Geertruidenberg: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 5: Regel 5:
 
[[Bestand:Station Geertruidenberg.jpg|400px|thumb|right|Stationsgebouw van Geertruidenberg]]
 
[[Bestand:Station Geertruidenberg.jpg|400px|thumb|right|Stationsgebouw van Geertruidenberg]]
  
Met het  wordt opdracht gegeven voor de bouw van een stationsgebouw in Geertruidenberg. Het stationsgebouw is ontworpen door . Het stationsgebouw wordt door aannemingsbedrijf gebouwd. Er is een hoofdgebouw, een dienstgebouw met een bergplaats voor lampen, olie en stukgoederen. Daarnaast zijn er toiletten in het gebouw te vinden. Het dienstgebouw staat los van het stationsgebouw. Het stationsgebouw bestaat uit een hoog middendeel met aan weerszijden lagere vleugels. Bij binnenkomst in het stationsgebouw, werd de stationshal bereikt. Op de vloer liggen grote, zwarte tegels. In de hal is het plaatskaartenbureau gevestigd. In het voorfront van dit bureau is een praatraam met schuiflade. Door middel van de schuiflade kunnen geld en kaartjes worden verschoven. In het plaatskaartenbureau is een kast met kaartjes opgehangen. Rechts naast het plaatskaartenbureau is een deur naar het bagagebureau. Aan de linkerzijde is het kantoor van de stationschef. Aan de linkerzijde van de stationshal is de wachtkamer voor de 1e en 2e klasse in een zijvleugel. Aan de rechterzijde van deze wachtkamer is een kolenkachel voor de verwarming. Tegenover de kachel is een bank. Aan de perronzijde zijn twee deuren die toegang geven tot het perron. Aan de rechterzijde van de stationshal is in een vleugel de wachtkamer derde klasse. Ook in deze wachtkamer is een kolenkachel aanwezig. Een bank is ook aanwezig in deze wachtkamer. Door middel van drie deuren is het mogelijk om het perron te bereiken. De vloeren in de wachtkamer en stationshal zijn van hout. De bovenverdieping is de woning van de stationschef.
+
Met het  wordt opdracht gegeven voor de bouw van een stationsgebouw in Geertruidenberg. Het stationsgebouw is ontworpen door . Vanwege de vestingstatus van Geertruidenberg is het hoge middendeel voorzien van een gekanteelde borstwering. Het stationsgebouw wordt door aannemingsbedrijf gebouwd. Er is een hoofdgebouw, een dienstgebouw met een bergplaats voor lampen, olie en stukgoederen. Daarnaast zijn er toiletten in het gebouw te vinden. Het dienstgebouw staat los van het stationsgebouw. Het stationsgebouw bestaat uit een hoog middendeel met aan weerszijden lagere vleugels. Bij binnenkomst in het stationsgebouw, werd de stationshal bereikt. Op de vloer liggen grote, zwarte tegels. In de hal is het plaatskaartenbureau gevestigd. In het voorfront van dit bureau is een praatraam met schuiflade. Door middel van de schuiflade kunnen geld en kaartjes worden verschoven. In het plaatskaartenbureau is een kast met kaartjes opgehangen. Rechts naast het plaatskaartenbureau is een deur naar het bagagebureau. Aan de linkerzijde is het kantoor van de stationschef. Aan de linkerzijde van de stationshal is de wachtkamer voor de 1e en 2e klasse in een zijvleugel. Aan de rechterzijde van deze wachtkamer is een kolenkachel voor de verwarming. Tegenover de kachel is een bank. Aan de perronzijde zijn twee deuren die toegang geven tot het perron. Aan de rechterzijde van de stationshal is in een vleugel de wachtkamer derde klasse. Ook in deze wachtkamer is een kolenkachel aanwezig. Een bank is ook aanwezig in deze wachtkamer. Door middel van drie deuren is het mogelijk om het perron te bereiken. De vloeren in de wachtkamer en stationshal zijn van hout. De bovenverdieping is de woning van de stationschef.  
  
 
Het station biedt de mogelijkheid om treinen te laten kruisen en heeft twee sporen. Spoor 1 is hiertoe voorzien van een perron aan de zijde van het station. Spoor 2 is te bereiken via een overpad naar een eilandperron. Aan weerszijden van het stationsgebouw zijn kopsporen aangelegd. Op 1 november 1886 is het station geopend. Tussen 1 oktober 1910 en 8 oktober 1939 heette het station Geertruidenberg-Raamsdonksveer.  
 
Het station biedt de mogelijkheid om treinen te laten kruisen en heeft twee sporen. Spoor 1 is hiertoe voorzien van een perron aan de zijde van het station. Spoor 2 is te bereiken via een overpad naar een eilandperron. Aan weerszijden van het stationsgebouw zijn kopsporen aangelegd. Op 1 november 1886 is het station geopend. Tussen 1 oktober 1910 en 8 oktober 1939 heette het station Geertruidenberg-Raamsdonksveer.  
  
In de periode september/oktober 1939 wordt een kopspoor aan de zijde van Raamsdonksveer verwijderd en worden de dubbele Engelse wissels verwijderd. In 1950 wordt het kopspoor aan de zijde van Made opgebroken.
+
Na 1920 wordt de gekanteelde borstwering van het middendeel gesloopt. In 1921 wordt aan weerszijden van het emplacement voorseinpalen geplaatst. In de periode september/oktober 1939 wordt een kopspoor aan de zijde van [[Raamsdonksveer]] verwijderd en worden de dubbele Engelse wissels verwijderd. In 1950 wordt het kopspoor aan de zijde van Made opgebroken.
  
 
Op 1 augustus 1950 sluit het station voor reizigers. In augustus 1964 is het stationsgebouw gesloopt. Puin van het station is gebruikt om de Spoorweghaven te dempen.
 
Op 1 augustus 1950 sluit het station voor reizigers. In augustus 1964 is het stationsgebouw gesloopt. Puin van het station is gebruikt om de Spoorweghaven te dempen.
Regel 18: Regel 18:
 
== '''Laad- en losplaats''' ==
 
== '''Laad- en losplaats''' ==
  
Voor het vervoer van goederen, wordt er aan de noordzijde van het station een goederenloods gebouwd. Voor de loods ligt een wissel, waarbij een spoor aftakt om in de loods te komen. Het andere spoor eindigt bij een verhoogd laad- en losperron. Een derde spoor aan de zuidzijde van het station is aangelegd om wagons neer te zetten en te plaatsen. Door middel van een wisselverbinding is een kopspoor te bereiken voor het plaatsen van wagons. In dit kopspoor is wederom een wisselverbinding gemaakt om een tweede kopspoor langs een losweg te bereiken. De losweg is voorzien van een hoog- en laaggelegen deel. Tegen het hooggelegen deel van de losweg is een derde kopspoor.  
+
Voor het vervoer van goederen, wordt er aan de noordzijde van het station een goederenloods gebouwd. Voor de loods ligt een wissel, waarbij een spoor aftakt om in de loods te komen. Het andere spoor eindigt bij een verhoogd laad- en losperron. Een derde spoor aan de zuidzijde van het station is aangelegd om wagons neer te zetten en te plaatsen. Door middel van een wisselverbinding is een kopspoor te bereiken voor het plaatsen van wagons. In dit kopspoor is wederom een wisselverbinding gemaakt om een tweede kopspoor langs een losweg te bereiken. De losweg is voorzien van een hoog- en laaggelegen deel. Tegen het hooggelegen deel van de losweg is een derde kopspoor. Voor rangeerwerk is vanaf 19 een [[100 - Rangeerlocomotieven serie 100|locomotor]] van de serie 100 gestationeerd in het station. De locomotor zorgt ook voor het rijden van buurtgoederentreinen naar de omliggende stations. In 1946 verdwijnt de locomotor van het station.
  
 
Op 1 november 1886 wordt het station geopend voor het vervoer van goederen. In 1963 wordt de goederenloods gesloopt. Op 3 juni 1973 wordt het station gesloten voor vervoer van goederen.
 
Op 1 november 1886 wordt het station geopend voor het vervoer van goederen. In 1963 wordt de goederenloods gesloopt. Op 3 juni 1973 wordt het station gesloten voor vervoer van goederen.
 +
 +
In 1974 rijden de laatste treinen naar de aansluiting van .
 +
  
 
* ''Dongecentrale''
 
* ''Dongecentrale''
  
In 191 wordt begonnen met de bouw van een elektriciteitscentrale van de Provinciale Noordbrabantse Electriciteits Maatschappij (PNEM). In 1919 wordt de Dongecentrale geopend. Om de centrale te stoken, worden per spoor kolen aangevoerd. Aan de zijde van [[Made en Drimmelen]] wordt een aansluiting gerealiseerd naar de centrale. In 19 worden de laatste kolen per spoor aangevoerd naar de centrale. De aansluiting wordt in 19 gesloten en in 19 opgebroken.
+
In 191 wordt begonnen met de bouw van een elektriciteitscentrale van de Provinciale Noordbrabantse Electriciteits Maatschappij (PNEM). In 1919 wordt de Dongecentrale geopend. Om de centrale te stoken, worden per spoor kolen aangevoerd. Aan de zijde van [[Made en Drimmelen]] wordt een aansluiting gerealiseerd naar de centrale. In 197 worden de laatste kolen per spoor aangevoerd naar de centrale. De aansluiting wordt in 19 gesloten en in 19 opgebroken.
  
 
* ''Spoorweghaven''
 
* ''Spoorweghaven''
Regel 40: Regel 43:
 
De stoppende treinen stoppen altijd op spoor 1, ongeacht de rijrichting. Spoor 2 is veelal in gebruik voor goederentreinen. Incidenteel werd ook wel gebruik gemaakt van het perron van spoor 2.
 
De stoppende treinen stoppen altijd op spoor 1, ongeacht de rijrichting. Spoor 2 is veelal in gebruik voor goederentreinen. Incidenteel werd ook wel gebruik gemaakt van het perron van spoor 2.
  
 +
Na de opening van het eerste deel van de spoorlijn op 1 november 1886, laat de SS alleen lokaaltreinen rijden op het baanvak, ondanks dat de spoorlijn een hoofdspoorweg is. Er rijden vijf treinparen per dag. Onderweg wordt op alle 11 stations, haltes en stopplaatsen gestopt. Naast de stoptreinen rijden er enkele goederentreinen. De treinen beginnen en eindigen in Waalwijk. De treinen hebben een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur. Ingaande de winterdienstregeling van 1888 rijden er  treinparen per dag tussen Vlijmen en Lage Zwaluwe.
 +
 +
Vanaf 15 oktober 1890 rijden er per dag een sneltrein en 4 stoptreinen in elke richting. De lokaaltreinen zijn komen te vervallen. Dit was mogelijk na de escalatie van een conflict met de Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten en de regering. De sneltreinen hebben 58 minuten nodig om het hele traject te kunnen rijden. De stoptreinen doen er 76 minuten over. Als gevolg van deze dienstregeling worden de stopplaatsen Vrouwkensvaart, Elshout en Heidijk voorbij gereden. De treinen bestaan uit locomotieven van de series SS 9 - 16, 21 - 78, SS 101 - 150, SS 301 - 479, 701 of SS 301 - 479. De trein heeft een lengte van 6 twee-assige rijtuigen, bestaande uit een bagagerijtuig, twee rijtuigen derde klas, twee rijtuigen met gecombineerde eerste en tweede klas en een rijtuig tweede klas met postafdeling. Ingaande de zomerdienstregeling van 1891 rijdt er dagelijks één dagelijks sneltrein die alleen stopt te Waalwijk en Geertruidenberg, twee lokaaltreinen die bij alle stations, haltes en stopplaatsen stoppen en drie stoptrein die alleen bij de stations stoppen. Op 1 mei 1907 worden de stopplaatsen Heidijk, Nieuwkuik en Kuiksche Heide gesloten als gevolg van de aanleg van een tramlijn van 's-Hertogenbosch via Vlijmen en Drunen naar Heusden. Ter vervanging van de stopplaatsen Nieuwkuik en Kuiksche Heide wordt tussen de beide stopplaatsen de nieuwe stopplaats Nieuwkuyk geopend. De dienstregeling op de spoorlijn blijft vanaf 1893 grotendeels gehandhaafd tot aan 1914, waarbij de sneltrein op meerdere stations gaat stoppen onderweg. In 1913 rijden er zes treinen per dag per richting het gehele traject. Daarnaast was er een extra slag tussen 's-Hertogenbosch en Waalwijk. Vanaf 3 augustus 1914 is er als gevolg van de mobilisatie van het Nederlandse leger in zijn geheel geen treinverkeer mogelijk voor burgers. Later in de maand gaan er twee treinparen per dag rijden. In september 1914 wordt de frequentie verhoogd tot drie treinparen per dag. Per 1 november 1914 rijden er vier treinparen per dag als stoptrein. In juli 1915 komt het vijfde stoptreinpaar terug in de dienstregeling. De winterdienstregeling van 1915 laat 5 treinparen per dag zien, waarbij er drie stoptrein en twee lokaaltreinen rijden van 's-Hertogenbosch naar Lage Zwaluwe. De andere kant op is er één sneltrein, twee stoptreinen en twee lokaaltreinen. Na november 1918 is de dienstregeling weer als van voor de oorlog met zes treinen per dag.
 +
 +
Tot eind 1921 rijden er alleen stoomlocomotieven van de SS op de spoorlijn. Na die tijd kwamen ook de voormalige locomotieven van de HSM op de spoorlijn te rijden. Deze locomotieven krijgen de nieuwe nummering van de NS. De locomotieven die van de HSM dienst doen op de spoorlijn, zijn van de NS series 1600 en 1900. Vanaf 192 rijden er per werkdag 7 treinen over de spoorlijn. Op zon- en feestdagen rijden vier treinen.
 +
 +
Met het ingaan van de zomerdienstregeling op 15 mei 1930 rijden per werkdag 6 stoptreinen en twee sneltreinen. Voor het goederenverkeer wordt de spoorlijn per 1mei 1932 opgedeeld in twee gedeelten. Het westelijk deel tot aan Geertruidenberg wordt vanuit Roosendaal bediend. Het oostelijk deel tot aan Geertruidenberg wordt bediend vanuit 's-Hertogenbosch. In Waalwijk maakt deze trein een stop voor het aan- en afkoppelen van goederenwagens. Beide treinen zijn gelijktijdig in Geertruidenberg, waar het mogelijk is om wagons uit te wisselen. Na het wisselen keren de beide goederentreinen weer terug naar het groepshoofdstation. Vanaf mei 1933 gaan de locomotieven van de serie 2100 op de spoorlijn rijden. Zelfs locomotieven van de serie 3700 konden toen voor de treinen worden gezien. De twee-assige rijtuigen worden vanaf dat moment vervangen door drie-assige rijtuigen. De treinen hebben dan slechts 4 rijtuigen, bestaande uit een B (serie 4500 of 4600), C8c (serie 4501 - 4714), een C en een AB. Ook tenderlocomotieven van de series 5500 en 6000 doen dienst op de spoorlijn. Voor goederentreinen rijden korte tijd locomotieven van de series 3900 en 4600. Ingaande de winterdienstregeling van 1936 rijdt er nog maar 1 sneltrein over het traject. De tweede sneltrein is gedegradeerd tot zevende stoptrein. Op 15 mei 1938 wordt net zoals op de hoofdspoorwegen elders in het land, de starre dienstregeling ingevoerd. De gemiddelde reistijd over dit traject bedraagt dan 59 minuten. Er rijden dan 10 stoptreinen per werkdag per richting. Op zon- en feestdagen rijden 7 treinen per dag per richting. Op 28 augustus 1939 wordt de mobilisatie van het Nederlandse leger afgekondigd. Als gevolg hiervan wordt het treinverkeer op de spoorlijn tijdelijk gestaakt. In september 1939 werd het treinverkeer hervat. Op 15 oktober 1939 gaat de winterdienstregeling van 1939 in. Er rijden weer dagelijks 10 stoptreinen over de spoorlijn per richting.
 +
 +
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei 1940 wordt het treinverkeer voor 10 dagen gestaakt op de spoorlijn. Op 10 juni 1940 gaat een aangepaste dienstregeling in, waarbij het aantal treinen sterk is gereduceerd. De krimp wordt ingegeven door de inbeslagname van vloeibare brandstoffen. Daarnaast worden rijtuigen en wagons ingezet voor verlofgangers en treinen voor de Duitse bezettingsmacht. De treinen rijden eens per 4 uur en stopten bij alle stations en haltes. De reistijd bedraagt 61 minuten. Op 25 september 1940 wordt een nieuwe dienstregeling ingevoerd. Er rijden vanuit 's-Hertogenbosch naar Lage Zwaluwe zes treinen per dag. De andere kant rijden vijf treinen per dag. De reistijd neemt hierbij toe tot 67 minuten. In 1942 neemt de reistijd toe tot ruim 90 minuten. Het aantal reizigers neemt wel sterk toe als gevolg van het stilvallen van de autobusdiensten, welke geen brandstof meer kunnen verkrijgen. De dienstregeling die ingaat op 1 november 1943 laat nog maar 4 treinen per richting zien per werkdag. Op zon- en feestdagen rijden slechts drie treinen per dag per richting. Tot aan de spoorwegstaking op 17 september 1944 rijden er elke werkdag en zaterdag 4 treinparen. Op zon- en feestdagen rijden drie treinparen per dag. Nadat het gebied rondom de spoorlijn eind 1944 is bevrijd door de geallieerden, is het nog niet mogelijk om direct treinen te laten rijden op het traject als gevolg van opgeblazen bruggen en andere infrastructuur. Op 5 november 1945 wordt met behulp van een vrachtwagen het vervoer van reizigers tussen Lage Zwaluwe en Geertruidenberg hervat. Op 19 november 1945 wordt een autobusdienst opgezet tussen Raamsdonksveer en 's-Hertogenbosch. Rond 20 september 1946 wordt het goederenvervoer vanuit Lage Zwaluwe naar Vlijmen hervat. Een aantal maanden later zal de gehele spoorlijn weer berijdbaar zijn. Begin maart 1947 is goederenvervoer over de gehele spoorlijn weer mogelijk. Nadat de laatste herstellingen aan de spoorlijn zijn uitgevoerd, rijdt op 4 oktober 1947 een eerste proeftrein over het gehele traject. Op 5 oktober 1947 rijdt de eerste reizigerstrein met locomotief 37 van het depot Roosendaal. In de tussentijd werden reizigers met bussen vervoerd. Vanaf 7 oktober 1947 rijden reizigerstreinen weer volgens een dienstregeling over de spoorlijn. Er rijden vier treinen per dag over de gehele spoorlijn. In oostelijke richting rijdt de trein in 94 minuten over het traject, waarbij onderweg 11 keer gestopt wordt. In westelijke richting bedraagt de reistijd 89 minuten. Daarnaast rijden er  treinen per dag tussen Waalwijk en 's-Hertogenbosch. De treinen die vanaf 1947 op de spoorlijn rijden, worden gereden door de voormalige War Department locomotieven van de series 4300 en 5000. Ook locomotieven van de serie 1700 rijden al weer snel treinen op de spoorlijn. De gebruikte rijtuigen zijn C11 rijtuigen van de serie 5001 - 5135.
 +
 +
Door de concurrentie van de autobus, is de spoorlijn niet meer rendabel. Daarom verzoekt de NS aan de minister van Verkeer en Waterstaat om de spoorlijn per 14 mei 1950 te mogen sluiten. Als gevolg van protesten uit de buurt, wordt er enig uitstel verkregen. Op 31 juli 1950 rijdt de laatste reizigerstrein over het traject. Nadat op 1 augustus 1950 het reizigersvervoer ten einde kwam, bleef het goederenvervoer nog wel doorgaan voor de grotere stations. Voor de kleinere stopplaatsen en haltes wordt ook het vervoer van bagage, fietsen en stukgoederen gestaakt. Het station wordt op 1 augustus 1950 gesloten voor reizigers, het goederenvervoer blijft wel bestaan. De goederentreinen rijden vanaf deze datum alleen nog maar vanuit Roosendaal. De trein uit 's-Hertogenbosch rijdt vanaf dat moment tot aan [[Raamsdonk]].
 +
 +
 +
{{Appendix|2=
 +
* '''De spoorweg Lage Zwaluwe - 's-Hertogenbosch''' - {{Sc|M. Broos}} - ''Maandblad: Op de Rails, 67e Jaargang - 1999-9 Blz: 328-341 ''Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321''
 +
*
 +
----
 +
{{References}}
 +
}}
  
 
{{Navigatie Langstraatspoorlijn}}
 
{{Navigatie Langstraatspoorlijn}}
  
 
[[Categorie: Voormalige stations]]
 
[[Categorie: Voormalige stations]]

Huidige versie van 22 jun 2022 om 16:35

Geertruidenberg was het station van de gelijknamige plaats in Brabant. De verkorting was Gt.

Geschiedenis

Stationsgebouw van Geertruidenberg

Met het wordt opdracht gegeven voor de bouw van een stationsgebouw in Geertruidenberg. Het stationsgebouw is ontworpen door . Vanwege de vestingstatus van Geertruidenberg is het hoge middendeel voorzien van een gekanteelde borstwering. Het stationsgebouw wordt door aannemingsbedrijf gebouwd. Er is een hoofdgebouw, een dienstgebouw met een bergplaats voor lampen, olie en stukgoederen. Daarnaast zijn er toiletten in het gebouw te vinden. Het dienstgebouw staat los van het stationsgebouw. Het stationsgebouw bestaat uit een hoog middendeel met aan weerszijden lagere vleugels. Bij binnenkomst in het stationsgebouw, werd de stationshal bereikt. Op de vloer liggen grote, zwarte tegels. In de hal is het plaatskaartenbureau gevestigd. In het voorfront van dit bureau is een praatraam met schuiflade. Door middel van de schuiflade kunnen geld en kaartjes worden verschoven. In het plaatskaartenbureau is een kast met kaartjes opgehangen. Rechts naast het plaatskaartenbureau is een deur naar het bagagebureau. Aan de linkerzijde is het kantoor van de stationschef. Aan de linkerzijde van de stationshal is de wachtkamer voor de 1e en 2e klasse in een zijvleugel. Aan de rechterzijde van deze wachtkamer is een kolenkachel voor de verwarming. Tegenover de kachel is een bank. Aan de perronzijde zijn twee deuren die toegang geven tot het perron. Aan de rechterzijde van de stationshal is in een vleugel de wachtkamer derde klasse. Ook in deze wachtkamer is een kolenkachel aanwezig. Een bank is ook aanwezig in deze wachtkamer. Door middel van drie deuren is het mogelijk om het perron te bereiken. De vloeren in de wachtkamer en stationshal zijn van hout. De bovenverdieping is de woning van de stationschef.

Het station biedt de mogelijkheid om treinen te laten kruisen en heeft twee sporen. Spoor 1 is hiertoe voorzien van een perron aan de zijde van het station. Spoor 2 is te bereiken via een overpad naar een eilandperron. Aan weerszijden van het stationsgebouw zijn kopsporen aangelegd. Op 1 november 1886 is het station geopend. Tussen 1 oktober 1910 en 8 oktober 1939 heette het station Geertruidenberg-Raamsdonksveer.

Na 1920 wordt de gekanteelde borstwering van het middendeel gesloopt. In 1921 wordt aan weerszijden van het emplacement voorseinpalen geplaatst. In de periode september/oktober 1939 wordt een kopspoor aan de zijde van Raamsdonksveer verwijderd en worden de dubbele Engelse wissels verwijderd. In 1950 wordt het kopspoor aan de zijde van Made opgebroken.

Op 1 augustus 1950 sluit het station voor reizigers. In augustus 1964 is het stationsgebouw gesloopt. Puin van het station is gebruikt om de Spoorweghaven te dempen.

Voor de beveiliging beschikte het station over een hendelinrichting op het perron bij het stationsgebouw. Met deze inrichting worden de seinen en wissels bediend.


Laad- en losplaats

Voor het vervoer van goederen, wordt er aan de noordzijde van het station een goederenloods gebouwd. Voor de loods ligt een wissel, waarbij een spoor aftakt om in de loods te komen. Het andere spoor eindigt bij een verhoogd laad- en losperron. Een derde spoor aan de zuidzijde van het station is aangelegd om wagons neer te zetten en te plaatsen. Door middel van een wisselverbinding is een kopspoor te bereiken voor het plaatsen van wagons. In dit kopspoor is wederom een wisselverbinding gemaakt om een tweede kopspoor langs een losweg te bereiken. De losweg is voorzien van een hoog- en laaggelegen deel. Tegen het hooggelegen deel van de losweg is een derde kopspoor. Voor rangeerwerk is vanaf 19 een locomotor van de serie 100 gestationeerd in het station. De locomotor zorgt ook voor het rijden van buurtgoederentreinen naar de omliggende stations. In 1946 verdwijnt de locomotor van het station.

Op 1 november 1886 wordt het station geopend voor het vervoer van goederen. In 1963 wordt de goederenloods gesloopt. Op 3 juni 1973 wordt het station gesloten voor vervoer van goederen.

In 1974 rijden de laatste treinen naar de aansluiting van .


  • Dongecentrale

In 191 wordt begonnen met de bouw van een elektriciteitscentrale van de Provinciale Noordbrabantse Electriciteits Maatschappij (PNEM). In 1919 wordt de Dongecentrale geopend. Om de centrale te stoken, worden per spoor kolen aangevoerd. Aan de zijde van Made en Drimmelen wordt een aansluiting gerealiseerd naar de centrale. In 197 worden de laatste kolen per spoor aangevoerd naar de centrale. De aansluiting wordt in 19 gesloten en in 19 opgebroken.

  • Spoorweghaven

Langs het riviertje de Donge wordt in 188 begonnen met de aanleg van een spoorweghaven. Er komt een kade met twee sporen, steigers en andere havenfaciliteiten. Een van de twee sporen is vlak langs het water aangelegd. In 1 is een van de twee sporen opgebroken. In 195 gevolgd door het tweede spoor. In 1964 wordt de spoorweghaven gedempt.


Spoorlijnen

Het station is gelegen aan de Langstraatspoorlijn ter hoogte van kilometerpunt 14,836.


Dienstregeling

De stoppende treinen stoppen altijd op spoor 1, ongeacht de rijrichting. Spoor 2 is veelal in gebruik voor goederentreinen. Incidenteel werd ook wel gebruik gemaakt van het perron van spoor 2.

Na de opening van het eerste deel van de spoorlijn op 1 november 1886, laat de SS alleen lokaaltreinen rijden op het baanvak, ondanks dat de spoorlijn een hoofdspoorweg is. Er rijden vijf treinparen per dag. Onderweg wordt op alle 11 stations, haltes en stopplaatsen gestopt. Naast de stoptreinen rijden er enkele goederentreinen. De treinen beginnen en eindigen in Waalwijk. De treinen hebben een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur. Ingaande de winterdienstregeling van 1888 rijden er treinparen per dag tussen Vlijmen en Lage Zwaluwe.

Vanaf 15 oktober 1890 rijden er per dag een sneltrein en 4 stoptreinen in elke richting. De lokaaltreinen zijn komen te vervallen. Dit was mogelijk na de escalatie van een conflict met de Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten en de regering. De sneltreinen hebben 58 minuten nodig om het hele traject te kunnen rijden. De stoptreinen doen er 76 minuten over. Als gevolg van deze dienstregeling worden de stopplaatsen Vrouwkensvaart, Elshout en Heidijk voorbij gereden. De treinen bestaan uit locomotieven van de series SS 9 - 16, 21 - 78, SS 101 - 150, SS 301 - 479, 701 of SS 301 - 479. De trein heeft een lengte van 6 twee-assige rijtuigen, bestaande uit een bagagerijtuig, twee rijtuigen derde klas, twee rijtuigen met gecombineerde eerste en tweede klas en een rijtuig tweede klas met postafdeling. Ingaande de zomerdienstregeling van 1891 rijdt er dagelijks één dagelijks sneltrein die alleen stopt te Waalwijk en Geertruidenberg, twee lokaaltreinen die bij alle stations, haltes en stopplaatsen stoppen en drie stoptrein die alleen bij de stations stoppen. Op 1 mei 1907 worden de stopplaatsen Heidijk, Nieuwkuik en Kuiksche Heide gesloten als gevolg van de aanleg van een tramlijn van 's-Hertogenbosch via Vlijmen en Drunen naar Heusden. Ter vervanging van de stopplaatsen Nieuwkuik en Kuiksche Heide wordt tussen de beide stopplaatsen de nieuwe stopplaats Nieuwkuyk geopend. De dienstregeling op de spoorlijn blijft vanaf 1893 grotendeels gehandhaafd tot aan 1914, waarbij de sneltrein op meerdere stations gaat stoppen onderweg. In 1913 rijden er zes treinen per dag per richting het gehele traject. Daarnaast was er een extra slag tussen 's-Hertogenbosch en Waalwijk. Vanaf 3 augustus 1914 is er als gevolg van de mobilisatie van het Nederlandse leger in zijn geheel geen treinverkeer mogelijk voor burgers. Later in de maand gaan er twee treinparen per dag rijden. In september 1914 wordt de frequentie verhoogd tot drie treinparen per dag. Per 1 november 1914 rijden er vier treinparen per dag als stoptrein. In juli 1915 komt het vijfde stoptreinpaar terug in de dienstregeling. De winterdienstregeling van 1915 laat 5 treinparen per dag zien, waarbij er drie stoptrein en twee lokaaltreinen rijden van 's-Hertogenbosch naar Lage Zwaluwe. De andere kant op is er één sneltrein, twee stoptreinen en twee lokaaltreinen. Na november 1918 is de dienstregeling weer als van voor de oorlog met zes treinen per dag.

Tot eind 1921 rijden er alleen stoomlocomotieven van de SS op de spoorlijn. Na die tijd kwamen ook de voormalige locomotieven van de HSM op de spoorlijn te rijden. Deze locomotieven krijgen de nieuwe nummering van de NS. De locomotieven die van de HSM dienst doen op de spoorlijn, zijn van de NS series 1600 en 1900. Vanaf 192 rijden er per werkdag 7 treinen over de spoorlijn. Op zon- en feestdagen rijden vier treinen.

Met het ingaan van de zomerdienstregeling op 15 mei 1930 rijden per werkdag 6 stoptreinen en twee sneltreinen. Voor het goederenverkeer wordt de spoorlijn per 1mei 1932 opgedeeld in twee gedeelten. Het westelijk deel tot aan Geertruidenberg wordt vanuit Roosendaal bediend. Het oostelijk deel tot aan Geertruidenberg wordt bediend vanuit 's-Hertogenbosch. In Waalwijk maakt deze trein een stop voor het aan- en afkoppelen van goederenwagens. Beide treinen zijn gelijktijdig in Geertruidenberg, waar het mogelijk is om wagons uit te wisselen. Na het wisselen keren de beide goederentreinen weer terug naar het groepshoofdstation. Vanaf mei 1933 gaan de locomotieven van de serie 2100 op de spoorlijn rijden. Zelfs locomotieven van de serie 3700 konden toen voor de treinen worden gezien. De twee-assige rijtuigen worden vanaf dat moment vervangen door drie-assige rijtuigen. De treinen hebben dan slechts 4 rijtuigen, bestaande uit een B (serie 4500 of 4600), C8c (serie 4501 - 4714), een C en een AB. Ook tenderlocomotieven van de series 5500 en 6000 doen dienst op de spoorlijn. Voor goederentreinen rijden korte tijd locomotieven van de series 3900 en 4600. Ingaande de winterdienstregeling van 1936 rijdt er nog maar 1 sneltrein over het traject. De tweede sneltrein is gedegradeerd tot zevende stoptrein. Op 15 mei 1938 wordt net zoals op de hoofdspoorwegen elders in het land, de starre dienstregeling ingevoerd. De gemiddelde reistijd over dit traject bedraagt dan 59 minuten. Er rijden dan 10 stoptreinen per werkdag per richting. Op zon- en feestdagen rijden 7 treinen per dag per richting. Op 28 augustus 1939 wordt de mobilisatie van het Nederlandse leger afgekondigd. Als gevolg hiervan wordt het treinverkeer op de spoorlijn tijdelijk gestaakt. In september 1939 werd het treinverkeer hervat. Op 15 oktober 1939 gaat de winterdienstregeling van 1939 in. Er rijden weer dagelijks 10 stoptreinen over de spoorlijn per richting.

Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei 1940 wordt het treinverkeer voor 10 dagen gestaakt op de spoorlijn. Op 10 juni 1940 gaat een aangepaste dienstregeling in, waarbij het aantal treinen sterk is gereduceerd. De krimp wordt ingegeven door de inbeslagname van vloeibare brandstoffen. Daarnaast worden rijtuigen en wagons ingezet voor verlofgangers en treinen voor de Duitse bezettingsmacht. De treinen rijden eens per 4 uur en stopten bij alle stations en haltes. De reistijd bedraagt 61 minuten. Op 25 september 1940 wordt een nieuwe dienstregeling ingevoerd. Er rijden vanuit 's-Hertogenbosch naar Lage Zwaluwe zes treinen per dag. De andere kant rijden vijf treinen per dag. De reistijd neemt hierbij toe tot 67 minuten. In 1942 neemt de reistijd toe tot ruim 90 minuten. Het aantal reizigers neemt wel sterk toe als gevolg van het stilvallen van de autobusdiensten, welke geen brandstof meer kunnen verkrijgen. De dienstregeling die ingaat op 1 november 1943 laat nog maar 4 treinen per richting zien per werkdag. Op zon- en feestdagen rijden slechts drie treinen per dag per richting. Tot aan de spoorwegstaking op 17 september 1944 rijden er elke werkdag en zaterdag 4 treinparen. Op zon- en feestdagen rijden drie treinparen per dag. Nadat het gebied rondom de spoorlijn eind 1944 is bevrijd door de geallieerden, is het nog niet mogelijk om direct treinen te laten rijden op het traject als gevolg van opgeblazen bruggen en andere infrastructuur. Op 5 november 1945 wordt met behulp van een vrachtwagen het vervoer van reizigers tussen Lage Zwaluwe en Geertruidenberg hervat. Op 19 november 1945 wordt een autobusdienst opgezet tussen Raamsdonksveer en 's-Hertogenbosch. Rond 20 september 1946 wordt het goederenvervoer vanuit Lage Zwaluwe naar Vlijmen hervat. Een aantal maanden later zal de gehele spoorlijn weer berijdbaar zijn. Begin maart 1947 is goederenvervoer over de gehele spoorlijn weer mogelijk. Nadat de laatste herstellingen aan de spoorlijn zijn uitgevoerd, rijdt op 4 oktober 1947 een eerste proeftrein over het gehele traject. Op 5 oktober 1947 rijdt de eerste reizigerstrein met locomotief 37 van het depot Roosendaal. In de tussentijd werden reizigers met bussen vervoerd. Vanaf 7 oktober 1947 rijden reizigerstreinen weer volgens een dienstregeling over de spoorlijn. Er rijden vier treinen per dag over de gehele spoorlijn. In oostelijke richting rijdt de trein in 94 minuten over het traject, waarbij onderweg 11 keer gestopt wordt. In westelijke richting bedraagt de reistijd 89 minuten. Daarnaast rijden er treinen per dag tussen Waalwijk en 's-Hertogenbosch. De treinen die vanaf 1947 op de spoorlijn rijden, worden gereden door de voormalige War Department locomotieven van de series 4300 en 5000. Ook locomotieven van de serie 1700 rijden al weer snel treinen op de spoorlijn. De gebruikte rijtuigen zijn C11 rijtuigen van de serie 5001 - 5135.

Door de concurrentie van de autobus, is de spoorlijn niet meer rendabel. Daarom verzoekt de NS aan de minister van Verkeer en Waterstaat om de spoorlijn per 14 mei 1950 te mogen sluiten. Als gevolg van protesten uit de buurt, wordt er enig uitstel verkregen. Op 31 juli 1950 rijdt de laatste reizigerstrein over het traject. Nadat op 1 augustus 1950 het reizigersvervoer ten einde kwam, bleef het goederenvervoer nog wel doorgaan voor de grotere stations. Voor de kleinere stopplaatsen en haltes wordt ook het vervoer van bagage, fietsen en stukgoederen gestaakt. Het station wordt op 1 augustus 1950 gesloten voor reizigers, het goederenvervoer blijft wel bestaan. De goederentreinen rijden vanaf deze datum alleen nog maar vanuit Roosendaal. De trein uit 's-Hertogenbosch rijdt vanaf dat moment tot aan Raamsdonk.