Watergraafsmeer

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Vanwege het bereiken van de maximumcapaciteit van de Rietlanden bereikt was, wordt er in 1904 ten oosten van dit rangeerterrein een nieuw rangeerstation gebouwd in de Watergraafsmeer.

Geschiedenis

Ter ondersteuning van het rangeerstation in de Rietlanden wordt ten oosten van Amsterdam in de Watergraafsmeerpolder, gelegen tussen de Noorder- en Zuiderringvaart, door de HIJSM een rangeerterrein aangelegd. Tussen de beide rangeerstations wordt een dubbelsporige verbinding aangelegd, die los ligt van de Oosterspoorweg. Het terrein waar het nieuwe rangeerstation op komt te liggen, is twee keer zo groot als het terrein van de Rietlanden. Er is genoeg ruimte om in de toekomst te kunnen uitbreiden. Het uitbreiden van het terrein gebeurd in de jaren '30. Na de uitbreiding wordt het oorspronkelijke rangeerstation onder handen genomen en aangepast aan de uitbreiding.

Vanaf de jaren '80 vinden er gesprekken plaats tussen de NS en de gemeente Amsterdam over wederzijdse wensen rondom het spoorgebied in de stad. De gesprekken gaan onder andere over het aanleggen van zes sporen tussen de Singelgracht en Amsterdam CS, de wens van de gemeente om de IJ-oever te verbouwen. Hiermee samenhangend is de aanleg van spoor 16 te Amsterdam CS en de mogelijke aanleg van een spoorverbinding naar de nieuwe wijk IJburg en verder naar Almere. De gemeente wil verder woningen bouwen op het Westerdokseiland en op het voormalige rangeerterrein Rietlanden. De NS wilde de Rietlanden liever niet opgeven om er in de toekomst een opstelterrein te kunnen realiseren. Ontwikkelingen rondom de Watergraafsmeer zorgde er voor dat de NS bereid was om de opstelterreinen Bovendok, Hoog West en Hoog Oost op te geven. Als compensatie wordt op kosten van de gemeente het terrein van de Watergraafsmeer opnieuw ingericht als opstelterrein. Het Bovendok kan plaats maken voor woningbouw, terwijl de opstelterrein Hoog West en Hoog Oost plaats maken voor voor een ringsneltram langs de IJ-oever. Spoor 16 kan hierdoor niet worden aangelegd. Ook de Dijksgracht is onderdeel van deze gesprekken, maar dit terrein wil de NS niet afstaan om de mogelijkheid open te houden tot aanleg van een vrije kruising en een eventuele nieuwe spoorlijn. De activiteiten die plaats vinden op de Dijksgracht zullen dan eveneens verhuizen naar de Watergraafsmeer. De Dijksgracht kan dan dienen als opstelterrein voor spitsmaterieel ter vervanging van het opstelterrein Bovendok. Uiteindelijk komen de gemeente en de NS overeen dat NS het Westerdokseiland en de Rietlanden verlaat in ruil voor grond in het Westelijk Havengebied.


Aanleg

In 190 begint de HIJSM met de aanleg van een rangeerterrein aan de oostzijde van Amsterdam. Het rangeerterrein krijgt een omvang van 12 sporen.

Na de gedeeltelijke opbraak van het rangeerterrein in de Tweede Wereldoorlog wordt na de bevrijding begonnen met de heraanleg van het rangeerstation. Het rangeerstation wordt opnieuw ingericht volgens de laatsten inzichten. Er komt een heuvel van 3,8 meter hoogte met twee sporen. Het rangeerstation krijgt de beschikking over 4 sporenbundels met in totaal 37 sporen. Deze sporen zijn aangelegd aan de Amsterdamse zijde van het rangeerstation. Daarnaast worden sporen voorzien van bovenleiding.


Beveiliging

Voor de beveiliging van het rangeerterrein zijn er 6 seinhuizen gebouwd. De aansturing van de seinen en wissel gebeurd via elektronische weg.

  • Post T

In 19 wordt een Post T gebouwd. Na de modernisering aan het begin van de jaren '40 komt Post T tussen de uitloopsporen te staan van de 4 sporenbundels achter de rangeerheuvel. Vanuit deze post wordt het treinverkeer vanuit bediend. De post is voorzien van een bedieningstoestel van Bouman met stelknoptoestellen met meerdere rijen. De wachters kunnen over het toestel heen kijken om naar de sporen te kunnen kijken.

  • Post I

Post I is gelegen aan de westzijde van het goederenstation. Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Vanuit deze post wordt het treinverkeer vanuit bediend. De post is voorzien van een bedieningstoestel van Bouman met stelknoptoestellen met meerdere rijen. De wachters kunnen over het toestel heen kijken om naar de sporen te kunnen kijken.

  • Post II

Post II is gevestigd in Post T. Vanuit deze post worden de rembruggen bediend van de sporen, de wissels naar de verdeelsporen 3w tot en met 20w en een toestel voor de bediening van de rangeerheuvel.

  • Post III

Post III is gevestigd in Post T. Vanuit deze post worden de rembruggen bediend van de sporen, de wissels naar de verdeelsporen 21w tot en met 38w en een toestel voor de bediening van de rangeerheuvel.

  • Post IV

Post IV is gelegen aan de oostzijde van het goederenstation bij de aansluiting nabij Diemen. Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Vanuit deze post wordt het treinverkeer vanuit bediend. De post is voorzien van een bedieningstoestel van Bouman met stelknoptoestellen met meerdere rijen. Tevens is deze post voorzien van een toestel voor de AR-beveiliging sinds mei 1959. De wachters kunnen over het toestel heen kijken om naar de sporen te kunnen kijken. Aan de buitenzijde hangen een tweetal lampen waarmee werd aangegeven in welke richting de trein moest vertrekken, Weesp of Duivendrecht Aansluiting.

  • Post V

Post V is gelegen aan de oostzijde van het goederenstation bij de toegang tot het rangeerstation vanuit Weesp/Duivendrecht. Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Vanuit deze post wordt het treinverkeer vanuit bediend. De post is voorzien van een bedieningstoestel van Bouman met stelknoptoestellen met meerdere rijen. De wachters kunnen over het toestel heen kijken om naar de sporen te kunnen kijken.

Op de rangeerheuvel zijn een tweetal posten gebouwd aan weerszijden van de sporen waarin de voorman rangeerder het rangeersein kan bedienen.



Opening & ingebruikname

Op 1904 wordt het rangeerstation Watergraafsmeer in gebruik genomen. Na uitbreiding en reconstructie van het terrein aan het eind van de jaren '30 wordt op 2 oktober 1939 het vernieuwde rangeerstation opgeleverd en komt op 15 oktober 1939 in dienst. In 1952 wordt het gemoderniseerde en opnieuw aangelegde rangeerstation geopend.


Uitbreidingen

In 1939 wordt het terrein gereconstrueerd, omdat er meer behoefte ontstond aan rangeer- en opstelmogelijkheden. Hierbij wordt ook een stuk aangelegd van de geplande Ringspoorbaan in de richting van Duivendrecht. Het rangeerstation wordt voorzien van een hoge en lage heuvel voor het sorteren van de wagons.


Gebruik van het rangeerterrein

Tussen 1904 en 1939 is het rangeerstation in gebruik ter ondersteuning van de Rietlanden, wat het hoofdrangeerstation is van de stad Amsterdam. Na de uitbreiding van het terrein in 1939 wordt de Watergraafsmeer het hoofdrangeerstation en wordt het rangeerstation Rietlanden alleen gebruikt voor lokaal rangeerwerk in Amsterdam.

In augustus 1994 worden de werkzaamheden (opstellen van de nachttreinen overdag en het reinigen van materieel in de nacht) van de Dijksgracht verplaatst naar de Watergraafsmeer. In 1997 wordt ook het spitsmaterieel opgesteld tussen de spitsen door in plaats van op de Dijksgracht.


Lijnwerkplaats

In 1954 wordt begonnen met de bouw van een werkplaats voor diesellocomotieven. Deze komt naast de heuvel te staan, ter hoogte van Post T. Op 28 februari 1955 wordt de werkplaats geopend.

Eind jaren '60 is er sprake van de bouw van een nieuwe werkplaats voor elektrisch materieel ter vervanging van de werkplaats Amsterdam Zaanstraat, dat toe is aan een grote renovatie en mogelijk in de weg staat voor de aanleg van de nieuwe Hemtunnel.


Op 1 juni 1984 is de lijnwerkplaats gesloten. Er vinden nog wel kleine herstellingen aan het materieel plaats. Het onderhoud aan een aantal rangeerlocomotieven wordt nog wel steeds uitgevoerd, terwijl de serie 2200 wordt overgeplaatst.


Bediening

Ingaande 20 mei 1951 wordt het station aangewezen als groepshoofdstation voor wagenladingvervoer. Vanuit het groepshoofdstation worden alle wagens uit de regio verzameld om naar een van de andere 11 groepshoofdstations te worden vervoerd, zodat de wagens bij hun klanten terecht komen. Het rangeerproces op het groepshoofdstation vond als volgt plaats: Vanuit de regionale stations komen de buurtgoederentreinen aan in het groepshoofdstation aan het eind van de middag en in de loop van de avond. Aan het begin van de avond worden eerst de lokale wagens en vervolgens de wagens van de buurtgoederentreinen geheuveld en gesorteerd. Aan het eind van de avond worden de groepstreinen gereed gemaakt voor vertrek. Sommige groepstreinen worden gecombineerd voor 2 of 3 groepsstations. Tussen 23.30 en 2.00 vertrekken de groepstreinen. De wagens voor de eigen groep worden na 2.00 gesorteerd als begin voor de buurtgoederentreinen van de volgende dag. Tussen 2.00 en 5.30 komen de nieuwe groepstreinen aan op het station. Na aankomst worden zij gerangeerd in nieuwe buurtgoederentreinen voor de regionale stations. Deze vertrekken voor 8.00. De wagens voor de lokale bediening worden in de loop van de ochtend bij de klanten geplaatst.


Toegang en capaciteit

Sluiting en opbraak

Na de spoorwegstaking van september 1944 wordt door de Duitse bezettingsmacht begonnen met de opbraak en het wegvoeren van de sporen van het rangeerstation.

In 1984 wordt de Watergraafsmeer gesloten als groepshoofdstation en heuvelstation.


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • Spoorwegen in en om Amsterdam: Opstelterreinen (1) - J.M. ten Broek - Maandblad: Op de Rails, 90e Jaargang - februari 2022 Blz: 72-80 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • Spoorwegen in en om Amsterdam: Opstelterreinen (2) - J.M. ten Broek - Maandblad: Op de Rails, 90e Jaargang - april 2022 Blz: 177-184 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321