SR — Dienstorder No. 1254 (1950): verschil tussen versies
(aanv.) |
(opm) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | <div style="width:800px;> | + | {{==|'''Regeling vervallen per 01-12-2015'''<ref>noot: Regeling zoals deze gold ten tijde van de laatste periode van 01-10-2012 t/m 30-11-2015</ref><ref>https://wetten.overheid.nl/BWBR0001866/2012-10-01</ref>}} |
+ | <div id="BackToTop" class="noprint" style="background-color:#DDEFDD; position:fixed; | ||
+ | bottom:32px; left:2%; z-index:9999; padding:0; margin:0;"><span style="color:blue; | ||
+ | font-size:8pt; font-face:verdana,sans-serif; border:0.2em outset #ceebf7; | ||
+ | padding:0.1em; font-weight:bolder; -moz-border-radius:8px; "> | ||
+ | [[#top| Naar boven 🡹 ]]</span></div> | ||
+ | <div style="width:800px; font-size:90%;"> | ||
-- __NONUMBEREDHEADINGS__ | -- __NONUMBEREDHEADINGS__ | ||
Regel 329: | Regel 335: | ||
|} | |} | ||
− | < | + | <div style="font-size:75%;"> |
− | = Noten | + | = Noten en referenties = |
<references /> | <references /> | ||
− | </ | + | </div> |
[[Categorie:Beveiligingen]] | [[Categorie:Beveiligingen]] |
Huidige versie van 21 mei 2020 om 13:13
-- __NONUMBEREDHEADINGS__
Overzicht van de lichtseine n (stelsel 1946) opgenomen Dienstorder No. 1254 [3], dd. 21 April 1950 als aanvulling op Sein Reglement 1934 en verving Dienstorder No. 1137, dd. 12 April 1949. Noot:[4]
Na diverse dienstorders met aanvullingen en wijzigingen, zoals beschreven in Voorgeschiedenis, Ontstaan en Evolutie van het NS-Lichtseinstelsel [5] werd Dienstorder No. 1254
werd met ingang van d.d. 3 juni 1954 in het Sein Reglement 1954 verwerkt en verviel daarmee. De lichtseinen kwamen daarmee definitief in het Sein Reglement met uitzondering van de laag geplaatste lichtseinen met twee lichten.
Inhoud
NIEUWE LICHTSEINEN
In afwachting van de desbetreffende wijziging van het Seinreglement, gelden waar reeds lichtseinen volgens Dienstorder 1137 indienstgesteld zijn en voor nader bij Dienstorder aan te wijzen gedeelten van de spoorweg, in plaats van de in het Seinreglement omschreven seinpalen, de hierna omschreven lichtseinen.
A. | Lichtseinen getoond met één licht, dat de kleuren groen, geel en rood kan tonen; | ||||||
B. | Lichtseinen getoond met twee in een verticale lijn geplaatste lichten, welke kunnen tonen:
| ||||||
C. | Lichtseinen getoond met drie in een verticale lijn geplaatste lichten, welke kunnen tonen:
|
Opmerking: Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen óók voor rangeerbewegingen.
A. Lichtseinen met één licht
Hoog geplaatste lichtseinen met één licht
Laag geplaatste lichtseinen met één licht
Sein nr. | Afbeelding | Betekenis | Beschrijving | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nr. 05 | Binnen de grenzen van een station: lage snelheid; daarbuiten: volle toegelaten snelheid. Aanwijzing:De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein geldende lage snelheid voorbijrijden. Zodra hij buiten een station is mag hij met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid rijden. . |
Laag geplaatst groen licht | |||||||||
Nr. 06 | Lage snelheid, het volgende sein toont „halt”. Aanwijzing:De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein geldende lage snelheid voorbijrijden. Hij moet er op rekenen dat het volgende sein „halt” zal tonen. |
Laag geplaatst geel licht | |||||||||
Nr. 07 | 75 fl. per minuut |
|
Eén laag geplaatst geel flikkerlicht (75 flikkeringen per minuut) | ||||||||
Nr. 08 | 180 fl. per minuut |
De beveiligingsinrichtingen geven geen zekerheid dat het spoor achter het lichtsein niet bezet is Aanwijzing: De machinist moet er op rekenen dat het spoor achter het lichtsein bezet is. |
Eén laag geplaatst geel flikkerlicht (180 flikkeringen per minuut) met twee witte lichten. | ||||||||
Nr. 09 | Halt Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein niet voorbijrijden.. |
Laag geplaatst rood licht. |
B. Laag geplaatste lichtseinen met twee lichten *)
Sein nr. | Afbeelding | Betekenis | Beschrijving | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nr. 10 | binnen de grenzen van een station: middensnelheid; daarbuiten: volle toegelaten snelheid Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein geldende midden snelheid voorbijrijden. Zodra hij buiten een station is, mag hij met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid rijden. |
Laag geplaatst lichten: Groen Wit | |||||||||
Nr. 11 | midden snelheid, het volgende sein toont lage snelheid. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein geldende midden snelheid voorbijrijden. Hij moet, tot hij het volgende sein kan waarnemen, er op rekenen dat dit lage snelheid toont. |
Laag geplaatst lichten: Groen Groen | |||||||||
Nr. 12 | Volle toegelaten snelheid Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein geldende midden snelheid voorbijrijden. Zodra hij buiten een station is, mag hij met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid rijden. |
Laag geplaatst lichten: Gedooft groen | |||||||||
Nr. 13 | Midden snelheid, het volgende sein toont halt. Tussen dit en het daarop volgend lichtsein haltkan een lichtsein voorkomen, dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij moet er op rekenen, dat het volgende sein halt zal tonen. |
Laag geplaatst lichten: Geel Wit | |||||||||
Nr. 14 | Lage snelheid, het volgende sein toont halt. Tussen dit en het daarop volgend lichtsein haltkan een lichtsein voorkomen, dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij moet er op rekenen, dat het volgende sein halt zal tonen. |
Laag geplaatst lichten: Gedooft Geel | |||||||||
Nr. 15 | 75 fl. per minuut |
|
Laag geplaatst lichten: Gedooft Geel flikkerlicht (75 flikkeringen per minuut). | ||||||||
Nr. 16 | 180 fl. per minuut |
De beveiligingsinrichtingen geven geen zekerheid dat het spoor achter het lichtsein niet bezet is Aanwijzing: De machinist moet er op rekenen dat het spoor achter het lichtsein bezet is. |
Laag geplaatst lichten: Gedooft Geel flikkerlicht (180 flikkeringen per minuut) . | ||||||||
Nr. 17 | Halt Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein niet voorbijrijden.. |
Laag geplaatst lichten: Rood Gedooft | |||||||||
*) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven, kunnen deze lichtseinen óók hoog geplaatst zijn. |
C. Lichtseinen met drie lichten
Sein nr. | Afbeelding | Betekenis | Beschrijving | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nr. 18 | Hoge snelheid, het volgende sein toont ook hoge snelheid. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij mag, tot hij het volgende sein kan waarnemen, er op rekenen dat dit hoge snelheid toont. |
Hoog geplaatste lichten: Groen Wit Wit | |||||||||
Nr. 19 | Hoge snelheid, het volgende sein toont ook hoge snelheid. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij mag, tot hij het volgende sein kan waarnemen, er op rekenen dat dit midden snelheid toont. |
Hoog geplaatste lichten: Groen Groen Wit | |||||||||
Nr. 20 | Hoge snelheid, het volgende sein toont ook hoge snelheid. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij mag, tot hij het volgende sein kan waarnemen, er op rekenen dat dit lage snelheid toont. |
Hoog geplaatste lichten:<> Groen Wit Groen | |||||||||
Nr. 21 | Middden snelheid, het volgende sein toont ook hoge snelheid. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij mag, tot hij het volgende sein kan waarnemen, er op rekenen dat dit midden snelheid toont. |
Hoog geplaatste lichten: Wit Groen Wit | |||||||||
Nr. 22 | Middden snelheid, het volgende sein toont ook hoge snelheid. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij mag, tot hij het volgende sein kan waarnemen, er op rekenen dat dit lage snelheid toont. |
Hoog geplaatste lichten: Wit Groen Groen | |||||||||
Nr. 23 | lage snelheid, het volgende sein toont ook hoge snelheid. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij mag, tot hij het volgende sein kan waarnemen, er op rekenen dat dit lage snelheid toont. |
Hoog geplaatste lichten: Wit Wit Groen | |||||||||
Nr. 24 | hoge snelheid, doch het volgende sein toont halt. Tussen dit en het daarop volgend lichtsein haltkan een lichtsein voorkomen, dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij moet er op rekenen dat het volgende sein haltof onveiligzal tonen. |
Hoog geplaatste lichten: Geel Wit Wit | |||||||||
Nr. 25 | midden snelheid, doch het volgende sein toont halt. Tussen dit en het daarop volgend lichtsein haltkan een lichtsein voorkomen, dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij moet er op rekenen dat het volgende sein haltof onveiligzal tonen. |
Hoog geplaatste lichten: Wit Geel Wit | |||||||||
Nr. 26 | lage snelheid, doch het volgende sein toont halt. Tussen dit en het daarop volgend lichtsein haltkan een lichtsein voorkomen, dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut. Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toegelaten snelheid voorbijrijden. Hij moet er op rekenen dat het volgende sein haltof onveiligzal tonen. |
Hoog geplaatste lichten: Wit Wit Geel | |||||||||
Nr. 27 | 75 fl. per minuut |
|
Eén hoog geplaatst geel flikkerlicht (75 flikkeringen per minuut) met twee witte lichten. | ||||||||
Nr. 28 | 180 fl. per minuut |
De beveiligingsinrichtingen geven geen zekerheid dat het spoor achter het lichtsein niet bezet is Aanwijzing: De machinist moet er op rekenen dat het spoor achter het lichtsein bezet is. |
Eén hoog geplaatst geel flikkerlicht (180 flikkeringen per minuut) met twee witte lichten. | ||||||||
Nr. 29 | Halt Aanwijzing: De machinist mag het lichtsein niet voorbijrijden.. |
Hoog geplaatst rood licht met twee gedoofde lichten |
Conversie tabel van seinbeelden uit DO 1254 naar SR 1954 & SR 1956
Met de Dienstorder Nr. 1483 van 3 Juni 1954 werd Dienstorder Nr. 1254 met lichtseinstelsel 1946 opgenomen in het vanaf dan van kracht zijnde Seinreglement 1954 (SR) en Seinreglement 1956 (SR) (codenummer C5202).
|
|
|
Noten en referenties
- ↑ noot: Regeling zoals deze gold ten tijde van de laatste periode van 01-10-2012 t/m 30-11-2015
- ↑ https://wetten.overheid.nl/BWBR0001866/2012-10-01
- ↑ Voorgeschiedenis, Ontstaan en Evolutie van het NS-Lichtseinstelsel - P. Middelraad - blz.:147-152 - oorspronkelijke uitgave NV Nederlandse Spoorwegen als PDF te downloaden bij: www.irse.nl
- ↑ De laatst nog aanwezig zijnde drie hoogte seinen te Zwolle verdwenen in december 1980 bij de indienststelling van de NX aldaar. Het is daarom opmerkelijk dat Middelraad in zijn boek – dat in het 2000 verscheen – steeds over lichtseinstelsel 1949 spreekt, daar waar tot aan de buitendienststelling er altijd gesproken werd over het lichtseinstelsel 1946.
- ↑ Voorgeschiedenis, Ontstaan en Evolutie van het NS-Lichtseinstelsel - P. Middelraad - blz.:15-17 - oorspronkelijke uitgave NV Nederlandse Spoorwegen als PDF te downloaden bij: www.irse.nl