Heerlen

Uit Somda RailWiki
Versie door Taigagaai (overleg | bijdragen) op 28 aug 2022 om 21:29 (Locomotiefdepot.)
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Heerlen is de naam van het grootste station van de gelijknamige plaats in de provincie Limburg. De verkorting van het station is Hrl.

Geschiedenis

Aan het eind van de 19e eeuw heeft de Akense familie Honigmann plannen om steenkool te winnen in het dorp Heerlen. Door de spooraannemer Henri Sarolea wordt een spoorlijn aangelegd tussen Sittard en Herzogenrath om de kolen af te voeren. In 1896 wordt het station geopend en in 1899 wordt mijn Oranje Nassau I geopend. In 1896 kent het station slechts twee sporen. Een spoor loopt langs het perron bij het stationsgebouw. Het andere spoor is gelegen aan een eilandperron. Daarnaast is er een kopspoor bij de goederenloods.

In 2021 zullen de kopsporen aan de oostzijde van het station aangepast gaan worden in verband met de verdubbeling van het spoor naar Landgraaf. De uithaalsporen 211 en 212 verdwijnen om zo ruimte te maken. De rangeerbewegingen zullen vanaf dat moment plaats vinden aan de westzijde van het emplacement. Perronspoor 2 zal worden ingekort tot een kopspoor. Het huidige middenspoor 3 zal hierbij langs het perron komen te liggen.


Eerste station

Op 1 januari 1896 wordt het station geopend. Het station is ontworpen door . Het station is van het type ZSM standaard. Het bestaat uit een gebouw met twee verdiepingen. Op de begane grond is een wachtkamer, loketten en kantoren. Boven is de woning van de stationschef. Aan een zijde is een goederenloods aan het station gemaakt. Op het perron komt de handelinrichting voor het bedienen van de seinen en wissels. Ook de spoorlijn tussen Sittard en Herzogenrath wordt in dienst genomen. In 1901 wordt het station uitgebreid op beide vleugels van het hoofdgebouw. In 1985 wordt het oude station gesloopt.


Tweede station

In 1912 komt er een nieuw stationsgebouw naast het oude te staan. Het station is ontworpen door . Door het toenemende vervoer van met name kolen wordt het station flink groter.


Derde station

In 1985 wordt een nieuw stationsgebouw in gebruik genomen. Het station is ontworpen door architect J. Bak. In 2012 wordt dit station gesloopt vanwege de aanleg van het Maankwartier.


Vierde station

In 2012 wordt begonnen met de herinrichting van de stationsomgeving. Dit wordt het door kunstenaar Michel Huisman ontworpen Maankwartier. Hierbij wordt het terrein van de voormalige Oranje Nassau mijn, het CBS terrein en het stationsplein opnieuw ingericht. Het nieuwe station zal op een brug boven de perrons worden gebouwd. Het station wordt voorzien van een stalen voorgevel met veel glas en opgetrokken uit baksteen. De planning was om het station in 2017 te openen. Door vertragingen wordt dit echter niet gehaald. Vanaf 5 augustus 2019 kunnen reizigers volledig gebruik maken van dit nieuwe station. Op 31 augustus 2019 vindt de officiële opening plaats. Alle werkzaamheden zijn echter nog niet afgerond. Dit wordt pas medio september 2019 afgerond.


Laad- en losplaats

In 1996 vertrekt de laatste containertrein uit Heerlen naar Rotterdam.


Locomotiefdepot

In 1908 stellen de Staatsspoorwegen voor aan de Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten om de tractie-inrichtingen te concentreren in Heerlen. Tegelijkertijd zal het kleine tractiedepot in Kerkrade Rolduc gesloten gaan worden. Op 24 oktober 1908 wordt de toestemming verleend door de Raad. Het depot zal ten westen van het station worden aangelegd. Deze plaats was ten tijde van de aanleg van de spoorlijn al aangewezen voor een eventueel depot. De tekening voorzag in een locloods met één spoor. Pas in 1911 wordt de volgende stap genomen voor de aanleg van het depot. In het najaar worden de papieren voor de aanbesteding ter goedkeuring aangeboden aan de Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten. Op 23 december 1911 krijgen de Staatsspoorwegen de goedkeuring voor deze aanbesteding. Omdat het nog enige tijd zou duren voordat de detailtekeningen gereed waren die bij het bestek horen, verzochten de Staatsspoorwegen bij de Raad om buiten het bestek om de aanbesteding te mogen houden voor de aanleg van een draaischijf. Hier was op dat moment in Heerlen de meeste behoefte. Deze goedkeuring is op 13 februari 1912 verleend en op 2 april 1912 wordt het bestek voor de draaischijf aanbesteed. Deze draaischijf moet een middellijn krijgen van 20 meter. Bij dit bestek behoorde ook de aanleg van de sporen en wissels naar de draaischijf, alsmede de bijhorende werken voor de draaischijf. In 1913 moet de draaischijf opgeleverd worden. Op 19 november 1912 wordt de aanbesteding voor de rest van het tractieterrein uitgeschreven met een begroting van 134.000 gulden. Het terrein bestaat uit een vijfsporige locloods met een lengte ven ruim 60 meter. De sporen lopen door de gehele loods en aan de voor- en achterzijde zijn toegangsdeuren. Een van deze sporen wordt voorzien van een smeerput. Tegen de loods komen de kantoren van onder andere de depotchef. Er komt een kolenpark, olieloods en een takkenbossenloods. Aan de westzijde van het kolenpark komt het depotgebouw met daarvoor de sintelbergplaats. Op diverse plaatsen worden waterkolommen geplaatst. In het voorjaar van 1914 wordt het depot opgeleverd. In het depot kwam grotendeels personeel te werken uit het gesloten depot van Kerkrade Rolduc. Het depot wordt op mei 1914 geopend. In 1919 wordt een hooggeplaatst waterreservoir gebouwd, omdat het grondwater niet geschikt is voor gebruik in de locomotieven. Het water werd per trein aangevoerd vanuit Maastricht en naar het reservoir gepompt. Ook dit water was niet goed geschikt. Een volgende oplossing werd gevonden in het aanleggen van een leiding naar Aken. Dit water voldeed uitstekend. De waterkolommen werden op deze leiding aangesloten en het waterreservoir buiten gebruik gesteld.

Op 18 oktober 1957 worden geen diensten meer gesteld van uit het locomotiefdepot. Er zijn tot dat moment nog slechts diensten gesteld vanuit het depot. Het depot wordt op 18 november 1957 opgeheven. In het depot zijn tussen 1914 en 1957 de volgende series stoomlocomotieven in het depot gehuisvest:

  • 700;
  • 1300;
  • 1700;
  • 2900;
  • 3000;
  • 3200;
  • 3300;
  • 3700;
  • 4000;
  • 4300;
  • 4400;
  • 4500;
  • 4600;
  • 4700;
  • 5300;
  • 5500;
  • 5700;
  • 5800;
  • 6000;
  • 6100;
  • 6200;
  • 6300;
  • 8200;
  • 8400;
  • 8500;
  • 8600;
  • 8700;
  • 8800;
  • 9500


Locomlopen

Met ingang van 9 juli 1919 zijn er 45 diensten voor verschillende locomotiefseries, verdeeld over 12 omloopgroepen en een reserve. Op 26 september 1921 is er voor het depot een locomotiefomloop voor 32 locomotieven, inclusief koude reserve. Bijna de helft hiervan, 15 stuks, worden ingevuld door locomotieven van de serie 6200. De meeste diensten waren ingedeeld voor rangeerwerk (series 8400, 8600 en 9500) of de goederendienst (series 700, 2900, 3000 en 6200). Daarnaast rijden enkele locomotieven van de serie 6200 reizigerstreinen. In juni 1925 krijgt het depot de beschikking over 5 locomotieven van de serie 5500. Zij werden geruild tegen 4 locomotieven van de serie 2900 die naar andere depots werden overgeplaatst. Aan het begin van de winterdienst van 1925 werden de vijf locomotieven van de serie 5500 weer ingeruild en daar kwamen evenveel locomotieven van de serie 2900 voor terug. Deze locomotieven gaan naast de kolentreinen en rangeerwerk, ook met reizigerstreinen rijden naar onder andere Sittard en Herzogenrath. In april 1926 maken de vijf locomotieven van de serie 2900 plaats voor 7 locomotieven uit de serie 5300, welke ingezet worden in de reizigersdienst. In juni 1927 krijgt het depot voor het eerst de beschikking over een eigen locomotief van de serie 4600, in september 1927 gevolgd door een tweede locomotief uit deze serie. In oktober 1930 krijgt het depot de beschikking over de eerste drie locomotieven van de serie 6300. In december 1930 waren alle 10 locomotieven van de eerste serie gevestigd in het depot van Heerlen. De zomerdienst van 1931 heeft in totaal 38 diensten, waarvan er 17 bestemd zijn voor de serie 6200, 10 bestemd zijn voor de serie 6300, 8 voor de serie 5500 en 3 diensten voor rangeerlocomotieven. Met reizigerstreinen komen deze locomotieven tot in Eindhoven, Venlo en Nijmegen. Bij het begin van de zomerdienst 1933 wordt het aantal locomotieven van de serie 4600 verhoogd tot 8 stuks. In oktober 1935 sluit het locomotief depot van Susteren. Vanaf dat moment komt er in de Heerlense diensten een aparte omloop (G-serie) voor rangeren in Susteren. Dit betreft een locomotief uit de serie 9500. In het voorjaar van 1938 krijgt het depot de beschikking over haar eerste locomotor.

Met ingang van de winterdienst van 1938 op 2 oktober van dat jaar zijn er 37 diensten voor de 36 locomotieven die er op dat moment zijn. De oorzaak hiervan is de afwezigheid van twee locomotieven van de serie 5700, welke zich in de Centrale Werkplaats bevonden. Dit tekort werd opgevangen door locomotieven van de serie 5800 naar Heerlen over te brengen.


Mutaties


Vanaf 16 augustus 1945 krijgt het depot de beschikking over locomotieven van de serie 4400. Deze locomotieven heeft de NS overgenomen van het Britse War Department. Daarnaast worden 4 tenderlocomotieven van het type Ct in het depot gehuisvest.

In 1949 verdwijnt de laatste locomotief van de serie 4600 uit het depot.


Spoorlijnen

Het station is gelegen aan de Spoorlijn Heerlen - Schin op Geul en Spoorlijn Sittard - Herzogenrath ter hoogte van kilometer 18.564.


Dienstregeling

Stoppende treinen

In de huidige dienstregeling (2022) stoppen de volgende treinseries te Heerlen:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
3900 Enkhuizen Heerlen VIRM
20300/RE18 Heerlen Herzogenrath DB Talent BR 643
32000 Maastricht Randwijck Heerlen E-GTW (Arriva)/FLIRT (Arriva)
32100 Maastricht Randwijck Heerlen E-GTW (Arriva)/FLIRT (Arriva)
32500 Kerkrade Centrum Sittard E-GTW (Arriva)/FLIRT (Arriva)


Passerende treinen

In de huidige dienstregeling (2022) stoppen alle treinen in Heerlen.