V100 (RRF): verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Nummer 25)
(Inzet.)
(7 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 +
Voor het rijden van treindelen tussen de emplacementen en terminals in het Rotterdams havengebied, neemt [[RRF (Rotterdam Rail Feeding)|RRF]] in totaal 9 locomotieven van het type V100 Ost van Alsthom. In 2017 wordt een tiende locomotief in gebruik genomen. Deze is afkomstig van [[VolkerRail]]
 +
 
= '''Geschiedenis''' =
 
= '''Geschiedenis''' =
  
 +
Halverwege de jaren '50 wordt door de Deutsche Reichsbahn (DR) in samenwerking met de Oost-Duitse industrie een plan ontwikkeld voor het bouwen van diesellocomotieven. Er moesten zo min mogelijk types worden ontwikkeld die zo veel mogelijk waren gestandaardiseerd. Al deze types worden voorzien van een hydraulische aandrijving. Door het Berlijnse Institut für Schienenfahrzeuge worden de specificaties opgesteld waaraan de nieuwe locomotieven moeten voldoen. Met de komst van de diesellocomotieven moeten de vele stoomlocomotieven die nog in gebruik zijn, vervangen worden. Een van deze standaardtypes wordt een locomotief met een vermogen van ongeveer 1.000 pk. De inzet van deze locomotief richt zich voornamelijk op de zware rangeerdienst en het rijden van reizigers- en goederentreinen op secundaire baanvakken. Met de locomotieven moet het mogelijk zijn om met meerdere locomotieven gekoppeld te rijden voor een groter vermogen. Daarnaast moeten de locomotieven geschikt zijn voor het trek-duwbedrijf. De locomotieven worden ondergebracht in het locomotieftype V 100.
 +
 +
Er worden drie prototypes gebouwd door VEB Lokomotivbau "Karl Marx" in Babelsberg, in samenwerking met Institut für Schienenfahrzeuge in Berlijn en VEB Lokomotivbau-Elektrotechnische Werke (LEW) "Hans Beller" in Hennigsdorf. Door zoveel als mogelijk gebruik te maken van bestaande componenten die in de V180 zijn gebruikt, is de ontwikkeltijd van deze locomotief zeer kort. Negen maanden na het begin van het ontwikkeltraject wordt in januari 1964 de eerste locomotief, de V100 001, afgeleverd. De locomotief is in een blauwe kleurstelling gebracht. De dieselmotor van deze locomotief heeft een vermogen van bijna 900 pk. In 1965 wordt de V100 002 afgeleverd. De locomotief is voorzien van een verder ontwikkelde dieselmotor met een vermogen van 1.000 pk. Deze locomotief is roodbruin geschilderd. In 1966 wordt het derde prototype afgeleverd, de grijs-groene V100 003, als voorbereiding op de eerste serielevering van 40 locomotieven. In totaal zijn er tussen 1966 en 1978 door LEW in Hennigsdorf 869 locomotieven van dit type gebouwd. De locomotieven zijn allen bordeaux rood geschilderd. Oorspronkelijk was het plan om elke locomotief in een eigen kleur te schilderen. De eerste 173 locomotieven zijn opgenomen in de nummerserie V100.0. Zij hebben een lengte van 13,940 meter en een gewicht van 63,7 ton. In 19 ondergaat de aandrijving een aanpassing. Het schakelgedeelte voor langzaam of snel rijden kwam te vervallen. Tevens worden de locomotieven 30 centimeter langer. De nieuwe locomotieven die deze wijzigingen bij aflevering hebben ondergaan, worden genummerd in de nummerserie V100.2. De eerste locomotief uit deze serie is de V100 201. Met de invoering van de computernummering in 1970 worden de locomotieven ondergebracht in de Baureihe 110, met behoud van volgnummer.
 +
 +
In 1972 wordt de 110 137 voorzien van een sterkere dieselmotor met een vermogen van 1.200 pk. Na positieve resultaten tijdens proefnemingen, wordt besloten om deze sterkere dieselmotor in te bouwen bij meer locomotieven. In totaal worden 492 locomotieven door het Reichsbahnausbesserungswerk (RAW) in Stendal voorzien van deze dieselmotor. Tegelijkertijd worden de locomotieven vernummerd in de Baureihe 112, wederom met behoud van het volgnummer. Omdat er behoefte bestond aan nog sterkere locomotieven, worden door het RAW in Stendal in 1978 de 110 203 voorzien van een dieselmotor met een vermogen van 1.400 pk, welke in de daaropvolgende jaren wordt verhoogd tot 1.500 pk. Tussen 1983 en 1990 wordt deze dieselmotor, die inmiddels een vermogen heeft van 1.500 pk, ingebouwd in 65 locomotieven. Deze locomotieven worden opgenomen in de Baureihe 115. Al snel wordt dit gewijzigd naar de Baureihe 114, omdat de Baureihe 115 is gereserveerd voor nieuwe locomotieven. Daarnaast zijn een tweetal locomotieven verbouwd voor de zware rangeerdienst. Zij worden voorzien van een andere aandrijving. Om deze locomotieven te onderscheiden worden zij genummerd in de Baureihe 108.
 +
 +
Na de samenvoeging van de materieelparken van de Deutsche Reichsbahn en Deutsche Bundesbahn worden de locomotieven opgenomen in de Baureihe 2XX, zoals in West Duitsland gebruikelijk was voor diesellocomotieven. De Baureihe 1XX was bestemd voor de elektrische locomotieven. De locomotieven van de Baureihe 110 worden genummerd in de Baureihe 201, de locomotieven van de Baureihe 112 worden genummerd in de Baureihe 202, locomotieven van de Baureihe 114 worden genummerd in de Baureihe 204. Al snel werd de inzet van de locomotieven steeds minder, zodat er besloten wordt om locomotieven af te voeren. Als eerste worden de locomotieven afgevoerd die niet van een nieuwe dieselmotor zijn voorzien. De laatste locomotieven van de Baureihe 201 zijn aan het eind van 1997, begin 1998 afgevoerd. In 1995 begint de afvoer van de locomotieven van de Baureihe 202. In 2001 zijn de laatste locomotieven van deze Baureihe afgevoerd, zodat alleen nog de locomotieven van de Baureihe 204 actief zijn. Deze locomotiefserie doet tot  dienst bij de DB.
 +
 +
In 200 wordt begonnen om een afgevoerde locomotief te verbouwen voor het nieuwe concept BR 203.1. De verbouwing vindt plaats door het RAW in Stendal. Op 23 september 2002 wordt de voormalige 202 850 gepresenteerd tijdens Inno Trans 2002 in Berlijn. In november 2002 wordt de locomotief overgenomen door Alstom. De locomotief wordt verhuurd aan diverse vervoerders om ervaringen mee op te doen.
  
 
Tussen september 2012 en januari 2014 wordt door RRF locomotief 104 van Captrain gehuurd. De locomotief wordt intern genummerd als 24. Dit komt niet op de locomotief zelf te staan.
 
Tussen september 2012 en januari 2014 wordt door RRF locomotief 104 van Captrain gehuurd. De locomotief wordt intern genummerd als 24. Dit komt niet op de locomotief zelf te staan.
  
  
Op 29 februari 2016 koopt RRF locomotief [[V100 (VolkerRail)|203-3]] van VolkerRail. In de werkplaats van VolkerRail wordt de locomotief voorzien van de huisstijl van RRF en het nummer 24. Op 2 maart 2016 komt de locomotief in dienst. Later zal de locomotief voorzien gaan worden van ETCS. In het voorjaar van 2017 koopt RRF de 203 160 via VolkerRail van Sonata. De locomotief is tussen 20 en 20 door Locon ingezet. Na een revisie en enkele aanpassingen zal de locomotief als 25 in dienst komen.
+
Op 29 februari 2016 koopt RRF locomotief [[V100 (VolkerRail)|203-3]] van VolkerRail. In de werkplaats van VolkerRail wordt de locomotief voorzien van de huisstijl van RRF en het nummer 24. Op 2 maart 2016 komt de locomotief in dienst. Later zal de locomotief voorzien gaan worden van ETCS. In het voorjaar van 2017 koopt RRF de 203 160 via VolkerRail van Sonata. De locomotief is tussen mei 2012 en januari 2017 door Locon ingezet. Na een revisie en enkele aanpassingen zal de locomotief als 25 in dienst komen. Dit gebeurt op 25 oktober 2017.
  
  
Regel 20: Regel 31:
  
 
= '''Inzet''' =
 
= '''Inzet''' =
 +
 +
 +
Vanaf 27 mei 2010 worden twee locomotieven in dubbeltractie gebruikt voor het rijden van de containertreinen naar [[Coevorden Heege]]. Dit vervoer is overgenomen van [[ACTS]]. Dit doen zij tot september 2012.
  
  
 
De blauwe 19 is veelal actief in het Rotterdamse havengebied.
 
De blauwe 19 is veelal actief in het Rotterdamse havengebied.
 
Vanaf 11 april 2016 rijdt RRF voor operator Distrirail naar de CCT-terminal in Moerdijk. Deze trein is afkomstig uit het Duitse Duisburg en Rheinhausen. In [[Botlek]] wordt deze trein gesplitst voor een deel naar de terminal van C.RO of Bertschi in de Botlek. Het andere deel dat normaal op dinsdag, donderdag en zaterdag naar de Maasvlakte gaat, gaat naar Moerdijk.
 
Vanaf 11 april 2016 rijdt RRF voor operator Distrirail naar de CCT-terminal in Moerdijk. Deze trein is afkomstig uit het Duitse Duisburg en Rheinhausen. In [[Botlek]] wordt deze trein gesplitst voor een deel naar de terminal van C.RO of Bertschi in de Botlek. Het andere deel dat normaal op dinsdag, donderdag en zaterdag naar de Maasvlakte gaat, gaat naar Moerdijk.
 +
 +
 +
Op 19 december 2018 rijdt de 25 op proef op de Betuweroute tussen de Kijfhoek en het CUP in Valburg voor het automatisch rijden. De locomotief rijdt hierbij tussen de normale treinen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van ATO (Automatic Train Operation). Tijdens de rit is er onder Grade of Automation level 2 (GoA2) gereden. Bij deze gradatie neemt de locomotief bepaalde rijtaken over van de machinist. De machinist is wel in de cabine aanwezig en reageert indien nodig op onvoorziene omstandigheden. De proefrit werd gereden via een vooraf geplande dienstregeling, waarbij werd gekeken of de locomotief tijdig en op de juiste plaats stopte. Daarnaast werd er op een onverwacht moment afgeweken van de dienstregeling, waarbij de systemen moesten omgaan met de nieuwe dienstregeling. Vanaf februari 2019 rijden twee locomotieven in dubbeltractie de autotreinen tussen Sloe en het Roemeense Craiova. De locomotieven staan tot Vierssen voor de trein. Ook werd een enkele keren een V100 in opzending meegegeven achter een locomotief van de serie 4400. Hierbij reed de trein tot Venlo, waarbij de diesellocomotief het laatste deel van de reis zelf reed.
 +
  
 
= '''Revisie''' =
 
= '''Revisie''' =
Regel 53: Regel 71:
 
= '''Afleverdata''' =
 
= '''Afleverdata''' =
  
{| class="wikitable sortable" style="width:80em;"
+
{| class="wikitable" style="width:80em;"
 
! Nummer RRF
 
! Nummer RRF
 
! Nummer DB
 
! Nummer DB
Regel 148: Regel 166:
 
| 202 637-5
 
| 202 637-5
 
| mei 2017
 
| mei 2017
|  
+
| 25 oktober 2017
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  

Versie van 19 apr 2021 21:08

Voor het rijden van treindelen tussen de emplacementen en terminals in het Rotterdams havengebied, neemt RRF in totaal 9 locomotieven van het type V100 Ost van Alsthom. In 2017 wordt een tiende locomotief in gebruik genomen. Deze is afkomstig van VolkerRail

Geschiedenis

Halverwege de jaren '50 wordt door de Deutsche Reichsbahn (DR) in samenwerking met de Oost-Duitse industrie een plan ontwikkeld voor het bouwen van diesellocomotieven. Er moesten zo min mogelijk types worden ontwikkeld die zo veel mogelijk waren gestandaardiseerd. Al deze types worden voorzien van een hydraulische aandrijving. Door het Berlijnse Institut für Schienenfahrzeuge worden de specificaties opgesteld waaraan de nieuwe locomotieven moeten voldoen. Met de komst van de diesellocomotieven moeten de vele stoomlocomotieven die nog in gebruik zijn, vervangen worden. Een van deze standaardtypes wordt een locomotief met een vermogen van ongeveer 1.000 pk. De inzet van deze locomotief richt zich voornamelijk op de zware rangeerdienst en het rijden van reizigers- en goederentreinen op secundaire baanvakken. Met de locomotieven moet het mogelijk zijn om met meerdere locomotieven gekoppeld te rijden voor een groter vermogen. Daarnaast moeten de locomotieven geschikt zijn voor het trek-duwbedrijf. De locomotieven worden ondergebracht in het locomotieftype V 100.

Er worden drie prototypes gebouwd door VEB Lokomotivbau "Karl Marx" in Babelsberg, in samenwerking met Institut für Schienenfahrzeuge in Berlijn en VEB Lokomotivbau-Elektrotechnische Werke (LEW) "Hans Beller" in Hennigsdorf. Door zoveel als mogelijk gebruik te maken van bestaande componenten die in de V180 zijn gebruikt, is de ontwikkeltijd van deze locomotief zeer kort. Negen maanden na het begin van het ontwikkeltraject wordt in januari 1964 de eerste locomotief, de V100 001, afgeleverd. De locomotief is in een blauwe kleurstelling gebracht. De dieselmotor van deze locomotief heeft een vermogen van bijna 900 pk. In 1965 wordt de V100 002 afgeleverd. De locomotief is voorzien van een verder ontwikkelde dieselmotor met een vermogen van 1.000 pk. Deze locomotief is roodbruin geschilderd. In 1966 wordt het derde prototype afgeleverd, de grijs-groene V100 003, als voorbereiding op de eerste serielevering van 40 locomotieven. In totaal zijn er tussen 1966 en 1978 door LEW in Hennigsdorf 869 locomotieven van dit type gebouwd. De locomotieven zijn allen bordeaux rood geschilderd. Oorspronkelijk was het plan om elke locomotief in een eigen kleur te schilderen. De eerste 173 locomotieven zijn opgenomen in de nummerserie V100.0. Zij hebben een lengte van 13,940 meter en een gewicht van 63,7 ton. In 19 ondergaat de aandrijving een aanpassing. Het schakelgedeelte voor langzaam of snel rijden kwam te vervallen. Tevens worden de locomotieven 30 centimeter langer. De nieuwe locomotieven die deze wijzigingen bij aflevering hebben ondergaan, worden genummerd in de nummerserie V100.2. De eerste locomotief uit deze serie is de V100 201. Met de invoering van de computernummering in 1970 worden de locomotieven ondergebracht in de Baureihe 110, met behoud van volgnummer.

In 1972 wordt de 110 137 voorzien van een sterkere dieselmotor met een vermogen van 1.200 pk. Na positieve resultaten tijdens proefnemingen, wordt besloten om deze sterkere dieselmotor in te bouwen bij meer locomotieven. In totaal worden 492 locomotieven door het Reichsbahnausbesserungswerk (RAW) in Stendal voorzien van deze dieselmotor. Tegelijkertijd worden de locomotieven vernummerd in de Baureihe 112, wederom met behoud van het volgnummer. Omdat er behoefte bestond aan nog sterkere locomotieven, worden door het RAW in Stendal in 1978 de 110 203 voorzien van een dieselmotor met een vermogen van 1.400 pk, welke in de daaropvolgende jaren wordt verhoogd tot 1.500 pk. Tussen 1983 en 1990 wordt deze dieselmotor, die inmiddels een vermogen heeft van 1.500 pk, ingebouwd in 65 locomotieven. Deze locomotieven worden opgenomen in de Baureihe 115. Al snel wordt dit gewijzigd naar de Baureihe 114, omdat de Baureihe 115 is gereserveerd voor nieuwe locomotieven. Daarnaast zijn een tweetal locomotieven verbouwd voor de zware rangeerdienst. Zij worden voorzien van een andere aandrijving. Om deze locomotieven te onderscheiden worden zij genummerd in de Baureihe 108.

Na de samenvoeging van de materieelparken van de Deutsche Reichsbahn en Deutsche Bundesbahn worden de locomotieven opgenomen in de Baureihe 2XX, zoals in West Duitsland gebruikelijk was voor diesellocomotieven. De Baureihe 1XX was bestemd voor de elektrische locomotieven. De locomotieven van de Baureihe 110 worden genummerd in de Baureihe 201, de locomotieven van de Baureihe 112 worden genummerd in de Baureihe 202, locomotieven van de Baureihe 114 worden genummerd in de Baureihe 204. Al snel werd de inzet van de locomotieven steeds minder, zodat er besloten wordt om locomotieven af te voeren. Als eerste worden de locomotieven afgevoerd die niet van een nieuwe dieselmotor zijn voorzien. De laatste locomotieven van de Baureihe 201 zijn aan het eind van 1997, begin 1998 afgevoerd. In 1995 begint de afvoer van de locomotieven van de Baureihe 202. In 2001 zijn de laatste locomotieven van deze Baureihe afgevoerd, zodat alleen nog de locomotieven van de Baureihe 204 actief zijn. Deze locomotiefserie doet tot dienst bij de DB.

In 200 wordt begonnen om een afgevoerde locomotief te verbouwen voor het nieuwe concept BR 203.1. De verbouwing vindt plaats door het RAW in Stendal. Op 23 september 2002 wordt de voormalige 202 850 gepresenteerd tijdens Inno Trans 2002 in Berlijn. In november 2002 wordt de locomotief overgenomen door Alstom. De locomotief wordt verhuurd aan diverse vervoerders om ervaringen mee op te doen.

Tussen september 2012 en januari 2014 wordt door RRF locomotief 104 van Captrain gehuurd. De locomotief wordt intern genummerd als 24. Dit komt niet op de locomotief zelf te staan.


Op 29 februari 2016 koopt RRF locomotief 203-3 van VolkerRail. In de werkplaats van VolkerRail wordt de locomotief voorzien van de huisstijl van RRF en het nummer 24. Op 2 maart 2016 komt de locomotief in dienst. Later zal de locomotief voorzien gaan worden van ETCS. In het voorjaar van 2017 koopt RRF de 203 160 via VolkerRail van Sonata. De locomotief is tussen mei 2012 en januari 2017 door Locon ingezet. Na een revisie en enkele aanpassingen zal de locomotief als 25 in dienst komen. Dit gebeurt op 25 oktober 2017.


Technische gegevens

Uitvoering

De locomotieven beschikken over ATB, ETCS en PZB als treinbeïnvloedingssysteem.


Inzet

Vanaf 27 mei 2010 worden twee locomotieven in dubbeltractie gebruikt voor het rijden van de containertreinen naar Coevorden Heege. Dit vervoer is overgenomen van ACTS. Dit doen zij tot september 2012.


De blauwe 19 is veelal actief in het Rotterdamse havengebied. Vanaf 11 april 2016 rijdt RRF voor operator Distrirail naar de CCT-terminal in Moerdijk. Deze trein is afkomstig uit het Duitse Duisburg en Rheinhausen. In Botlek wordt deze trein gesplitst voor een deel naar de terminal van C.RO of Bertschi in de Botlek. Het andere deel dat normaal op dinsdag, donderdag en zaterdag naar de Maasvlakte gaat, gaat naar Moerdijk.


Op 19 december 2018 rijdt de 25 op proef op de Betuweroute tussen de Kijfhoek en het CUP in Valburg voor het automatisch rijden. De locomotief rijdt hierbij tussen de normale treinen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van ATO (Automatic Train Operation). Tijdens de rit is er onder Grade of Automation level 2 (GoA2) gereden. Bij deze gradatie neemt de locomotief bepaalde rijtaken over van de machinist. De machinist is wel in de cabine aanwezig en reageert indien nodig op onvoorziene omstandigheden. De proefrit werd gereden via een vooraf geplande dienstregeling, waarbij werd gekeken of de locomotief tijdig en op de juiste plaats stopte. Daarnaast werd er op een onverwacht moment afgeweken van de dienstregeling, waarbij de systemen moesten omgaan met de nieuwe dienstregeling. Vanaf februari 2019 rijden twee locomotieven in dubbeltractie de autotreinen tussen Sloe en het Roemeense Craiova. De locomotieven staan tot Vierssen voor de trein. Ook werd een enkele keren een V100 in opzending meegegeven achter een locomotief van de serie 4400. Hierbij reed de trein tot Venlo, waarbij de diesellocomotief het laatste deel van de reis zelf reed.


Revisie

Bijzondere uitvoeringen

  • Op 10 september 2015 kwam de 19 in het donkerblauw met witte opschriften van shuttleoperator DistriRail op de baan na revisie. Op deze manier wordt de band tussen de bedrijven benadrukt.

Wijzigingen

Vernummeringen

Schadegevallen

Afvoer

Afleverdata

Nummer RRF Nummer DB Aflevering In dienst In revisie Uit revisie Ter zijde Sloop (rit)
Afleverdata
16 202 421-4 10 mei 2006
17 202 682-1 5 december 2006
18 202 819-9 22 december 2006
19 202 323-2 29 juni 2007 10 september 2015
20 202 730-8 9 januari 2008
21 202 407-3 13 maart 2009
22 202 527-8 26 mei 2009
23 202 454-5 1 juli 2009
24 202 783-7 29 februari 2016 2 maart 2016
25 202 637-5 mei 2017 25 oktober 2017