Spoorlijn Kesteren - Amersfoort
Als onderdeel van de internationale verbinding tussen Nederland en Duitsland is in Amersfoort een aftakking gemaakt van de Oosterspoorlijn naar de Betuwelijn bij Kesteren. Oorspronkelijk had de spoorlijn een lengte van 30 kilometer. Tegenwoordig is slechts 12 kilometer van de spoorlijn in dienst tussen De Haar Aansluiting aan de Rhijnspoorlijn en Rhenen.
Inhoud
Geschiedenis
Op 18 augustus 1860 wordt de spoorwegwet aangenomen die de aanleg van 10 spoorlijnen regelt door de Staat der Nederlanden. Hiermee worden de eerste hoofdlijnen van het spoorwegnet aangelegd die de grote steden van Nederland met elkaar verbinden. In 1873 wordt de tweede spoorwegwet aangenomen om enkele grote steden met elkaar te verbinden die bij de eerste aanleg niet met elkaar zijn verbonden. De aanleg van secundaire spoorlijnen op particulier initiatief blijft echter achter. Nederland loopt hierdoor een achterstand op ten opzichte van de omringende landen, waar al netwerk met spoorlijnen is ontstaan. In juni 1875 wordt door minister J. Heemskerk van Binnenlandse Zaken een plan ingediend voor de aanleg van een aantal spoorlijnen. Door de staat wordt op 10 november 1875 de derde wet op de aanleg van spoorwegen aangenomen. Samen met 8 andere spoorlijnen maakt de aanleg van spoorlijn tussen Kesteren en Amersfoort onderdeel uit van deze derde spoorwegwet. Met de aanleg van deze spoorlijnen ontstaat er een fijnmaziger spoorwegnet in Nederland. De exploitatie van de spoorlijn wordt echter aan de HIJSM over gelaten in plaats van aan de SS. Vanaf Kesteren loopt de spoorlijn parallel aan de Betuwelijn tot aan het station De Vork.
In 1971 wordt de NS benaderd door de gemeente Veenendaal om het traject tussen De Haar en Veenendaal weer in gebruik te nemen voor reizigersvervoer op de oude spoorlijn. Het verzoek wordt door de NS aan de minister van Verkeer en Waterstaat doorgegeven. Diverse studies en nota's geven aan dat de spoorlijn het beste alternatief is ten opzicht van een busverbinding en dat er mogelijk 8.000 reizigers te verwachten zijn vanaf Rhenen in de richting van Veenendaal. In het najaar van 1974 besluit minister Westerterp van Verkeer en Waterstaat na positieve studies en nota's om in 1975 drie miljoen gulden te reserveren voor het in gebruik nemen van dit traject. In 1980 moet de verbinding weer in gebruik zijn. Na de goedkeuring van minister Westerterp wordt er door Utrechtse Statenleden op aan gedrongen om ook het traject tussen De Haar en Amersfoort weer in gebruik te nemen, zodat Leusden per spoor ontsloten kan worden. Door de NS wordt echter aangegeven dat dit traject niet rendabel genoeg is. Aan het begin van 1975 geven de Statenleden eveneens groen licht voor reactivering van de spoorlijn. De NS probeert de reactivering van De Haar - Rhenen te versnellen, zodat de spoorlijn al voor 1978 geopend kan worden. Dit lukt echter niet. Door de gemeente Veenendaal wordt in de stedelijke planning ten westen van de gemeente rekening gehouden met de komst van de spoorlijn. Qua materieel zal het bedienen van Rhenen geen extra materieel kosten, omdat de tijd die het kost van Veenendaal naar Rhenen te rijden, past binnen de keertijd om terug te rijden naar Utrecht. Er zijn geen hoge kosten te verwachten van het aansluiten van Rhenen op het spoorwegnet. Er zullen drie nieuwe stations gebouwd worden voor Rhenen, Veenendaal en Veenendaal West. In de zomer van 1975 hebben de Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht aan de minister Westerterp van Verkeer & Waterstaat laten weten dat zij achter de heropening staan van de spoorlijn.
In januari 1978 gaat de gemeenteraad van Leersum het bestemmingsplan voor het buitengebied niet wijzigen. Dit heeft invloed op de aansluiting van de spoorlijn op de spoorlijn Arnhem - Utrecht nabij Veenendaal. In september 1979 gaan de gemeenten Amerongen en Leersum akkoord met de voorstellen van de Ministerie van Verkeer & Waterstaat om de spoorlijn opnieuw aan te leggen. Hiermee zijn de bezwaren van de gemeente Leersum uit de wereld en dat zij de benodigde procedures ging starten om de spoorlijn aan te kunnen leggen. Hieronder valt de bouwvergunning voor de fly-over en het aanpassen van het bestemmingsplan om de verbindingsbogen te kunnen aanleggen.
Aanleg
Bij de reactivering van de spoorlijn zal er nabij De Haar een dubbelsporige aansluiting met fly-overs worden gerealiseerd naar Veenendaal met de spoorlijn tussen Maarn en Ede-Wageningen. Vanaf Veenendaal zal de spoorlijn enkelsporig worden doorgetrokken naar Rhenen. In januari 1978 wordt begonnen met het storten van het beton voor een viaduct over Rijksweg 12. In het voorjaar van 1978 is de bovenleiding nabij De Haar Aansluiting al aangepast. In de zomer van 1978 wordt begonnen met de aanleg van rails. In 1979 kan worden begonnen met de aanleg van 2,5 kilometer dubbelspoor van Veenendaal richting de snelweg, ondanks bezwaren uit het buurtschap Overberg. Over een afstand van 4 kilometer kan er enkelspoor worden aangelegd. Over een afstand van 1,3 kilometer mag er nog geen aanleg van het spoor plaats vinden. In september 1979 gaat het buurtschap Overberg akkoord met de aanleg en de te nemen maatregelen tegen het geluid. De spoorlijn wordt verlaagd aangelegd en aan de noordkant van de spoorlijn komt een aarden wal. De laatste stukken spoor tussen Veenendaal en Rhenen zijn in september 1979 gelegd. Begin december 1979 wordt begonnen met de aanleg van de boog die bij De Haar aansluit op de spoorlijn tussen Maarn en Ede-Wageningen. Na de aanleg van de rails wordt begonnen met het plaatsen van masten en portalen voor de bovenleiding. Medio december zijn er masten en portalen geplaatst tussen Rhenen en Veenendaal West. In Rhenen is in december begonnen met het ophangen van de bovenleiding.
Bruggen
In de spoorlijn is bij Rhenen een brug over de Rijn gebouwd.
Rijnbrug bij Rhenen
In 1880 wordt begonnen met de bouw van een spoorbrug over de Rijn bij Rhenen.
Op 10 mei 1940 wordt de brug opgeblazen om de Duitse opmars te vertragen. De brug wordt gerepareerd en de treinen kunnen gebruik maken van enkelspoor om de brug over te steken. Op 2 oktober 1944 wordt de brug nogmaals opgeblazen, ditmaal door de geallieerden. De brug wordt nu echter niet meer hersteld. De sporen naar de brug worden opgebroken. Het baanvak Kesteren - Rhenen is vanaf dat moment opgeheven. In 1955 wordt opdracht gegeven om een verkeersbrug te bouwen op de nog bestaande pijlers van de oude spoorbrug. Deze brug wordt op 27 november 1957 geopend.
Beveiliging
Opening & ingebruikname
Wijzigingen
Stations
De spoorlijn kende bij de opening 7 stations. Hiervan zijn er in de loop der jaren 4 gesloten en 2 geopend.
- Kesteren
Het station ligt op kilometerpunt 20,7.
- Rhenen
Het station ligt op kilometerpunt 24,0.
- Veenendaal Centrum
Het station ligt op kilometerpunt 31,3.
- Veenendaal West
Het station ligt op kilometerpunt 32,9.
- De Haar
Het station lag op kilometerpunt 36,0.
- Woudenberg-Scherpenzeel
Het station lag op kilometerpunt 41,2.
- Leusden
Het station lag op kilometerpunt 45,6.
- Amersfoort Staat
Het station lag op kilometerpunt 50,0.
- Amersfoort
Het station ligt op kilometerpunt 50,9.
Aansluitingen
- Ter hoogte van kilometerpunt 45 is een aansluiting naar auto-importeur Pon gevestigd.
Dienstregeling
Als in 198 de spoorlijn opnieuw in gebruik wordt genomen, wordt een halfuursdienst aanboden tussen Rhenen en Utrecht Centraal. De reistijd bedraagt 34 minuten. Vanaf Veenendaal duurt het 28 minuten om in Utrecht te komen. Om deze treinen te rijden zijn er 9 treinstellen Plan V nodig. Omdat er tussen Utrecht en Arnhem al stoptreinen rijden, wordt verwacht dat hier geen treinen versterkt hoeven te worden, zodat er per saldo slechts 5 treinstellen Plan V nodig zijn voor de dienstuitvoering.
Ongevallen
Sluiting & opbraak
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Spoorwegstations aan de spoorlijn Kesteren - Amersfoort (Cursief: voormalig station) |
---|
20,7: Kesteren · 24,0: Rhenen · 30,0: Veenendaal · 31,3: Veenendaal Centrum · 32,9: Veenendaal West · 36,0: De Haar · 41,2: Woudenberg-Scherpenzeel · 45,6: Leusden · 50,0: Amersfoort Staat · 50,9: Amersfoort |