Staatslijn B (Harlingen Haven - Nieuweschans)

Uit Somda RailWiki
(Doorverwezen vanaf Staatslijn B)
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Staatslijn B is de spoorlijn tussen Harlingen Haven en Nieuweschans via Leeuwarden en Groningen. De spoorlijn heeft een lengte van 127,6 kilometer.

Geschiedenis

Nadat op particulier initiatief in 1839 de spoorlijn tussen Amsterdam d'Eenhonderd Roe en Haarlem was geopend, gevolgd door de spoorlijn tussen Amsterdam Weesperpoort en Utrecht in 1843, werd door de Nederlandse overheid nog niet het nut ingezien om zelf spoorlijnen aan te leggen. Door particulieren werden plannen gemaakt voor een spoorlijn in het noorden van Nederland. Als uitgangspunt werd Harlingen gekozen. In die tijd was Harlingen een van de belangrijkste zeehavens van Nederland. In 1845 werd een concessie aangevraagd voor een spoorwegnet in de noordelijke provincies. Dit net zou beginnen in Harlingen en zou verbonden worden met Groningen, Oldenburg en Bremen. Ook werd een aftakking naar Delfzijl gepland. Men verwachte een belangrijke rol voor deze spoorlijn met de doorvoer van goederen naar Duitsland. Door de Nederlandse regering werd de concessie echter geweigerd. In Duitsland zou er nog geen aansluiting zijn. Daarnaast lag het Koninkrijk Hannover dwars. Zij zagen geen heil in de spoorlijn en wilden een spoorlijn vanaf Osnabrück naar Emden. In 1857 wordt een spoorwegplan gepresenteerd. De Nederlandse regering besluit om dringend gewenste spoorlijnen aan te leggen. De spoorlijn vanuit Harlingen naar de Duitse grens valt ook onder deze spoorlijnen. Staatsaanleg was op dat moment echter nog uit den boze. De noordelijke spoorlijn zou vallen onder de concessie die is aangevraagd door baron Sloet en jonkheer P.A Reuchlin voor de Noorderspoorweg. De Tweede Kamer verwierp echter in 1859 het wetsontwerp. De plannen om de Noorderspoorweg en de spoorlijnen ten zuiden van de grote rivieren vonden ook geen doorgang. Deze plannen werden door de Eerste Kamer verworpen in februari 1860. Na de val van het kabinet Rochussen komt het gematigde kabinet Van Hall - Van Heemstra aan de macht. Een nieuw wetsontwerp van minister van Financiën F.A. van Hall voor de aanleg van spoorlijnen op staatskosten werd ingediend. Op 17 juli 1860 werd het wetsontwerp goedgekeurd door de Tweede Kamer. Deze wet is aangenomen op 18 augustus 1860 door de Eerste Kamer van de Staat der Nederlanden, ondanks de tegenstand de liberalen onder leiding van J.R. Thorbecke. Samen met negen andere spoorlijnen maakt de aanleg van Staatslijn B onderdeel uit van de eerste Staatsaanleg van spoorwegen in Nederland. De aanleg van spoorwegen vanuit de overheid was bedoeld om de achterstand die Nederland had op het gebied van spoorwegaanleg enigszins in te halen. Deze 10 spoorlijnen zijn samen goed voor ruim 800 kilometer aan nieuw spoor. Met de aanleg van de spoorlijnen ontstaat een uitgebreid netwerk tussen bijna alle grote Nederlandse steden. Dit netwerk vormt nog altijd voor een belangrijk deel de ruggengraat van het Nederlandse spoorwegnet. Door vooral gebruik te maken van standaardontwerpen en -bestekken kunnen alle spoorlijnen relatief snel worden aangelegd. Het geld voor de aanleg van de spoorlijnen is afkomstig van het ‘Cultuurstelsel’ in Nederlands Indië. De totale kosten van de aanleg is geraamd op 100 miljoen gulden en wordt uitgesmeerd over een periode van 10 jaar. Staatslijn B wordt aangelegd van Harlingen naar de Duitse grens. In eerste instantie zou de spoorlijn naar Aschendorf worden aangelegd. Later verviel Aschendorf en werd vervangen door een punt aan de lijn tussen Rheine en Emden in overleg met het Koninkrijk Hannover. Na de goedkeuring door de Eerste Kamer is de aanleg van de spoorlijn goedgekeurd. De exploitatie was echter nog niet geregeld in de wet uit augustus 1860. Dit gebeurde pas in 1863, in het tweede kabinet Thorbecke. Op dat moment waren de eerste spoorlijnen bijna klaar voor exploitatie. Er wordt gekozen voor particuliere exploitatie op de spoorlijnen die door de Nederlandse staat worden aangelegd. Dit wordt de SS (Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen). Op 16 november 1864 wordt er overeenstemming bereikt met het Koninkrijk Hannover over de te volgen route in Duitsland. De spoorlijn zou op Duits grondgebied via Bunde en Weener naar Ihrhove worden aangelegd. Bij Ihrhove zou aansluiting worden geboden op de spoorlijn Rheine - Emden. Daarnaast werd overeengekomen dat de spoorlijn in Duitsland zou worden geëxploiteerd door een geïnteresseerde partij. In Nieuweschans en Ihrhove zouden verdere aansluitingen worden geboden. Nadat in 186 de spoorlijn tot Nieuweschans was aangelegd, ontstond er een probleem. Het Koninkrijk Hannover bestond niet meer na een korte oorlog met Pruisen en de annexatie van Hannover door Pruisen in 1866. Hierdoor verviel de gesloten overeenkomst over de aanleg en exploitatie van de spoorlijn. Daarnaast ging het Groothertogdom Oldenburg een rol spelen. In eerste instantie hadden zij geen vertrouwen in het aanleggen van spoorlijnen. Toen in de loop der tijd diverse spoorlijnen succesvol rondom en in het hertogdom waren aangelegd werd in 1867 besloten om een spoorlijn van Oldenburg naar Leer aan te leggen. Pruisen stemde met de aanleg in en in 1869 was de spoorlijn gereed. Het was ook de bedoeling om de spoorlijn aan te laten sluiten op de spoorlijn in Nederland. In eerste instantie verleende Pruisen geen medewerking aan de doortrekking van de spoorlijn. Nadat Nederland een bedrag van 700.000 gulden in het vooruitzicht stelde om de spoorlijn wel aan te leggen. In Berlijn werd 900.000 Mark vrijgemaakt voor de aanleg en leek de aanleg van het laatste deel een formaliteit. Op dat moment ging Papenburg dwars liggen, omdat zij vreesde dat de scheepvaart belemmert zou worden door de brug die over de Eems zou worden aangelegd bij Weener. De brug zou laag worden uitgevoerd met een draaibrug. Papenburg wilde een hoge brug, zodat de zeilschepen daar ongehinderd onder door konden varen. Door deze hoge brug zouden de bouwkosten onverantwoord hoog worden. Een compromis werd gevonden in een lage brug en om de schepen door de draaibrug te trekken, werd een sleepboot aangeschaft. De aanleg werd verder vertraagd door de Frans-Duitse oorlog in 1870/1871 en de vorming van het Duitse keizerrijk. Op 3 juni 1874 werd een overeenkomst gesloten tussen het Duitse keizerrijk en de Nederlandse staat. Deze overeenkomst week nauwelijks af van de overeenkomst die 10 jaar eerder werd gesloten. De concessiehouder in Duitsland was nu Oldenburg. In Nieuweschans werd het emplacement vergroot en een nieuwe, polygonale loods aangelegd voor de SS. De oude locomotiefloods werd toebedeeld aan de Grossherzogliche Oldenburgische Eisenbahn. De bouwkosten vielen echter tegen, zodat door Nederland een bedrag van 1.2 miljoen gulden werd betaald en door Pruisen 900.000 Mark.

Per 17 september 1944 valt het deel tussen Groningen en Nieuweschans onder de Bahndirektion Münster en niet meer onder de Duitse spoorwegorganisatie in bezet Nederland. Op 15 april 1945 wordt de brug over de Westerwoldse Aa opgeblazen door de Duitsers. Op 18 april 1945 wordt de Friesenbrücke opgeblazen. Door het opblazen van de bruggen is het deel tussen Nieuweschans en Weener van het spoorwegnet afgesloten. In september 1945 worden de restanten van de brug over de Westerwoldse Aa verwijderd. In 1947 wordt een noodbrug over de Westerwoldse Aa gebouwd, bestaande uit zware stalen liggers op hefbokken. In het midden zijn de liggers geplaatst op een schip. In 1947 wordt gestrand materieel van de NS naar Nieuweschans afgevoerd. In maart 1951 wordt begonnen met de herbouw van de draaibrug over de Westerwoldse Aa. De brug wordt gebouwd door de Noord Nederlandse Machinefabriek in Winschoten. Op 29 september 1951 wordt de brug geplaatst en beproefd door een stoomlocomotief van de serie 4300. Op 8 oktober 1951 vindt de feestelijke opening plaats van de brug en op 9 oktober 1951 werd de brug over de Westerwoldse Aa weer in gebruik genomen. Hiermee kwam het grensoverschrijdende goederenverkeer weer op gang. Het reizigersverkeer werd pas op 23 mei 1954 hervat.


In 1996 worden er gelden beschikbaar gesteld om het baanvak tussen Nieuweschans en Leer te vernieuwen. De Deutsche Bahn ligt echter dwars om het baanvak te vernieuwen vanwege de hoge onderhoudskosten en de verlieslatende exploitatie. In 1998 wordt een overeenkomst gesloten tussen de provincie Groningen, de deelstaat Nedersaksen en de Deutsche Bahn, waarbij de drie partijen verantwoordelijk zijn voor de exploitatiekosten. De deelstaat Nedersaksen zal de onderhoudskosten voor haar rekening nemen. Door het sluiten van deze overeenkomst kan het verzakte baanvak opgeknapt worden. Deze werkzaamheden zullen tot 2000 duren. Na het afronden van deze werkzaamheden bedraagt de baanvaksnelheid 120 kilometer per uur en mag het baanvak weer door goederentreinen worden bereden. Per dag zullen er zes slagen gereden gaan worden tussen beide plaatsen.


Aanleg

In 186 begint de aanleg van de spoorlijn vanuit Harlingen naar Leeuwarden. De materialen worden per schip aangevoerd uit onder andere Amsterdam. De bouw gaat gestaag verder, tot dat in 1868 Nieuweschans wordt bereikt. Ondanks een gesloten traktaat met het Koninkrijk Hannover op 16 november 1864, stokte de aanleg van de spoorlijn voor de grens. In 1871 wordt door de Leidse firma D.A. Schretlen & Co een spoorbrug gebouwd voor over de Westerwoldse Aa. De brug is geschikt voor dubbelspoor. Pas in 1874 gaat de aanleg verder tussen Nieuweschans en Leer. Een obstakel is het moeras ten westen van Weener. Een 18 meter diepe zanddam is door het moeras aangelegd voor de stevigheid. Nadat deze zanddam ongeveer een jaar had gelegen om in te klinken, zakte de dam ineens weg in het veen. De al aangelegde rails kon nog geborgen worden. Ook de bouw van de brug over de Eems loopt vertraging omdat grondeigenaren in Ihrhove geen grond willen afstaan voor de aanleg van een werkspoor waar het materieel voor de brug over aangevoerd moet worden. Deze brug van 345 meter is enkelsporig aangelegd, met uitzondering van het draaigedeelte. Dat is al voorbereid op dubbelspoor. Ook het baanlichaam is voorbereid op dubbelspoor, ondanks dat de spoorlijn als een enkelspoor is aangelegd. In 1876 was de spoorlijn gereed.


Beveiliging

Vanaf 1869 wordt door de SS de Morse-telegraaf gebruikt als communicatie tussen de wachters op de posten langs de spoorbaan. Deze wachters beveiligen het begin en eind van de blokken van het blokstelsel.



De beveiliging is een VPI beveiliging met een VPT procesleiding.

Tussen 27 en 29 oktober 1972 werd op de lijn tussen Harlingen en Leeuwarden het Ter Plaatse Bediende Relaisbeveiliging (TPRB) ingevoerd. Als eerste wordt het ingevoerd op traject tussen Harlingen en Dronrijp. In de avond en nacht van 26 oktober 1972 wordt de beveiliging tussen Harlingen en Dronrijp buiten dienst gesteld. Op 27 oktober 1972 komt het TPRB tussen Harlingen en Dronrijp in dienst. In de nacht van 28 op 29 oktober 1972 wordt de TPRB tussen Dronrijp en Leeuwarden in dienst gesteld. Hierbij werd de mechanische beveiliging met armseinen vervangen door een relaisbeveiliging met lichtseinen. Alle met de hand bediende overwegen werden opgeheven of vervangen door automatische beveiligde overwegen. Het instellen van de rijweg dient door machinist zelf worden gedaan met behulp van bedieningskastjes op de perrons. Met deze zogenaamde sleutelkastjes kunnen de uitrij seinen uit de stand stop worden gebracht. Op kruisingsstation zijn twee geïsoleerde hoofdsporen aanwezig, voor elke richting is slechts één aankomst spoor beschikbaar. De wissels kennen een voorkeur rust stand en leiden naar het spoor van aankomst. De inrij seinen kunnen slechts geel of rood tonen. Op kruisingsstations kan alleen in de zelfde rijrichting verder gereden worden. Om te kunnen vertrekken moet er eerst gesleuteld worden. Daarbij loopt eerst het wissel om voor dat het uitrij sein uit de stand stop komt. Hierna kan in richting van de vrije baan vertrokken worden. Nadat de vertrokken trein het wissel het gepasseerd is loopt dit weer terug naar de voorkeur stand. Wanneer op een kruisingsstation gekeerd moet worden, kan dit dus alleen door het station eerst voorbij te rijden, waarna op de vrije baan tussen de inrij seinen gekeerd kan wordt. De enige uitzondering hierop is spoor 2 in Sneek, waar ook op het aankomst spoor uit de richting Leeuwarden weer in die richting vertrokken kan worden. Tot aan de invoering van Telerail was men voor communicatie aangewezen op de Rijkstelefoon. Bij onregelmatigheden was het bijsturen van de treinen daardoor eigenlijk niet mogelijk. De brugseinen op deze lijn hebben geen blokfunctie en dienen dus slechts ter dekking van het gevarenpunt. Veel later werd de functie van blauwe sleutelkastjes overgenomen door infrarood afstandsbediening.

In de laatste maanden van 1977 wordt besloten om het baanvak tussen Groningen en Nieuwe Schans te voorzien van Centrale Verkeersleiding (CVL). In 1981 wordt dit in gebruik genomen.

In 1983 wordt begonnen met de vervanging van het mechanische seinstelsel door een elektronisch seinstelsel tussen Groningen en Leeuwarden. De armseinen worden vervangen door lichtseinen. De seinen worden aangestuurd door middel van een Vereenvoudigde Centrale Verkeersleiding (VCVL) vanuit Post T in Groningen.


Op 4 mei 1998 komt de nieuwe beveiliging in dienst tussen Leeuwarden en Groningen. De verdubbeling tussen Veenwouden en Grijpskerk is alleen qua beveiliging in dienst gekomen. Het tweede spoor werd echter meteen weer buiten dienst genomen, omdat het nog niet afgewerkt was. Alleen het station van Buitenpost was dubbelsporig in dienst, zodat hier gekruist kan worden. Dit zorgde echter voor vertraging op het traject, oplopend tot een half uur. Om de vertraging weg te werken, werd dan een slag opgeheven. Op 9 mei 1998 komt het gedeelte tussen en in dienst. Op 24 mei 1998, het begin van de dienstregeling 1998/1999 komt het dubbelspoor volledig in dienst.

Op 28 november 2005 wordt de ATB-NG tussen Leeuwarden en Harlingen in gebruik genomen.


Op 24 juni 2016 wordt begonnen met het vervangen van de Ter Plaatse Bediende Relaisbeveiliging (TBRP) door Vereenvoudigde Centrale Verkeersleiding (VCVL) tussen Harlingen en Leeuwarden. Op 28 juni 2016 komt deze nieuwe beveiliging in dienst. De kruisingstations van Dronrijp en Franeker blijven de vaste aankomstsporen houden. Na vertrek van een trein gaat het wissel terug naar de voorkeursstand en komt het sein weer veilig als het vaste aankomstspoor vrij is. Tussen Harlingen Haven en Harlingen wordt sein 1100 verplaatst naar voor de brug over de Sudergracht gezien vanuit Harlingen Haven. Dit sein is zowel een uitrijsein als inrijsein. Voor de verplaatsing was het nodig om de brug te sluiten voordat een rijweg ingesteld kon worden. Nu kan er al vast een rijweg uit de haven naar Harlingen worden ingesteld, als de brug nog niet gesloten is. De maximumsnelheid tussen Harlingen Haven en Leeuwarden blijft 100 kilometer per uur. Alle overpaden die op het traject aanwezig zijn op de stations worden voorzien van overwegbomen. De infrarood afstandsbedieningen en de sleutelkastjes op het station voor de TPRB worden verwijderd. In Dronryp wordt het onbewaakte overpad verplaatst en verbreed. Het overpad wordt ook voorzien van overwegbomen.

Op 20 mei 2021 maakt staatssecretaris Van Veldhoven bekend dat de noordelijke nevenlijnen in de provincies Friesland en Groningen worden toegevoegd aan de landelijke uitrol ERTMS. Op de 270 kilometer aan spoorlijn moet voor 2030 ETCS-apparatuur worden geïnstalleerd. De invoering van het nieuwe beveiligingssysteem ligt in het feit dat de bestaande ATB-NG-apparatuur aan vervanging toe is. Het traject tussen Harlingen en Leeuwarden zal als eerste voorzien gaan worden hiervan. In 2026 moet het baanvak van ERTMS zijn voorzien.


Opening & ingebruikname

Op 14 oktober 1863 wordt de spoorlijn tussen Harlingen en Leeuwarden geopend in aanwezigheid van minister-president J.R. Thorbecke. De openingstrein wordt gereden door stoomlocomotief 3 of 4 van de SS (latere serie NS 600). Op 27 oktober 1863 wordt het eerste gedeelte van de spoorlijn tussen Harlingen en Leeuwarden in gebruik genomen. De spoorlijn tussen Leeuwarden en Groningen wordt op 30 mei 1866 feestelijk geopend. Op 1 juni 1866 volgt de ingebruikname van het deel tussen Leeuwarden en Groningen. In 1868 wordt in twee gedeelten het traject tussen Groningen en Nieuweschans geopend. Op 1 mei 1868 is het deel tussen Groningen en Winschoten in gebruik genomen, gevolgd door het deel tussen Winschoten en Nieuweschans op 1 november 1868. Op 26 november november 1876 is de spoorlijn tussen Nieuweschans en Leer feestelijk geopend.


Wijzigingen

  • Als gevolg van de aanvaring van de Eemsbrug in 1922 wordt er een nieuwe brug gebouwd naast de oude. Deze is hoger en voorzien van een basculebrug. De aanleg van deze Friesenbrücke betekende dat de spoorbaan verlegd en verhoogd moest worden. Tegelijkertijd wordt er in Hilkenborg een nieuwe halte aangelegd. Deze vervangt de oude dienstwoning.


  • In Franeker wordt in juli 2015 de laatste restanten van het goederenemplacement gesaneerd.
  • Op 8 juli 2017 wordt de nieuwe spoorbrug over het Van Starkenborghkanaal bij Zuidhorn ingevaren. Deze komt naast de oude spoorbrug te liggen. De nieuwe spoorbrug is langer en hoger dan de oude, zodat er grotere schepen onder door kunnen varen. De wegen die langs de oevers van het kanaal liggen worden ook overspannen door deze nieuwe brug. Tussen 29 september en 2 oktober 2017 wordt de spoorbrug op zijn plaats worden geschoven. Op 2 oktober 2017 komt de nieuwe brug in dienst. Op 7 oktober 2017 wordt begonnen met de sloop van de oude brug.
  • Medio oktober 2017 maakt Prorail bekend dat een deel van de verdubbelingswerkzaamheden over een lengte van 8 kilometer tussen Hoogkerk en Zuidhorn is gegund aan BAM Infra. Ook het verlengen en verbreden van de perrons langs de sporen 5 en 8 in Leeuwarden en de overweg in de Schrans is gegund aan BAM. De overige werkzaamheden tussen Groningen en Leeuwarden bestaan uit de aanleg van een derde spoor in Zuidhorn voor de spitstreinen naar Groningen, het verhogen van de baanvaksnelheid tussen Leeuwarden en Veenwouden tot 130 kilometer per uur en tussen Grijpskerk en Hoogkerk-Vierverlaten tot 120 kilometer per uur. Van diverse stations zullen de perrons worden verlengd, zodat er treinen met drie gekoppelde treinstellen kunnen stoppen. Bij Tytsjerk zal een hogere verkanting in de boog worden toegepast, zodat treinen hier sneller door heen kunnen rijden. Ook staan diverse overwegen op de nominatie om vervangen of opgeheven te worden. De overwegen in de Rijksstraatweg in Hardegarijp en in de Paterswoldseweg in Groningen zullen vervangen worden door een tunnel. Eind augustus 2018 begin de aannemer met de werkzaamheden voor de verdubbeling tussen Hoogkerk en Zuidhorn. De halte Leeuwarden Achter de Hoven zal in september 2018 worden gesloten. De verdubbeling tussen Zuidhorn en Hoogkerk, alsmede het keerspoor te Zuidhorn zijn voor december 2020 opgeleverd, zodat er twee sneltreinen per uur kunnen rijden tussen Groningen en Leeuwarden. Alle werkzaamheden moeten medio 2022 afgerond zijn.
  • Op 7 februari 2019 wordt een overeenkomst ondertekend door Duitse en Nederlandse overheden om de treinverbindingen te verbeteren. Zo zal er een sneltrein in de spits gaan rijden tussen Winschoten en Groningen. Om dit mogelijk te maken zal het emplacement van Zuidbroek worden verbouwd om met hogere snelheid door het station te kunnen rijden. In Scheemda moet een tweede perron gebouwd gaan worden. In 2024 zal de nieuwe Friesenbrücke gereed zijn, zodat het treinverkeer weer tot aan Leer kunnen rijden. In de dienstregeling 2025 kunnen de treinen van en naar Leer gebruik maken van het dienstregelingpad van de sneltreinen. Tot aan 2030 zal de snelheid tussen Groningen en Kropswolde alsmede tussen Hoogezand en Zuidbroek verhoogd gaan worden tot 130 kilometer per uur. Tussen Scheemda en Winschoten zal het spoor verdubbeld gaan worden. In Winschoten zal het emplacement worden aangepast, zodat de snelheid hier verhoogd kan worden naar 80 kilometer per uur. In de tweede helft van september 2020 zijn de werkzaamheden bij Zuidbroek begonnen. Het spoor in de richting van Veendam zal worden voorzien van andere wissels met een hoekverhouding 1:15 en de boog zal ruimer gemaakt worden om met een hogere snelheid (80 kilometer per uur) te kunnen rijden. Tussen Zuidbroek en Hoogezand-Sappemeer zullen extra seinen worden geplaatst zodat een kortere opvolging mogelijk is.
  • Om aan het eind van 2020 extra sneltreinen te kunnen laten rijden, zijn er in 20 werkzaamheden gestart rondom het station van Hurdegaryp. De overwegen aan weerszijden van het station worden vervangen door tunnels en het station zelf krijgt langere perrons. Daarnaast worden de perrons verlegd, zodat zij tegenover elkaar komen te liggen in plaats van de huidige bajonetligging.


Stations

Langs de spoorlijn hebben in totaal stations gestaan. In de loop van de tijd zijn er gesloten en zijn er nieuwe stations bijgekomen.


Harlingen Haven

Het station ligt op kilometer punt -0,2.

Harlingen

Het station ligt op kilometer punt 1,1.

Franeker

Het station ligt op kilometer punt 9,6.

Dronryp

Het station ligt op kilometer punt 15,5.

Deinum

Het station ligt op kilometer punt 21,9.

Leeuwarden

Het station ligt op kilometer punt 24,9.

Leeuwarden Achter de Hoven

De oude stopplaats lag op kilometer punt 27,1 bij de overweg met de straat Achter de Hoven. De stopplaats had een perron. Bij de overweg stond wachtpost 26. Het in 1954 nieuw geopende halte heeft twee perrons in bajonetligging en ligt bij kilometer punt 27,9 bij de overweg met de Julianastraat. Bij de overweg stond wachtpost 27. In augustus 2018 gesloten

Leeuwarden Camminghaburen

Het station ligt op kilometer punt 29,7.

Ouddeel

De halte ligt op kilometerpunt 31,3 en werd uitsluitend bediend door de tram van de NTM. De halte werd gesloten op 19 mei 1940.

Tietjerk


Hurdegaryp


Feanwâlden


De Westereen


Wildpad


Veenklooster-Twijzel


Buitenpost


Visvliet


Grijpskerk


Zuidhorn


Den Horn


Hoogkerk-Vierverlaten


Groningen



Aansluitingen

Naast aansluitingen nabij de stations zijn er ook een aantal aansluitingen langs de vrije baan.


  • Groningen Eemskanaal

Ter hoogte van kilometerpunt is een aansluiting naar de stamlijn Groningen Eemskanaal. De verkorting was Gne. In 1961 wordt er gesproken over de aanleg tussen de NS en de gemeente. De kosten van de aanleg bedragen ongeveer 1,4 miljoen gulden. De lengte van de stamlijn is ongeveer 2,5 kilometer. De aanleg hiervan begint in 196. Op 1967 vindt de opening plaats van de stamlijn. Met deze stamlijn worden een aantal havenarmen ontsloten. Deze zijn gelegen langs de Bornholmstraat. De stamlijn gaat met een brug over het Oude Winschoterdiep en met een tunnel onder de Europaweg door. Na deze tunnel wordt de Bornholmstraat bereikt. Hier is een emplacement met laad- en losvoorzieningen. Er zijn diverse aansluitingen langs de Finse, Zweedse en Deense haven. Het eindpunt van de stamlijn is de Hunzehaven. Ook Van Gend & Loos is sinds 197 gevestigd aan de Bornholmstraat. Er zijn twee aansluitingen. De stamlijn is tussen 2002 en 2005 geheel opgebroken. De draaibrug over het Oude Winschoterdiep is in 2005 voorzien van asfalt.

In de winter van 1996/1997 vindt er aanvoer plaats van papier uit Zweden. Afvoer is er van luiers en andere hygiëne-artikelen naar Oostenrijk.


  • Groningen Losplaats

Op 16 maart 1998 rijdt ACTS de eerste trein met afval van de Vagron naar de VAM in Wijster. In april en mei 2001 rijdt ACTS drie treinen met 20 wagons met plastic restproducten uit huishoudelijk afval naar het Duitse Spreewitz. Op 20 april 2001 rijdt de eerste trein met de locomotieven 1252 + 6704. De tweede trein reed op 27 april 2001 en de derde trein pas op 25 mei 2001. De laatste twee treinen werden gereden door slechts een 1250. Door het bedrijf Schwarze Pumpe wordt van dit afval brandstof gemaakt voor de nabijgelegen elektriciteitscentrale. Vanaf rijdt de trein een keer in de week. Hierbij rijdt de trein op vrijdagochtend naar Duitsland en komt de lege trein op zondagmiddag aan.

In februari 2009 rijdt de laatste trein met afval.


  • Opstelterrein de Vork

In 2017 wordt begonnen met de aanleg van een nieuw opstelterrein dat het opstelterrein in Groningen vervangt. Het is gelegen ten zuiden van Groningen Europapark, in de driehoek tussen de spoorlijn naar Hoogezand en Haren en de verbindingsboog tussen Haren en Hoogezand. Het opstelterrein wordt parallel aan de spoorlijn naar Hoogezand aangelegd. De aanleg wordt uitgevoerd door aannemingsbedrijf Oosterhuis. Er komen in totaal sporen voor het opstellen van materieel, ook komen er verzorgingsfacaliteiten en wasstraten. Er zijn sporen voor de NS en sporen voor Arriva. De sporen tussen de maatschappijen zijn gescheiden van elkaar. Het opstelterrein wordt op 6 juni 2020 in gebruik genomen.


Dienstregeling

Zowel treinen als trams hebben gebruik gemaakt van (gedeelten) van de spoorlijn.

Trein

Vanaf 1 juni 1866 rijden er vijf treinen per dag tussen Leeuwarden en Groningen.

In 1874 werd besloten dat er drie maal per dag een trein zou rijden tussen Nieuweschans en Leer. De dienst zou worden uitgevoerd door de Grossherzogliche Oldenburgische Eisenbahn. Deze gaan rijden vanaf eind november 1876. Deze treinen bieden in Nieuweschans aansluiting op de treinen van en naar Groningen. Tussen 31 januari 1877 en 27 maart 1877 is er geen treinverkeer mogelijk tussen Nieuweschans en Leer. Een stormvloed zorgt voor forse schade aan de spoorbaan en spoorbrug. Vanaf 6 april 1877 is de spoorbrug weer te berijden.

Het vervoer van reizigers en goederen tussen Bremen en Nederland viel echter tegen. Mogelijk lag dit in het feit dat er steeds overgestapt moest worden in Nieuweschans. Eind 1883 werd door de Oldenburgse en Pruisische spoorwegen een plan ingediend voor een sneltrein tussen Amsterdam via Zwolle en Groningen naar Bremen met ingang van de zomerdienst 1884. Er kon echter geen overeenstemming worden bereikt, zodat de spoorlijn tussen Groningen en Leer een lokale spoorlijn bleef met de overstap in Nieuweschans. Dit duurde tot 1914. In 1888 werd het aantal treinparen tussen Nieuweschans en Oldenburg verhoogd tot vijf, waarvan er twee ook goederenwagons meenamen. In 1892 gaat er op iedere woensdagavond in de late avond een trein rijden in beide richtingen. In 1896 rijdt een van de vijf treinen slechts van/tot Leer. Tussen juli en september 1903 rijdt er een sneltreinpaar tussen Nieuweschans en Oldenburg. In 1913 rijdt dit zesde treinpaar als stoptrein. Sinds 1909 wordt er gesproken over doorgaande treinen tussen Groningen en Leer. Vanaf 17 juni 1914 gaan deze treinen rijden. Deze treinen rijden met een bagagerijtuig van de GOE en twee rijtuigen van de SS. In Nederland stopt deze trein alleen in Nieuweschans. Deze trein reed slechts anderhalve maand, omdat vanaf 1 augustus 1914 al het grensoverschrijdende verkeer werd stilgelegd als gevolg van de Eerste Wereldoorlog. Vanaf de zomerdienst 1917 rijdt er slechts een treinpaar tussen Weener en Nieuweschans. Vanaf 1 juli 1920 rijdt er een doorgaand rijtuig tussen Amsterdam en Bremen. Half september 1920 rijdt dit rijtuig voor het laatst, omdat het niet mogelijk is om buiten het badseizoen het rijtuig vanaf Leer door te voeren naar Bremen. In 1921 wordt deze verbinding toch weer hersteld. Doordat er in Duitsland gebrek aan kolen was, moesten er treindiensten worden ingekrompen. Vanaf januari 1922 vervalt het doorgaande rijtuig weer, om vanaf 12 maart 1922 weer te worden ingelegd. Door een aanvaring met het draaibare deel van de Eemsbrug in juni 1922 kwam het treinverkeer wederom stil te liggen. De treindienst wordt met ingang van de winterdienstregeling 1922/1923 weer hervat. Er zijn dan drie doorgaande rijtuigen vanaf Amsterdam. Een gewoon rijtuig en een bagagerijtuig rijden tot aan Bremen. Een restauratierijtuig rijdt tot Leer. Door de hoge inflatie als gevolg van de herbezetting van het Ruhrgebied door Frankrijk en België en de gevolgen daarvan, zorgde er voor dat de doorgaande rijtuigen weer verdwenen. Op 18 mei 1923 wordt de dienst hervat. Deze bleef tot mei 1934 bestaan, al wisselde de treinsamenstelling regelmatig. Vanaf de zomerdienstregeling 1934 gaat er een doorgaand treindeel rijden tussen Groningen en Bremen in een van de 10 dagelijkse stoptreinen tussen Nieuweschans en Leer.

Op 31 augustus 1939 wordt het treinverkeer met Duitsland gestaakt in verband met de mobilisatie van het Nederlandse leger. Vijf dagen later werd de treindienst weer hervat. Op 10 mei 1940 wordt rond 3 uur in de ochtend het station van Nieuweschans bezet door Duitse troepen. Zij draaien de spoorbrug over de Westerwoldse Aa dicht, zodat een van de pantsertreinen Nederland in kan rijden. De bestemming van deze trein is Harlingen, zodat de trein ingezet kan worden bij gevechten om de Afsluitdijk. De opmars van de trein strand echter als gevolg van het opblazen van de brug over het Buiskooldiep. Na herstel van deze brug komt de trein uiteindelijk aan in Groningen, waar de trein niet verder rijdt. Op 15 mei 1940 wordt de spoorlijn tussen Groningen en Nieuweschans weer in gebruik genomen als de schade provisorisch is hersteld. Op 27 mei 1940 wordt de reizigersdienst hervat. Het gedeelte tussen Groningen en Nieuweschans maakt deel uit van de Duitse transportroute vanaf Roosendaal via Tilburg, Utrecht en Zwolle. Over deze transportroute rijden bevoorradingstreinen en Sonderzüge für Fronturlauber. Voor deze treinen werden vaak stoomlocomotieven van de serie 3700 ingezet. Deze locomotieven komen hier in de normale dienstregeling niet. Deze locomotieven staan tot Leer of Oldenburg voor de trein. Van 15 juli 1942 tot 13 september 1944 gaan over dit deel van de spoorlijn ook de meeste treinen die afkomstig zijn van Kamp Westerbork op weg naar de vernietigingskampen in Duitsland en Polen. In tegenstelling tot wat gebruikelijk was sinds 5 juni 1942, werd bij deze treinen de locomotief al in Nieuweschans gewisseld in plaats van Oldenburg. Op 17 september 1944 wordt de spoorwegstaking afgekondigd. Desondanks blijven er toch treinen rijden tussen Groningen en Nieuweschans. Er worden ook Duitse stoomlocomotieven ingezet op dit traject van de Baureihen 50, 52 en 56. Tussen december 1944 en maart 1945 worden via de spoorlijn veel raketten van het type V2 aangevoerd. Deze worden per trein naar de afvuurplaatsen gebracht. In de eerste helft van april 1945 is de spoorlijn nog de enige treinverbinding tussen Nederland en Duitsland als gevolg van het bevrijden van Nederland door de geallieerden. Door het opblazen van de bruggen over de Westerwoldse Aa en de Friesenbrücke is het grensoverschrijdende vervoer gestaakt.

Pas op 9 oktober 1951 kon het grensoverschrijdende goederenverkeer worden hervat. Vanaf 7 oktober 1951 wordt er minder vaak gestopt te Hardegarijp. Het reizigersverkeer werd op 23 mei 1954 hervat tussen Nieuweschans en Weener. Dit waren twee Eilzüge, gereden door railbussen, met de bestemming Oldenburg respectievelijk Bremen. In Nieuweschans is er aansluiting op de trein naar Groningen. Per 1 juni 1958 worden de railbussen tussen Nieuweschans en Weener vervangen door doorgaande rijtuigen tussen Groningen en Bremen. De treinen op deze verbinding rijden twee keer per dag. Deze treinen worden tussen Groningen en Leer getrokken door een diesellocomotief van de serie 2400. Deze serie rijdt tot en met 11 januari 1960 deze treinen, alvorens te worden vervangen door locomotieven van de serie 2200.

De gehele dienstregeling 1960/1961 wordt er vanaf Amsterdam een doorgaand AB-rijtuig naar Bremen gesteld. Naar Amsterdam rijdt dit rijtuig in de ochtendtrein 124 uit Groningen. Met trein 491 is het rijtuig in Groningen aangekomen. Naar Bremen wordt in de avond gereden. Het rijtuig rijdt met trein 129 naar Groningen vanuit Amsterdam. Met trein 492 gaat het rijtuig van Groningen naar Bremen. Met ingang van mei 1961 worden de getrokken treinen tussen Amsterdam en Groningen vervangen door treinstellen. Hiermee komt het doorgaande rijtuig te vervallen. In de winterdienstregeling 1964/1965 wordt de Nederlandse 2200 vervangen door een Duitse V100. Dit is nodig in verband met het ontbreken van een mogelijkheid tot verwarmen van de rijtuigen door de serie 2200. De Duitse V100 beschikt wel over deze mogelijkheid. In de zomermaanden tot 1967 is de serie 2200 nog wel te zien voor deze treinen.

In 1970 worden de tweemaal daags rijdende sneltreinen tussen Groningen en Bremen getrokken door een locomotief van de Baureihe 216 in plaats van een locomotief van de Baureihe 211/212. In december 1975 is een treinkaping gaande nabij Wijster. Het treinverkeer wordt omgeleid via Leeuwarden en Groningen. Na 18.30 rijdt er een uursdienst om zo ruimte te bieden aan goederentreinen. Vanaf 15 december 1975 is het treinverkeer weer normaal tussen Groningen en Zwolle. Tussen 23 mei en 11 juni 1977 vindt er een kaping plaats ter hoogte van De Punt. Hierdoor stond veel elektrisch materieel opgesloten in Groningen. Om dit materieel elders in Nederland te kunnen inzetten, worden zij via de spoorlijn vanuit Groningen naar Leeuwarden overgebracht. Treinstellen Materieel'54 worden achter twee treinstellen Plan U overgebracht. Ook het goederenvervoer wordt via deze spoorlijn afgehandeld, waarbij de elektrische locomotief gewoon wordt meegenomen achter de diesellocomotieven. Dit waren setjes van twee locomotieven van de serie 2200 of 2400. Voor goederentreinen wordt een nooddienstregeling ontworpen, waarbij overdag een reizigerstrein wordt opgeheven ten behoeve van een goederentrein. Op 7 juni 1977 is er een noodplan in gebruik voor de dienstregeling. Hierbij rijden de goederentreinen veelal in de avond, terwijl normaal 's nachts het baanvak is gesloten. Na 20.00 is de reizigersdienst uitgedund van een halfuursdienst naar een uursdienst, waardoor er ruimte ontstaat voor goederentreinen. Vanaf mei 1977 wordt besloten om de treinen ook in de nacht te laten rijden, wat extra inzet van veel personeel vraagt. De goederentreinen die overdag rijden, hebben veelal een lengte van ongeveer 30 wagens, circa 400 meter. Hiermee kan er makkelijk gekruist wordt op de stations. Bij langere treinen worden de reizigerstreinen stilgezet langs de perrons, terwijl de goederentrein door kan rijden. In de loop van de middag van 11 juni 1977 rijden er weer reizigerstreinen tussen Assen en Groningen. Het goederenvervoer wordt op 13 juni 1977 weer hervat via de normale route.

Vanaf de dienstregeling 1984/1985 rijdt er nog maar één paar sneltreinen tussen Groningen en Braunschweig. De trein wordt getrokken door een locomotief van de Baureihe 216 en een aantal rijtuigen ABn en Bn (Silberlinge). Dit zijn de treinen 2030 (aankomst om 11.28 in Groningen) en 2035 (vertrek om 17.04 uit Groningen). Een jaar later wordt de sneltreindienst ingekort tot aan Oldenburg. De getrokken treinen maken hierbij plaats voor treinstellen van de Baureihe 624/634. Er rijden dan twee treinparen per dag. In 1987 wordt een derde treinpaar Groningen - Leer ingelegd om zo de verbinding aantrekkelijker te maken.

Vanaf 1991 rijden de treinen vanuit Groningen niet meer door naar Bremen, maar eindigen allemaal in Leer. Vanaf 199 wordt het treinpaar 8307/8326 tussen Groningen en Winschoten gereden met een vierdelig treinstel BR624/634. Na deze trein rijdt het Duitse treinstel de treinen tussen Groningen en Leer in de serie 6500. Met ingang van de dienstregeling 1998/1999 op 24 mei 1998 zouden er sneltreinen gaan rijden tussen Leeuwarden en Groningen met DM'90. Vanaf 12 januari 1998 is er een proefbedrijf verreden met vijf treinstellen. Er zullen vier treinstellen dienst doen in de serie 8600 (Leeuwarden - Groningen). Het vijfde treinstel is reserve. Vanwege beperkingen in snelheid en infrastructuur wordt de inzet van sneltreinen uitgesteld tot 26 september 1998. Alle geldende beperkingen worden dan opgeheven. Vanaf juni 1999 gaat NoordNed de dienstregeling uitvoeren in de provincie Friesland. Dit zal ook gebeuren tussen Leeuwarden en Groningen, hoewel dit traject niet is aanbesteed. Vanaf mei 2000 gaat NoordNed ook in de provincie Groningen rijden.

De treindienst tussen Nieuweschans en Ihrhove wordt per 28 mei 2000 gestaakt. Het treinverkeer zal tot oktober 2000 gestremd blijven om de spoorlijn te renoveren en in Nieuweschans een tweede spoor aan te leggen. Door vertraging worden de werkzaamheden op het Nederlandse deel in november 2000 afgerond. Door problemen aan de Duitse zijde wordt het treinverkeer pas op 16 juni 2002 hervat. Met ingang van de dienstregeling 2001/2002 worden de treinen tussen Leeuwarden en Harlingen doorgetrokken naar Harlingen Haven. De treinen zullen tussen 8 uur en 20 uur rijden. Tevens wordt het stoppatroon in Deinum aangepast. Hierbij stoppen de treinen op X. in plaats van om X. in de richting van Leeuwarden. Hiermee krijgen de reizigers van dit station een betere overstap naar Zwolle. Per 15 december 2002 rijden er zes keer per dag treinen tussen Groningen en Leer met een overstap in Nieuweschans. In februari 2003 wordt ook de goederendienst via de grensovergang Nieuweschans hervat. Vooral ACTS maakt van deze overgang gebruikt met afvaltreinen naar Bremen. Vanaf september 2005 gaat het treinpaar 45766/45767 via de grensovergang rijden. Met deze Unit cargo trein zullen wagons naar Onnen worden gebracht. Vanuit Onnen gaan de wagons naar Delfzijl, Eemshaven en Veendam. Met ingang van de dienstregeling 2006 gaat Arriva op de spoorlijn rijden. Zij rijden vanuit Harlingen naar Leeuwarden en Nieuweschans naar Groningen. Het station van Harlingen Haven wordt het vaste eindpunt voor de treindienst vanuit Leeuwarden. Tussen beide provinciehoofdsteden rijden zowel stoptreinen als sneltreinen. De eerste trein uit Groningen naar Nieuweschans vertrekt een half uur eerder. Ook de treinen naar Leer worden door Arriva gereden. Omdat er nog geen materieel beschikbaar is dat door kan rijden, blijft de overstap in Nieuweschans gehandhaafd. De door de DB gebruikte treinstellen van de Baureihe 624 worden wel vervangen door treinstellen van de Baureihe 614 vanaf 11 december 2005. In december 2005 gaan de sneltreinen tussen Leeuwarden en Groningen de hele dag rijden op werkdagen. Op 8 november 2006 worden deze treinstellen vervangen door de nieuwe GTW-treinstellen. Hiermee was een doorgaande dienst een feit. Op 12 december 2008 rijdt het Unit Cargo treinpaar 45766/45767 voor het laatst.


Met het ingaan van de dienstregeling 2010 gaat de sneltrein tussen Leeuwarden en Groningen van de serie ook op zaterdag rijden.

In 2014 wordt er een uurdienst ingevoerd tussen Groningen en Leer. In het weekend blijft de tweeuurdienst gehandhaafd. Op 3 december 2015 wordt de Friesenbrücke aangevaren. Hierdoor is er geen treinverkeer mogelijk tussen Nieuweschans en Weener. Het herstel van de brug zal nog een aantal jaren gaan duren. Tot die tijd zullen er bussen worden ingezet. In oktober 2016 zijn de werkzaamheden gereed in het station van Weener zodat daar gekeerd kan worden. Op 30 oktober 2016 rijden er weer treinen van Weener naar Groningen.

Op 31 augustus 2018 stopt voor de laatste keer een trein langs de perrons van de halte Leeuwarden Achter de Hoven. In de tweede helft van 2019 zal het mogelijk zijn om een tweede sneltrein te rijden tussen Groningen en Leeuwarden. Hiervoor zijn diverse aanpassingen nodig. Tussen Zuidhorn en Hoogkerk moet het spoor over een lengte van 8 kilometer verdubbeld worden. Bij deze verdubbeling zal rekening worden gehouden met een eventueel te bouwen station in Hoogkerk. Daarnaast moet de snelheid verhoogd worden, perrons aangepast en het vervangen van overwegen door tunnels in Hardegarijp en Groningen. In Leeuwarden moet de perroncapaciteit vergroot worden en in Zuidhorn moet een keerspoor worden aangelegd. Hier kunnen dan spitstreinen uit Groningen keren. Tussen 27 februari 2020 en 10 maart 2020 wordt met het treinstel 654 102 van de EVB (Eisenbahnen und Verkehrsbetriebe Elbe-Weser) nachtelijke proefritten gereden tussen Leeuwarden en Groningen. Met deze proefritten wordt bekeken of materieel die rijdt op waterstof de dienstregeling kan halen. Ook de bijhorende veiligheidsmaatregelen, tankprocedure etc zijn bekeken en beproefd. In Leeuwarden werd een tijdelijke tankplaats gerealiseerd bij de werkplaats van Stadler.


In de dienstregeling 2021 gaat er in de spits een extra sneltrein rijden tussen Winschoten en Groningen, welke alleen in Scheemda en Groningen Europapark stopt. Deze zijn hiermee 9 minuten sneller dan de stoptreinen. Het materieel van deze sneltreinen wordt gevonden in het doortrekken van de huidige sneltreinen tussen Leeuwarden en Groningen. Het station van Sappemeer Oost zal worden gesloten in december 2020. De perrons van dit station kunnen niet verlengd worden, zodat er langere stoptreinen kunnen stoppen. In de avondspits gaan drie treinen vanuit Zuidhorn naar Groningen. Tussen Leeuwarden en Groningen gaat vanaf februari 2021 twee sneltreinen per uur rijden in de spits. Buiten de spits blijven alleen stoptreinen rijden. In juni 2021 gaan de sneltreinen tussen de beide provinciale hoofdsteden de hele dag rijden. Door Arriva zullen er vanaf 7 februari 2022 minder spitstreinen tussen Groningen en Winschoten rijden als gevolg van gewijzigde openingstijden van de spoorbrug over het A.G. Wildervanckkanaal. In de spits zullen daarom 3 in plaats van 4 treinen per uur rijden. Door hoog ziekteverzuim en gebrek aan personeel wordt vanaf 2 mei 2022 de serie 37900 grotendeels geschrapt. Stoptreinen van de serie 37500 die in Zuidbroek eindigen, rijden door naar Winschoten. Dit is mogelijk doordat de openingstijden van de spoorbrug over het A.G. Wildervanckkanaal weer teruggedraaid zijn. Per 11 december 2022 worden de stations van Deinum en Dronrijp niet meer twee keer per uur bediend als gevolg van gebrek aan personeel. De treinen stoppen slechts eenmaal per uur. Per 5 juni 2023 worden beide stations weer twee keer per uur bediend.

Tram

Op 1 mei 1913 begon de NTM met een tramdienst tussen Leeuwarden en Drachten via Veenwouden. Deze tram stopte incidenteel op verzoek voor arbeiders van de fabrieken aan de Willem Lodewijkstraat bij wachtpost 26. De halte Ouddeel werd eveneens door de tram aangedaan en niet door treinen van de SS. Vanwege het grote aantal arbeiders dat werkzaam was rondom Achter de Hoven, kwam al snel de vraag of de tram vast bij wachtpost 26 kon gaan stoppen voor het vervoer van de arbeiders. Na overleg tussen de NTM en SS werd besloten om aan de vraag te voldoen en vanaf 5 juli 1915 werd Achter de Hoven een stopplaats voor enkele trams per dag die rond de ploegenwissel in de fabrieken daar gingen gingen stoppen. Op 19 april 1940 werd aangekondigd dat de haltes Achter de Hoven en Ouddeel per 19 mei 1940 worden gesloten. De NTM wilde het gehele personenvervoer gaan staken in 1940, maar het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd dit besluit uitgesteld. De trams bleven nog doorrijden voor zo veel als dat kon en ook bij wachtpost 26 werd er weer gestopt. Op 5 oktober 1947 zijn alle tramdiensten rondom Leeuwarden gestaakt. Op dat moment reed de NTM dagelijks nog maar twee slagen tussen Leeuwarden en Drachten. Op 20 oktober 1947 reed de tram voor het laatst naar Veenwouden.


Ongevallen

Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • De Wiederline - J. Veen - Maandblad: Op de Rails, 84e Jaargang - 9-2016 Blz: 473-478 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • De Wiederline het vervolg - J. Veen - Maandblad: Op de Rails, 85e Jaargang - 1-2017 Blz: 22-28 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • Reizigersverkeer via de grensovergang Bad Nieuweschans - Weener - A.J. de Vries - Maandblad: Railmagazine, 43e Jaargang - juni 2022 nummer 395 Blz: 58-63 Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489