Stoomverwarmingswagens 158951 - 158960: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
k (Navigatie)
(Aanvullingen.)
Regel 1: Regel 1:
 
[[Categorie:Wagens]]Met de aflevering van de locomotieven [[1000 - Elektrische locomotieven serie 1000|serie 1000]] in 1948 zou er een probleem ontstaan met het verwarmen van de bestaande rijtuigen. Deze konden alleen met stoom verwarmd worden en niet elektrisch. Daarom werden door de NS 10 stoomverwarmingswagens gebouwd die de rijtuigen met stoom kon verwarmen.
 
[[Categorie:Wagens]]Met de aflevering van de locomotieven [[1000 - Elektrische locomotieven serie 1000|serie 1000]] in 1948 zou er een probleem ontstaan met het verwarmen van de bestaande rijtuigen. Deze konden alleen met stoom verwarmd worden en niet elektrisch. Daarom werden door de NS 10 stoomverwarmingswagens gebouwd die de rijtuigen met stoom kon verwarmen.
 +
 +
[[Bestand:Stoomverwarmingswagen 158 951.jpg|200px|thumb|right|''Stoomverwarmingswagen NS 158 951 van de NS bij de Centrale Werkplaats te Haarlem''<br><small><small>catalogusnummer 803395 / collectie Het Utrechts Archief</small></small>]]
  
 
= '''Geschiedenis''' =
 
= '''Geschiedenis''' =
Regel 15: Regel 17:
 
Als stoomketel is voor de Clarkson Vapor CFK 4225 stoomketel. Dit is een met oliegestookte waterpijpketel met een geforceerde circulatie. Deze ketel werkt geheel automatisch. De ketel wordt aangedreven door een elektromotor van 5 pk, welke werkt op 72 volt. De olie wordt door middel van luchtdruk toegevoegd. De stroom die hiervoor nodig is, komt van de elektrische locomotief. De 1.500 volt wordt door een motorgenerator omgevormd tot 100 volt. Door deze stroom worden de batterijen gevoed, die onder de wagenbak zijn gehangen. De spanning uit deze batterijen wordt gebruikt voor het elektrisch voeden van de ketel.
 
Als stoomketel is voor de Clarkson Vapor CFK 4225 stoomketel. Dit is een met oliegestookte waterpijpketel met een geforceerde circulatie. Deze ketel werkt geheel automatisch. De ketel wordt aangedreven door een elektromotor van 5 pk, welke werkt op 72 volt. De olie wordt door middel van luchtdruk toegevoegd. De stroom die hiervoor nodig is, komt van de elektrische locomotief. De 1.500 volt wordt door een motorgenerator omgevormd tot 100 volt. Door deze stroom worden de batterijen gevoed, die onder de wagenbak zijn gehangen. De spanning uit deze batterijen wordt gebruikt voor het elektrisch voeden van de ketel.
  
 +
[[Bestand:Tekening Stoomverwarmingswagen.jpg|200px|thumb|right|''Maattekening en indeling stoomverwarmingswagen''<br><small><small>Afb: Spoor- en tramwegen 1949, no 1, 13-01-1949</small></small>]]
  
 
= '''Uitvoering''' =
 
= '''Uitvoering''' =
  
De onderstellen van de rijtuigen zijn opgebouwd uit NP 26 profielen met dwarsverbindingen. Aan elk uiteinde van het rijtuig wordt een watertank geplaatst, welke grote overeenkomsten heeft met een tender van een stoomlocomotief serie  . In het midden van het rijtuig is het ketelhuis geplaatst, met daarin de stoomketel, motorgenerator en andere apparatuur. In het hoofdgedeelte is ook de werkruimte voor de stoommachinist, waar een toilet is geplaatst. De stoomketel wordt gevoed door een oliestookinrichting. Onder het rijtuig bevinden zich de batterijen. Ook is het mogelijk om het rijtuig aan te sluiting op de depotvoeding van stations en emplacementen.
+
De onderstellen van de rijtuigen zijn opgebouwd uit NP 26 profielen met dwarsverbindingen. Aan elk uiteinde van het rijtuig wordt een watertank geplaatst, welke grote overeenkomsten heeft met een tender van een stoomlocomotief serie  . De inhoud van de watertanks is in totaal 14 m<sup>3</sup> In het midden van het rijtuig is het ketelhuis geplaatst, met daarin de stoomketel, motorgenerator en andere apparatuur. In het hoofdgedeelte is ook de werkruimte voor de stoommachinist, waar een toilet is geplaatst. De stoomketel wordt gevoed door een oliestookinrichting. Onder het rijtuig bevinden zich de batterijen en een kist met reserveslangen. Ook is het mogelijk om het rijtuig aan te sluiting op de depotvoeding van stations en emplacementen.  
 
 
 
 
De rijtuigen komen in het olijfgroen, afgezet met zwarte sierstrips, in dienst, waarbij het dak aluminiumkleurig is. Op het rijtuig staat 'stoomverwarmingswagen'.
 
  
  
 +
De rijtuigen komen in het olijfgroen, afgezet met zwarte sierstrips, in dienst, waarbij het dak aluminiumkleurig is. Op het rijtuig staat 'stoomverwarmingswagen'. De opschriften op de rijtuigbak zijn roomkleurig en op de stelbalk zijn zij wit. Op het luik van de motorgenerator is een rode pijl aangebracht. Ook zijn de rijtuigen voorzien van depotplaatjes.
  
  
 
= '''Inzet''' =
 
= '''Inzet''' =
  
De rijtuigen worden na hun aflevering ingezet in de sneltreinen op de nieuw geëlekrificeerde spoorlijnen. Zij rijden hiermee samen met de nieuwe locomotieven van de serie 1000. Vanaf 1955 worden de rijtuigen ook in de dieseldienst ingezet. Dit doen zij tot 1964. Voor het bedienen van deze rijtuigen reed een stoker mee.
+
De rijtuigen worden na hun aflevering ingezet in de sneltreinen op de nieuw geëlektrificeerde spoorlijnen. Zij rijden hiermee samen met de nieuwe locomotieven van de serie 1000. Vanaf 1955 worden de rijtuigen ook in de dieseldienst ingezet. Dit doen zij tot 1964. Voor het bedienen van deze rijtuigen reed een stoker mee.
  
  
Regel 77: Regel 78:
 
= '''Afvoer''' =
 
= '''Afvoer''' =
  
Als eerste rijtuig, is stoomverwarmingswagen 158958 afgevoerd in 1959. In juli 1960 wordt het rijtuig officieel afgevoerd. In juli 1963 worden zes rijtuigen afgevoerd. De laatste drie rijtuigen worden in 196 afgevoerd.
+
Als eerste rijtuig, is stoomverwarmingswagen 158958 afgevoerd in 1959. In juli 1960 wordt het rijtuig officieel afgevoerd. In juli 1963 worden zes rijtuigen afgevoerd. De laatste drie rijtuigen worden in 1964 afgevoerd. Een aantal rijtuigen worden in afwachting van sloop in Lage Zwaluwe neer gezet.
  
  
Regel 92: Regel 93:
 
= '''Afleverdata''' =
 
= '''Afleverdata''' =
  
{| class="wikitable sortable" style="width:80em;"
+
{| class="wikitable" style="width:80em;"
 
! Stelnummer
 
! Stelnummer
 
! Afleverdatum
 
! Afleverdatum

Versie van 7 jul 2020 15:51

Met de aflevering van de locomotieven serie 1000 in 1948 zou er een probleem ontstaan met het verwarmen van de bestaande rijtuigen. Deze konden alleen met stoom verwarmd worden en niet elektrisch. Daarom werden door de NS 10 stoomverwarmingswagens gebouwd die de rijtuigen met stoom kon verwarmen.

Stoomverwarmingswagen NS 158 951 van de NS bij de Centrale Werkplaats te Haarlem
catalogusnummer 803395 / collectie Het Utrechts Archief

Geschiedenis

In het voorjaar van 1948 komen de eerste drie locomotieven serie 1000 in dienst. Deze locomotieven zijn niet uitgerust met een stoomketel om de rijtuigen te kunnen verwarmen van de treinen die zij trekken. De op dat moment in Nederland aanwezige LNER 6000 uit Engeland heeft deze ketel wel. Om de rijtuigen toch te kunnen verwarmen, begint Beijnes in februari 1948 met het tekenen en ontwerpen van een stoomverwarmingsrijtuig. Voor de tien locomotieven, worden tien stoomverwarmingswagens besteld en gebouwd. Met ingang van de winterdienstregeling op 3 oktober 1948 moeten de eerste rijtuigen in dienst komen. De eerste drie rijtuigen worden door de Centrale Werkplaats in Haarlem gebouwd en de zeven andere rijtuigen door Werkspoor in Utrecht. Medio oktober 1948 komen de eerste twee rijtuigen in dienst. Begin 1949 moeten de laatste zeven rijtuigen in dienst komen, tegelijkertijd met de locomotieven 1004 - 1010. Als basis diende zwaar beschadigde AB rijtuigen serie . Ook de andere locomotiefseries hebben met deze rijtuigen gereden, omdat zij niet in staat zijn om rijtuigen met stoom te verwarmen. Nadat er nieuwe rijtuigen Plan E waren ingestroomd, verhuizen de rijtuigen naar de dieseldienst.


Technische gegevens

Het rijtuig heeft een lengte van 16,78 meter en een gewicht van 38 ton. De in Haarlem gebouwde 158951 - 158953 stonden op draaistellen, type E. De draaistellen voor de 158954 - 158960 zijn van het type K (zwanehals) en afkomstig van afgevoerde houten rijtuigen. Aan de draaistellen werd de vering aangepast, zodat ze vanaf dat moment bekend zijn als X draaistellen (nummers X1 - X6 resp. X11 - X24).



Als stoomketel is voor de Clarkson Vapor CFK 4225 stoomketel. Dit is een met oliegestookte waterpijpketel met een geforceerde circulatie. Deze ketel werkt geheel automatisch. De ketel wordt aangedreven door een elektromotor van 5 pk, welke werkt op 72 volt. De olie wordt door middel van luchtdruk toegevoegd. De stroom die hiervoor nodig is, komt van de elektrische locomotief. De 1.500 volt wordt door een motorgenerator omgevormd tot 100 volt. Door deze stroom worden de batterijen gevoed, die onder de wagenbak zijn gehangen. De spanning uit deze batterijen wordt gebruikt voor het elektrisch voeden van de ketel.

Maattekening en indeling stoomverwarmingswagen
Afb: Spoor- en tramwegen 1949, no 1, 13-01-1949

Uitvoering

De onderstellen van de rijtuigen zijn opgebouwd uit NP 26 profielen met dwarsverbindingen. Aan elk uiteinde van het rijtuig wordt een watertank geplaatst, welke grote overeenkomsten heeft met een tender van een stoomlocomotief serie . De inhoud van de watertanks is in totaal 14 m3 In het midden van het rijtuig is het ketelhuis geplaatst, met daarin de stoomketel, motorgenerator en andere apparatuur. In het hoofdgedeelte is ook de werkruimte voor de stoommachinist, waar een toilet is geplaatst. De stoomketel wordt gevoed door een oliestookinrichting. Onder het rijtuig bevinden zich de batterijen en een kist met reserveslangen. Ook is het mogelijk om het rijtuig aan te sluiting op de depotvoeding van stations en emplacementen.


De rijtuigen komen in het olijfgroen, afgezet met zwarte sierstrips, in dienst, waarbij het dak aluminiumkleurig is. Op het rijtuig staat 'stoomverwarmingswagen'. De opschriften op de rijtuigbak zijn roomkleurig en op de stelbalk zijn zij wit. Op het luik van de motorgenerator is een rode pijl aangebracht. Ook zijn de rijtuigen voorzien van depotplaatjes.


Inzet

De rijtuigen worden na hun aflevering ingezet in de sneltreinen op de nieuw geëlektrificeerde spoorlijnen. Zij rijden hiermee samen met de nieuwe locomotieven van de serie 1000. Vanaf 1955 worden de rijtuigen ook in de dieseldienst ingezet. Dit doen zij tot 1964. Voor het bedienen van deze rijtuigen reed een stoker mee.


De eerste inzet van twee van de drie rijtuigen vindt plaats op 18 oktober 1948 achter een locomotief serie 1000. Het zijn de rijtuigen 158952 en 158953.


Voor het rijden van spitsdiensten in 1955, worden enkele rijtuigen achter diesellocomotieven gebruikt. De benodigde spanning kan niet door de diesellocomotief worden geleverd, zodat de batterijen deze taak op zich nemen. Om de batterijen op te laden, worden de rijtuigen tussen de spitsen gebruikt achter elektrische locomotieven.


Op 18 februari 1957 is een volledige getrokken reizigersdienst ingevoerd tussen Alkmaar en Den Helder. Deze treinen werden getrokken door diesellocomotieven van de series 2200. De stoomverwarmingswagens werden de hele dag gebruikt op deze lijn. Deze inzet duurde tot 1958, het moment dat de spoorlijn werd geëlektrificeerd.



Onderhoud

De rijtuigen zijn in de werkplaats van Zwolle in onderhoud. Grote herstellingen en revisie vinden plaats in de hoofdwerkplaats van Tilburg.


Revisie

Bijzondere uitvoeringen

Wijzigingen

  • Voor de inzet achter diesellocomotieven werd de hoogspanningsgenerator vervangen door een dieselaggregaat. Omdat deze groter was, is het luik voor de generator vergroot. Door deze vergrootting kwam de deur aan die zijde te vervallen. Hiermee was het mogelijk om de accu's op te laden.


  • Vanaf 1956 worden de rijtuigen Berlijnsblauw geschilderd.


Vernummeringen

De rijtuigen zijn niet vernummerd gedurende hun levensloop.


Schadegevallen

Afvoer

Als eerste rijtuig, is stoomverwarmingswagen 158958 afgevoerd in 1959. In juli 1960 wordt het rijtuig officieel afgevoerd. In juli 1963 worden zes rijtuigen afgevoerd. De laatste drie rijtuigen worden in 1964 afgevoerd. Een aantal rijtuigen worden in afwachting van sloop in Lage Zwaluwe neer gezet.


Sloop

De rijtuigen worden bij sloper gesloopt.


Museummaterieel

Van deze rijtuigen is geen enkel exemplaar bij musea terecht gekomen.


Afleverdata

Stelnummer Afleverdatum In dienst In revisie Uit revisie Ter zijde Sloop(rit)
158951 oktober 1948 juli 1963
158952 oktober 1948 18 oktober 1948 december 1964
158953 oktober 1948 18 oktober 1948 december 1964
158954 december 1948 december 1964
158955 juli 1963
158956 juli 1963
158957 juli 1963
158958 juli 1960
158959 juli 1963
158960 juli 1963