Mat'57 - Treinstellen materieel 1957 (Benelux): verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Aanvulling revisiegegevens.)
(39 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 4: Regel 4:
  
 
Vanaf 3 mei 1855 is er een verbinding tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen. Er gingen verschillende voorstellen aan vooraf voordat de definitieve route via Essen en [[Roosendaal|Roosendaal ]] werd vastgesteld in 1852. Voor de aanleg en exploitatie werd de Societé des chemins de fer d’Anvers à Rotterdam opgericht.  
 
Vanaf 3 mei 1855 is er een verbinding tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen. Er gingen verschillende voorstellen aan vooraf voordat de definitieve route via Essen en [[Roosendaal|Roosendaal ]] werd vastgesteld in 1852. Voor de aanleg en exploitatie werd de Societé des chemins de fer d’Anvers à Rotterdam opgericht.  
Vanaf 18  rijden er reizigerstreinen tussen beide landen. Deze diensten werden eerst met stoomlocomotieven uitgevoerd en later met diesellocomotieven. Nadat in 1924 de [[Oude Lijn|Oude Lijn]] was geëlektrificeerd  en vanaf 1935 werd begonnen met het elektrificeren van het Middennet, werden er ook gesprekken gevoerd met België om de spoorlijn tussen Roosendaal en Essen te elektrificeren. Vanwege technische problemen kon men destijds niet tot overeenstemming komen. Na de Tweede Wereldoorlog werden de gesprekken voort gezet en kwamen de NS en NMBS in 1953 tot overeenstemming om het grensbaanvak te moderniseren. In 1957 werd de spoorlijn Roosendaal - Essen geëlektrificeerd en kon er ook elektrisch worden gereden tussen beide landen. Om doorgaand te kunnen rijden tussen Nederland en België werden er twaalf treinstellen gebouwd, welke uiterlijk grote overeenkomsten hebben met de ElD2 treinstellen van het type materieel '54, Plan Q. De voorkeur werd gegeven aan treinstellen, zodat men sneller kop kon maken in het centraal station van Antwerpen. Dit scheelde weer het omrijden met een extra locomotief. Ook het rangeren op de eindstations van [[Amsterdam Centraal|Amsterdam]] en Brussel kwam hiermee te vervallen. De treinstellen worden verdeeld over de NS en de NMBS. Hierbij krijgen de NS treinstellen de nummers 1201 - 1208, terwijl de NMBS stellen als 220 901 - 220 904 worden genummerd. De verdeling over beide spoorwegmaatschappijen is zo gekozen omdat de treinstellen twee keer zo lang in Nederland zijn dan in België. De NS had ook als eis dat het materieel moest kunnen koppelen met het reeds bestaande materieel, zodat de treinstellen samen konden rijden met de treinstellen die reden op de verbinding Amsterdam - [[Vlissingen|Vlissingen]]. De twaalf treinstellen werden gebouwd door Werkspoor, met de elektrische installatie van ACEC en SEM. Door een andere wijze van tractieschakeling kunnen de treinstellen op zowel 1.500 als 3.000 Volt bovenleidingspanning rijden.
+
Vanaf 18  rijden er reizigerstreinen tussen beide landen. Deze diensten werden eerst met stoomlocomotieven uitgevoerd en later met diesellocomotieven. Nadat in 1924 de [[Oude Lijn|Oude Lijn]] was geëlektrificeerd  en vanaf 1935 werd begonnen met het elektrificeren van het Middennet, werden er ook gesprekken gevoerd met België om de spoorlijn tussen Roosendaal en Essen te elektrificeren. Vanwege technische problemen kon men destijds niet tot overeenstemming komen. Na de Tweede Wereldoorlog werden de gesprekken voort gezet en kwamen de NS en NMBS in 1953 tot overeenstemming om het grensbaanvak te moderniseren. In de zomer van 1957 werd de spoorlijn Roosendaal - Essen geëlektrificeerd en kon er ook elektrisch worden gereden tussen beide landen. Om doorgaand te kunnen rijden tussen Nederland en België werden er twaalf treinstellen gebouwd, welke uiterlijk grote overeenkomsten hebben met de ElD2 treinstellen van het type [[Mat'54_-_Treinstellen_Materieel_1954_(Hondekop)|materieel '54]], Plan F. De voorkeur werd gegeven aan treinstellen, zodat men sneller kop kon maken in het centraal station van Antwerpen. Dit scheelde weer het omrijden met een extra locomotief. Ook het rangeren op de eindstations van [[Amsterdam Centraal|Amsterdam]] en Brussel kwam hiermee te vervallen. De treinstellen worden verdeeld over de NS en de NMBS. Hierbij krijgen de NS treinstellen de nummers 1201 - 1208, terwijl de NMBS stellen als 220 901 - 220 904 worden genummerd. De verdeling over beide spoorwegmaatschappijen is zo gekozen omdat de treinstellen twee keer zo lang in Nederland zijn dan in België. De NS had ook als eis dat het materieel moest kunnen koppelen met het reeds bestaande materieel, zodat de treinstellen samen konden rijden met de treinstellen die reden op de verbinding Amsterdam - [[Vlissingen]]/[[Venlo]]. Het ontkoppelen met het binnenlands materieel zou dan in Rotterdam of Roosendaal plaats vinden, afhankelijk van de bestemming van de binnenlandse trein. De twaalf treinstellen en draaistellen werden gebouwd door Werkspoor, met de elektrische installatie van het Belgische ACEC en SEM. Door een andere wijze van tractieschakeling kunnen de treinstellen op zowel 1.500 als 3.000 Volt bovenleidingspanning rijden. Vanwege de aanwezigheid van een coupé voor de douane, kan de grenscontrole in de trein plaatsvinden. Hiermee komt de grenscontrole op de stations van Roosendaal en Essen te vervallen.
  
Vanwege de populariteit van de verbinding is extra capaciteit nodig. Hierdoor moeten de treinen versterkt worden tot soms wel drie treinstellen. Hierdoor ontstaat er een materieelprobleem. Een vervolgorder van de treinstellen was niet meer interessant. Er is daarop gekeken naar een vervolgorder van [[V - Treinstellen Plan V|Plan V]]. Ook dit was niet lonend. Dit probleem wordt vanaf 1974 structureel opgelost door het inzetten van trek/duw treinen naast de treinstellen. Deze treinen bestaan uit een locomotief NMBS Reeks 25.5 + rijtuigen NMBS I4 A + NMBS I4 AB + NS Plan W B + NS Plan W B + NS Plan W B + NS Plan D WRDk.
+
De Benelux dienst is populair en al snel is er extra capaciteit nodig. Soms moeten diensten tot wel drie treinstellen versterkt worden en zo ontstaat er een materieelprobleem. Er wordt studie gedaan naar de capaciteitsuitbreiding. Ook is veelvuldig overleg tussen de NS en de NMBS. Tot een vervolgorder, van het inmiddels tien jaar oude ontwerp, komt het niet. Voor de NMBS is dit geen optie. Daarop maakt NS een ontwerpplan op basis van [[V - Treinstellen Plan V|Plan V]]. Dit NS ontwerp uit december 1965 behelst een tweedelig treinstel en bestaat uit een Bk bak en een ADk bak met een klein keukentje. Er zouden zes treinstellen gebouwd gaan worden, waarvan 4 voor de rekening van de NS en twee voor de NMBS. Het plan roep allerlei vragen en bezwaren op. De NMBS bied een locomotief HLE15 met een getrokken trein. In de dienstregeling 1967/1968 rijdt één treinpaar met getrokken materieel. In 1969 zijn er al drie treinparen die met getrokken materieel rijden. In 1972 rijden er vier treinparen met getrokken materieel en in 1973 rijden vijf treinparen met getrokken materieel. Het nadeel van de getrokken treinen was de inzet van drie locomotieven tussen Amsterdam en Brussel. De eerste locomotief rijdt van Amsterdam naar Roosendaal, de tweede van Roosendaal naar Antwerpen. De derde locomotief rijdt van Antwerpen naar Brussel. De rijtuigen worden beschikbaar gesteld door zowel de NS als de NMBS, maar bieden geen restauratierijtuig. Maar ook toen al was de Benelux dienst een thema waar de NS en de NMBS niet altijd dezelfde mening waren toegedaan. Pas in 1974 de capaciteits-probemen structureel opgelost door het inzetten van trek/duw treinen naast de treinstellen. Hiermee wordt het vele rangeerwerk voorkomen. Er wordt een locomotief ingezet die geschikt is voor twee stroomsystemen en een stuurstandrijtuig. Deze treinen bestaan uit een locomotief NMBS Reeks 25.5 + rijtuigen NMBS I4 A + NMBS I4 AB + [[W - Rijtuigen Plan W|NS Plan W B]] + NS Plan W B + NS Plan W B + [[D - Rijtuigen Plan D|NS Plan D WRDk]]. Vanaf 1986 stroomt er nieuw trek/duw-materieel in de dienst op basis van [[ICR_-_Rijtuigen_ICR(m)_(InterCity_Rijtuig)#Beneluxrijtuigen|ICR]]. Vanaf dat moment worden de treinstellen teruggetrokken uit de Benelux dienst en rijden daarna alleen nog in Nederland diensten.
  
  
= '''Technische gegevens''' =
+
='''Technische gegevens'''=
 
+
<br>
De treinstellen zijn bij aflevering 51,14 meter lang en hebben een gewicht van 116 ton. Het treinstel is voorzien van 4 tractiemotoren van , type . Elke motor levert een vermogen van 152 kW (207 pk), tot  omwentelingen per minuut. In totaal heeft een treinstel de beschikking over een vermogen van 608 kW (828 pk). Deze motoren zijn opgehangen volgens de tramophanging. Hierbij rust de tractiemotor aan een zijde met glijlagers op de as. De motoras wordt aangedreven door een rondsel dat in een vast tandwiel op de wielas grijpt. Een motordraaistel beschikt over twee tractiemotoren. Het treinstel is ontworpen voor een snelheid van 135 kilometer per uur. De dienstregelingssnelheid is in eerste instantie vast gesteld op 120 kilometer per uur. Het treinstel beschikt over 24 zitplaatsen eerste klas en 96 zitplaatsen tweede klas. Onder het k rijtuig zijn de twee compressoren opgenomen. Deze kan  liter lucht per minuut leveren. Deze lucht wordt gebruikt voor de luchtdrukrem en diverse elektro-pneumatische apparatuur. Voor het leveren van stroom voor de stuurstroom en verlichting, is onder het  k rijtuig een motorgenerator opgenomen van , type . Deze zet de 1.500 Volt bovenleidingspanning om in  Volt spanning voor de stuurstroom en  Volt voor de verlichting. De motorgenerator levert een vermogen van  kW. Onder het k rijtuig bevinden zich de schakelkasten en relaiskasten. Ook de aanzetweerstanden, rijschakelaars en de volgordewals hebben een plekje onder het k rijtuig. Het ABKk rijtuig is voorzien van een stroomafnemer voor de Nederlandse spanning. Deze stroomafnemers is van BBC, type . Op het BDk rijtuig is de Belgische stroomafnemer geplaatst van , type . Dit onderscheid was er tevens omdat de bovenleiding in België op een andere hoogte hangt dan in Nederland. Om te voorkomen dat er een te hoge stroom door het treinstel komt te lopen, is op het dak van de treinstellen een smeltveiligheid van 1.000 Ampère geplaatst. Deze zijn te herkennen aan de vonkhoorn op het dak. Het ABKk rijtuig heeft als bakcodenummer 333 en het Bk rijtuig het bakcodenummer 332. De motordraaistellen hebben als draaistelcode en de loopdraaistellen hebben als draaistelcode .
+
<small>
 
+
{| style="color: black; background-color: #white; width:800px;" cellpadding="3"
 +
| style="background-color: #e1e1e1; 3px; text-align:center;" colspan="2" | {{sc|'''<big>toelatingsgegevens spoorwegvoertuig</big>'''}}
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| style="background-color: #e1e1e1; 3px; text-align:left;" colspan="2" | {{sc|'''1 — <big>typegegevens</big>'''}}
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| style="width:20em;" | ''' voertuigtype''' || BENELUX
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' nummers spoorwegvoertuig ''' || NS 1201 – 1208<br>''NMBS 220.901 – 220.904''
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' toelatingslanden ''' || Nederland en België
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' voertuigcategorie  '''<sup>&#10045;</sup>  || Elektrisch tweewagentreinstel(ElD2)
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' configuratie '''<sup>&#10045;</sup>  || BDk (bakcode 601), II:64 en Bagageruinte 2000 kg<br> ABk (bakcode 602), I:18, II:16 en douane:8
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' EVN / NVR en configuratie ''' || n.v.t <sup>&#9312; </sup>
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' afkorting voertuigexploitant (AVE) ''' || NS<br>NMBS
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' bouwjaar ''' || 1957
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' fabrikant ''' || Werkspoor<br>ACEC<br>SEM
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' maximale treinsamenstelling ''' || totaal 14 bakken EM met lage koppeling.
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| style="background-color: #e1e1e1; 3px; text-align:left;" colspan="2" |{{sc|'''2 — <big>basisgegevens type</big>'''}}
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' lengte over de koppelingen ''' || 51.120 mm
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' aantal assen / configuratie ''' || 8 / Bo' 2' + 2' Bo'
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' nominale wieldiameter (min. / max.) ''' || 870 mm / 950 mm
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' hart op hart draaistellen ''' || 18.350 mm
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' asafstand binnen draaistel ''' || 3.000 mm
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' eigen totaal gewicht (leeg / beladen) ''' || 116 t /
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' aslast (leeg / beladen) ''' ||
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' tonmetergewicht (leeg) ''' ||
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' soort remsysteem ''' || WTL
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' remgewicht (leeg / beladen) ''' ||
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' maximum dienst snelheid ''' || 135 km/h (oorspronkelijk 120 km/h)
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' technisch maximum snelheid ''' || 135 km/h
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| style="background-color: #e1e1e1; 3px; text-align:left;" colspan="2" |{{sc|'''3 — <big>infra eigenschappen</big>'''}}
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' energievoorziening ''' || Nederland: 1.500 V DC<br>België: 3.000 V DC
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' omgrenzingsprofiel ''' || UIC
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' kleinste boogstraal ''' || 150 m
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' baanvakbelastingcategorie ''' || C2
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' treindetectlesystemen ''' ||
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| ''' treinbeïnvloedingssysteem ''' || Nederland: ATB-EG<br>België: Crocodile
 +
|- style="background-color: #e1e1e1; 3px;"
 +
| style="background-color: #e1e1e1; 3px; text-align:left;" colspan="2" | <sup>&#10045;</sup> Kenmerk volgens de klassieke NS notatie.<br><sup>&#9312; </sup>museumtreinstel St. Mat’54 Hondekop-vier = NMBS 220.902 = BDk: 90 84 0 090 100-9 NL-HKOP en ABk: 90 84 0 090 200-7 NL-HKOP.
 +
|}
 +
</small>
 +
<br>
 +
De treinstellen zijn bij aflevering 51,12 meter lang en hebben een gewicht van 116 ton. Het treinstel is voorzien van 4 tractiemotoren van , type . Elke motor levert een vermogen van 152 kW (207 pk), tot  omwentelingen per minuut. In totaal heeft een treinstel de beschikking over een vermogen van 608 kW (828 pk). Deze motoren zijn opgehangen volgens de tramophanging. Hierbij rust de tractiemotor aan een zijde met glijlagers op de as. De motoras wordt aangedreven door een rondsel dat in een vast tandwiel op de wielas grijpt. Een motordraaistel beschikt over twee tractiemotoren. Het treinstel is ontworpen voor een snelheid van 135 kilometer per uur. De dienstregelingssnelheid is in eerste instantie vast gesteld op 120 kilometer per uur. Het treinstel beschikt over 18 zitplaatsen eerste klas en 80 zitplaatsen tweede klas. Daarnaast zijn volgens Belgische regelgeving enkele zitplaatsen aangewezen voor oorlogsinvaliden. Tussen 1973 en 1975 wordt het aantal zitplaatsen eerste klas verhoogd tot 24 door de douane coupé van 6 zitplaatsen te voorzien. Het aantal zitplaatsen tweede klas wordt vanaf 1981 verhoogd tot 96. Onder het k rijtuig zijn de twee compressoren opgenomen. Deze kan  liter lucht per minuut leveren. Deze lucht wordt gebruikt voor de luchtdrukrem en diverse elektro-pneumatische apparatuur. Voor het leveren van stroom voor de stuurstroom en verlichting, is onder het  k rijtuig een motorgenerator opgenomen van , type . Deze zet de 1.500 Volt bovenleidingspanning om in  Volt spanning voor de stuurstroom en  Volt voor de verlichting. De motorgenerator levert een vermogen van  kW. Onder het k rijtuig bevinden zich de schakelkasten en relaiskasten. Ook de aanzetweerstanden, rijschakelaars en de volgordewals hebben een plekje onder het k rijtuig. Het ABKk rijtuig is voorzien van een stroomafnemer voor de Nederlandse spanning. Deze stroomafnemers is van BBC, type . Op het BDk rijtuig is de Belgische stroomafnemer geplaatst van , type . Dit onderscheid was er tevens omdat de bovenleiding in België op een andere hoogte hangt dan in Nederland. Om te voorkomen dat er een te hoge stroom door het treinstel komt te lopen, is op het dak van de treinstellen een smeltveiligheid van 1.000 Ampère geplaatst. Deze zijn te herkennen aan de vonkhoorn op het dak. Het BDk rijtuig krijgt 601 en het ABk rijtuig bakcodenummer 602. Pas in de jaren zeventig krijgt het ABk rijtuig het kenmerk ABKk. De motordraaistellen hebben als draaistelcode BM en de loopdraaistellen BL.
  
 
= '''Uitvoering''' =
 
= '''Uitvoering''' =
  
De rijtuigen waren volledig elektrisch gelast. De bekleding van de rijtuigbak bestaat uit 2,5 millimeter dik plaatstaal. Deze bekleding is aangebracht rondom het bakgeraamte, waaruit de rijtuigbak is opgebouwd. Beide rijtuigen zijn voorzien van stroomafnemers, welke op kappen geplaatst zijn. Het ABKk rijtuig is voorzien van een stroomafnemer voor de Nederlandse spanning. Deze stroomafnemers is van BBC, type . Op het BDk rijtuig is de Belgische stroomafnemer geplaatst van , type . De treinstellen zijn voorzien van gladde daken. Elk rijtuig van een treinstel is geplaatst op eigen draaistellen. Door het hoge gewicht van de rijtuigbakken, gaf dit een zeer rustige loop. Om de frontruiten schoon te kunnen maken, zijn de neuzen voorzien van ladders met vijf treden. Boven de ramen zijn twee lampen aangebracht. Door middel van seinglaasjes konden deze lampen rood of wit licht laten zien. De witte lichten werden gebruikt voor het L frontsein dat vanaf 18 maart 1963 werd gevoerd. Het rechtersluitsein werd hierbij ontstoken. Een half jaar later wisselde dit beeld en werd het linkersluitsein ontstoken, zodat een omgekeerd L frontsein werd gevoerd. Vanaf 197 werd het A frontsein ingevoerd en konden de hoge lampen alleen rood licht laten zien. De laaggeplaatste frontseinen bevinden zich aan weerszijde van het tyfoonrooster.  
+
De rijtuigen waren volledig elektrisch gelast. De bekleding van de rijtuigbak bestaat uit 2,5 millimeter dik plaatstaal. Deze bekleding is aangebracht rondom het bakgeraamte, waaruit de rijtuigbak is opgebouwd. Beide rijtuigen zijn voorzien van stroomafnemers, welke op kappen geplaatst zijn. Het ABKk rijtuig is voorzien van een stroomafnemer voor de Nederlandse spanning. Deze stroomafnemer is van BBC, type . Op het BDk rijtuig is de Belgische stroomafnemer geplaatst van , type . De treinstellen zijn voorzien van gladde daken. Elk rijtuig van een treinstel is geplaatst op eigen draaistellen. Door het hoge gewicht van de rijtuigbakken, gaf dit een zeer rustige loop. Om de frontruiten schoon te kunnen maken, zijn de neuzen voorzien van ladders met vijf treden. Boven de ramen zijn twee lampen aangebracht. Door middel van seinglaasjes konden deze lampen rood of wit licht laten zien. De witte lichten werden gebruikt voor het L frontsein dat vanaf 18 maart 1963 werd gevoerd. Het rechtersluitsein werd hierbij ontstoken. Een half jaar later wisselde dit beeld en werd het linkersluitsein ontstoken, zodat een omgekeerd L frontsein werd gevoerd. Vanaf 1971 werd het A frontsein ingevoerd en konden de hoge lampen alleen rood licht laten zien. De laaggeplaatste frontseinen bevinden zich aan weerszijde van het tyfoonrooster.  
  
Onder de rijtuigbakken zijn de apparaatkasten modulair uitgevoerd. Hierdoor konden defecte delen gemakkelijker vervangen worden door nieuwe of gereviseerde delen. Het gehele treinstel was voorzien van schuifdeuren met een breedte van 130 centimeter. Deze zijn centraal te sluiten, maar dit werd alleen in België gebruikt. Vanaf de revisiebeurten die vanaf 1973 werden uitgevoerd, werd de bediening van de deursluiting dusdanig aangepast, zodat deze ook in Nederland bruikbaar was. De cabinedeuren zijn als klapdeuren uitgevoerd. De treinstellen waren over de gehele lengte voorzien van draairamen. Deze moeten met een raamzwengel worden geopend. De koprijtuigen zijn voorzien van tractiemotoren.  
+
Onder de rijtuigbakken zijn de apparaatkasten modulair uitgevoerd. Hierdoor konden defecte delen gemakkelijker vervangen worden door nieuwe of gereviseerde delen. Het gehele treinstel was voorzien van schuifdeuren met een breedte van 130 centimeter. Deze zijn centraal te sluiten, maar dit werd alleen in België gebruikt. Vanaf de revisiebeurten die vanaf 1973 werden uitgevoerd, werd de bediening van de deursluiting dusdanig aangepast, zodat deze ook in Nederland bruikbaar was. De cabinedeuren zijn als klapdeuren uitgevoerd. De treinstellen waren over de gehele lengte voorzien van draairamen. Deze moeten met een raamzwengel worden geopend. De twee ramen aan de keukenzijde van de keukenafdeling zijn kleiner uitgevoerd dan de overige ramen. Ook staan deze ramen dichterbij elkaar dan de overige ramen. De koprijtuigen zijn voorzien van tractiemotoren.  
  
De besturing van het treinstel geschiedde door middel van de Jeumont Heidmann nokkenwals. De besturing van het treinstel moest met meer geduld gebeuren dan het gebruikelijke NS materieel, omdat bij terugschakelen gewacht moest worden tot de nokkenwals in de beginstand was gezet. Als er te snel werd opgeschakeld, strandde het treinstel onderweg als gevolg van een defecte nokkenwals. Dit gebeurde met name als de treinstellen samen reden met treinstellen  [[Mat'46 - Treinstellen Materieel 1946 (Muizenneus)|Materieel'46]] en Materieel’54. De maximale gekoppelde lengte bedraagt hierbij 14 rijtuigbakken. De automatische koppeling hangt op een hoogte van 61 centimeter boven de bovenkant spoorstaaf. Door middel van een koppelplaat kan het treinstel gekoppeld worden aan materieel dat is voorzien van buffers en schroefkoppelingen. Elk treinstel is voorzien van een koppelplaat en hulpkoppelboom. Met de introductie van de sleepkoppeling in 19 kwam de koppelplaats en hulpkoppeling te vervallen. De koppeling is aan de bovenzijde voorzien van een stuurstroomkoppeldoos. In deze koppeldoos zijn 58 verende pencontacten verwerkt die zorg dragen voor de overdracht van opdrachten tussen gekoppelde treinstellen. Een automatisch wegklapbare kap zorgt voor de bescherming van de contacten.
+
De besturing van het treinstel geschiedde door middel van de Jeumont Heidmann nokkenwals. De besturing van het treinstel moest met meer geduld gebeuren dan het gebruikelijke NS materieel, omdat bij terugschakelen gewacht moest worden tot de nokkenwals in de beginstand was gezet. Als er te snel werd opgeschakeld, strandde het treinstel onderweg als gevolg van een defecte nokkenwals. Dit gebeurde met name als de treinstellen samen reden met treinstellen  [[Mat'46 - Treinstellen Materieel 1946 (Muizenneus)|Materieel'46]] en Materieel’54. De maximale gekoppelde lengte bedraagt hierbij 14 rijtuigbakken. De automatische koppeling hangt op een hoogte van 61 centimeter boven de bovenkant spoorstaaf. Door middel van een koppelplaat kan het treinstel gekoppeld worden aan materieel dat is voorzien van buffers en schroefkoppelingen. Elk treinstel is voorzien van een koppelplaat en hulpkoppelboom. Met de introductie van de sleepkoppeling in 19 kwam de koppelplaats en hulpkoppeling te vervallen. De koppeling is aan de bovenzijde voorzien van een stuurstroomkoppeldoos. In deze koppeldoos zijn 58 verende pencontacten verwerkt die zorg dragen voor de overdracht van opdrachten tussen gekoppelde treinstellen. Een automatisch wegklapbare kap zorgt voor de bescherming van de contacten. Het is echter niet mogelijk om met Belgisch materieel gekoppeld te rijden.
  
De treinstellen waren bij hun aflevering donkerblauw geschilderd. Het dak en de schortplaten zijn grijs geschilderd. Onder de ramen, ter hoogte van de frontseinlampen, is over de gehele lengte een brede, zandgele bies aangebracht. De treinstellen 1201 en 1202 kregen voor korte duur de letters B en NS in deze bies. De overige treinstellen zijn meteen voorzien van een doorlopende bies. Bij de bagagedeuren zijn rubberstroken aangebracht ter bescherming van de laklaag. De laklaag beschadigde bij het laden en lossen op de perrons. Voor betere zichtbaarheid van de eerste klas werd in de eerste helft van de jaren ’60 een gele streep aangebracht boven de ramen. Vanwege problemen met de tyfoons in de winter werden de tyfoons aangepast en de roosters werden geel geschilderd. Deze wijziging liep vooruit op de nieuwe huisstijl met een donkere kleur geel. Deze donkergele kleur werd vanaf 1973 aangebracht. De lampringen rondom de onderste lampen veranderde ook van kleur. Zij werden ook geel in plaats van blauw. De treinstellen zijn niet voorzien geweest van het NS logo of het NMBS logo.
+
De treinstellen waren bij hun aflevering donkerblauw geschilderd. Het dak en de schortplaten zijn grijs geschilderd. Onder de ramen, ter hoogte van de frontseinlampen, is over de gehele lengte een brede, zandgele bies aangebracht. De treinstellen 1201 en 1202 kregen voor korte duur de letters B en NS in deze bies. De gele bies was tussen de koplampen onderbroken. De overige treinstellen zijn meteen voorzien van een doorlopende bies. Bij de bagagedeuren zijn rubberstroken aangebracht ter bescherming van de laklaag. De laklaag beschadigde bij het laden en lossen op de perrons. Voor betere zichtbaarheid van de eerste klas werd in de eerste helft van de jaren ’60 een gele streep aangebracht boven de ramen. Vanwege problemen met de tyfoons in de winter werden de tyfoons aangepast en de roosters werden geel geschilderd. Deze wijziging liep vooruit op de nieuwe huisstijl met een donkere kleur geel. Deze donkergele kleur werd vanaf 1973 aangebracht. De lampringen rondom de onderste lampen veranderde ook van kleur. Zij werden ook geel in plaats van blauw. De treinstellen zijn nooit van het NS logo of NMBS logo voorzien.
  
 
Het interieur van de treinstellen is  
 
Het interieur van de treinstellen is  
Regel 33: Regel 102:
 
'''''ElD2'''''
 
'''''ElD2'''''
  
Een tweedelig treinstel bestaat uit twee rijtuigen: ABKk + BDk. Ieder rijtuig rust op zijn eigen draaistellen.
+
Een tweedelig treinstel bestaat uit twee rijtuigen: AB(K)k + BDk. Ieder rijtuig rust op zijn eigen draaistellen.
  
''ABKk''
+
''AB(K)k''
  
Het ABDk rijtuig bevat een volledige elektrische installatie. Het draaistel onder de cabine bevat de tractiemotoren. Het draaistel aan de zijde van bakovergang is uitgevoerd als loopdraaistel. Onder de rijtuigbak zijn modulaire apparaatkasten opgehangen, waarin  de  opgenomen zijn. Achter de cabine is een afgesloten coupé aan een zijgang voor de marechaussee. Deze coupé en cabine zijn te bereiken vanaf het aangrenzende balkon. Dit balkon heeft drie klapzittingen en een toilet. Een zijgang geeft toegang tot drie afsluitbare coupés eerste klas, met elk zes zitplaatsen. Aan deze coupés grenst de keuken. Deze keuken is voorzien van een kookplaat, warmhoudplaat, koffiezetapparaat, waterkoker. De keuken komt uit bij een balkon met 7 klapzittingen. Een midden doorgang vanaf het balkon geeft toegang tot een open afdeling tweede klas met 16 zitplaatsen en de bakovergang naar het BDk rijtuig. De banken in de eerste klas zijn bekleed met . De banken in de tweede klas zijn bekleed met . De wandbekleding is uitgevoerd met .  
+
Het ABk rijtuig bevat een volledige elektrische installatie. Het draaistel onder de cabine bevat de tractiemotoren. Het draaistel aan de zijde van bakovergang is uitgevoerd als loopdraaistel. Onder de rijtuigbak zijn modulaire apparaatkasten opgehangen, waarin  de  opgenomen zijn. Achter de cabine is een afgesloten coupé aan een zijgang voor de marechaussee. Deze coupé en cabine zijn te bereiken vanaf het aangrenzende balkon. Dit balkon heeft drie klapzittingen en een toilet. Een zijgang geeft toegang tot drie afsluitbare coupés eerste klas, met elk zes zitplaatsen. Aan deze coupés grenst de keuken. Deze keuken is voorzien van een kookplaat, warmhoudplaat, koffiezetapparaat, waterkoker. De keuken komt uit bij een balkon met 7 klapzittingen. Een midden doorgang vanaf het balkon geeft toegang tot een open afdeling tweede klas met 16 zitplaatsen en de bakovergang naar het BDk rijtuig. De banken in de eerste klas zijn bekleed met . De banken in de tweede klas zijn bekleed met . De wandbekleding is uitgevoerd met .  
  
 
''BDk''
 
''BDk''
Regel 46: Regel 115:
 
= '''Inzet''' =
 
= '''Inzet''' =
  
Op 2 juli 1957 wordt er met de 1201 proefgereden en op 18 september 1957 wordt de openingsrit gereden met het nieuwe materieel tussen beide landen. Met ingang van 29 september 1957 worden de twaalf treinstellen ingezet tussen Amsterdam en Brussel. Tussen Amsterdam Centraal en Roosendaal rijden de treinstellen samen met de treinstellen die doorrijden naar Vlissingen. Zo hoeft er niet extra overgestapt te worden en wordt de Oude Lijn niet extra belast. Er wordt ieder uur gereden tussen Amsterdam en Antwerpen. Eens in de twee uur rijdt de trein door naar Brussel Zuid. Op een enkele proefrit na kwamen de treinstellen niet in Luxemburg. De treinstellen waren te zwaar en hadden te weinig vermogen voor de hellingrijke trajecten. Bij deze opzet zijn er in totaal 11 treinstellen nodig en staat er een stel op reserve. Door het grote succes van de trein, is op drukke tijden de inzet van twee stellen nodig. Er wordt extra capaciteit gecreëerd door getrokken treinen in te zetten. Deze treinen bestaan uit 4 of 5 Belgische rijtuigen. De locomotiefwissel vond in Roosendaal plaats.
+
Op 2 juli 1957 wordt er met de 1201 proefgereden en op 18 september 1957 wordt de openingsrit gereden met het nieuwe materieel tussen beide landen. Op deze dag rijden twee treinstellen van de NS van Amsterdam Centraal naar Roosendaal. Hier worden zij gekoppeld met twee Belgische treinstellen. De vier treinstellen rijden vervolgens door naar Brussel. Met ingang van 29 september 1957 (ingang winterdienstregeling 1957/1958) worden de twaalf treinstellen officieel in dienst gesteld en ingezet tussen Amsterdam en Brussel. Er is een omloop opgesteld voor 11 treinstellen. Het twaalfde treinstel is beschikbaar voor onderhoud. Tussen Amsterdam Centraal en Rotterdam rijden de treinstellen samen met de treinstellen die doorrijden naar Venlo. Zo hoeft er niet extra overgestapt te worden en wordt de Oude Lijn niet extra belast. Er wordt ieder uur gereden tussen Amsterdam en Antwerpen. Eens in de twee uur rijdt de trein door naar Brussel Zuid. Op een enkele proefrit na kwamen de treinstellen niet in Luxemburg. De treinstellen waren te zwaar en hadden te weinig vermogen voor de hellingrijke trajecten. Bij deze opzet zijn er in totaal 11 treinstellen nodig en staat er een stel op reserve. De controle door de douane vindt plaats in de trein tussen Rotterdam en Roosendaal. Hierdoor zijn de treinstellen in de binnenlandse dienst niet toegankelijk voor de binnenlandse reizigers. In 1958 wordt de het aantal treinen dat doorrijdt naar Brussel verhoogd als gevolg van Expo '58 die in Brussel wordt gehouden. Vanaf 1960 rijden de treinstellen gekoppeld met de trein naar Vlissingen. In Roosendaal worden de treinstellen ontkoppelt. Met ingang van 1963 gaan er 9 treinen doorrijden naar Brussel. Daarnaast hebben 6 treinen Antwerpen als eindbestemming. Door het grote succes van de trein, is op drukke tijden de inzet van twee treinstellen nodig. In 1968 wordt er extra capaciteit gecreëerd door getrokken treinen in te zetten. Deze treinen bestaan uit 4 of 5 Belgische rijtuigen. De locomotiefwissel vond in Roosendaal plaats. Er gaan dan twee treinparen rijden. Vanaf 1969 wordt de frequentie naar Brussel verhoogd van 7 naar 10 slagen per dag. Vier treinen eindigen in Antwerpen. Per 1 juni 1969 zal de douanecontrole plaats gaan vinden tijdens de stop in Roosendaal. Mocht er onvoldoende tijd zijn, dan zal de controle ook in de trein plaats vinden tussen Roosendaal en Essen. Dit in verband met het loskoppelen van de Beneluxdienst met de dienst naar Vlissingen. De treinen zijn hierdoor ook toegankelijk voor binnenlandse reizigers. Dit zal ook het geval zijn in België tussen Essen en Antwerpen. Het aantal getrokken treinparen loopt op naar in totaal 5 treinparen in 1973.
 +
 
 +
Op 31 mei 1970 gaat de [[dienstregeling 1970/1971]] van start, oftewel het programma 'Spoorslag '70'. Bij het invoeren van het dienstregeling concept Spoorslag '70 werden de Hondekoppen aangewezen om een groot deel van de intercitydiensten te rijden. Vanwege de vertragingsgevoeligheid van het aan- en afkoppelen, worden de treinen naar Antwerpen en Brussel losgemaakt van de treinen naar Vlissingen. De trein naar Brussel wordt wel beschouwd als binnenlandse intercity en rijdt in een halfuurritme met de intercity tussen Amsterdam en Vlissingen op het traject tussen Amsterdam en Roosendaal.
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1971/1972]]
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1972/1973]] heeft  diensten voor de 12 treinstellen. Deze zijn grotendeels te vinden tussen Amsterdam en Brussel. Daarnaast zijn de treinstellen ook te vinden in enkele treinen die buiten het normale inzetgebied vallen. Dit is op maandag tot en met vrijdag in trein 1103 van Roosendaal naar [[Bergen op Zoom]]. Hier zijn twee treinstellen te vinden. Zij keren terug als trein 168 naar Amsterdam. Op maandag tot en met donderdag is een treinstel te vinden dat voorop rijdt in trein 4381 van Roosendaal naar Bergen op Zoom. Het treinstel keert de volgende dag terug naar Roosendaal achterop trein 4620.
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1973/1974]]
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1974/1975]], welke op 26 mei 1974 begint, heeft  diensten voor de treinstellen. Met ingang van deze dienstregeling rijden alle treinen door naar Brussel-Zuid. Antwerpen komt als eindpunt te vervallen. De verlenging van de dienst is mogelijk door de instroom van 6 stammen van het trek/duw-materieel.
 +
 
 +
In de [[dienstregeling 1975/1976]]
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1976/1977]]
  
Vanaf 1970 worden de treinen naar Antwerpen en België losgemaakt van de treinen naar Vlissingen. Op deze manier wordt er voorkomen dat er vertragingen ontstaan door het (ont)koppelen van treindelen.  
+
Met ingang van de [[dienstregeling 1977/1978]] op 22 mei 1977 rijden enkele treinen met drie gekoppelde treinstellen om te kunnen voldoen aan de enorme vraag.  
  
Met ingang van rijden enkele treinen met drie gekoppelde treinstellen om te kunnen voldoen aan de enorme vraag.
+
Met ingang van de [[dienstregeling 1978/1979]] op 28 mei 1978
  
De [[Dienstregeling 1986/1987|dienstregeling 1986/1987]] is het laatste jaar dat de treinstellen in de Benelux worden ingezet.
+
De [[dienstregeling 1979/1980]]
Op 30 mei 1987 rijden de treinstellen  als laatste trein  tussen Brussel en Amsterdam.
 
  
De [[Dienstregeling 1987/1988|dienstregeling 1987/1988]] betekent het einde voor de treinstellen in het grensoverschrijdende verkeer naar Brussel. Zij worden vervangen door trek/duw treinen. Dit waren zowel de oude treinen, bestaande uit een locomotief NMBS Reeks 25.5 en rijtuigen NMBS I4 en NS Plan W en Plan D, als de nieuwe. Deze bestaan uit een locomotief NMBS Reeks 11.8 en rijtuigen ICR-3. De treinstellen zijn vanaf dat moment alleen nog maar inzetbaar in de binnenlandse dienst. De tractie installatie voor 3.000 Volt wordt afgekoppeld. Samen met andere treinstellen Materieel’54 worden de treinstellen ingezet in de serie 2100 (Amsterdam - Vlissingen).
+
De [[dienstregeling 1980/1981]]
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1981/1982]]
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1982/1983]]
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1983/1984]]
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1984/1985]]
 +
 
 +
In de [[dienstregeling 1985/1986]] die op 2 juni 1985 begint,
 +
 
 +
In de [[dienstregeling 1986/1987]] die op 1 juni 1986 begint, is het laatste jaar dat de treinstellen in de Benelux worden ingezet. Vanaf november 1986 stroomt het nieuwe materieel in, bestaande uit een NMBS locomotief Reeks 11.8 en NS ICR rijtuigen.
 +
Op 30 april 1987 organiseert de NVBS een afscheidsrit met het materieel in verband met de aanstaande terugtrekking uit het internationale verkeer. De treinstellen 1208 + 220 903 + 220 902 rijden deze afscheidstrein door Nederland en België. Op 30 mei 1987 rijden de treinstellen  als laatste trein  tussen Brussel en Amsterdam.
 +
 
 +
Met ingang van de [[dienstregeling 1987/1988]], beginnend op 29 mei 1987, betekent het einde voor de treinstellen in het grensoverschrijdende verkeer naar Brussel. Zij worden vervangen door trek/duw treinen. Dit waren zowel de oude treinen, bestaande uit een locomotief NMBS Reeks 25.5 en rijtuigen NMBS I4 en NS Plan W en Plan D, als de nieuwe. Deze treinen bestaan uit een locomotief NMBS Reeks 11.8 en rijtuigen ICR-3. De treinstellen zijn vanaf dat moment alleen nog maar inzetbaar in de binnenlandse dienst. De tractie installatie voor 3.000 Volt wordt per 1 juli 1987 uitgeschakeld. Samen met andere treinstellen Materieel’54 worden de treinstellen ingezet in de serie 2100 (Amsterdam - Vlissingen). Op 15 januari 1988 rijden de treinstellen ook voor het laatst in de binnenlandse dienst. De nog zeven treinstellen worden buiten dienst gesteld. Op 30 januari 1988 worden de treinstellen 1204 + 1208 gebruikt voor ontroestingsritten op de nieuwe [[Flevolijn]] tussen [[Almere Buiten]] en [[Lelystad]]. Het zijn hiermee de eerste elektrische treinen op dit traject.
 +
 
 +
De [[dienstregeling 1988/1989]] begint op 28 mei 1988. Er zijn  diensten voor de
  
  
 
== '''Onderhoud''' ==
 
== '''Onderhoud''' ==
  
De treinstellen komen bij hun aflevering in onderhoud [[Lijnwerkplaats Leidschendam|Leidschendam]].
+
De treinstellen komen bij hun aflevering in onderhoud [[Lijnwerkplaats Leidschendam|Leidschendam]]. In 19 verhuizen de treinstellen naar de werkplaats van [[Onderhoudsbedrijf Amsterdam Zaanstraat|Amsterdam]]
  
  
== '''Inzet per dienstregeling jaar''' ==
+
== '''Inzet per dienstregelingjaar''' ==
  
De inzet per dienstregeling jaar in de serie en eventuele bijzonderheden:  
+
De inzet per dienstregelingjaar in de serie en eventuele bijzonderheden:  
  
* 1957:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1970/1971|1970/1971]]:'''
* 1958:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1971/1972|1971/1972]]:'''
* 1959:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1972/1973|1972/1973]]:'''
* 1960:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1973/1974|1973/1974]]:'''
* 1961:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1974/1975|1974/1975]]:'''
* 1962:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1975/1976|1975/1976]]:'''
* 1963:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1976/1977|1976/1977]]:'''
* 1964:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1977/1978|1977/1978]]:'''
* 1965:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1978/1979|1978/1979]]:''' 160
* 1966:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1979/1980|1979/1980]]:''' 120
* 1967:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1980/1981|1980/1981]]:'''
* 1968:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1981/1982|1981/1982]]:''' 160, 170
* 1969:
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1982/1983|1982/1983]]:'''
* 1970:  
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1983/1984|1983/1984]]:'''
* 1971:  
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1984/1985|1984/1985]]:'''
* 1972:  
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1985/1986|1985/1986]]:'''
* 1973:  
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1986/1987|1986/1987]]:''' 160
* 1974:  
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1987/1988|1987/1988]]:''' 2100
* 1975:  
+
* '''[[Overzicht gebruikte treinnummers in 1988/1989|1988/1989]]:''' 2100
* 1976:  
 
* 1977:  
 
* 1978: 160
 
* 1979: 120
 
* 1980:  
 
* 1981: 160, 170
 
* 1982:  
 
* 1983:  
 
* 1984:  
 
* 1985:  
 
* 1986:  
 
* 1987: 2100
 
* 1988: 2100
 
  
  
Regel 105: Regel 191:
 
De eerste serie grote revisies (vanaf 1964 uitgevoerd) werden bij de stellen uitgevoerd in de NMBS werkplaats te Mechelen. De overige revisies vonden in [[Hoofdwerkplaats Haarlem|Haarlem]] plaats.  
 
De eerste serie grote revisies (vanaf 1964 uitgevoerd) werden bij de stellen uitgevoerd in de NMBS werkplaats te Mechelen. De overige revisies vonden in [[Hoofdwerkplaats Haarlem|Haarlem]] plaats.  
  
In januari 1973 begint de tweede ronde grote revisies aan het materieel. Hierbij worden diverse wijzigingen doorgevoerd bij het materieel. Zo wordt het materieel voorzien van een omroep installatie. De coupé voor de marechaussee in het ABKk rijtuig wordt omgebouwd tot een coupé eerste klas. Ook wordt de keuken gemoderniseerd. In het BDk rijtuig vervalt een van de twee toiletten om het balkon te vergroten. Op het dak worden extra dakleidingen aangelegd ten behoeve van de centrale deursluiting, die in Nederland in gebruik wordt genomen. Op de neuzen werd tegelijkertijd het derde frontsein geplaatst, zodat de treinstellen een A- frontsein konden tonen. De twee lampen boven de cabineramen konden dan alleen rood licht laten zien. De emaillen klasseborden werden vervangen door bordjes die gemaakt zijn van eenvoudiger materiaal.
+
In januari 1973 begint de tweede ronde grote revisies aan het materieel. Hierbij worden diverse wijzigingen doorgevoerd bij het materieel. Zo wordt het materieel voorzien van een omroep installatie. De coupé voor de marechaussee in het ABKk rijtuig wordt omgebouwd tot een coupé eerste klas. Ook wordt de keuken gemoderniseerd. In het BDk rijtuig vervalt een van de twee toiletten om het balkon te vergroten. Op het dak worden extra dakleidingen aangelegd ten behoeve van de centrale deursluiting, die in Nederland in gebruik wordt genomen. Op de neuzen werd tegelijkertijd het derde frontsein geplaatst, zodat de treinstellen een A- frontsein konden tonen. De twee lampen boven de cabineramen konden dan alleen rood licht laten zien. De emaillen klasseborden werden vervangen door bordjes die gemaakt zijn van eenvoudiger materiaal. De crème-kleurige band wordt vervangen door een donkergele band.
  
 
Bij de laatste revisiebeurt die vanaf 1981 werd uitgevoerd, werd de keuken uitgebouwd en vervangen door twee coupés tweede klas. Deze coupés zijn afkomstig van de eindcoupés uit de Bk rijtuigen van afgevoerde treinstellen Materieel’46.
 
Bij de laatste revisiebeurt die vanaf 1981 werd uitgevoerd, werd de keuken uitgebouwd en vervangen door twee coupés tweede klas. Deze coupés zijn afkomstig van de eindcoupés uit de Bk rijtuigen van afgevoerde treinstellen Materieel’46.
Regel 119: Regel 205:
 
* In de eerste helft van de jaren ’60 zijn de treinstellen voorzien van een gele streep voor de eerste klas.
 
* In de eerste helft van de jaren ’60 zijn de treinstellen voorzien van een gele streep voor de eerste klas.
 
* Nadat in 19 de douane controle is afgeschaft tussen Nederland en België, is de betreffende coupé als eerste klas coupé gebruikt. Tijdens de revisie in 1973 - 1974 werd deze coupé verbouwd tot eerste klas coupé.
 
* Nadat in 19 de douane controle is afgeschaft tussen Nederland en België, is de betreffende coupé als eerste klas coupé gebruikt. Tijdens de revisie in 1973 - 1974 werd deze coupé verbouwd tot eerste klas coupé.
 +
* Vanaf 1971 zijn de treinstellen voorzien van een derde frontsein op de neus. Hiermee kan een A-frontsein worden getoond. Het wisselen van gekleurde glaasjes boven de ruiten kwam hiermee te vervallen. Deze toonden vanaf dat moment alleen nog maar rood.
 
* Vanaf augustus 1971 zijn de treinstellen voorzien van sterilisators in de keuken. Dit is in navolging op de ElD4 treinstellen Materieel'46.
 
* Vanaf augustus 1971 zijn de treinstellen voorzien van sterilisators in de keuken. Dit is in navolging op de ElD4 treinstellen Materieel'46.
 
* Vanaf de revisiebeurten die vanaf 1973 werden gegeven werd de crèmekleurige band op de zijwand vervangen door een gele band. Ook de lampringen veranderden van kleur. Deze werden nu ook geel in plaats van blauw. De emaillen klasse borden werden verwijderd en vervangen door eenvoudiger bordjes.  
 
* Vanaf de revisiebeurten die vanaf 1973 werden gegeven werd de crèmekleurige band op de zijwand vervangen door een gele band. Ook de lampringen veranderden van kleur. Deze werden nu ook geel in plaats van blauw. De emaillen klasse borden werden verwijderd en vervangen door eenvoudiger bordjes.  
* In 1979 werden de keukens in de treinstellen gesloten. Vanaf de H2 revisie die in 1981 en 1982 werd uitgevoerd, werd de gesloten keuken vervangen door twee coupés tweede klas. De banken zijn afkomstig van afgevoerde treinstellen Materieel’46.
+
* In 1979 werden de keukens in de treinstellen gesloten. Vanaf de H2 revisie die in 1981 en 1982 werd uitgevoerd, werd de gesloten keuken vervangen door twee coupés tweede klas. De banken zijn afkomstig van afgevoerde treinstellen Materieel’46. Hiermee wordt het aantal zitplaatsen met 16 vergroot.
 
 
  
  
 
= '''Vernummeringen''' =
 
= '''Vernummeringen''' =
  
 +
De NS treinstellen zijn niet vernummerd. Nadat de NMBS afscheid neemt van het driecijferig typenummer vervalt 220 gedeelte van het nummer, maar gaan gewoon verder door het leven met hun oude nummer.
  
= '''Schadegevallen''' =
+
Om het museum treinstel 220.902 te mogen vervoeren is een inschrijving in het NVR nodig. Het treinstel werd met de volgende Nederlandse NVR kenmerken opgenomen; voor de BDk: 90 84 0 090 100-9 NL-HKOP en voor de ABk: 90 84 0 090 200-7 NL-HKOP.
  
  
* Op  liep de 1208 brandschade op in het BDk rijtuig. Het treinstel was onderweg als trein  van  naar . Het treinstel werd op 18 januari 1971 naar Haarlem gebracht voor herstel. Op  maart 1971 werd het treinstel afgeleverd.
+
= '''Schadegevallen''' =
  
 +
* Op  1962 raakt het treinstel '''1206''' in brand.
 +
* Op 25 januari 1969 is de '''1205''' betrokken bij een botsing met een vrachtwagen te Kalmthout in België. Als gevolg van deze botsing vat het treinstel vlam en hierdoor brand het rijtuig BDk uit. Het treinstel wordt op 27 januari 1969 naar de Haarlemse werkplaats gesleept. Vanwege de grote hoeveelheid werk in de werkplaats, wordt het herstelwerk uitbesteedt aan de werkplaats van de NMBS in Mechelen. Het treinstel wordt op 1 maart 1969 naar deze werkplaats gesleept. Tussen Haarlem en Roosendaal wordt het treinstel gesleept door de ElD4 696. Tussen Roosendaal en Mechelen wordt een ander ElD2 treinstel Materieel'57 gebruikt. Op 26 september 1969 wordt het treinstel weer in dienst gesteld, nadat het treinstel op  september 1969 van Mechelen naar Haarlem was overgebracht.
 +
* Op  1971 liep de '''1208''' brandschade op in het BDk rijtuig. Het treinstel was onderweg als trein  van  naar . Het treinstel werd op 18 januari 1971 naar Haarlem gebracht voor herstel. Op  maart 1971 werd het treinstel afgeleverd.
 +
* Op  1978 breekt er brand uit in de keuken van treinstel '''1206'''. Bij het herstel van de schade wordt de keuken verbouwd tot twee coupés tweede klas.
 +
* Op 24 november 1978 botst de ElD2 '''220 901''' tussen [[Lage Zwaluwe]] en [[Zevenbergen]] op een bietenwagen. Het treinstel is onderweg als trein 119 van Amsterdam naar Brussel. Op 29 november 1978 komt het treinstel aan in Haarlem voor herstel. Op 16 december 1978 wordt het treinstel afgeleverd.
 +
* Op 1979 breekt er brand uit in treinstel '''1206'''. Het treinstel staat op dat moment in het station van Antwerpen. De keukenafdeling en de twee naastgelegen coupés lopen ernstige schade op. Het treinstel word op 5 januari 1979 binnen genomen in de Haarlemse werkplaats. Hier wordt de schade hersteld en het treinstel in revisie genomen. Bij deze revisie wordt de keukenafdeling verbouwd tot twee coupés tweede klas niet roken. Voor deze verbouwing worden de banken uit de afgevoerde ElD2 264 gebruikt. Op 19 april 1979 wordt het treinstel afgeleverd.
 +
* Op 30 september 1979 ontspoort de '''1202'''. Het treinstel is onderweg als trein  van  naar . Ter hoogte van [[Haarlem]] breekt een as van het draaistel onder het  rijtuig. Als gevolg van de breuk ontspoort het treinstel.
 +
* Op 4 maart 1980 wordt het treinstel ontdaan van zijn interieur door voetbalsupporters van . Zij zijn onderweg naar Brussel voor de wedstrijd  . Het treinstel komt te  tot stilstand.
 +
* Op 12 december 1980 botst de ElD2 '''220 901''' ter hoogte van [[Rijswijk]] met een auto met aanhanger. Het treinstel is onderweg als trein van naar. Het rijtuig raakt beschadigd en het treinstel arriveert op 13 december 1980 in Haarlem voor herstel. Op 6 maart 1981 wordt het treinstel afgeleverd. na herstel.
 +
* Op 4 december 1983 breekt er brand uit in treinstel '''1206'''. Het treinstel staat op dat moment in het station van Antwerpen.
 +
* Op 28 juli 1986 breekt er brand uit in de vouwbalg van treinstel '''1206'''. Het treinstel is samen met treinstel 1205 onderweg als trein 164 van Amsterdam naar Brussel. Tussen [[Hoofddorp]] en [[Nieuw Vennep]] komt de trein tot stilstand. Door de brandweer werd de brand geblust en op 31 juli 1986 wordt het treinstel naar de Haarlemse werkplaats overgebracht, waar het ter zijde werd gesteld. Het treinstel wordt niet meer hersteld vanwege de aanstaande vervanging van het materieel door nieuw materieel. Op 1 september 1986 wordt het treinstel naar de Amsterdamse werkplaats Zaanstraat gesleept, waar het zal dienen als pluktreinstel voor de overige treinstellen. In januari 1990 wordt het treinstel gesloopt.
 +
* Op 11 augustus 1986 strandt treinstel '''1207''' vlak voor Amsterdam Centraal. Het treinstel wordt getroffen door brand in het elektrische gedeelte. Op 12 augustus 1986 wordt het treinstel naar Haarlem gesleept. Op 5 november 1986 is het treinstel na herstel afgeleverd.
 +
* Op 25 november 1989 wordt er brand gesticht in treinstel '''1205'''. Het afgevoerde treinstel staat sinds enkele maanden op de [[Amsterdam Rietlanden|Rietlanden]] na zijn afvoer. Het ABKk rijtuig zakt door de felle brand door tot net boven de spoorstaven. Het treinstel is hierdoor nog nauwelijks vervoerbaar.
  
  
 
= '''Bakwisselingen''' =
 
= '''Bakwisselingen''' =
  
 
+
<!--
{| class="wikitable sortable" style="width:50em;"
+
{| class="wikitable" style="width:50em;"
 
! Nummer
 
! Nummer
 
! Bk
 
! Bk
Regel 152: Regel 252:
 
|-
 
|-
 
|}
 
|}
 +
-->
  
  
 
= '''Afvoer''' =
 
= '''Afvoer''' =
  
Het eerste treinstel dat wordt afgevoerd, is de 1206. Op loopt het treinstel brandschade op.  
+
Zowel de NS als de NMBS hebben plannen met de treinstellen na hun afvoer. De NS wil de Belgische tractieinstallatie vervangen door de tractie installatie van afgevoerde treinstellen Materieel’46. De NMBS wil de treinstellen in gaan zetten als posttreinen. Beide plannen komen echter niet van de grond, zodat voor de treinstellen niets anders rest dan sloop. Het eerste treinstel dat wordt afgevoerd, is de 1206. Op 28 juli 1986 loopt het treinstel brandschade op en wordt op 31 juli 1986 afgevoerd. Op 15 januari 1987 worden de treinstellen terzijde gesteld, hoewel zij nog wel langer doorrijden. Op 26 februari 1987 gaan de 1201 en 1205 uit dienst. Op 1 maart 1987 worden de treinstellen officieel afgevoerd. De NMBS stelt op 22 september 1987 de treinstellen 220 901 en 220 902 ter zijde in de werkplaats van Mechelen.
  
 
Per januari 1988 rijden de treinstellen voor het laatst. Met ingang van 17 januari 1988 worden de nog laatste treinstellen ( 1202 - 1204, 1207, 1208) van de NS ter zijde gesteld. De laatste twee treinstellen van de NMBS, 220 903 en 220 904, worden op 15 januari 1988 terzijde gesteld.
 
Per januari 1988 rijden de treinstellen voor het laatst. Met ingang van 17 januari 1988 worden de nog laatste treinstellen ( 1202 - 1204, 1207, 1208) van de NS ter zijde gesteld. De laatste twee treinstellen van de NMBS, 220 903 en 220 904, worden op 15 januari 1988 terzijde gesteld.
  
Op 1989 worden de treinstellen naar de [[Amsterdam Rietlanden|Rietlanden]] overgebracht in afwachting va sloop.
+
De treinstellen worden na hun afvoer verzameld op  . Voor onttakeling worden de treinstellen naar de [[lijnwerkplaats Roosendaal|Roosendaalse werkplaats]] overgebracht. Na de onttakeling worden de treinstellen naar de Watergraafsmeer overgebracht.  
  
Na de afvoer van stel 1205 werd de kop van de ABk afgezaagd en geheel geel geschilderd. De kop werd geplaats bij het bovengrondse station [[Rotterdam Blaak|Rotterdam Blaak]].  
+
Op 17 februari 1989 worden de treinstellen 1201 - 1203, 1205, 1206 en 1208 vanuit de Watergraafsmeer naar de Rietlanden overgebracht in afwachting van sloop. Zij staan hier minder in het zicht van passerende reizigers en automobilisten.
 +
 
 +
Na de afvoer van stel 1205 werd de kop van de ABKk afgezaagd en geheel geel geschilderd. De kop werd geplaatst bij het bovengrondse station [[Rotterdam Blaak|Rotterdam Blaak]].  
  
  
Regel 168: Regel 271:
  
  
De Belgische treinstellen 220 901, 220 903 en 220 904 zijn gesloopt in het Franse Baroncourt. Zij werden op 21 juli 1990 overgebracht naar Frankrijk. Zij worden gesleept door  
+
 
 +
Op 22 november 1989 zijn van de treinstellen 1206 en 1205 de luiken onder de rijtuigbak afgebrand, evenals enkele andere los zittende delen. Hiermee kwamen de treinstellen weer binnen profiel. Diesellocomotief 2203 sleept in de avonduren het treinstel 1206 van de Rietlanden naar de Haarlemse werkplaats. Hier wordt het treinstel ontdaan van het nog aanwezige asbest. De treinstellen 1201 - 1203 en 1208 werden op 27 november 1989 door het personeel van de firma Cord uit Roosendaal behandeld voor het loszittende asbest. Zij zijn daarmee ook weer binnen het profiel van de vrije ruimte gebracht. Alleen de 1205 is niet behandeld, omdat het treinstel zwaar beschadigd is geraakt bij de brand die twee dagen eerder in het treinstel woedde. Treinstel 1201 is in de nacht van 8 op 9 december 1989 naar de werkplaats van Haarlem gesleept om ontdaan te worden van asbest. Treinstel 1206 werd diezelfde nacht meegenomen naar de Westhaven, samen met het Bk rijtuig van de Materieel’54 ElD2 349.
 +
 
 +
Na het verwijderen van de asbesthoudende verwarmingskoffers, werd op 15 januari 1990 het uitgebrande en doorgezakte rijtuig ABKk 1205 in stukken gezaagd. De kop tot aan het eerste balkon alsmede het bijhorende draaistel werd hierbij behouden. Dit deel zal gebruikt gaan worden als monument bij het station Rotterdam Blaak. Op 16 januari 1990 zijn de treinstellen 1208 + 1203 door diesellocomotief 2203 van de Watergraafsmeer naar Haarlem overgebracht voor hun asbestbehandeling. Op de terugweg naar Amsterdam nam de locomotief de 1201 + BDk 1205 mee naar de Westhaven. De 1202 werd als laatste door diesellocomotief 2214 op 5 februari 1990 van de Rietlanden naar Haarlem gesleept.  Terug naar de Westhaven nam de locomotief de treinstellen 1208 + 1203 mee.
 +
 
 +
In de nacht van 15 op 16 juni 1990 is als laatste treinstel de 1207 van de Haarlemse werkplaats naar de Westhaven overgebracht. Op 18 juni 1990 haalt het locomotiefje van sloper Hollandia/Koek het treinstel op van het basisemplacement en brengt het treinstel naar het sloopterrein. Hier bleef het treinstel enkele weken onaangeroerd staan.
 +
 
 +
De Belgische treinstellen 220 901, 220 903 en 220 904 zijn gesloopt in het Franse Baroncourt. Zij werden op 21 juli 1990 overgebracht naar Frankrijk. Zij worden gesleept door de . De treinstellen worden pas eind 1991/begin 1992 gesloopt.
  
  
 
== '''Museummaterieel''' ==
 
== '''Museummaterieel''' ==
  
Van de 12 gebouwde treinstellen, is er een treinstel bewaard gebleven. Het gaat om de Belgische 220 902. Deze is door de NMBS bewaard gebleven.  
+
Van de 12 gebouwde treinstellen, is er een treinstel bewaard gebleven. Het gaat om de Belgische 220 902. Deze is door de NMBS bewaard gebleven. In 2013 gaat het eigendom van het treinstel over naar de Stichting Hondekop. In 2017 wordt het treinstel naar Nederland overgebracht.
  
 
* '''NMBS'''
 
* '''NMBS'''
  
Het treinstel heeft na zijn afvoer door bij de NMBS jarenlang in de museumbewaarplaats in Leuven gestaan. Het heeft zowel in de buitenlucht als binnen in de loodsen gestaan. Het treinstel moet uit Leuven vertrekken. De loods zal gesloopt gaan worden en het materieel dat er staat moet opnieuw verdeeld worden. Niet al het materieel kan mee verhuizen naar het nieuwe museum in Schaarbeek.
+
Het treinstel heeft na zijn afvoer door bij de NMBS jarenlang in de museumbewaarplaats in Leuven gestaan. Het treinstel heeft zowel in de buitenlucht als binnen in de loodsen gestaan. Het treinstel staat daar in afwachting van de bouw van een nieuw museum in Brussel. In 201 blijkt dat het treinstel geen rol zal gaan spelen in het nieuwe museum. Daarnaast blijkt dat de loods waar in het treinstel staat, plaats te moeten maken voor nieuwbouw. Ook het overige materieel dat hier in de loop der jaren is verzameld, moet plaats maken. Niet al het materieel kan mee verhuizen naar het nieuwe museum in Schaarbeek. In juni 2013 wordt bekend dat het treinstel naar Nederland zal gaan, waar het toegevoegd zal worden aan de collectie van de Stichting Hondekop.
  
  
 
* '''Stichting Hondekop'''
 
* '''Stichting Hondekop'''
  
Op 14 juni 2013 wordt bekend dat treinstel NMBS 220 902 overgaat van de NMBS naar de Stichting Hondekop. Het wordt het tweede treinstel van de stichting naast de 766.
+
Op 14 juni 2013 wordt bekend dat treinstel NMBS 220 902 overgaat van de NMBS naar de Stichting Hondekop. Het wordt het tweede treinstel van de stichting naast de 766. Het treinstel zal rijvaardig worden opgeknapt. Op 9 juli 2015 maakt de stichting bekend dat het treinstel op korte termijn overgebracht gaan worden van België naar Nederland. In september 2016 zijn er door een aantal vrijwilligers van de stichting werkzaamheden uitgevoerd aan het treinstel. Zo is het treinstel gesplitst en is het met de koppen tegen elkaar gezet. Bij de bakovergangen zijn hulpkoppelingen geplaatst om zo het treinstel te kunnen slepen achter een locomotief. Op 14 juli 2017 wordt het treinstel van Leuven naar Roosendaal gesleept door de 6603 van Captrain. Na aankomst in Roosendaal is het treinstel gesplitst in twee rijtuigen, zodat er afzonderlijk werkzaamheden verricht kunnen worden aan de rijtuigen. In Roosendaal zal bij Spoorijzer het treinstel worden gecontroleerd. Tevens wordt het loopwerk van het treinstel onder handen genomen. Na deze werkzaamheden zal het treinstel naar Amersfoort worden gesleept. In Amersfoort zal het casco van het treinstel gereviseerd gaan worden.
 +
 
 +
''Revisie''
 +
 
 +
Het treinstel zal tijdens de revisiewerkzaamheden terug worden gebracht in het uiterlijk van de tweede helft van de jaren '70, nadat het treinstel de grote revisie heeft ondergaan. Dit uiterlijk past het best bij het bestaande interieur en bij de ElD4 766. In de ABk zal de keuken weer terugkeren op de originele plaats. De keuken zal echter kleiner zijn dan voor de verbouwing. De keuken zal slechts één coupé kosten. De tweede coupé die destijds is omgebouwd zal dienen voor de persoonlijke eigendommen van het rijdend personeel en vrijwilligers. De rijtuigbakken zullen stuk voor stuk worden gereviseerd. Als eerste zal de ABk onder handen genomen worden. Het treinstel zal ook voorzien gaan worden van [[ERTMS (European Rail Traffic Management System)|ERTMS]], zodat er ook in België met het treinstel kan worden gereden. Hiertoe zal het interieur in de cabine moeten worden aangepast, zodat er twee DMI-schermen geplaatst kunnen worden. Ook moeten diverse kabels en antennes worden geplaatst. Nadat beide rijtuigbakken gereviseerd zijn, zullen zij gekoppeld gaan worden om getest te worden. In een werkplaats zal de eindcontrole plaats vinden. Wanneer deze controle slaagt, zullen er testen worden uitgevoerd met de ElD4 766.
 +
 
 +
Op 17 juli 2017 beginnen de werkzaamheden aan het treinstel. Begin augustus 2017 is begonnen met het schoonmaken van de draaistellen, als voorbereiding op de draaistelrevisie. De draaistellen zijn onder de rijtuigbakken gehaald en de rijtuigbakken zijn op nooddraaistellen geplaatst. De draaistellen worden met behulp van droogijs gestraald. Na het schoonmaken van de draaistellen worden zij opgeslagen in afwachting van de revisie. Medio augustus 2017 wordt begonnen met het schoonmaken van het interieur. Na het afronden van de werkzaamheden aan de draaistellen, wordt in het najaar van 2017 besloten om de opknapbeurt in Roosendaal plaats te laten vinden in plaats van in Amersfoort. Omdat Spoorijzer het spoor nodig heeft waar het treinstel op staat, moet het treinstel tijdelijk buiten worden gestald. Hiertoe wordt in augustus 2017 de rijtuigbakken ingepakt in zeilen. In oktober 2017 wordt van de BDk het zeil vervangen door een sterker zeil, welke beter bestand is tegen de invloeden van het weer. Op het dak worden alle uitstekende delen ingepakt met foam en rubber, om te voorkomen dat deze delen de zeilen kunnen beschadigen. De ABk wordt op 7 januari 2018 voorzien van het sterkere zeil. Voor het opknappen van het treinstel zullen de faciliteiten uit Amersfoort naar Roosendaal worden overgebracht, omdat het terrein in Amersfoort eind 2018 verlaten moet zijn. In Roosendaal mogen de werkzaamheden wel worden uitgevoerd. Het verhuizen zal in de loop van 2018 plaats gaan vinden. In juni 2018 wordt begonnen om de werkplek gereed te maken voor de revisie. Deze plek is gelegen achter de voormalige locomotiefloods. Op 2 juli 2018 worden de [[Vrachtrijtuigen Dm|werkwagens]] met onderdelen en gereedschap vanuit Amersfoort naar Roosendaal overgebracht. Als eerste is de ABk in de werktent geplaatst. Dit gebeurde door de tent op te bouwen om het rijtuig heen. Als eerste worden de doorgeroeste dakgoten verwijderd. Eind augustus 2018 wordt begonnen met het demonteren van het interieur van dit rijtuig. Als eerste is de afdeling die grenst aan de bakovergang ontdaan van zittingen, plafond- en wandplaten. In september 2018 wordt begonnen met het demonteren van onderdelen aan de buitenzijde van dit rijtuig, zoals neusladders, stroomafnemer en tyfoonrooster. In het interieur worden prullenbakken en raamlijsten verwijderd. De gedemonteerde banken zijn in een van de werkwagens geheel schoongemaakt. In oktober 2018 wordt aan de onderzijde van de rijtuigbak slecht plaatwerk vervangen door nieuw. Aan de binnenzijde van de rijtuigbak wordt al het plaatwerk verwijderd waar nieuw plaatwerk moet komen. Alles wat hier vandaan komt, wordt grondig schoongemaakt. Eind oktober 2018 is het rijtuig geheel ontdaan van plafondplaten. De baanruimer en treeplanken zijn verwijderd. De verwijderde ramen worden vervangen door houten platen. In december 2018 zijn de bodemplaten aan de onderzijde gedemonteerd om gereinigd en opgeknapt te worden. In december 2018 worden de luchthappers en ventilatoren op het dak gedemonteerd. De luchtfilters zijn schoongemaakt en geschilderd. Na droging is alles weer in elkaar gezet. In januari 2019 zijn de luchthappers in zijn geheel gedemonteerd en alle onderdelen zijn schoongemaakt en geschilderd. Aan het eind van de maand was de luchthapper weer geheel gemonteerd en geschilderd. In februari 2019 is al het slechte plaatwerk in de zijwanden vervangen en is de beplating van de bodem- en schortplaten aan de beurt om na gekeken te worden en daar waar nodig hersteld. In maart 2019 wordt het gat van de luchthapper dicht gemaakt met hout ter voorbereiding op het stralen van het dak. Daarnaast worden roestgaten gedicht. In het interieur worden de kachels gedemonteerd en in de werkwagen schoongemaakt en geverfd. Ook wordt begonnen met het verwijderen van de ramen. Het houtwerk onder de ramen wordt behandeld en in de beschermende menie gezet, voordat een houten plaat het raam zal afdichten. In mei 2019 is de vouwbalg verwijderd. In juni 2019 wordt de nieuwe dakgoot bevestigd aan het dak van het rijtuig. In juni 2019 worden de laatste ramen verwijderd uit het rijtuig. In juli 2019 worden de dakventilatoren schoongemaakt en in de menie gezet. In augustus 2019 krijgen de ventilatoren de grijze kleur. Bij een aantal uitgenomen ramen werden slechte plekken geconstateerd, zodat het oude hout werd vervangen door nieuwe hout. In deze maand wordt er ook begonnen met het schoonmaken van de plafondplaten. In september 2019 wordt begonnen met het uitnemen van de ramen in de cabine. In oktober 2019 zijn al deze ramen verwijderd. Vervolgens is er begonnen met het opknappen van de schortplaten, waarbij slechte stukken worden vervangen door nieuwe stukken plaat. Eind oktober 2019 is er begonnen met de draaistelrevisie. Deze wordt uitgevoerd bij Strukton in Zutphen. De draaistellen worden eerst gedemonteerd en gereinigd. Slechte onderdelen worden vervangen of gereviseerd. Deze werkzaamheden zijn in december 2019 gereed. De twee draaistellen zullen onder de ElD4 766 geplaatst worden, omdat het treinstel in mei 2019 schade heeft opgelopen aan de wielen en andere onderdelen, zodat een revisie noodzakelijk is. In juni 2020 gaan de werkzaamheden aan het treinstel verder, nadat deze een tijd lang stil hebben gelegen. De cabinedeuren worden uitgenomen en gerestaureerd. Na het opknappen van de deuren zijn zij geschilderd aan de binnenzijde. De schuifdeuren zijn aan de buitenzijde voorzien van houten platen, zodat de zijwand gestraald kan worden. De schuifdeuren zelf kunnen niet gestraald worden. In de zomer van 2020 is verder gewerkt aan het dichtmaken van het rijtuig om gestraald te worden en zijn slechte stukken plaatwerk zijn vervangen.
  
  
Regel 189: Regel 305:
 
=='''Afleverdata treinstellen NS'''==
 
=='''Afleverdata treinstellen NS'''==
  
{| class="wikitable sortable" style="width:150em;"
+
{| class="wikitable" style="width:150em;"
 
! Stelnummer
 
! Stelnummer
 
! Afleverdatum
 
! Afleverdatum
Regel 210: Regel 326:
 
! Sloop(rit)
 
! Sloop(rit)
 
|-
 
|-
| 1201
+
| '''1201'''
 
| 2 juli 1957
 
| 2 juli 1957
 
| 29 september 1957
 
| 29 september 1957
Regel 230: Regel 346:
 
| 1 maart 1990
 
| 1 maart 1990
 
|-
 
|-
| 1202
+
| '''1202'''
 
| 10 juli 1957
 
| 10 juli 1957
 
| 29 september 1957
 
| 29 september 1957
Regel 250: Regel 366:
 
| 8 mei 1990
 
| 8 mei 1990
 
|-
 
|-
| 1203
+
| '''1203'''
|  
+
| juli 1957
 
| 29 september 1957
 
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
Regel 263: Regel 379:
 
| 15 januari 1973
 
| 15 januari 1973
 
| 27 april 1973
 
| 27 april 1973
|  
+
| 3 april 1978
|  
+
| 27 april 1978
|  
+
| 6 mei 1981
|  
+
| 21 mei 1981
 
| 17 januari 1988
 
| 17 januari 1988
|  
+
| 6 april 1990
 
|-
 
|-
| 1204
+
| '''1204'''
 
| 23 juli 1957
 
| 23 juli 1957
 
| 29 september 1957
 
| 29 september 1957
Regel 290: Regel 406:
 
| 8 juni 1988
 
| 8 juni 1988
 
|-
 
|-
| 1205
+
| '''1205'''
|  
+
| september 1957
 
| 29 september 1957
 
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
Regel 298: Regel 414:
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
|  
+
| 4 november 1965
|  
+
| 17 augustus 1970
|  
+
| 8 oktober 1970
|  
+
| 2 oktober 1974
|  
+
| 18 december 1974
|  
+
| 11 oktober 1979
|  
+
| 6 november 1979
|  
+
| 9 juli 1982
|  
+
| 24 september 1982
 
| 1 maart 1987
 
| 1 maart 1987
| ABk: 15 januari 1989; BDk: 6 april 1990
+
| ABk: 15 januari 1990; BDk: 6 april 1990
 
|-
 
|-
| 1206
+
| '''1206'''
|  
+
| september 1957
 
| 29 september 1957
 
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
Regel 323: Regel 439:
 
| 24 september 1973
 
| 24 september 1973
 
| 13 december 1973
 
| 13 december 1973
|  
+
| 13 november 1978
|  
+
| 5 december 1978
|  
+
| 19 september 1980
|  
+
| 6 november 1980
| 1986
+
| 31 juli 1986
| januari 1989
+
| januari 1990
 
|-  
 
|-  
| 1207
+
| '''1207'''
|  
+
| september 1957
 
| 29 september 1957
 
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
Regel 338: Regel 454:
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
 +
| februari 1965
 
|  
 
|  
 +
| september 1970
 +
| 2 mei 1974
 +
| 31 juli 1974
 
|  
 
|  
|  
+
| 25 oktober 1978
|  
+
| 4 mei 1982
|  
+
| 12 juli 1982
|
 
|
 
|
 
|
 
 
| 17 januari 1988
 
| 17 januari 1988
| 1990
+
| augustus 1990
 
|-
 
|-
| 1208
+
| '''1208'''
|  
+
| september 1957
 
| 29 september 1957
 
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
Regel 358: Regel 474:
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
|  
+
| april 1965
|  
+
| 6 november 1969
|  
+
| 19 december 1969
|  
+
| 12 februari 1974
|  
+
| 20 mei 1974
|  
+
| 23 oktober 1978
|  
+
| 14 november 1978
|  
+
| 22 februari 1982
|  
+
| 29 april 1982
 
| 17 januari 1988
 
| 17 januari 1988
 
| ABk: 17 april 1990; BDk: 12 april 1990
 
| ABk: 17 april 1990; BDk: 12 april 1990
Regel 374: Regel 490:
 
=='''Afleverdata treinstellen NMBS'''==
 
=='''Afleverdata treinstellen NMBS'''==
  
{| class="wikitable sortable" style="width:150em;"
+
{| class="wikitable" style="width:150em;"
 
! Stelnummer
 
! Stelnummer
 
! Afleverdatum
 
! Afleverdatum
Regel 395: Regel 511:
 
! Sloop(rit)
 
! Sloop(rit)
 
|-
 
|-
| 220 901
+
| '''220 901'''
 
| augustus 1957
 
| augustus 1957
 +
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
Regel 402: Regel 519:
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
 +
| september 1965
 +
| 10 januari 1970
 +
| 20 februari 1970
 +
| 15 juli 1974
 +
| 11 oktober 1974
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
|  
+
| 13 augustus 1981
|  
+
| 18 december 1981
|
 
|
 
|
 
|
 
|
 
|
 
 
| 22 september 1987
 
| 22 september 1987
 
| 21 juli 1990
 
| 21 juli 1990
 
|-
 
|-
| 220 902
+
| '''220 902'''
 
| augustus 1957
 
| augustus 1957
 +
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
Regel 422: Regel 539:
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
|  
+
| 29 december 1965
|  
+
| 8 juli 1970
|  
+
| 14 augustus 1970
|  
+
| 29 juli 1975
|  
+
| 7 november 1975
|  
+
| 3 augustus 1979
|  
+
| 12 september 1979
|  
+
| 8 oktober 1982
|  
+
| 31 december 1982
|
 
 
| 22 september 1987
 
| 22 september 1987
| n.v.t. (NMBS)
+
| n.v.t. (stichting Mat'54)
 
|-
 
|-
| 220 903
+
| '''220 903'''
 
| augustus 1957
 
| augustus 1957
 +
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
Regel 442: Regel 559:
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
|  
+
| 1 juni 1965
|  
+
| 10 november 1970
|
 
|
 
|
 
 
| 23 december 1970
 
| 23 december 1970
|  
+
| 4 december 1974
|  
+
| 24 maart 1975
|  
+
| 10 juli 1979
|  
+
| 3 augustus 1979
 +
| 22 december 1982
 +
| 10 maart 1983
 
| 15 januari 1988
 
| 15 januari 1988
 
| 21 juli 1990
 
| 21 juli 1990
 
|-
 
|-
| 220 904
+
| '''220 904'''
 
| augustus 1957
 
| augustus 1957
|  
+
| 29 september 1957
 
|  
 
|  
 
|  
 
|  
Regel 464: Regel 580:
 
|  
 
|  
 
| 16 juli 1965
 
| 16 juli 1965
|
 
|
 
 
| 13 januari 1971
 
| 13 januari 1971
 
| 26 februari 1971
 
| 26 februari 1971
|  
+
| 25 februari 1975
|  
+
| 23 juli 1975
|  
+
| 18 februari 1979
|  
+
| 3 april 1979
 +
| 24 februari 1981
 +
| 13 mei 1981
 
| 15 januari 1988
 
| 15 januari 1988
 
| 21 juli 1990
 
| 21 juli 1990
Regel 477: Regel 593:
 
|}
 
|}
  
 +
{{Navigatie treinstellen}}
  
 
[[Categorie:Treinstellen]]
 
[[Categorie:Treinstellen]]

Versie van 22 sep 2020 14:28

Naar het voorbeeld van de treinstellen Materieel '54 werden in 1957 twaalf treinstellen in dienst genomen voor de verbinding tussen Amsterdam en Brussel. De NS krijgt acht treinstellen en de NMBS krijgt er vier.

Geschiedenis

Vanaf 3 mei 1855 is er een verbinding tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen. Er gingen verschillende voorstellen aan vooraf voordat de definitieve route via Essen en Roosendaal werd vastgesteld in 1852. Voor de aanleg en exploitatie werd de Societé des chemins de fer d’Anvers à Rotterdam opgericht. Vanaf 18 rijden er reizigerstreinen tussen beide landen. Deze diensten werden eerst met stoomlocomotieven uitgevoerd en later met diesellocomotieven. Nadat in 1924 de Oude Lijn was geëlektrificeerd en vanaf 1935 werd begonnen met het elektrificeren van het Middennet, werden er ook gesprekken gevoerd met België om de spoorlijn tussen Roosendaal en Essen te elektrificeren. Vanwege technische problemen kon men destijds niet tot overeenstemming komen. Na de Tweede Wereldoorlog werden de gesprekken voort gezet en kwamen de NS en NMBS in 1953 tot overeenstemming om het grensbaanvak te moderniseren. In de zomer van 1957 werd de spoorlijn Roosendaal - Essen geëlektrificeerd en kon er ook elektrisch worden gereden tussen beide landen. Om doorgaand te kunnen rijden tussen Nederland en België werden er twaalf treinstellen gebouwd, welke uiterlijk grote overeenkomsten hebben met de ElD2 treinstellen van het type materieel '54, Plan F. De voorkeur werd gegeven aan treinstellen, zodat men sneller kop kon maken in het centraal station van Antwerpen. Dit scheelde weer het omrijden met een extra locomotief. Ook het rangeren op de eindstations van Amsterdam en Brussel kwam hiermee te vervallen. De treinstellen worden verdeeld over de NS en de NMBS. Hierbij krijgen de NS treinstellen de nummers 1201 - 1208, terwijl de NMBS stellen als 220 901 - 220 904 worden genummerd. De verdeling over beide spoorwegmaatschappijen is zo gekozen omdat de treinstellen twee keer zo lang in Nederland zijn dan in België. De NS had ook als eis dat het materieel moest kunnen koppelen met het reeds bestaande materieel, zodat de treinstellen samen konden rijden met de treinstellen die reden op de verbinding Amsterdam - Vlissingen/Venlo. Het ontkoppelen met het binnenlands materieel zou dan in Rotterdam of Roosendaal plaats vinden, afhankelijk van de bestemming van de binnenlandse trein. De twaalf treinstellen en draaistellen werden gebouwd door Werkspoor, met de elektrische installatie van het Belgische ACEC en SEM. Door een andere wijze van tractieschakeling kunnen de treinstellen op zowel 1.500 als 3.000 Volt bovenleidingspanning rijden. Vanwege de aanwezigheid van een coupé voor de douane, kan de grenscontrole in de trein plaatsvinden. Hiermee komt de grenscontrole op de stations van Roosendaal en Essen te vervallen.

De Benelux dienst is populair en al snel is er extra capaciteit nodig. Soms moeten diensten tot wel drie treinstellen versterkt worden en zo ontstaat er een materieelprobleem. Er wordt studie gedaan naar de capaciteitsuitbreiding. Ook is veelvuldig overleg tussen de NS en de NMBS. Tot een vervolgorder, van het inmiddels tien jaar oude ontwerp, komt het niet. Voor de NMBS is dit geen optie. Daarop maakt NS een ontwerpplan op basis van Plan V. Dit NS ontwerp uit december 1965 behelst een tweedelig treinstel en bestaat uit een Bk bak en een ADk bak met een klein keukentje. Er zouden zes treinstellen gebouwd gaan worden, waarvan 4 voor de rekening van de NS en twee voor de NMBS. Het plan roep allerlei vragen en bezwaren op. De NMBS bied een locomotief HLE15 met een getrokken trein. In de dienstregeling 1967/1968 rijdt één treinpaar met getrokken materieel. In 1969 zijn er al drie treinparen die met getrokken materieel rijden. In 1972 rijden er vier treinparen met getrokken materieel en in 1973 rijden vijf treinparen met getrokken materieel. Het nadeel van de getrokken treinen was de inzet van drie locomotieven tussen Amsterdam en Brussel. De eerste locomotief rijdt van Amsterdam naar Roosendaal, de tweede van Roosendaal naar Antwerpen. De derde locomotief rijdt van Antwerpen naar Brussel. De rijtuigen worden beschikbaar gesteld door zowel de NS als de NMBS, maar bieden geen restauratierijtuig. Maar ook toen al was de Benelux dienst een thema waar de NS en de NMBS niet altijd dezelfde mening waren toegedaan. Pas in 1974 de capaciteits-probemen structureel opgelost door het inzetten van trek/duw treinen naast de treinstellen. Hiermee wordt het vele rangeerwerk voorkomen. Er wordt een locomotief ingezet die geschikt is voor twee stroomsystemen en een stuurstandrijtuig. Deze treinen bestaan uit een locomotief NMBS Reeks 25.5 + rijtuigen NMBS I4 A + NMBS I4 AB + NS Plan W B + NS Plan W B + NS Plan W B + NS Plan D WRDk. Vanaf 1986 stroomt er nieuw trek/duw-materieel in de dienst op basis van ICR. Vanaf dat moment worden de treinstellen teruggetrokken uit de Benelux dienst en rijden daarna alleen nog in Nederland diensten.


Technische gegevens


toelatingsgegevens spoorwegvoertuig
1 — typegegevens
voertuigtype BENELUX
nummers spoorwegvoertuig NS 1201 – 1208
NMBS 220.901 – 220.904
toelatingslanden Nederland en België
voertuigcategorie Elektrisch tweewagentreinstel(ElD2)
configuratie BDk (bakcode 601), II:64 en Bagageruinte 2000 kg
ABk (bakcode 602), I:18, II:16 en douane:8
EVN / NVR en configuratie n.v.t
afkorting voertuigexploitant (AVE) NS
NMBS
bouwjaar 1957
fabrikant Werkspoor
ACEC
SEM
maximale treinsamenstelling totaal 14 bakken EM met lage koppeling.
2 — basisgegevens type
lengte over de koppelingen 51.120 mm
aantal assen / configuratie 8 / Bo' 2' + 2' Bo'
nominale wieldiameter (min. / max.) 870 mm / 950 mm
hart op hart draaistellen 18.350 mm
asafstand binnen draaistel 3.000 mm
eigen totaal gewicht (leeg / beladen) 116 t /
aslast (leeg / beladen)
tonmetergewicht (leeg)
soort remsysteem WTL
remgewicht (leeg / beladen)
maximum dienst snelheid 135 km/h (oorspronkelijk 120 km/h)
technisch maximum snelheid 135 km/h
3 — infra eigenschappen
energievoorziening Nederland: 1.500 V DC
België: 3.000 V DC
omgrenzingsprofiel UIC
kleinste boogstraal 150 m
baanvakbelastingcategorie C2
treindetectlesystemen
treinbeïnvloedingssysteem Nederland: ATB-EG
België: Crocodile
Kenmerk volgens de klassieke NS notatie.
museumtreinstel St. Mat’54 Hondekop-vier = NMBS 220.902 = BDk: 90 84 0 090 100-9 NL-HKOP en ABk: 90 84 0 090 200-7 NL-HKOP.


De treinstellen zijn bij aflevering 51,12 meter lang en hebben een gewicht van 116 ton. Het treinstel is voorzien van 4 tractiemotoren van , type . Elke motor levert een vermogen van 152 kW (207 pk), tot omwentelingen per minuut. In totaal heeft een treinstel de beschikking over een vermogen van 608 kW (828 pk). Deze motoren zijn opgehangen volgens de tramophanging. Hierbij rust de tractiemotor aan een zijde met glijlagers op de as. De motoras wordt aangedreven door een rondsel dat in een vast tandwiel op de wielas grijpt. Een motordraaistel beschikt over twee tractiemotoren. Het treinstel is ontworpen voor een snelheid van 135 kilometer per uur. De dienstregelingssnelheid is in eerste instantie vast gesteld op 120 kilometer per uur. Het treinstel beschikt over 18 zitplaatsen eerste klas en 80 zitplaatsen tweede klas. Daarnaast zijn volgens Belgische regelgeving enkele zitplaatsen aangewezen voor oorlogsinvaliden. Tussen 1973 en 1975 wordt het aantal zitplaatsen eerste klas verhoogd tot 24 door de douane coupé van 6 zitplaatsen te voorzien. Het aantal zitplaatsen tweede klas wordt vanaf 1981 verhoogd tot 96. Onder het k rijtuig zijn de twee compressoren opgenomen. Deze kan liter lucht per minuut leveren. Deze lucht wordt gebruikt voor de luchtdrukrem en diverse elektro-pneumatische apparatuur. Voor het leveren van stroom voor de stuurstroom en verlichting, is onder het k rijtuig een motorgenerator opgenomen van , type . Deze zet de 1.500 Volt bovenleidingspanning om in Volt spanning voor de stuurstroom en Volt voor de verlichting. De motorgenerator levert een vermogen van kW. Onder het k rijtuig bevinden zich de schakelkasten en relaiskasten. Ook de aanzetweerstanden, rijschakelaars en de volgordewals hebben een plekje onder het k rijtuig. Het ABKk rijtuig is voorzien van een stroomafnemer voor de Nederlandse spanning. Deze stroomafnemers is van BBC, type . Op het BDk rijtuig is de Belgische stroomafnemer geplaatst van , type . Dit onderscheid was er tevens omdat de bovenleiding in België op een andere hoogte hangt dan in Nederland. Om te voorkomen dat er een te hoge stroom door het treinstel komt te lopen, is op het dak van de treinstellen een smeltveiligheid van 1.000 Ampère geplaatst. Deze zijn te herkennen aan de vonkhoorn op het dak. Het BDk rijtuig krijgt 601 en het ABk rijtuig bakcodenummer 602. Pas in de jaren zeventig krijgt het ABk rijtuig het kenmerk ABKk. De motordraaistellen hebben als draaistelcode BM en de loopdraaistellen BL.

Uitvoering

De rijtuigen waren volledig elektrisch gelast. De bekleding van de rijtuigbak bestaat uit 2,5 millimeter dik plaatstaal. Deze bekleding is aangebracht rondom het bakgeraamte, waaruit de rijtuigbak is opgebouwd. Beide rijtuigen zijn voorzien van stroomafnemers, welke op kappen geplaatst zijn. Het ABKk rijtuig is voorzien van een stroomafnemer voor de Nederlandse spanning. Deze stroomafnemer is van BBC, type . Op het BDk rijtuig is de Belgische stroomafnemer geplaatst van , type . De treinstellen zijn voorzien van gladde daken. Elk rijtuig van een treinstel is geplaatst op eigen draaistellen. Door het hoge gewicht van de rijtuigbakken, gaf dit een zeer rustige loop. Om de frontruiten schoon te kunnen maken, zijn de neuzen voorzien van ladders met vijf treden. Boven de ramen zijn twee lampen aangebracht. Door middel van seinglaasjes konden deze lampen rood of wit licht laten zien. De witte lichten werden gebruikt voor het L frontsein dat vanaf 18 maart 1963 werd gevoerd. Het rechtersluitsein werd hierbij ontstoken. Een half jaar later wisselde dit beeld en werd het linkersluitsein ontstoken, zodat een omgekeerd L frontsein werd gevoerd. Vanaf 1971 werd het A frontsein ingevoerd en konden de hoge lampen alleen rood licht laten zien. De laaggeplaatste frontseinen bevinden zich aan weerszijde van het tyfoonrooster.

Onder de rijtuigbakken zijn de apparaatkasten modulair uitgevoerd. Hierdoor konden defecte delen gemakkelijker vervangen worden door nieuwe of gereviseerde delen. Het gehele treinstel was voorzien van schuifdeuren met een breedte van 130 centimeter. Deze zijn centraal te sluiten, maar dit werd alleen in België gebruikt. Vanaf de revisiebeurten die vanaf 1973 werden uitgevoerd, werd de bediening van de deursluiting dusdanig aangepast, zodat deze ook in Nederland bruikbaar was. De cabinedeuren zijn als klapdeuren uitgevoerd. De treinstellen waren over de gehele lengte voorzien van draairamen. Deze moeten met een raamzwengel worden geopend. De twee ramen aan de keukenzijde van de keukenafdeling zijn kleiner uitgevoerd dan de overige ramen. Ook staan deze ramen dichterbij elkaar dan de overige ramen. De koprijtuigen zijn voorzien van tractiemotoren.

De besturing van het treinstel geschiedde door middel van de Jeumont Heidmann nokkenwals. De besturing van het treinstel moest met meer geduld gebeuren dan het gebruikelijke NS materieel, omdat bij terugschakelen gewacht moest worden tot de nokkenwals in de beginstand was gezet. Als er te snel werd opgeschakeld, strandde het treinstel onderweg als gevolg van een defecte nokkenwals. Dit gebeurde met name als de treinstellen samen reden met treinstellen Materieel'46 en Materieel’54. De maximale gekoppelde lengte bedraagt hierbij 14 rijtuigbakken. De automatische koppeling hangt op een hoogte van 61 centimeter boven de bovenkant spoorstaaf. Door middel van een koppelplaat kan het treinstel gekoppeld worden aan materieel dat is voorzien van buffers en schroefkoppelingen. Elk treinstel is voorzien van een koppelplaat en hulpkoppelboom. Met de introductie van de sleepkoppeling in 19 kwam de koppelplaats en hulpkoppeling te vervallen. De koppeling is aan de bovenzijde voorzien van een stuurstroomkoppeldoos. In deze koppeldoos zijn 58 verende pencontacten verwerkt die zorg dragen voor de overdracht van opdrachten tussen gekoppelde treinstellen. Een automatisch wegklapbare kap zorgt voor de bescherming van de contacten. Het is echter niet mogelijk om met Belgisch materieel gekoppeld te rijden.

De treinstellen waren bij hun aflevering donkerblauw geschilderd. Het dak en de schortplaten zijn grijs geschilderd. Onder de ramen, ter hoogte van de frontseinlampen, is over de gehele lengte een brede, zandgele bies aangebracht. De treinstellen 1201 en 1202 kregen voor korte duur de letters B en NS in deze bies. De gele bies was tussen de koplampen onderbroken. De overige treinstellen zijn meteen voorzien van een doorlopende bies. Bij de bagagedeuren zijn rubberstroken aangebracht ter bescherming van de laklaag. De laklaag beschadigde bij het laden en lossen op de perrons. Voor betere zichtbaarheid van de eerste klas werd in de eerste helft van de jaren ’60 een gele streep aangebracht boven de ramen. Vanwege problemen met de tyfoons in de winter werden de tyfoons aangepast en de roosters werden geel geschilderd. Deze wijziging liep vooruit op de nieuwe huisstijl met een donkere kleur geel. Deze donkergele kleur werd vanaf 1973 aangebracht. De lampringen rondom de onderste lampen veranderde ook van kleur. Zij werden ook geel in plaats van blauw. De treinstellen zijn nooit van het NS logo of NMBS logo voorzien.

Het interieur van de treinstellen is

Voor de draaistellen werd

Voor de primaire vering van het draaistel is gebruik gemaakt van schroefveren. De secundaire vering bestaat uit elliptisch gevormde bladveren en schroefveernesten. Het remsysteem is een pneumatische tweeleidingrem. Hierbij zorgen luchtdruk verschillen voor het bedienen van de remcilinders met ingebouwde remverstellers. De remcilinders zorgen er voor dat de remblokken op de wielband worden gedrukt of er los van komen.


ElD2

Een tweedelig treinstel bestaat uit twee rijtuigen: AB(K)k + BDk. Ieder rijtuig rust op zijn eigen draaistellen.

AB(K)k

Het ABk rijtuig bevat een volledige elektrische installatie. Het draaistel onder de cabine bevat de tractiemotoren. Het draaistel aan de zijde van bakovergang is uitgevoerd als loopdraaistel. Onder de rijtuigbak zijn modulaire apparaatkasten opgehangen, waarin de opgenomen zijn. Achter de cabine is een afgesloten coupé aan een zijgang voor de marechaussee. Deze coupé en cabine zijn te bereiken vanaf het aangrenzende balkon. Dit balkon heeft drie klapzittingen en een toilet. Een zijgang geeft toegang tot drie afsluitbare coupés eerste klas, met elk zes zitplaatsen. Aan deze coupés grenst de keuken. Deze keuken is voorzien van een kookplaat, warmhoudplaat, koffiezetapparaat, waterkoker. De keuken komt uit bij een balkon met 7 klapzittingen. Een midden doorgang vanaf het balkon geeft toegang tot een open afdeling tweede klas met 16 zitplaatsen en de bakovergang naar het BDk rijtuig. De banken in de eerste klas zijn bekleed met . De banken in de tweede klas zijn bekleed met . De wandbekleding is uitgevoerd met .

BDk

Het draaistel onder de cabine bevat de tractiemotoren. Het draaistel aan de zijde van bakovergang is uitgevoerd als loopdraaistel. Onder de rijtuigbak zijn modulaire apparaatkasten opgehangen, waarin de opgenomen zijn. Aan de zijde van de bakovergang is een open afdeling tweede klas met 16 zitplaatsen niet roken. Het aansluitende balkon heeft twee toiletten en 4 klapzittingen. Het balkon geeft toegang tot een open afdeling met 48 zitplaatsen. Aan de afdeling grenst de bagageruimte van 4,5 meter lang en een draagvermogen van ton. Deze bagageruimte is te bereiken via een dubbele schuifdeur aan de buitenzijde. In deze bagage afdeling is ook de snelschakelaarkast en een ruimte voor de conducteur aanwezig. De bagage afdeling geeft toegang tot de cabine. De banken in de tweede klas zijn bekleed met . De wandbekleding is uitgevoerd met .


Inzet

Op 2 juli 1957 wordt er met de 1201 proefgereden en op 18 september 1957 wordt de openingsrit gereden met het nieuwe materieel tussen beide landen. Op deze dag rijden twee treinstellen van de NS van Amsterdam Centraal naar Roosendaal. Hier worden zij gekoppeld met twee Belgische treinstellen. De vier treinstellen rijden vervolgens door naar Brussel. Met ingang van 29 september 1957 (ingang winterdienstregeling 1957/1958) worden de twaalf treinstellen officieel in dienst gesteld en ingezet tussen Amsterdam en Brussel. Er is een omloop opgesteld voor 11 treinstellen. Het twaalfde treinstel is beschikbaar voor onderhoud. Tussen Amsterdam Centraal en Rotterdam rijden de treinstellen samen met de treinstellen die doorrijden naar Venlo. Zo hoeft er niet extra overgestapt te worden en wordt de Oude Lijn niet extra belast. Er wordt ieder uur gereden tussen Amsterdam en Antwerpen. Eens in de twee uur rijdt de trein door naar Brussel Zuid. Op een enkele proefrit na kwamen de treinstellen niet in Luxemburg. De treinstellen waren te zwaar en hadden te weinig vermogen voor de hellingrijke trajecten. Bij deze opzet zijn er in totaal 11 treinstellen nodig en staat er een stel op reserve. De controle door de douane vindt plaats in de trein tussen Rotterdam en Roosendaal. Hierdoor zijn de treinstellen in de binnenlandse dienst niet toegankelijk voor de binnenlandse reizigers. In 1958 wordt de het aantal treinen dat doorrijdt naar Brussel verhoogd als gevolg van Expo '58 die in Brussel wordt gehouden. Vanaf 1960 rijden de treinstellen gekoppeld met de trein naar Vlissingen. In Roosendaal worden de treinstellen ontkoppelt. Met ingang van 1963 gaan er 9 treinen doorrijden naar Brussel. Daarnaast hebben 6 treinen Antwerpen als eindbestemming. Door het grote succes van de trein, is op drukke tijden de inzet van twee treinstellen nodig. In 1968 wordt er extra capaciteit gecreëerd door getrokken treinen in te zetten. Deze treinen bestaan uit 4 of 5 Belgische rijtuigen. De locomotiefwissel vond in Roosendaal plaats. Er gaan dan twee treinparen rijden. Vanaf 1969 wordt de frequentie naar Brussel verhoogd van 7 naar 10 slagen per dag. Vier treinen eindigen in Antwerpen. Per 1 juni 1969 zal de douanecontrole plaats gaan vinden tijdens de stop in Roosendaal. Mocht er onvoldoende tijd zijn, dan zal de controle ook in de trein plaats vinden tussen Roosendaal en Essen. Dit in verband met het loskoppelen van de Beneluxdienst met de dienst naar Vlissingen. De treinen zijn hierdoor ook toegankelijk voor binnenlandse reizigers. Dit zal ook het geval zijn in België tussen Essen en Antwerpen. Het aantal getrokken treinparen loopt op naar in totaal 5 treinparen in 1973.

Op 31 mei 1970 gaat de dienstregeling 1970/1971 van start, oftewel het programma 'Spoorslag '70'. Bij het invoeren van het dienstregeling concept Spoorslag '70 werden de Hondekoppen aangewezen om een groot deel van de intercitydiensten te rijden. Vanwege de vertragingsgevoeligheid van het aan- en afkoppelen, worden de treinen naar Antwerpen en Brussel losgemaakt van de treinen naar Vlissingen. De trein naar Brussel wordt wel beschouwd als binnenlandse intercity en rijdt in een halfuurritme met de intercity tussen Amsterdam en Vlissingen op het traject tussen Amsterdam en Roosendaal.

De dienstregeling 1971/1972

De dienstregeling 1972/1973 heeft diensten voor de 12 treinstellen. Deze zijn grotendeels te vinden tussen Amsterdam en Brussel. Daarnaast zijn de treinstellen ook te vinden in enkele treinen die buiten het normale inzetgebied vallen. Dit is op maandag tot en met vrijdag in trein 1103 van Roosendaal naar Bergen op Zoom. Hier zijn twee treinstellen te vinden. Zij keren terug als trein 168 naar Amsterdam. Op maandag tot en met donderdag is een treinstel te vinden dat voorop rijdt in trein 4381 van Roosendaal naar Bergen op Zoom. Het treinstel keert de volgende dag terug naar Roosendaal achterop trein 4620.

De dienstregeling 1973/1974

De dienstregeling 1974/1975, welke op 26 mei 1974 begint, heeft diensten voor de treinstellen. Met ingang van deze dienstregeling rijden alle treinen door naar Brussel-Zuid. Antwerpen komt als eindpunt te vervallen. De verlenging van de dienst is mogelijk door de instroom van 6 stammen van het trek/duw-materieel.

In de dienstregeling 1975/1976

De dienstregeling 1976/1977

Met ingang van de dienstregeling 1977/1978 op 22 mei 1977 rijden enkele treinen met drie gekoppelde treinstellen om te kunnen voldoen aan de enorme vraag.

Met ingang van de dienstregeling 1978/1979 op 28 mei 1978

De dienstregeling 1979/1980

De dienstregeling 1980/1981

De dienstregeling 1981/1982

De dienstregeling 1982/1983

De dienstregeling 1983/1984

De dienstregeling 1984/1985

In de dienstregeling 1985/1986 die op 2 juni 1985 begint,

In de dienstregeling 1986/1987 die op 1 juni 1986 begint, is het laatste jaar dat de treinstellen in de Benelux worden ingezet. Vanaf november 1986 stroomt het nieuwe materieel in, bestaande uit een NMBS locomotief Reeks 11.8 en NS ICR rijtuigen. Op 30 april 1987 organiseert de NVBS een afscheidsrit met het materieel in verband met de aanstaande terugtrekking uit het internationale verkeer. De treinstellen 1208 + 220 903 + 220 902 rijden deze afscheidstrein door Nederland en België. Op 30 mei 1987 rijden de treinstellen als laatste trein tussen Brussel en Amsterdam.

Met ingang van de dienstregeling 1987/1988, beginnend op 29 mei 1987, betekent het einde voor de treinstellen in het grensoverschrijdende verkeer naar Brussel. Zij worden vervangen door trek/duw treinen. Dit waren zowel de oude treinen, bestaande uit een locomotief NMBS Reeks 25.5 en rijtuigen NMBS I4 en NS Plan W en Plan D, als de nieuwe. Deze treinen bestaan uit een locomotief NMBS Reeks 11.8 en rijtuigen ICR-3. De treinstellen zijn vanaf dat moment alleen nog maar inzetbaar in de binnenlandse dienst. De tractie installatie voor 3.000 Volt wordt per 1 juli 1987 uitgeschakeld. Samen met andere treinstellen Materieel’54 worden de treinstellen ingezet in de serie 2100 (Amsterdam - Vlissingen). Op 15 januari 1988 rijden de treinstellen ook voor het laatst in de binnenlandse dienst. De nog zeven treinstellen worden buiten dienst gesteld. Op 30 januari 1988 worden de treinstellen 1204 + 1208 gebruikt voor ontroestingsritten op de nieuwe Flevolijn tussen Almere Buiten en Lelystad. Het zijn hiermee de eerste elektrische treinen op dit traject.

De dienstregeling 1988/1989 begint op 28 mei 1988. Er zijn diensten voor de


Onderhoud

De treinstellen komen bij hun aflevering in onderhoud Leidschendam. In 19 verhuizen de treinstellen naar de werkplaats van Amsterdam


Inzet per dienstregelingjaar

De inzet per dienstregelingjaar in de serie en eventuele bijzonderheden:


Revisie

De eerste serie grote revisies (vanaf 1964 uitgevoerd) werden bij de stellen uitgevoerd in de NMBS werkplaats te Mechelen. De overige revisies vonden in Haarlem plaats.

In januari 1973 begint de tweede ronde grote revisies aan het materieel. Hierbij worden diverse wijzigingen doorgevoerd bij het materieel. Zo wordt het materieel voorzien van een omroep installatie. De coupé voor de marechaussee in het ABKk rijtuig wordt omgebouwd tot een coupé eerste klas. Ook wordt de keuken gemoderniseerd. In het BDk rijtuig vervalt een van de twee toiletten om het balkon te vergroten. Op het dak worden extra dakleidingen aangelegd ten behoeve van de centrale deursluiting, die in Nederland in gebruik wordt genomen. Op de neuzen werd tegelijkertijd het derde frontsein geplaatst, zodat de treinstellen een A- frontsein konden tonen. De twee lampen boven de cabineramen konden dan alleen rood licht laten zien. De emaillen klasseborden werden vervangen door bordjes die gemaakt zijn van eenvoudiger materiaal. De crème-kleurige band wordt vervangen door een donkergele band.

Bij de laatste revisiebeurt die vanaf 1981 werd uitgevoerd, werd de keuken uitgebouwd en vervangen door twee coupés tweede klas. Deze coupés zijn afkomstig van de eindcoupés uit de Bk rijtuigen van afgevoerde treinstellen Materieel’46.


Bijzondere uitvoeringen

  • De treinstellen 1201 en 1202 zijn bij hun aflevering voorzien van de letters B en NS in de zandgele bies. Voor de officiële indienststellingsdatum zijn deze letters weer verwijderd en is de bies geheel doorlopend geschilderd.


Wijzigingen

  • In de eerste helft van de jaren ’60 zijn de treinstellen voorzien van een gele streep voor de eerste klas.
  • Nadat in 19 de douane controle is afgeschaft tussen Nederland en België, is de betreffende coupé als eerste klas coupé gebruikt. Tijdens de revisie in 1973 - 1974 werd deze coupé verbouwd tot eerste klas coupé.
  • Vanaf 1971 zijn de treinstellen voorzien van een derde frontsein op de neus. Hiermee kan een A-frontsein worden getoond. Het wisselen van gekleurde glaasjes boven de ruiten kwam hiermee te vervallen. Deze toonden vanaf dat moment alleen nog maar rood.
  • Vanaf augustus 1971 zijn de treinstellen voorzien van sterilisators in de keuken. Dit is in navolging op de ElD4 treinstellen Materieel'46.
  • Vanaf de revisiebeurten die vanaf 1973 werden gegeven werd de crèmekleurige band op de zijwand vervangen door een gele band. Ook de lampringen veranderden van kleur. Deze werden nu ook geel in plaats van blauw. De emaillen klasse borden werden verwijderd en vervangen door eenvoudiger bordjes.
  • In 1979 werden de keukens in de treinstellen gesloten. Vanaf de H2 revisie die in 1981 en 1982 werd uitgevoerd, werd de gesloten keuken vervangen door twee coupés tweede klas. De banken zijn afkomstig van afgevoerde treinstellen Materieel’46. Hiermee wordt het aantal zitplaatsen met 16 vergroot.


Vernummeringen

De NS treinstellen zijn niet vernummerd. Nadat de NMBS afscheid neemt van het driecijferig typenummer vervalt 220 gedeelte van het nummer, maar gaan gewoon verder door het leven met hun oude nummer.

Om het museum treinstel 220.902 te mogen vervoeren is een inschrijving in het NVR nodig. Het treinstel werd met de volgende Nederlandse NVR kenmerken opgenomen; voor de BDk: 90 84 0 090 100-9 NL-HKOP en voor de ABk: 90 84 0 090 200-7 NL-HKOP.


Schadegevallen

  • Op 1962 raakt het treinstel 1206 in brand.
  • Op 25 januari 1969 is de 1205 betrokken bij een botsing met een vrachtwagen te Kalmthout in België. Als gevolg van deze botsing vat het treinstel vlam en hierdoor brand het rijtuig BDk uit. Het treinstel wordt op 27 januari 1969 naar de Haarlemse werkplaats gesleept. Vanwege de grote hoeveelheid werk in de werkplaats, wordt het herstelwerk uitbesteedt aan de werkplaats van de NMBS in Mechelen. Het treinstel wordt op 1 maart 1969 naar deze werkplaats gesleept. Tussen Haarlem en Roosendaal wordt het treinstel gesleept door de ElD4 696. Tussen Roosendaal en Mechelen wordt een ander ElD2 treinstel Materieel'57 gebruikt. Op 26 september 1969 wordt het treinstel weer in dienst gesteld, nadat het treinstel op september 1969 van Mechelen naar Haarlem was overgebracht.
  • Op 1971 liep de 1208 brandschade op in het BDk rijtuig. Het treinstel was onderweg als trein van naar . Het treinstel werd op 18 januari 1971 naar Haarlem gebracht voor herstel. Op maart 1971 werd het treinstel afgeleverd.
  • Op 1978 breekt er brand uit in de keuken van treinstel 1206. Bij het herstel van de schade wordt de keuken verbouwd tot twee coupés tweede klas.
  • Op 24 november 1978 botst de ElD2 220 901 tussen Lage Zwaluwe en Zevenbergen op een bietenwagen. Het treinstel is onderweg als trein 119 van Amsterdam naar Brussel. Op 29 november 1978 komt het treinstel aan in Haarlem voor herstel. Op 16 december 1978 wordt het treinstel afgeleverd.
  • Op 1979 breekt er brand uit in treinstel 1206. Het treinstel staat op dat moment in het station van Antwerpen. De keukenafdeling en de twee naastgelegen coupés lopen ernstige schade op. Het treinstel word op 5 januari 1979 binnen genomen in de Haarlemse werkplaats. Hier wordt de schade hersteld en het treinstel in revisie genomen. Bij deze revisie wordt de keukenafdeling verbouwd tot twee coupés tweede klas niet roken. Voor deze verbouwing worden de banken uit de afgevoerde ElD2 264 gebruikt. Op 19 april 1979 wordt het treinstel afgeleverd.
  • Op 30 september 1979 ontspoort de 1202. Het treinstel is onderweg als trein van naar . Ter hoogte van Haarlem breekt een as van het draaistel onder het rijtuig. Als gevolg van de breuk ontspoort het treinstel.
  • Op 4 maart 1980 wordt het treinstel ontdaan van zijn interieur door voetbalsupporters van . Zij zijn onderweg naar Brussel voor de wedstrijd . Het treinstel komt te tot stilstand.
  • Op 12 december 1980 botst de ElD2 220 901 ter hoogte van Rijswijk met een auto met aanhanger. Het treinstel is onderweg als trein van naar. Het rijtuig raakt beschadigd en het treinstel arriveert op 13 december 1980 in Haarlem voor herstel. Op 6 maart 1981 wordt het treinstel afgeleverd. na herstel.
  • Op 4 december 1983 breekt er brand uit in treinstel 1206. Het treinstel staat op dat moment in het station van Antwerpen.
  • Op 28 juli 1986 breekt er brand uit in de vouwbalg van treinstel 1206. Het treinstel is samen met treinstel 1205 onderweg als trein 164 van Amsterdam naar Brussel. Tussen Hoofddorp en Nieuw Vennep komt de trein tot stilstand. Door de brandweer werd de brand geblust en op 31 juli 1986 wordt het treinstel naar de Haarlemse werkplaats overgebracht, waar het ter zijde werd gesteld. Het treinstel wordt niet meer hersteld vanwege de aanstaande vervanging van het materieel door nieuw materieel. Op 1 september 1986 wordt het treinstel naar de Amsterdamse werkplaats Zaanstraat gesleept, waar het zal dienen als pluktreinstel voor de overige treinstellen. In januari 1990 wordt het treinstel gesloopt.
  • Op 11 augustus 1986 strandt treinstel 1207 vlak voor Amsterdam Centraal. Het treinstel wordt getroffen door brand in het elektrische gedeelte. Op 12 augustus 1986 wordt het treinstel naar Haarlem gesleept. Op 5 november 1986 is het treinstel na herstel afgeleverd.
  • Op 25 november 1989 wordt er brand gesticht in treinstel 1205. Het afgevoerde treinstel staat sinds enkele maanden op de Rietlanden na zijn afvoer. Het ABKk rijtuig zakt door de felle brand door tot net boven de spoorstaven. Het treinstel is hierdoor nog nauwelijks vervoerbaar.


Bakwisselingen

Afvoer

Zowel de NS als de NMBS hebben plannen met de treinstellen na hun afvoer. De NS wil de Belgische tractieinstallatie vervangen door de tractie installatie van afgevoerde treinstellen Materieel’46. De NMBS wil de treinstellen in gaan zetten als posttreinen. Beide plannen komen echter niet van de grond, zodat voor de treinstellen niets anders rest dan sloop. Het eerste treinstel dat wordt afgevoerd, is de 1206. Op 28 juli 1986 loopt het treinstel brandschade op en wordt op 31 juli 1986 afgevoerd. Op 15 januari 1987 worden de treinstellen terzijde gesteld, hoewel zij nog wel langer doorrijden. Op 26 februari 1987 gaan de 1201 en 1205 uit dienst. Op 1 maart 1987 worden de treinstellen officieel afgevoerd. De NMBS stelt op 22 september 1987 de treinstellen 220 901 en 220 902 ter zijde in de werkplaats van Mechelen.

Per januari 1988 rijden de treinstellen voor het laatst. Met ingang van 17 januari 1988 worden de nog laatste treinstellen ( 1202 - 1204, 1207, 1208) van de NS ter zijde gesteld. De laatste twee treinstellen van de NMBS, 220 903 en 220 904, worden op 15 januari 1988 terzijde gesteld.

De treinstellen worden na hun afvoer verzameld op . Voor onttakeling worden de treinstellen naar de Roosendaalse werkplaats overgebracht. Na de onttakeling worden de treinstellen naar de Watergraafsmeer overgebracht.

Op 17 februari 1989 worden de treinstellen 1201 - 1203, 1205, 1206 en 1208 vanuit de Watergraafsmeer naar de Rietlanden overgebracht in afwachting van sloop. Zij staan hier minder in het zicht van passerende reizigers en automobilisten.

Na de afvoer van stel 1205 werd de kop van de ABKk afgezaagd en geheel geel geschilderd. De kop werd geplaatst bij het bovengrondse station Rotterdam Blaak.


Sloop

Op 22 november 1989 zijn van de treinstellen 1206 en 1205 de luiken onder de rijtuigbak afgebrand, evenals enkele andere los zittende delen. Hiermee kwamen de treinstellen weer binnen profiel. Diesellocomotief 2203 sleept in de avonduren het treinstel 1206 van de Rietlanden naar de Haarlemse werkplaats. Hier wordt het treinstel ontdaan van het nog aanwezige asbest. De treinstellen 1201 - 1203 en 1208 werden op 27 november 1989 door het personeel van de firma Cord uit Roosendaal behandeld voor het loszittende asbest. Zij zijn daarmee ook weer binnen het profiel van de vrije ruimte gebracht. Alleen de 1205 is niet behandeld, omdat het treinstel zwaar beschadigd is geraakt bij de brand die twee dagen eerder in het treinstel woedde. Treinstel 1201 is in de nacht van 8 op 9 december 1989 naar de werkplaats van Haarlem gesleept om ontdaan te worden van asbest. Treinstel 1206 werd diezelfde nacht meegenomen naar de Westhaven, samen met het Bk rijtuig van de Materieel’54 ElD2 349.

Na het verwijderen van de asbesthoudende verwarmingskoffers, werd op 15 januari 1990 het uitgebrande en doorgezakte rijtuig ABKk 1205 in stukken gezaagd. De kop tot aan het eerste balkon alsmede het bijhorende draaistel werd hierbij behouden. Dit deel zal gebruikt gaan worden als monument bij het station Rotterdam Blaak. Op 16 januari 1990 zijn de treinstellen 1208 + 1203 door diesellocomotief 2203 van de Watergraafsmeer naar Haarlem overgebracht voor hun asbestbehandeling. Op de terugweg naar Amsterdam nam de locomotief de 1201 + BDk 1205 mee naar de Westhaven. De 1202 werd als laatste door diesellocomotief 2214 op 5 februari 1990 van de Rietlanden naar Haarlem gesleept. Terug naar de Westhaven nam de locomotief de treinstellen 1208 + 1203 mee.

In de nacht van 15 op 16 juni 1990 is als laatste treinstel de 1207 van de Haarlemse werkplaats naar de Westhaven overgebracht. Op 18 juni 1990 haalt het locomotiefje van sloper Hollandia/Koek het treinstel op van het basisemplacement en brengt het treinstel naar het sloopterrein. Hier bleef het treinstel enkele weken onaangeroerd staan.

De Belgische treinstellen 220 901, 220 903 en 220 904 zijn gesloopt in het Franse Baroncourt. Zij werden op 21 juli 1990 overgebracht naar Frankrijk. Zij worden gesleept door de . De treinstellen worden pas eind 1991/begin 1992 gesloopt.


Museummaterieel

Van de 12 gebouwde treinstellen, is er een treinstel bewaard gebleven. Het gaat om de Belgische 220 902. Deze is door de NMBS bewaard gebleven. In 2013 gaat het eigendom van het treinstel over naar de Stichting Hondekop. In 2017 wordt het treinstel naar Nederland overgebracht.

  • NMBS

Het treinstel heeft na zijn afvoer door bij de NMBS jarenlang in de museumbewaarplaats in Leuven gestaan. Het treinstel heeft zowel in de buitenlucht als binnen in de loodsen gestaan. Het treinstel staat daar in afwachting van de bouw van een nieuw museum in Brussel. In 201 blijkt dat het treinstel geen rol zal gaan spelen in het nieuwe museum. Daarnaast blijkt dat de loods waar in het treinstel staat, plaats te moeten maken voor nieuwbouw. Ook het overige materieel dat hier in de loop der jaren is verzameld, moet plaats maken. Niet al het materieel kan mee verhuizen naar het nieuwe museum in Schaarbeek. In juni 2013 wordt bekend dat het treinstel naar Nederland zal gaan, waar het toegevoegd zal worden aan de collectie van de Stichting Hondekop.


  • Stichting Hondekop

Op 14 juni 2013 wordt bekend dat treinstel NMBS 220 902 overgaat van de NMBS naar de Stichting Hondekop. Het wordt het tweede treinstel van de stichting naast de 766. Het treinstel zal rijvaardig worden opgeknapt. Op 9 juli 2015 maakt de stichting bekend dat het treinstel op korte termijn overgebracht gaan worden van België naar Nederland. In september 2016 zijn er door een aantal vrijwilligers van de stichting werkzaamheden uitgevoerd aan het treinstel. Zo is het treinstel gesplitst en is het met de koppen tegen elkaar gezet. Bij de bakovergangen zijn hulpkoppelingen geplaatst om zo het treinstel te kunnen slepen achter een locomotief. Op 14 juli 2017 wordt het treinstel van Leuven naar Roosendaal gesleept door de 6603 van Captrain. Na aankomst in Roosendaal is het treinstel gesplitst in twee rijtuigen, zodat er afzonderlijk werkzaamheden verricht kunnen worden aan de rijtuigen. In Roosendaal zal bij Spoorijzer het treinstel worden gecontroleerd. Tevens wordt het loopwerk van het treinstel onder handen genomen. Na deze werkzaamheden zal het treinstel naar Amersfoort worden gesleept. In Amersfoort zal het casco van het treinstel gereviseerd gaan worden.

Revisie

Het treinstel zal tijdens de revisiewerkzaamheden terug worden gebracht in het uiterlijk van de tweede helft van de jaren '70, nadat het treinstel de grote revisie heeft ondergaan. Dit uiterlijk past het best bij het bestaande interieur en bij de ElD4 766. In de ABk zal de keuken weer terugkeren op de originele plaats. De keuken zal echter kleiner zijn dan voor de verbouwing. De keuken zal slechts één coupé kosten. De tweede coupé die destijds is omgebouwd zal dienen voor de persoonlijke eigendommen van het rijdend personeel en vrijwilligers. De rijtuigbakken zullen stuk voor stuk worden gereviseerd. Als eerste zal de ABk onder handen genomen worden. Het treinstel zal ook voorzien gaan worden van ERTMS, zodat er ook in België met het treinstel kan worden gereden. Hiertoe zal het interieur in de cabine moeten worden aangepast, zodat er twee DMI-schermen geplaatst kunnen worden. Ook moeten diverse kabels en antennes worden geplaatst. Nadat beide rijtuigbakken gereviseerd zijn, zullen zij gekoppeld gaan worden om getest te worden. In een werkplaats zal de eindcontrole plaats vinden. Wanneer deze controle slaagt, zullen er testen worden uitgevoerd met de ElD4 766.

Op 17 juli 2017 beginnen de werkzaamheden aan het treinstel. Begin augustus 2017 is begonnen met het schoonmaken van de draaistellen, als voorbereiding op de draaistelrevisie. De draaistellen zijn onder de rijtuigbakken gehaald en de rijtuigbakken zijn op nooddraaistellen geplaatst. De draaistellen worden met behulp van droogijs gestraald. Na het schoonmaken van de draaistellen worden zij opgeslagen in afwachting van de revisie. Medio augustus 2017 wordt begonnen met het schoonmaken van het interieur. Na het afronden van de werkzaamheden aan de draaistellen, wordt in het najaar van 2017 besloten om de opknapbeurt in Roosendaal plaats te laten vinden in plaats van in Amersfoort. Omdat Spoorijzer het spoor nodig heeft waar het treinstel op staat, moet het treinstel tijdelijk buiten worden gestald. Hiertoe wordt in augustus 2017 de rijtuigbakken ingepakt in zeilen. In oktober 2017 wordt van de BDk het zeil vervangen door een sterker zeil, welke beter bestand is tegen de invloeden van het weer. Op het dak worden alle uitstekende delen ingepakt met foam en rubber, om te voorkomen dat deze delen de zeilen kunnen beschadigen. De ABk wordt op 7 januari 2018 voorzien van het sterkere zeil. Voor het opknappen van het treinstel zullen de faciliteiten uit Amersfoort naar Roosendaal worden overgebracht, omdat het terrein in Amersfoort eind 2018 verlaten moet zijn. In Roosendaal mogen de werkzaamheden wel worden uitgevoerd. Het verhuizen zal in de loop van 2018 plaats gaan vinden. In juni 2018 wordt begonnen om de werkplek gereed te maken voor de revisie. Deze plek is gelegen achter de voormalige locomotiefloods. Op 2 juli 2018 worden de werkwagens met onderdelen en gereedschap vanuit Amersfoort naar Roosendaal overgebracht. Als eerste is de ABk in de werktent geplaatst. Dit gebeurde door de tent op te bouwen om het rijtuig heen. Als eerste worden de doorgeroeste dakgoten verwijderd. Eind augustus 2018 wordt begonnen met het demonteren van het interieur van dit rijtuig. Als eerste is de afdeling die grenst aan de bakovergang ontdaan van zittingen, plafond- en wandplaten. In september 2018 wordt begonnen met het demonteren van onderdelen aan de buitenzijde van dit rijtuig, zoals neusladders, stroomafnemer en tyfoonrooster. In het interieur worden prullenbakken en raamlijsten verwijderd. De gedemonteerde banken zijn in een van de werkwagens geheel schoongemaakt. In oktober 2018 wordt aan de onderzijde van de rijtuigbak slecht plaatwerk vervangen door nieuw. Aan de binnenzijde van de rijtuigbak wordt al het plaatwerk verwijderd waar nieuw plaatwerk moet komen. Alles wat hier vandaan komt, wordt grondig schoongemaakt. Eind oktober 2018 is het rijtuig geheel ontdaan van plafondplaten. De baanruimer en treeplanken zijn verwijderd. De verwijderde ramen worden vervangen door houten platen. In december 2018 zijn de bodemplaten aan de onderzijde gedemonteerd om gereinigd en opgeknapt te worden. In december 2018 worden de luchthappers en ventilatoren op het dak gedemonteerd. De luchtfilters zijn schoongemaakt en geschilderd. Na droging is alles weer in elkaar gezet. In januari 2019 zijn de luchthappers in zijn geheel gedemonteerd en alle onderdelen zijn schoongemaakt en geschilderd. Aan het eind van de maand was de luchthapper weer geheel gemonteerd en geschilderd. In februari 2019 is al het slechte plaatwerk in de zijwanden vervangen en is de beplating van de bodem- en schortplaten aan de beurt om na gekeken te worden en daar waar nodig hersteld. In maart 2019 wordt het gat van de luchthapper dicht gemaakt met hout ter voorbereiding op het stralen van het dak. Daarnaast worden roestgaten gedicht. In het interieur worden de kachels gedemonteerd en in de werkwagen schoongemaakt en geverfd. Ook wordt begonnen met het verwijderen van de ramen. Het houtwerk onder de ramen wordt behandeld en in de beschermende menie gezet, voordat een houten plaat het raam zal afdichten. In mei 2019 is de vouwbalg verwijderd. In juni 2019 wordt de nieuwe dakgoot bevestigd aan het dak van het rijtuig. In juni 2019 worden de laatste ramen verwijderd uit het rijtuig. In juli 2019 worden de dakventilatoren schoongemaakt en in de menie gezet. In augustus 2019 krijgen de ventilatoren de grijze kleur. Bij een aantal uitgenomen ramen werden slechte plekken geconstateerd, zodat het oude hout werd vervangen door nieuwe hout. In deze maand wordt er ook begonnen met het schoonmaken van de plafondplaten. In september 2019 wordt begonnen met het uitnemen van de ramen in de cabine. In oktober 2019 zijn al deze ramen verwijderd. Vervolgens is er begonnen met het opknappen van de schortplaten, waarbij slechte stukken worden vervangen door nieuwe stukken plaat. Eind oktober 2019 is er begonnen met de draaistelrevisie. Deze wordt uitgevoerd bij Strukton in Zutphen. De draaistellen worden eerst gedemonteerd en gereinigd. Slechte onderdelen worden vervangen of gereviseerd. Deze werkzaamheden zijn in december 2019 gereed. De twee draaistellen zullen onder de ElD4 766 geplaatst worden, omdat het treinstel in mei 2019 schade heeft opgelopen aan de wielen en andere onderdelen, zodat een revisie noodzakelijk is. In juni 2020 gaan de werkzaamheden aan het treinstel verder, nadat deze een tijd lang stil hebben gelegen. De cabinedeuren worden uitgenomen en gerestaureerd. Na het opknappen van de deuren zijn zij geschilderd aan de binnenzijde. De schuifdeuren zijn aan de buitenzijde voorzien van houten platen, zodat de zijwand gestraald kan worden. De schuifdeuren zelf kunnen niet gestraald worden. In de zomer van 2020 is verder gewerkt aan het dichtmaken van het rijtuig om gestraald te worden en zijn slechte stukken plaatwerk zijn vervangen.


Afleverdata

Afleverdata treinstellen NS

Stelnummer Afleverdatum In dienst In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H3) Uit revisie (H3) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H3) Uit revisie (H3) In revisie (tussen) Uit revisie (tussen) In revisie (H2) Uit revisie (H2) Ter zijde Sloop(rit)
1201 2 juli 1957 29 september 1957 1 september 1959 19 september 1959 15 november 1961 24 november 1961 15 juni 1964 6 augustus 1964 14 maart 1968 17 mei 1968 4 april 1973 29 juni 1973 18 september 1978 9 oktober 1978 19 januari 1981 20 maart 1981 1 maart 1987 1 maart 1990
1202 10 juli 1957 29 september 1957 27 juni 1959 10 juli 1959 15 januari 1962 30 januari 1962 7 augustus 1964 25 september 1964 30 september 1968 15 november 1968 5 december 1973 5 maart 1974 14 augustus 1978 7 september 1978 3 december 1981 16 februari 1982 17 januari 1988 8 mei 1990
1203 juli 1957 29 september 1957 1964 maart 1968 15 januari 1973 27 april 1973 3 april 1978 27 april 1978 6 mei 1981 21 mei 1981 17 januari 1988 6 april 1990
1204 23 juli 1957 29 september 1957 9 mei 1959 2 juni 1959 25 september 1961 4 oktober 1961 2 april 1964 15 juni 1964 n.v.t. n.v.t. 14 juni 1973 28 september 1973 10 mei 1978 8 juni 1978 22 juni 1981 4 september 1981 17 januari 1988 8 juni 1988
1205 september 1957 29 september 1957 4 november 1965 17 augustus 1970 8 oktober 1970 2 oktober 1974 18 december 1974 11 oktober 1979 6 november 1979 9 juli 1982 24 september 1982 1 maart 1987 ABk: 15 januari 1990; BDk: 6 april 1990
1206 september 1957 29 september 1957 januari 1965 september 1968 24 september 1973 13 december 1973 13 november 1978 5 december 1978 19 september 1980 6 november 1980 31 juli 1986 januari 1990
1207 september 1957 29 september 1957 februari 1965 september 1970 2 mei 1974 31 juli 1974 25 oktober 1978 4 mei 1982 12 juli 1982 17 januari 1988 augustus 1990
1208 september 1957 29 september 1957 april 1965 6 november 1969 19 december 1969 12 februari 1974 20 mei 1974 23 oktober 1978 14 november 1978 22 februari 1982 29 april 1982 17 januari 1988 ABk: 17 april 1990; BDk: 12 april 1990

Afleverdata treinstellen NMBS

Stelnummer Afleverdatum In dienst In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H3) Uit revisie (H3) In revisie (H2) Uit revisie (H2) In revisie (H3) Uit revisie (H3) In revisie (tussen) Uit revisie (tussen) In revisie (H2) Uit revisie (H2) Ter zijde Sloop(rit)
220 901 augustus 1957 29 september 1957 september 1965 10 januari 1970 20 februari 1970 15 juli 1974 11 oktober 1974 13 augustus 1981 18 december 1981 22 september 1987 21 juli 1990
220 902 augustus 1957 29 september 1957 29 december 1965 8 juli 1970 14 augustus 1970 29 juli 1975 7 november 1975 3 augustus 1979 12 september 1979 8 oktober 1982 31 december 1982 22 september 1987 n.v.t. (stichting Mat'54)
220 903 augustus 1957 29 september 1957 1 juni 1965 10 november 1970 23 december 1970 4 december 1974 24 maart 1975 10 juli 1979 3 augustus 1979 22 december 1982 10 maart 1983 15 januari 1988 21 juli 1990
220 904 augustus 1957 29 september 1957 16 juli 1965 13 januari 1971 26 februari 1971 25 februari 1975 23 juli 1975 18 februari 1979 3 april 1979 24 februari 1981 13 mei 1981 15 januari 1988 21 juli 1990