V100 (CapTrain): verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Inzet)
(Verhuur 104 aan RRF.)
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 +
 +
[[Bestand:ITL 103 + ITL 102 met tr (26-4-2009).jpg|400px|thumb|right|De locomotieven 103 + 102 van ITL<br><small><small>foto Martin Verwoert</small></small>]]
 +
 
= '''Geschiedenis''' =
 
= '''Geschiedenis''' =
 +
 +
 +
Halverwege de jaren '50 wordt door de Deutsche Reichsbahn (DR) in samenwerking met de Oost-Duitse industrie een plan ontwikkeld voor het bouwen van diesellocomotieven. Er moesten zo min mogelijk types worden ontwikkeld die zo veel mogelijk waren gestandaardiseerd. Al deze types worden voorzien van een hydraulische aandrijving. Door het Berlijnse Institut für Schienenfahrzeuge worden de specificaties opgesteld waaraan de nieuwe locomotieven moeten voldoen. Met de komst van de diesellocomotieven moeten de vele stoomlocomotieven die nog in gebruik zijn, vervangen worden. Een van deze standaardtypes wordt een locomotief met een vermogen van ongeveer 1.000 pk. De inzet van deze locomotief richt zich voornamelijk op de zware rangeerdienst en het rijden van reizigers- en goederentreinen op secundaire baanvakken. Met de locomotieven moet het mogelijk zijn om met meerdere locomotieven gekoppeld te rijden voor een groter vermogen. Daarnaast moeten de locomotieven geschikt zijn voor het trek-duwbedrijf. De locomotieven worden ondergebracht in het locomotieftype V 100.
 +
 +
Er worden drie prototypes gebouwd door VEB Lokomotivbau "Karl Marx" in Babelsberg, in samenwerking met Institut für Schienenfahrzeuge in Berlijn en VEB Lokomotivbau-Elektrotechnische Werke (LEW) "Hans Beller" in Hennigsdorf. Door zoveel als mogelijk gebruik te maken van bestaande componenten die in de V180 zijn gebruikt, is de ontwikkeltijd van deze locomotief zeer kort. Negen maanden na het begin van het ontwikkeltraject wordt in januari 1964 de eerste locomotief, de V100 001, afgeleverd. De locomotief is in een blauwe kleurstelling gebracht. De dieselmotor van deze locomotief heeft een vermogen van bijna 900 pk. In 1965 wordt de V100 002 afgeleverd. De locomotief is voorzien van een verder ontwikkelde dieselmotor met een vermogen van 1.000 pk. Deze locomotief is roodbruin geschilderd. In 1966 wordt het derde prototype afgeleverd, de grijs-groene V100 003, als voorbereiding op de eerste serielevering van 40 locomotieven. In totaal zijn er tussen 1966 en 1978 door LEW in Hennigsdorf 869 locomotieven van dit type gebouwd. De locomotieven zijn allen bordeaux rood geschilderd. Oorspronkelijk was het plan om elke locomotief in een eigen kleur te schilderen. De eerste 173 locomotieven zijn opgenomen in de nummerserie V100.0. Zij hebben een lengte van 13,940 meter en een gewicht van 63,7 ton. In 19 ondergaat de aandrijving een aanpassing. Het schakelgedeelte voor langzaam of snel rijden kwam te vervallen. Tevens worden de locomotieven 30 centimeter langer. De nieuwe locomotieven die deze wijzigingen bij aflevering hebben ondergaan, worden genummerd in de nummerserie V100.2. De eerste locomotief uit deze serie is de V100 201. Met de invoering van de computernummering in 1970 worden de locomotieven ondergebracht in de Baureihe 110, met behoud van volgnummer.
 +
 +
In 1972 wordt de 110 137 voorzien van een sterkere dieselmotor met een vermogen van 1.200 pk. Na positieve resultaten tijdens proefnemingen, wordt besloten om deze sterkere dieselmotor in te bouwen bij meer locomotieven. In totaal worden 492 locomotieven door het Reichsbahnausbesserungswerk (RAW) in Stendal voorzien van deze dieselmotor. Tegelijkertijd worden de locomotieven vernummerd in de Baureihe 112, wederom met behoud van het volgnummer. Omdat er behoefte bestond aan nog sterkere locomotieven, worden door het RAW in Stendal in 1978 de 110 203 voorzien van een dieselmotor met een vermogen van 1.400 pk, welke in de daaropvolgende jaren wordt verhoogd tot 1.500 pk. Tussen 1983 en 1990 wordt deze dieselmotor, die inmiddels een vermogen heeft van 1.500 pk, ingebouwd in 65 locomotieven. Deze locomotieven worden opgenomen in de Baureihe 115. Al snel wordt dit gewijzigd naar de Baureihe 114, omdat de Baureihe 115 is gereserveerd voor nieuwe locomotieven. Daarnaast zijn een tweetal locomotieven verbouwd voor de zware rangeerdienst. Zij worden voorzien van een andere aandrijving. Om deze locomotieven te onderscheiden worden zij genummerd in de Baureihe 108.
 +
 +
Na de samenvoeging van de materieelparken van de Deutsche Reichsbahn en Deutsche Bundesbahn worden de locomotieven opgenomen in de Baureihe 2XX, zoals in West Duitsland gebruikelijk was voor diesellocomotieven. De Baureihe 1XX was bestemd voor de elektrische locomotieven. De locomotieven van de Baureihe 110 worden genummerd in de Baureihe 201, de locomotieven van de Baureihe 112 worden genummerd in de Baureihe 202, locomotieven van de Baureihe 114 worden genummerd in de Baureihe 204. Al snel werd de inzet van de locomotieven steeds minder, zodat er besloten wordt om locomotieven af te voeren. Als eerste worden de locomotieven afgevoerd die niet van een nieuwe dieselmotor zijn voorzien. De laatste locomotieven van de Baureihe 201 zijn aan het eind van 1997, begin 1998 afgevoerd. In 1995 begint de afvoer van de locomotieven van de Baureihe 202. In 2001 zijn de laatste locomotieven van deze Baureihe afgevoerd, zodat alleen nog de locomotieven van de Baureihe 204 actief zijn. Deze locomotiefserie doet tot  dienst bij de DB.
 +
 +
In 200 wordt begonnen om een afgevoerde locomotief te verbouwen voor het nieuwe concept BR 203.1. De verbouwing vindt plaats door het RAW in Stendal. Op 23 september 2002 wordt de voormalige 202 850 gepresenteerd tijdens Inno Trans 2002 in Berlijn. In november 2002 wordt de locomotief overgenomen door Alstom. De locomotief wordt verhuurd aan diverse vervoerders om ervaringen mee op te doen.
 +
 +
'''Locomotieven bij ITL'''
 +
 +
''101''
  
 
Op 10 oktober 2007 neemt ITL locomotief ITL-101 in ontvangst in Stendal. Op 12 oktober 2007 wordt de locomotief afgeleverd.
 
Op 10 oktober 2007 neemt ITL locomotief ITL-101 in ontvangst in Stendal. Op 12 oktober 2007 wordt de locomotief afgeleverd.
 +
 +
''102''
 +
 +
 +
''103''
 +
 +
 +
''104''
 +
 +
 +
Vanaf september 2012 wordt de locomotief verhuurd aan RRF. De locomotief krijgt hier intern het nummer 24. Dit is echter niet op de locomotief zichtbaar. In januari 2014 keert de locomotief weer terug bij Captrain.
 +
 +
 +
[[Bestand:Captrain 203 103 (23-7-2016).jpg|400px|thumb|right|De locomotief 203 103 van Captrain<br><small><small>foto Martin Verwoert</small></small>]]
 +
 +
In 2011 neemt Captrain de activiteiten van ITL over en ook de vier locomotieven.
  
  
 
= '''Technische gegevens''' =
 
= '''Technische gegevens''' =
  
 +
De locomotieven hebben een lengte van 14,24 meter en een gewicht van 64 ton. Dit geeft een aslast van 16 ton. De asindeling van de locomotief is B'B'. Bij aflevering aan Nederland zijn de locomotieven voorzien van een motor, type . De motor is voorzien van cilinders en heeft een vermogen van kW ( pk). De compressor is afkomstig van , type . In de draaistellen zitten tractiemotoren van. De locomotief is hiermee in staat om een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur te bereiken.
  
  
Regel 19: Regel 54:
 
Een aantal keren per week rijdt in de nacht een graantrein vanuit EBS in [[Europoort]] naar Agruniek Rijnvallei in [[Barneveld Centrum]].
 
Een aantal keren per week rijdt in de nacht een graantrein vanuit EBS in [[Europoort]] naar Agruniek Rijnvallei in [[Barneveld Centrum]].
  
Vanaf 13 mei 2017 rijdt een locomotief naar Moerdijk met plastic granulaatkorrels in containers van Interbulk. Deze zijn afkomstig van Sabic uit Geleen. De bestemming is Groot Brittannië. De trein rijdt drie keer per week op maandag, woensdag en vrijdag. In de ochtend wordt er naar Moerdijk. In de avond keert de trein terug naar Geleen. Op 17 augustus 2017 rijdt de 203 10 een trein met cacao van Steinweg in het Westelijk havengebied in Amsterdam naar de Kijfhoek. Vanaf Kijfhoek gaan de wagens naar Antwerpen en verder naar Zwitserland. Per 12 december 2017 gaat de trein met granulaatkorrels met een elektrische locomotief rijden. Sinds januari 2018 is een locomotief in [[Lage Zwaluwe]] gestationeerd voor de bedieningen in [[Moerdijk]] en [[Oosterhout Weststad|Oosterhout]]. In Moerdijk wordt de containerterminal bediend. Voor Oosterhout worden wagons met auto's aangevoerd op maandagochtend. In april 2018 rijdt deze locomotief naar de [[Sloe|Sloehaven]] om de LPG-treinen naar Vopak te rijden. Eind april 2018 rijdt de laatste trein met cacao naar de Kijfhoek. Met ingang van 18 oktober 2018 neemt locomotief 691 het rangeerwerk met LPG-treinen in de Sloehaven over van de V100.
+
Vanaf 13 mei 2017 rijdt een locomotief naar Moerdijk met plastic granulaatkorrels in containers van Interbulk. Deze zijn afkomstig van Sabic uit Geleen. De bestemming is Groot Brittannië. De trein rijdt drie keer per week op maandag, woensdag en vrijdag. In de ochtend wordt er naar Moerdijk. In de avond keert de trein terug naar Geleen. Op 17 augustus 2017 rijdt de 203 10 een trein met cacao van Steinweg in het Westelijk havengebied in Amsterdam naar de Kijfhoek. Vanaf Kijfhoek gaan de wagens naar Antwerpen en verder naar Zwitserland. Per 12 december 2017 gaat de trein met granulaatkorrels met een elektrische locomotief rijden. Sinds januari 2018 is een locomotief in [[Lage Zwaluwe]] gestationeerd voor de bedieningen in [[Moerdijk]] en [[Oosterhout Weststad|Oosterhout]]. In Moerdijk wordt de containerterminal bediend. Voor Oosterhout worden wagons met auto's aangevoerd op maandagochtend. In april 2018 rijdt deze locomotief naar de [[Sloe|Sloehaven]] om de LPG-treinen naar Vopak te rijden. Eind april 2018 rijdt de laatste trein met cacao naar de Kijfhoek. Met ingang van 18 oktober 2018 neemt locomotief 691 het rangeerwerk met LPG-treinen in de Sloehaven over van de V100. Tussen 7 februari 2019 en 26 maart 2019 rijdt een locomotief weer de treinen met LPG in Vlissingen, als gevolg van schade aan de 691. De locomotief komt hiervoor op drie dagen in de week uit Lage Zwaluwe. Vanaf medio oktober 2020 raakt de 691 wederom defect en is een V100 nodig voor het rangeerwerk in de Sloehaven.
  
  

Versie van 28 dec 2021 13:31

De locomotieven 103 + 102 van ITL
foto Martin Verwoert

Geschiedenis

Halverwege de jaren '50 wordt door de Deutsche Reichsbahn (DR) in samenwerking met de Oost-Duitse industrie een plan ontwikkeld voor het bouwen van diesellocomotieven. Er moesten zo min mogelijk types worden ontwikkeld die zo veel mogelijk waren gestandaardiseerd. Al deze types worden voorzien van een hydraulische aandrijving. Door het Berlijnse Institut für Schienenfahrzeuge worden de specificaties opgesteld waaraan de nieuwe locomotieven moeten voldoen. Met de komst van de diesellocomotieven moeten de vele stoomlocomotieven die nog in gebruik zijn, vervangen worden. Een van deze standaardtypes wordt een locomotief met een vermogen van ongeveer 1.000 pk. De inzet van deze locomotief richt zich voornamelijk op de zware rangeerdienst en het rijden van reizigers- en goederentreinen op secundaire baanvakken. Met de locomotieven moet het mogelijk zijn om met meerdere locomotieven gekoppeld te rijden voor een groter vermogen. Daarnaast moeten de locomotieven geschikt zijn voor het trek-duwbedrijf. De locomotieven worden ondergebracht in het locomotieftype V 100.

Er worden drie prototypes gebouwd door VEB Lokomotivbau "Karl Marx" in Babelsberg, in samenwerking met Institut für Schienenfahrzeuge in Berlijn en VEB Lokomotivbau-Elektrotechnische Werke (LEW) "Hans Beller" in Hennigsdorf. Door zoveel als mogelijk gebruik te maken van bestaande componenten die in de V180 zijn gebruikt, is de ontwikkeltijd van deze locomotief zeer kort. Negen maanden na het begin van het ontwikkeltraject wordt in januari 1964 de eerste locomotief, de V100 001, afgeleverd. De locomotief is in een blauwe kleurstelling gebracht. De dieselmotor van deze locomotief heeft een vermogen van bijna 900 pk. In 1965 wordt de V100 002 afgeleverd. De locomotief is voorzien van een verder ontwikkelde dieselmotor met een vermogen van 1.000 pk. Deze locomotief is roodbruin geschilderd. In 1966 wordt het derde prototype afgeleverd, de grijs-groene V100 003, als voorbereiding op de eerste serielevering van 40 locomotieven. In totaal zijn er tussen 1966 en 1978 door LEW in Hennigsdorf 869 locomotieven van dit type gebouwd. De locomotieven zijn allen bordeaux rood geschilderd. Oorspronkelijk was het plan om elke locomotief in een eigen kleur te schilderen. De eerste 173 locomotieven zijn opgenomen in de nummerserie V100.0. Zij hebben een lengte van 13,940 meter en een gewicht van 63,7 ton. In 19 ondergaat de aandrijving een aanpassing. Het schakelgedeelte voor langzaam of snel rijden kwam te vervallen. Tevens worden de locomotieven 30 centimeter langer. De nieuwe locomotieven die deze wijzigingen bij aflevering hebben ondergaan, worden genummerd in de nummerserie V100.2. De eerste locomotief uit deze serie is de V100 201. Met de invoering van de computernummering in 1970 worden de locomotieven ondergebracht in de Baureihe 110, met behoud van volgnummer.

In 1972 wordt de 110 137 voorzien van een sterkere dieselmotor met een vermogen van 1.200 pk. Na positieve resultaten tijdens proefnemingen, wordt besloten om deze sterkere dieselmotor in te bouwen bij meer locomotieven. In totaal worden 492 locomotieven door het Reichsbahnausbesserungswerk (RAW) in Stendal voorzien van deze dieselmotor. Tegelijkertijd worden de locomotieven vernummerd in de Baureihe 112, wederom met behoud van het volgnummer. Omdat er behoefte bestond aan nog sterkere locomotieven, worden door het RAW in Stendal in 1978 de 110 203 voorzien van een dieselmotor met een vermogen van 1.400 pk, welke in de daaropvolgende jaren wordt verhoogd tot 1.500 pk. Tussen 1983 en 1990 wordt deze dieselmotor, die inmiddels een vermogen heeft van 1.500 pk, ingebouwd in 65 locomotieven. Deze locomotieven worden opgenomen in de Baureihe 115. Al snel wordt dit gewijzigd naar de Baureihe 114, omdat de Baureihe 115 is gereserveerd voor nieuwe locomotieven. Daarnaast zijn een tweetal locomotieven verbouwd voor de zware rangeerdienst. Zij worden voorzien van een andere aandrijving. Om deze locomotieven te onderscheiden worden zij genummerd in de Baureihe 108.

Na de samenvoeging van de materieelparken van de Deutsche Reichsbahn en Deutsche Bundesbahn worden de locomotieven opgenomen in de Baureihe 2XX, zoals in West Duitsland gebruikelijk was voor diesellocomotieven. De Baureihe 1XX was bestemd voor de elektrische locomotieven. De locomotieven van de Baureihe 110 worden genummerd in de Baureihe 201, de locomotieven van de Baureihe 112 worden genummerd in de Baureihe 202, locomotieven van de Baureihe 114 worden genummerd in de Baureihe 204. Al snel werd de inzet van de locomotieven steeds minder, zodat er besloten wordt om locomotieven af te voeren. Als eerste worden de locomotieven afgevoerd die niet van een nieuwe dieselmotor zijn voorzien. De laatste locomotieven van de Baureihe 201 zijn aan het eind van 1997, begin 1998 afgevoerd. In 1995 begint de afvoer van de locomotieven van de Baureihe 202. In 2001 zijn de laatste locomotieven van deze Baureihe afgevoerd, zodat alleen nog de locomotieven van de Baureihe 204 actief zijn. Deze locomotiefserie doet tot dienst bij de DB.

In 200 wordt begonnen om een afgevoerde locomotief te verbouwen voor het nieuwe concept BR 203.1. De verbouwing vindt plaats door het RAW in Stendal. Op 23 september 2002 wordt de voormalige 202 850 gepresenteerd tijdens Inno Trans 2002 in Berlijn. In november 2002 wordt de locomotief overgenomen door Alstom. De locomotief wordt verhuurd aan diverse vervoerders om ervaringen mee op te doen.

Locomotieven bij ITL

101

Op 10 oktober 2007 neemt ITL locomotief ITL-101 in ontvangst in Stendal. Op 12 oktober 2007 wordt de locomotief afgeleverd.

102


103


104


Vanaf september 2012 wordt de locomotief verhuurd aan RRF. De locomotief krijgt hier intern het nummer 24. Dit is echter niet op de locomotief zichtbaar. In januari 2014 keert de locomotief weer terug bij Captrain.


De locomotief 203 103 van Captrain
foto Martin Verwoert

In 2011 neemt Captrain de activiteiten van ITL over en ook de vier locomotieven.


Technische gegevens

De locomotieven hebben een lengte van 14,24 meter en een gewicht van 64 ton. Dit geeft een aslast van 16 ton. De asindeling van de locomotief is B'B'. Bij aflevering aan Nederland zijn de locomotieven voorzien van een motor, type . De motor is voorzien van cilinders en heeft een vermogen van kW ( pk). De compressor is afkomstig van , type . In de draaistellen zitten tractiemotoren van. De locomotief is hiermee in staat om een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur te bereiken.


Uitvoering

De locomotieven beschikken over ATB, ETCS en PZB als treinbeïnvloedingssysteem.


Inzet

Een aantal keren per week rijdt in de nacht een graantrein vanuit EBS in Europoort naar Agruniek Rijnvallei in Barneveld Centrum.

Vanaf 13 mei 2017 rijdt een locomotief naar Moerdijk met plastic granulaatkorrels in containers van Interbulk. Deze zijn afkomstig van Sabic uit Geleen. De bestemming is Groot Brittannië. De trein rijdt drie keer per week op maandag, woensdag en vrijdag. In de ochtend wordt er naar Moerdijk. In de avond keert de trein terug naar Geleen. Op 17 augustus 2017 rijdt de 203 10 een trein met cacao van Steinweg in het Westelijk havengebied in Amsterdam naar de Kijfhoek. Vanaf Kijfhoek gaan de wagens naar Antwerpen en verder naar Zwitserland. Per 12 december 2017 gaat de trein met granulaatkorrels met een elektrische locomotief rijden. Sinds januari 2018 is een locomotief in Lage Zwaluwe gestationeerd voor de bedieningen in Moerdijk en Oosterhout. In Moerdijk wordt de containerterminal bediend. Voor Oosterhout worden wagons met auto's aangevoerd op maandagochtend. In april 2018 rijdt deze locomotief naar de Sloehaven om de LPG-treinen naar Vopak te rijden. Eind april 2018 rijdt de laatste trein met cacao naar de Kijfhoek. Met ingang van 18 oktober 2018 neemt locomotief 691 het rangeerwerk met LPG-treinen in de Sloehaven over van de V100. Tussen 7 februari 2019 en 26 maart 2019 rijdt een locomotief weer de treinen met LPG in Vlissingen, als gevolg van schade aan de 691. De locomotief komt hiervoor op drie dagen in de week uit Lage Zwaluwe. Vanaf medio oktober 2020 raakt de 691 wederom defect en is een V100 nodig voor het rangeerwerk in de Sloehaven.


Revisie

Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

Vernummeringen

Bij de overgang in 2011 van de locomotieven van ITL naar Captrain zijn de locomotieven vernummerd in de serie 203, met behoudt van het volgnummer.

Nummer Captrain Nummer ITL
Vernummeringen
203-101 ITL-101
203-102 ITL-102
203-103 ITL-103
203-104 ITL-104


Schadegevallen

Afvoer

Afleverdata

Nummer CapTrain Nummer DB Aflevering In dienst In revisie Uit revisie Ter zijde Sloop (rit)
Afleverdata
203-101 202 368-7 12 oktober 2007 22 januari 2015
203-102 202 369-5 17 oktober 2007 3 september 2015
203-103 202 777-9 15 maart 2008 1 juli 2016
203-104 202 775-3 29 maart 2008 5 oktober 2016