Spoorlijn Haarlem - Zandvoort: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Dienstregeling.)
(Dienstregeling.)
Regel 3: Regel 3:
 
='''Geschiedenis'''=
 
='''Geschiedenis'''=
  
Aan het eind van de jaren '70 van de 19e eeuw waren bijna alle hoofdspoorlijnen aangelegd die gepland waren. Er waren echter nog grote delen van het land niet voorzien van een spoorlijn. In Duitsland werd vanaf 187 goedkopere en eenvoudigere spoorlijnen aangelegd, waarbij dunner bevolkte delen van het land ontsloten werden door de trein. Dit trok de aandacht van de Nederlandse regering en met het aannemen van de Lokaalspoorwegwet op 9 augustus 1878 was het ook in Nederland mogelijk om lokaalspoorwegen aan te leggen. Als eerste lokaalspoorweg, legde de [[HZSM (Haarlem-Zandvoort Spoorweg Maatschappij)]] een spoorlijn aan tussen Haarlem en Zandvoort. De aanleg was bedoeld om de nieuwe badplaats van Zandvoort te ontsluiten in plaats van het bestaande dorp. De aanleg van de spoorlijn moest vooral inwoners van Amsterdam trekken die hun vrije tijd aan de kust wilden gaan doorbrengen. Door de HZSM werd ten westen van het HSM-station Haarlem een eigen station gebouwd, [[Haarlem Bolwerk]]. Dit station was gelegen ter hoogte van het samen komen van de spoorlijnen uit [[Leiden]], [[Uitgeest]] en Zandvoort. De treinen reden echter wel door naar het HSM-station Haarlem. Op 1 juni 1889 wordt de exploitatie van de spoorlijn overgenomen door de [[HIJSM (Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij)|HIJSM]]. In 1902 wordt de spoorlijn opgewaardeerd tot hoofdspoorlijn. Op 1 januari 1925 wordt het eigendom van de spoorlijn overgedragen aan de HIJSM. Door de Duitse bezettingsmacht wordt de complete bovenbouw tussen Zandvoort en Overveen opgebroken in de zomer van 1944. Het spoor tussen beide plaatsen alsmede het tweede spoor tussen Overveen en Haarlem is tussen augustus 1945 en juni 1946 herlegd.  
+
Aan het eind van de jaren '70 van de 19e eeuw waren bijna alle hoofdspoorlijnen aangelegd die gepland waren. Er waren echter nog grote delen van het land niet voorzien van een spoorlijn. In Duitsland werd vanaf 187 goedkopere en eenvoudigere spoorlijnen aangelegd, waarbij dunner bevolkte delen van het land ontsloten werden door de trein. Dit trok de aandacht van de Nederlandse regering en met het aannemen van de Lokaalspoorwegwet op 9 augustus 1878 was het ook in Nederland mogelijk om lokaalspoorwegen aan te leggen. Als eerste lokaalspoorweg, legde de [[HZSM (Haarlem-Zandvoort Spoorweg Maatschappij)]] een spoorlijn aan tussen Haarlem en Zandvoort. De aanleg was bedoeld om de nieuwe badplaats van Zandvoort te ontsluiten in plaats van het bestaande dorp. De aanleg van de spoorlijn moest vooral inwoners van Amsterdam trekken die hun vrije tijd aan de kust wilden gaan doorbrengen. Door de HZSM werd ten westen van het HSM-station Haarlem een eigen station gebouwd, [[Haarlem Bolwerk]]. Dit station was gelegen ter hoogte van het samen komen van de spoorlijnen uit [[Leiden]], [[Uitgeest]] en Zandvoort. De treinen reden echter wel door naar het HSM-station Haarlem. Op 1 juni 1889 wordt de exploitatie van de spoorlijn overgenomen door de [[HIJSM (Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij)|HIJSM]]. In 1902 wordt de spoorlijn opgewaardeerd tot hoofdspoorlijn. Op 1 januari 1925 wordt het eigendom van de spoorlijn overgedragen aan de HIJSM. Door de Duitse bezettingsmacht wordt de complete bovenbouw tussen Zandvoort en Overveen opgebroken in de zomer van 1944. Het spoor tussen beide plaatsen alsmede het tweede spoor tussen Overveen en Haarlem is tussen augustus 1945 en juni 1946 herlegd. In 1956 is ook het tweede spoor tussen Overveen en Zandvoort opnieuw aangelegd.
  
  
Regel 71: Regel 71:
 
In de zomerdienst van 1882, 1883, 1887 en 1888 rijden vier treinparen door naar Amsterdam, zodat er een rechtstreekse verbinding tussen Zandvoort en Amsterdam mogelijk is. Vanaf 1 juni 1889 verzorgt de HIJSM de treindiensten op de spoorlijn. In 1903 wordt de dienstregeling uitgebreid. Zo rijden er in enkele treinen doorgaande rijtuigen van en naar Duitsland. Deze worden in Amsterdam gekoppeld aan de treinen naar Berlijn of Frankfurt. In 1929 rijden voor het laatst rijtuigen van en naar Duitsland.
 
In de zomerdienst van 1882, 1883, 1887 en 1888 rijden vier treinparen door naar Amsterdam, zodat er een rechtstreekse verbinding tussen Zandvoort en Amsterdam mogelijk is. Vanaf 1 juni 1889 verzorgt de HIJSM de treindiensten op de spoorlijn. In 1903 wordt de dienstregeling uitgebreid. Zo rijden er in enkele treinen doorgaande rijtuigen van en naar Duitsland. Deze worden in Amsterdam gekoppeld aan de treinen naar Berlijn of Frankfurt. In 1929 rijden voor het laatst rijtuigen van en naar Duitsland.
  
Als in 1935 het mogelijk is om de spoorlijn elektrisch te berijden, worden de stoomlocomotieven vervangen door het [[Mat'24 - Materieel 1924 (Blokkendoos)|Materieel'24]] in de samenstelling mBD + ABec + Cec + mCd.
+
Als in 1935 het mogelijk is om de spoorlijn elektrisch te berijden, worden de stoomlocomotieven vervangen door het [[Mat'24 - Materieel 1924 (Blokkendoos)|Materieel'24]] in de samenstelling mBD + ABec + Cec + mCd. Dit materieel doet tot 1959 dienst op de spoorlijn in de stoptreindienst.
  
Op 10 juli 1944 wordt het spoorvervoer gestaakt op de spoorlijn. De bovenbouw tussen Overveen en Zandvoort wordt verwijderd. Vanaf 15 augustus 1945 is er weer treinverkeer mogelijk tussen Overveen en Haarlem over enkelspoor. Vanaf 3 juni 1946 kan Zandvoort weer worden bereikt met de trein.  
+
Op 10 juli 1944 wordt het spoorvervoer gestaakt op de spoorlijn. De bovenbouw tussen Overveen en Zandvoort wordt verwijderd. Vanaf 15 augustus 1945 is er weer treinverkeer mogelijk tussen Overveen en Haarlem over enkelspoor. Vanaf 3 juni 1946 kan Zandvoort weer worden bereikt met de trein. Met Materieel'24 is er een uurdienst met Amsterdam, aangevuld met enkele spitsdiensten. In de jaren '50 wordt het oude materieel bij defecten vervangen door stroomlijnmaterieel. Vanaf 1959 worden de combinaties Materieel '24 vervangen door . In 1962 wordt Zandvoort het begin- en eindpunt voor de getrokken exprestreinen naar [[Maastricht]], de treinen van de serie 800. De treinen worden gereden door elektrische locomotieven, voornamelijk van de [[1200 - Elektrische locomotieven serie 1200|serie 1200]] met rijtuigen [[E - Rijtuigen Plan E|Plan E]]. De stoptreinen tussen Zandvoort en Amsterdam komen te vervallen met de exprestreinen. In 1966 worden de getrokken treinen vervangen door [[Mat'54 - Treinstellen Materieel 1954 (Hondekop)|Materieel'54]], waarbij een vierdelig treinstel naar Maastricht rijdt en een tweedelig treinstel naar [[Heerlen]]. In 1969 keren de getrokken treinen terug. Zij bestaan uit een stam van 8 rijtuigen Plan E, getrokken door locomotieven uit de serie [[1100 - Elektrische locomotieven serie 1100|1100]], 1200 of [[1300 - Elektrische locomotieven serie 1300|1300]]. Met het ingang van de [[dienstregeling 1970/1971]] gaat de serie 900 rijden tussen Zandvoort en Heerlen. Hiermee ontstaat een halfuursdienst tussen Zandvoort en Amsterdam. De treinen bestaan in deze dienstregeling uit 4 rijtuigen, waarbij de A en RD van het type Plan E zijn en de rijtuigen B van het type [[W - Rijtuigen Plan W|Plan W]] zijn. Een jaar later zijn de rijtuigen Plan W vervangen door rijtuigen Plan E. Deze treinen worden getrokken door locomotieven van de serie 1200 en af en toe door een locomotief van de serie 1300. Iedere trein bestaat uit één of meer versterkingsrijtuigen. In de [[dienstregeling 1981/1982]] maken de nieuwe locomotieven van de [[1600 - Elektrische locomotieven serie 1600|serie 1600]] hun opwachting in de intercity's tussen Zandvoort en Limburg. De oude rijtuigen Plan E worden langzaamaan vervangen door nieuwe [[ICR - Rijtuigen ICR(m) (InterCity Rijtuig)|rijtuigen ICR]]. Hiermee keert Plan W terug in deze series als versterkingsrijtuig. In de [[dienstregeling 1982/1983]] zijn de rijtuigen Plan E vervangen door de nieuwe rijtuigen.
  
In 1962 wordt Zandvoort het begin- en eindpunt voor de getrokken intercity's naar Zuid-Limburg. In de zomer van 1995 wordt Haarlem het begin- en eindpunt van deze intercity's.  
+
In de zomer van 1995 wordt Haarlem het begin- en eindpunt van deze intercity's.  
  
  

Versie van 29 mrt 2020 20:18

De spoorlijn tussen Haarlem en Zandvoort was de eerste lokaalspoorlijn in Nederland. De spoorlijn heeft een lengte van 8.2 kilometer.

Geschiedenis

Aan het eind van de jaren '70 van de 19e eeuw waren bijna alle hoofdspoorlijnen aangelegd die gepland waren. Er waren echter nog grote delen van het land niet voorzien van een spoorlijn. In Duitsland werd vanaf 187 goedkopere en eenvoudigere spoorlijnen aangelegd, waarbij dunner bevolkte delen van het land ontsloten werden door de trein. Dit trok de aandacht van de Nederlandse regering en met het aannemen van de Lokaalspoorwegwet op 9 augustus 1878 was het ook in Nederland mogelijk om lokaalspoorwegen aan te leggen. Als eerste lokaalspoorweg, legde de HZSM (Haarlem-Zandvoort Spoorweg Maatschappij) een spoorlijn aan tussen Haarlem en Zandvoort. De aanleg was bedoeld om de nieuwe badplaats van Zandvoort te ontsluiten in plaats van het bestaande dorp. De aanleg van de spoorlijn moest vooral inwoners van Amsterdam trekken die hun vrije tijd aan de kust wilden gaan doorbrengen. Door de HZSM werd ten westen van het HSM-station Haarlem een eigen station gebouwd, Haarlem Bolwerk. Dit station was gelegen ter hoogte van het samen komen van de spoorlijnen uit Leiden, Uitgeest en Zandvoort. De treinen reden echter wel door naar het HSM-station Haarlem. Op 1 juni 1889 wordt de exploitatie van de spoorlijn overgenomen door de HIJSM. In 1902 wordt de spoorlijn opgewaardeerd tot hoofdspoorlijn. Op 1 januari 1925 wordt het eigendom van de spoorlijn overgedragen aan de HIJSM. Door de Duitse bezettingsmacht wordt de complete bovenbouw tussen Zandvoort en Overveen opgebroken in de zomer van 1944. Het spoor tussen beide plaatsen alsmede het tweede spoor tussen Overveen en Haarlem is tussen augustus 1945 en juni 1946 herlegd. In 1956 is ook het tweede spoor tussen Overveen en Zandvoort opnieuw aangelegd.


Begin exploitatie op 3 juni 1881. Exploitatie overgenomen door HSM op 1 juni 1889. Eigendommen overgenomen door HSM op 1 januari 1925.


Aanleg

De aanleg van de spoorlijn wordt gegund aan . Zij beginnen op met de aanleg van de spoorlijn. De lijn heeft bij Overveen een bochtig karakter gekregen, omdat een eigenaar van een aantal landgoederen in de duinen bij Overveen . Bij Zandvoort wordt een boog van meer dan 90 graden naar het noorden gemaakt om op deze manier te eindigen voor het Kurhaus, dat in dezelfde periode werd gebouwd.


Beveiliging


Opening & ingebruikname

Op 2 juni 1881 wordt de spoorlijn officieel geopend. Op 3 juni 1881 wordt er voor het eerst volgens dienstregeling gereden.


Wijzigingen

  • In 1902 wordt begonnen met het aanpassen van de spoorlijn, zodat deze als hoofdspoorlijn dienst kan doen. Hiermee kunnen langere en zwaardere treinen op het baanvak rijden met een hogere snelheid. De werkzaamheden bestaan uit het verzwaren van de baan, het recht trekken van bogen en de brug over de Zanderijvaart wordt vervangen door een sterkere brug. Tussen de hoogste duinen wordt een ingraving gemaakt.
  • In 1905 beginnen de werkzaamheden om de spoorlijn te verdubbelen. Dit gebeurd in fases. De laatste fase wordt in 1913 opgeleverd.
  • In 1935 wordt de spoorlijn geëlektrificeerd. Vanaf 6 oktober kan er elektrisch worden gereden op het baanvak.
  • In 20 zal de stroomvoorziening van het baanvak worden verbeterd. Hiermee is het mogelijk om per uur zes treinen per richting te laten rijden. Het onderstation in Zandvoort wordt vergroot en de tractiekabels verzwaard. Ook is het hiermee mogelijk om de grote reizigersstromen die zullen ontstaan tijdens de Formule 1 wedstrijden, te kunnen verwerken.


Stations

Aan de spoorlijn hebben in totaal 6 stations gelegen. In de loop der jaren zijn er van deze stations, drie gesloten.


Haarlem

Het station ligt op kilometer punt 0,0.

Haarlem Bolwerk

De halte lag op kilometer punt 1,0.

Overveen

Het station ligt op kilometer punt 2,2.

Zandvoort-Dorp

Het station lag op kilometer punt 7,9.

Zandvoort

Het station ligt op kilometer punt 8,2.

Zandvoort-Bad

Het station lag op kilometer punt 8,5.


Aansluitingen

  • Tussen Overveen en Zandvoort is ter hoogte van kilometerpunt een aansluiting naar het Gemeentelijk Waterbedrijf Haarlem.


Dienstregeling

In de zomerdienst van 1882, 1883, 1887 en 1888 rijden vier treinparen door naar Amsterdam, zodat er een rechtstreekse verbinding tussen Zandvoort en Amsterdam mogelijk is. Vanaf 1 juni 1889 verzorgt de HIJSM de treindiensten op de spoorlijn. In 1903 wordt de dienstregeling uitgebreid. Zo rijden er in enkele treinen doorgaande rijtuigen van en naar Duitsland. Deze worden in Amsterdam gekoppeld aan de treinen naar Berlijn of Frankfurt. In 1929 rijden voor het laatst rijtuigen van en naar Duitsland.

Als in 1935 het mogelijk is om de spoorlijn elektrisch te berijden, worden de stoomlocomotieven vervangen door het Materieel'24 in de samenstelling mBD + ABec + Cec + mCd. Dit materieel doet tot 1959 dienst op de spoorlijn in de stoptreindienst.

Op 10 juli 1944 wordt het spoorvervoer gestaakt op de spoorlijn. De bovenbouw tussen Overveen en Zandvoort wordt verwijderd. Vanaf 15 augustus 1945 is er weer treinverkeer mogelijk tussen Overveen en Haarlem over enkelspoor. Vanaf 3 juni 1946 kan Zandvoort weer worden bereikt met de trein. Met Materieel'24 is er een uurdienst met Amsterdam, aangevuld met enkele spitsdiensten. In de jaren '50 wordt het oude materieel bij defecten vervangen door stroomlijnmaterieel. Vanaf 1959 worden de combinaties Materieel '24 vervangen door . In 1962 wordt Zandvoort het begin- en eindpunt voor de getrokken exprestreinen naar Maastricht, de treinen van de serie 800. De treinen worden gereden door elektrische locomotieven, voornamelijk van de serie 1200 met rijtuigen Plan E. De stoptreinen tussen Zandvoort en Amsterdam komen te vervallen met de exprestreinen. In 1966 worden de getrokken treinen vervangen door Materieel'54, waarbij een vierdelig treinstel naar Maastricht rijdt en een tweedelig treinstel naar Heerlen. In 1969 keren de getrokken treinen terug. Zij bestaan uit een stam van 8 rijtuigen Plan E, getrokken door locomotieven uit de serie 1100, 1200 of 1300. Met het ingang van de dienstregeling 1970/1971 gaat de serie 900 rijden tussen Zandvoort en Heerlen. Hiermee ontstaat een halfuursdienst tussen Zandvoort en Amsterdam. De treinen bestaan in deze dienstregeling uit 4 rijtuigen, waarbij de A en RD van het type Plan E zijn en de rijtuigen B van het type Plan W zijn. Een jaar later zijn de rijtuigen Plan W vervangen door rijtuigen Plan E. Deze treinen worden getrokken door locomotieven van de serie 1200 en af en toe door een locomotief van de serie 1300. Iedere trein bestaat uit één of meer versterkingsrijtuigen. In de dienstregeling 1981/1982 maken de nieuwe locomotieven van de serie 1600 hun opwachting in de intercity's tussen Zandvoort en Limburg. De oude rijtuigen Plan E worden langzaamaan vervangen door nieuwe rijtuigen ICR. Hiermee keert Plan W terug in deze series als versterkingsrijtuig. In de dienstregeling 1982/1983 zijn de rijtuigen Plan E vervangen door de nieuwe rijtuigen.

In de zomer van 1995 wordt Haarlem het begin- en eindpunt van deze intercity's.


Ongevallen