Rail 21

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Op basis van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening wordt door de NS in de jaren '80 van de twintigste eeuw een plan uitgewerkt om het bestaande spoorwegnet flink uit te breiden.

Geschiedenis

Door de Rijksoverheid wordt in 1988 de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (VINO) gepresenteerd. Het is de vierde rijksnota over het ruimtelijke beleid door de overheid na de Tweede Wereldoorlog. In deze nota wordt uitgegaan van de concurrentiepositie van regio's. De regio's moeten zich ook internationaler gaan opereren en dit heeft gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling. De internationale concurrentiepositie wordt met name in de Randstad geconcentreerd. Dit vergt versterking van de mainports Schiphol en de Rotterdamse haven. In 1991 wordt de VINO opgevolgd door de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra. In deze nota worden locaties aangewezen voor grootschalige woningbouw. Om de nieuwbouwwijken te kunnen ontsluiten, wordt door de NS plannen gepresenteerd om in deze wijken voorstadsstations te bouwen. Plaatsen die nog niet zijn aangesloten op het spoor, zullen (weer) op het spoor worden aangesloten.


Naast de uitbreiding van het spoorwegnet zal ook het materieelpark worden uitgebreid. Er zal in 1996 een drietreinenconcept worden ingevoerd. Dit zijn de

  1. Agglo/Regiotrein (stoptrein)
  2. InterRegiotrein (sneltreinen)
  3. Intercitytreinen.

Om de InterRegiotreinen te kunnen rijden, wordt nieuw materieel besteld bij huisleverancier Talbot in Aken. Dit is het dubbeldeksmaterieel DD-IRM. Als gevolg van de verzelfstandiging van de NS wordt dit concept niet volledig ingevoerd.


Invoering

Trajecten

Wijzingen in de infrastructuur

Om het programma te kunnen laten slagen, zijn diverse wijzigingen en uitbreidingen aan de infrastructuur nodig.