 | 1927 | |
Ces 8043 | C 8009 | 1927 |
Ombouw van mB naar mBC
In 1928 worden de rijtuigen mB 9031 en mB 9032 verbouwd en ingericht tot mBC rijtuigen. Tegelijkertijd worden de tractie installatie van SSW vervangen door een tractie installatie van Heemaf. Tegelijkertijd werd een stroomafnemer verwijderd.
Nummer mBC | Nummer mB | Ombouw in | Aflevering/In dienst |
---|---|---|---|
mBC 9010 | mB 9031 | 1928 | |
mBC 9011 | mB 9032 | 1928 |
Ombouw van mBC naar mC
In 1930 worden de negen resterende 9 mBC rijtuigen verbouwd naar geheel derde klas rijtuigen. De rijtuigen worden genummerd mC 9901 - mC 9909
Nummer mC | Nummer mBC | Ombouw in | Aflevering/In dienst |
---|---|---|---|
mC 9901 | mBC 9001 | ||
mC 9902 | mBC 9002 | ||
mC 9903 | mBC 9003 | ||
mC 9904 | mBC 9004 | ||
mC 9905 | mBC 9009 | ||
mC 9906 | mBC 9006 | ||
mC 9907 | mBC 9007 | ||
mC 9908 | mBC 9008 | ||
mC 9909 | mBC 9009 |
Vernummeringen
Door de verbouwing van de mBC 5 en mBC 6 tot volledig tweede klas rijtuig in 1922, werden zij vernummerd in aansluiting op de bestaande tweede klas rijtuigen volgens de nieuwe NS nummering.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
mB 9013 | mBC 5 | 1922 |
mB 9014 | mBC 6 | 1922 |
Bij de samenvoeging van het materieel van de SS en HSM werd al het bestaande materieel vanaf januari 1923 vernummerd in aaneensluitende series.
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
---|---|---|
mBC 9001 | BC 1 | januari 1923 |
mBC 9002 | BC 2 | januari 1923 |
mBC 9003 | BC 3 | januari 1923 |
mBC 9004 | BC 4 | januari 1923 |
mBC 9005 | BC 7 | januari 1923 |
mBC 9006 | BC 8 | januari 1923 |
mBC 9007 | BC 9 | januari 1923 |
mBC 9008 | BC 10 | januari 1923 |
mBC 9009 | BC 11 | januari 1923 |
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
mB 9001 | B 51 | januari 1923 |
mB 9002 | B 52 | januari 1923 |
mB 9003 | B 53 | januari 1923 |
mB 9004 | B 54 | januari 1923 |
mB 9005 | B 55 | januari 1923 |
mB 9006 | B 56 | januari 1923 |
mB 9007 | B 57 | januari 1923 |
mB 9008 | B 58 | januari 1923 |
mB 9009 | B 59 | januari 1923 |
mB 9010 | B 60 | januari 1923 |
mB 9011 | B 61 | januari 1923 |
mB 9012 | B 62 | januari 1923 |
Nieuw nummer | Oorspronkelijk nummer | Datum |
C 8001 | C 101 | januari 1923 |
C 8002 | C 102 | januari 1923 |
C 8003 | C 103 | januari 1923 |
C 8004 | C 104 | januari 1923 |
C 8005 | C 105 | januari 1923 |
C 8006 | C 106 | januari 1923 |
C 8007 | C 107 | januari 1923 |
C 8008 | C 108 | januari 1923 |
C 8009 | C 109 | januari 1923 |
In 1925 worden de mB rijtuigen 9013 en 9014 vernummerd, wanneer zij voorzien worden van een nieuwe gelijkstroom tractie installatie van SSW. Zij krijgen de nummers de mB 9031 en mB 9032.
Nummer mB | Nummer mB | Datum |
---|---|---|
mB 9031 | mB 9013 | 1925 |
mB 9032 | mB 9014 | 1925 |
In 1928 krijgen de motorrijtuigen mB 9031 en mB 9032 een tractie installatie van Heemaf. Zij worden gebruikt om de tweewagenstellen tussen Den Haag en Scheveningen te verlengen tot driewagenstellen.
Nummer mB | Nummer mBC | Datum |
---|---|---|
mBC 9010 | mB 9031 | 1928 |
mBC 9011 | mB 9032 | 1928 |
In 1930 krijgen de motorrijtuigen mBC 9010 en mBC 9011 nieuwe nummers.
Nummer mBC | Nummer mBC | Datum |
---|---|---|
mBC 9910 | mBC 9010 | 1930 |
mBC 9911 | mBC 9011 | 1930 |
Met de ombouw van de tractie installatie van 10.000 Volt naar 1.500 Volt in 1926, werd het materieel nogmaals vernummerd. De rijtuigen uit de serie mB 9010 - mB 9012 krijgen tegelijkertijd een bagageruimte ingebouwd.
Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1927 | Nummer vanaf 1932 | Opmerkingen |
---|---|---|---|
BC 1 | mBC 9001 | ||
BC 2 | mBC 9002 | ||
BC 3 | mBC 9003 | ||
BC 4 | mBC 9004 | ||
BC 5 | mB 9013 | ||
BC 6 | mB 9014 | ||
BC 7 | mBC 9005 | ||
BC 8 | mBC 9006 | ||
BC 9 | mBC 9007 | ||
BC 10 | mBC 9008 | ||
BC 11 | mBC 9009 | ||
Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1927 | Opmerkingen | |
B 51 | mB 9001 | ||
B 52 | mB 9002 | ||
B 53 | mB 9003 | ||
B 54 | mB 9004 | ||
B 55 | mB 9005 | ||
B 56 | mB 9006 | ||
B 57 | mB 9007 | ||
B 58 | mB 9008 | ||
B 59 | mB 9009 | ||
B 60 | mBD 9401 | ||
B 61 | mBD 9402 | ||
B 62 | mBD 9403 |
Bij de motorrijtuigen vindt het onderhoud plaats op basis van de afgelegde kilometers. In 1930 beginnen de Nederlandse Spoorwegen hun kilometeradministratie te automatiseren met behulp van mechanische telsystemen. Deze telsystemen kunnen echter geen onderscheid maken tussen letters maar wel tussen cijfers en dus dienden de motorrijtuigen een uniek nummer te krijgen. Om deze reden worden de motorrijtuigen in 1930 vernummerd.
Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1930 | Opmerkingen |
---|---|---|
mBC 9001 | mC 9901 | |
mBC 9002 | mC 9902 | |
mBC 9003 | mC 9903 | |
mBC 9004 | mC 9904 | |
mB 9013 | mBC 9910 | |
mB 9014 | mBC 9911 | |
mBC 9005 | mC 9905 | |
mBC 9006 | mC 9906 | |
mBC 9007 | mC 9907 | |
mBC 9008 | mC 9908 | |
mBC 9009 | mC 9909 | |
Oorspronkelijk nummer | Nummer vanaf 1930 | Opmerkingen |
mB 9001 | mB 9925 | |
mB 9002 | mB 9926 | |
mB 9003 | mB 9927 | |
mB 9004 | mB 9928 | |
mB 9005 | mB 9929 | |
mB 9006 | mB 9930 | |
mB 9007 | mB 9931 | |
mB 9008 | mB 9932 | |
mB 9009 | mB 9933 | |
mBD 9401 | mBD 9951 | |
mBD 9402 | mBD 9952 | |
mBD 9403 | mBD 9953 |
Schadegevallen
- Op 23 december 1932 ontspoort motorrijtuig mBC 9 als gevolg van een foutieve wisselstand. Het motorrijtuig was samen met rijtuig C 9 als trein onderweg van naar .
- Op 9 maart 1944 wordt rijtuig mBD 9953 getroffen een warmloper en brandde hierdoor geheel uit. Het rijtuig stond op dat moment in Rotterdam Hofplein.
Afvoer
Door oorlogshandelingen werden in 19 een aantal rijtuigen afgevoerd. Zij waren dermatig beschadigd dat herstel niet meer lonend werd geacht of omdat zij nooit meer werden terug gevonden. Tevens werden een aantal rijtuigen aangewezen om dienst te doen als noodwoning als gevolg van de woningnood na de Tweede Wereldoorlog.
Sloop
In februari 1972 wordt door de oud bewoners van de mB 9925 begonnen met de sloop van dit rijtuig. Het rijtuig moet plaats voor uitbreiding van . Medio februari 1972 is het rijtuig gesloopt.
Gevolgen van de Tweede Wereldoorlog
Met uitzondering van de rijtuigen die bij het bombardement op Rotterdam Hofplein verloren waren gegaan en de mBD 9953, blijven alle rijtuigen tot aan de Spoorwegstaking van 17 september 1944. Na die dag is veel materieel naar Duitsland en Polen weggevoerd. Bijna alle rijtuigen die zijn weggevoerd, zijn min of meer beschadigd teruggekomen naar Nederland. Alle motorrijtuigen waren defect. Na de bevrijding waren slechts twee rijtuigen direct rijvaardig te maken. Dit waren de mBC 9911 en Ces 8043. De schade van de mBC 9911 bestond uit 25 kapotte ruiten, 11 uitgesneden zittingen, 8 uitgenomen tussenschotten, beschadigd remwerk en een meter ontbrak in de cabine. Het rijtuig wordt op 8 november 1945 hersteld afgeleverd. De schade aan de Ces 8043 bestond uit uitgesneden gordijnen en een los ventilatieraam. De cabine was intact gebleven. Op 29 oktober 1945 wordt dit rijtuig afgeleverd. De beide rijtuigen komen op 1 januari 1946 weer in dienst. De ruiten van rijtuig mBC 9911 zijn provisorisch hersteld met triplex en glas.
Bombardementen
- Op 14 mei 1940 werd het station Rotterdam Hofplein getroffen door een Duits bombardement. Het station werd hierbij volledig verwoest, evenals het aldaar aanwezige materieel. Van het voormalige ZHESM materieel waren de rijtuigen mC 9902, mB 9928 en C 8003 aanwezig. Ook waren de voormalige HSM rijtuigen C 8020 en BC 8005 aanwezig. Deze waren door de HSM aan de ZHESM verhuurd.
Afvoer naar het oosten
In de Tweede Wereldoorlog zijn bijna alle rijtuigen afgevoerd naar het Oostblok. Het overgrote deel hiervan keerde beschadigd terug naar Nederland. Vier motorrijtuigen blijven vermist. Dit zijn de mC 9907, mBC 9910, mB 9926 en mBD 9952. De vier rijtuigen worden administratief in 1947 afgevoerd. De rijtuigen mC 9905, mC 9906, mB 9925, mB 9927, mB 9930 en mB 9933 maakten kans om hersteld te worden, maar vanwege hun houten constructie zijn de rijtuigen niet meer van die tijd. Ook de hoge kosten voor het herstel speelden een rol. Andere rijtuigen die niet meer in aanmerking kwamen voor herstel, werden in Maarn bij de zanderij verzameld en verkocht als noodwoning. Dit waren de rijtuigen mC 9901 (Bosch en Duin), mC 9903 (Huis ter Heide), mC 9904 (Maastricht), mC 9905 (Rijsoord), mC 9906 (Huis ter Heide), mC 9909 (Crailo), mB 9925 (Utrecht), mB 9927 (Den Dolder), mB 9929 (Crailo), mB 9930 (Feijenoord), mB 9931 (Amsterdam), mB 9932 (Gronsveld), mB 9933 (Amersfoort), Ces 8043 (Utrecht). Op deze manier werd getracht het tekort aan woningen na de Tweede Wereldoorlog te verminderen. Niet verkochte rijtuigen zijn alsnog gesloopt.
- De mC 9901 keerde na de oorlog terug uit Duitsland, maar werd niet hersteld. Het rijtuig werd ontdaan van zijn draaistellen en als noodwoning geplaatst in Bosch en Duin.
- De mC 9905 keerde na de oorlog terug uit Duitsland, maar werd niet hersteld. Het rijtuig werd ontdaan van zijn draaistellen en als noodwoning geplaatst in Rijsoord.
- De mC 9906 keerde na de oorlog terug uit Duitsland, maar werd niet hersteld. Het rijtuig werd ontdaan van zijn draaistellen en als noodwoning geplaatst in Huis ter Heide.
- De mB 9925 is op naar het oosten weggevoerd. Op 4 januari 1946 keert het rijtuig terug naar Nederland. De schade aan het rijtuig betrof kapotte ruiten en verwijderde zittingen. Het licht beschadigde rijtuig werd in Nijmegen neergezet met een aantal andere rijtuigen. Op 21 januari 1946 wordt het rijtuig naar Hoogkarspel overgebracht. Op 17 juli 1947 is het rijtuig naar Maarn overgebracht, samen met de . Op 19 oktober 1947 wordt het rijtuig naar Haarlem overgebracht voor eventueel herstel, waar later alsnog van wordt afgezien. Het rijtuig wordt officieel terzijde gesteld en keert terug naar Maarn. Het rijtuig wordt verkocht als noodwoning en eind 1949 wordt het nog van een gedeeltelijk van interieur voorziene rijtuig naar de Cartesiusweg in Utrecht overgebracht. Hier wordt het interieur uitgebroken en ingericht als woning. In 1967 is het rijtuig verplaatst als gevolg van de uitbreiding van de Spoorstaaf Las Inrichting. De nog onder het rijtuig aanwezige draaistellen worden hierbij gedemonteerd en naar Werkspoor gebracht. In februari 1972 is het rijtuig gesloopt.
- De mB 9927 keerde na de oorlog terug uit Duitsland, maar werd niet hersteld
- De mB 9930 keerde na de oorlog terug uit Duitsland, maar werd niet hersteld
- De mB 9933 keerde na de oorlog terug uit Duitsland, maar werd niet hersteld
- De mBD 9952 wordt in 194 weggevoerd richting Duitsland. Het rijtuig wordt in 1947 als vermist afgevoerd. In juni 1992 wordt het rijtuig echter gevonden in het Duitse Geestgottburg. Het rijtuig was tot 1976 in gebruik als werkwagen voor het baanonderhoud. Het rijtuig heeft hierbij het nummer 60 50 99 54 668-7 gekregen. Na afvoer wordt het rijtuig in Geestgottberg neergezet. In 1983 wordt het rijtuig op een ongebruik kopspoor neergezet. In juni 1992 wordt het rijtuig ontdekt en wordt het Spoorwegmuseum in Utrecht getipt. In april 1993 wordt het rijtuig door het Nederlands Spoorweg Museum gekocht.
Museummaterieel
Van de 31 gebouwde rijtuigen, is er 1 bewaard gebleven in de originele toestand. Een rijtuig heeft jarenlang dienst gedaan als noodwoning en in 1990 wordt een vermist rijtuig in Duitsland terug gevonden.
- Noodwoning
BC 1
Vlakbij de voormalige halte Bosch en Duin aan de voormalige spoorlijn De Bilt - Zeist is de voormalige mC 9901 geplaatst als noodwoning. De woning bevalt goed en stond er in 2009 nog. Van buiten is deze pionier van de elektrische tractie nog altijd duidelijk herkenbaar als een ZHESM-rijtuig. In april 2015 is het rijtuig alsnog gesloopt.
- Spoorwegmuseum
Het spoorwegmuseum in Utrecht heeft de beschikking over 1 motorrijtuig. Daarnaast heeft het de mogelijkheid gekregen om een voormalig motorrijtuig uit Duitsland terug te laten keren, maar heeft daar van af gezien.
BC 6
Nadat de mBC 9911 in 1957 buiten dienst ging, werd het opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum. In 1967 werd het rijtuig naar de Haarlemse werkplaats overgebracht om geschilderd te worden in het groen/crème uiterlijk, zoals het rijtuig dat in 1908 had. Het rijtuig werd tevens voorzien van de Jugendstil beschildering. In 1993/1994 werd het rijtuig gerestaureerd en daarbij werd het zoveel mogelijk teruggebracht naar de toestand van 1908. Het interieur is in de oorspronkelijke uitvoering gebracht, evenals het schilderwerk. De glazen lichtarmaturen en bijhorende verlichting zijn hersteld. Het dak is recht gezet en voorzien van nieuwe dakbedekking. Technisch werd het rijtuig niet gerestaureerd, zodat het technisch in de staat van 1926 is gebracht. Het motorrijtuig is echter niet rijvaardig. Op 18 februari 1994 is het motorrijtuig door de 6491 tussen twee rijtuigen Df overgebracht van Haarlem naar Utrecht.
B 61
In juni 1992 werd door een treinkenner in het Oost Duitse Geestgottberg een voormalig ZHESM rijtuig ontdekt. Het rijtuig was als laatste gebruikt voor wegonderhoud. Het rijtuig heeft hierbij het nummer 60 55 99-54 668-7 gekregen. Het rijtuig is geheel ontdaan van interieur en tractie installatie. De grote ramen zijn vervangen door kleinere exemplaren. Het Spoorwegmuseum werd op de hoogte gesteld van de vondst. In april 1993 wordt het rijtuig door het museum gekocht. Op hun verzoek werd het rijtuig niet gesloopt en naar de firma Malowa in Klostermansfeld overgebracht in afwachting van transport naar Nederland. Door het museum worden eind 1992 twee draaistellen (type van het Materieel'24) naar Duitsland overgebracht om het transport mogelijk te maken. De oorspronkelijke draaistellen van het type C met de nummer M33 en M46 komen in 1993 naar Amersfoort. Het is de bedoeling het rijtuig op te knappen en als bijwagen te combineren met het rijtuig BC 6. Door de hoge kosten van het transport en de staat van het rijtuig gaat dit plan echter niet door. In 1993 is het rijtuig overgebracht naar Helbra, op het emplacement van een gesloten koperschaliemijn. Na de sluiting van de werkplaats in Amersfoort in december 2000 blijken de teruggekeerde draaistellen echter spoorloos verdwenen. In 200 besluit het Spoorwegmuseum het rijtuig niet terug naar Nederland te halen. Het rijtuig voegt niets toe aan de collectie, omdat de nagenoeg identieke BC 6 ook in de collectie is opgenomen. De kans bestaat dat het rijtuig alsnog naar Nederland wordt overgebracht. In maart 2016 wordt bekend dat het rijtuig mogelijk een rol kan spelen bij het project om het station Rotterdam Hofplein weer gedeeltelijk in oude luister te herstellen. Een andere optie is dat het rijtuig elders op het viaduct wordt geplaatst. In het kader van dit project is het rijtuig in juni 2015 geïnspecteerd. Hierbij bleek dat de constructie (ijzeren onderstel en houten skelet) van het rijtuig nog in goede staat is. Het interieur zal geheel opnieuw gebouwd moeten worden. Bij een terugkeer in Nederland zal het rijtuig worden teruggebracht zoals het in 1926 is afgeleverd na de inbouw van een bagageafdeling. Deze werkzaamheden zullen uitgevoerd gaan worden op de Keilewerf. De Stichting Hofpleintrein Rotterdam sluit een langdurige bruikleen overeenkomst met het Spoorwegmuseum om het rijtuig voor dit project te mogen gebruiken. De stichting is verantwoordelijk voor de kosten om het rijtuig terug te halen. Deze bedragen € 16.500. Op 2 maart 2018 wordt bekend dat er voldoende geld is opgehaald om het rijtuig naar Rotterdam te halen. Het is de bedoeling om het rijtuig in het voorjaar van 2018 naar Rotterdam over te laten brengen. Deze planning wordt helaas niet gehaald. In het najaar van 2018 wordt bekend dat er voldoende geld is opgehaald om het rijtuig naar Nederland te halen. Het rijtuig is op 5 september 2018 uit Helbra weggehaald en naar Klostermansfeld overgebracht in afwachting van transport naar Nederland. Het rijtuig wordt bij de werkplaats van MaLoWa neergezet. Op 5 oktober 2018 wordt er door het Spoorwegmuseum en de Stichting Hofpleintrein een bruikleenovereenkomst getekend. Na terugkeer in Nederland zal het rijtuig bij de SSN in Rotterdam worden opgeknapt. Het rijtuig wordt op 19 juni 2019 op een dieplader geplaatst voor het transport naar Nederland. De draaistellen worden op een andere dieplader geplaatst. Op 20 juni 2019 vertrekt het transport uit Klostermansfeld en komt op 21 juni 2019 aan bij de SSN in Rotterdam. Hier zal het rijtuig worden gerestaureerd. Dit zal gebeuren door leerlingen van de scholenkoepel LMC-VO. Drie tot zes leerlingen werken per dag aan het rijtuig onder toeziend oog van een praktijkbegeleider. Werkzaamheden die de leerlingen niet kunnen uitvoeren, worden uitgevoerd door vrijwilligers van Stichting Hofpleinlijn of gespecialiseerde bedrijven. In de tweede helft van 2019 is men begonnen met het verwijderen van de beplating die is aangebracht in Duitsland. Het houten skelet van het rijtuig werd tijdens het verwijderen van de beplating gestut en versterkt om de stevigheid in de rijtuigbak te houden. Van het dak zijn de lagen bitumen verwijderd tot aan het hout. Bij controle bleek de horizontale eiken onderbalk van de bakopbouw in zeer slechte staat. De verticale staanders van teak waren echter in veel beter staat. De onderbalken zijn daarop vervangen door nieuwe balken van basralocus. In het najaar van 2020 is het onderstel schoongemaakt en in een coating gezet. Door de SSN is de rijtuigbak van de draaistellen gelift en geplaatst op hulpdraaistellen. De eigen draaistellen zullen worden schoongemaakt en worden geschilderd. In de winter van 2020/2021 is een bufferbalk hersteld van roest en schade. In februari 2021 wordt begonnen met het leggen van nieuwe vloerplaten in het rijtuig. In maart 2021 is het hele rijtuig voorzien van de nieuwe vloer. In maart 2021 wordt begonnen met het herstel van het dak en een verticale staander van de cabine. Slechte delen van het dak worden vervangen door nieuwe delen. In juli 2021 is het gehele dak onder handen genomen en klaar voor afwerking. In de daarop volgende maanden worden de zijwanden onder handen genomen. In juli 2022 wordt begonnen met het aanbrengen van de aluminium beplating van de zijwanden. Eind augustus 2022 is de beplating volledig aangebracht. De kozijnen zijn vernieuwd met nieuw hout. In januari 2023 is de dakbekleding vervangen door synthetische rubber. In april 2023 is de beplating op de koppen geplaatst. In de zomer van 2023 is het overige plaatwerk hersteld en daar waar nodig vervangen. Vervolgens is het rijtuig vanaf augustus 2023 geschilderd, waarbij rond de ramen de crème kleur is aangebracht, met daaronder een donkergroene band. In het najaar van 2023 zullen de sponningen en ramen worden geplaatst.
Afleverdata
Rijtuigen BC 1 tot en met BC 11
Nummer | Aflevering | In dienst | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|
BC 1 | januari 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | april 2015 |
BC 2 | februari 1908 | 1 oktober 1908 | 1940 | |
BC 3 | februari 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
BC 4 | februari 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
BC 5 | februari 1908 | 1 oktober 1908 | 1947 | Vermist in WO II |
BC 6 | maart 1908 | 1 oktober 1908 | 1957 | n.v.t. (Spoorwegmuseum) |
BC 7 | maart 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
BC 8 | maart 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
BC 9 | maart 1908 | 1 oktober 1908 | 1947 | Vermist in WO II |
BC 10 | 1911 | 1948 | ||
BC 11 | 1911 | 1948 |
Rijtuigen B 51 tot en met B 62
Nummer | Aflevering | In dienst | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|
B 51 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | februari 1972 |
B 52 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1947 | Vermist in WO II |
B 53 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
B 54 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1940 | |
B 55 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
B 56 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
B 57 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
B 58 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
B 59 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1948 | |
B 60 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1946 | |
B 61 | 1914 | 1947 | n.v.t. (Spoorwegmuseum) | |
B 62 | 1914 | maart 1944 |
Rijtuigen C 101 tot en met C 109
Nummer | Aflevering | In dienst | Ter zijde | Sloop(rit) |
---|---|---|---|---|
C 101 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1946 | |
C 102 | 1908 | 1 oktober 1908 | november 1954 | |
C 103 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1940 | |
C 104 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1952 | |
C 105 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1953 | |
C 106 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1951 | |
C 107 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1953 | |
C 108 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1953 | |
C 109 | 1908 | 1 oktober 1908 | 1951 |
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Treinstammen |
---|
Cursief betekent buiten dienst bij deze vervoerder. |