Elst

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Elst is een van de stations van de provincie Gelderland. De verkorting van het station is Est.

Geschiedenis

Met de aanleg van de spoorlijn tussen Arnhem en Nijmegen, wordt in 1878 een station aangelegd in Elst. In 1882 wordt het station aangesloten op de spoorlijn naar Geldermalsen. In 1885 wordt het aantal perronsporen uitgebreid tot 4, als gevolg van het drukker wordend treinverkeer. Twee sporen zijn voor het treinverkeer tussen Arnhem en Nijmegen. De twee andere sporen zijn voor de treinen van en naar Tiel. In 1892 wordt het emplacement aangepast. De aparte sporen voor de treinen in de richting van Nijmegen en Tiel komen te vervallen. In totaal blijven er drie perronsporen over. Er komen 13 sporen beschikbaar voor het rangeerstation dat in dat jaar wordt aangelegd. Aan de noordwestzijde van dit emplacement wordt een tweesporige locomotievenloods gebouwd. Er komt een draaischijf van 14,6 meter doorsnee en een waterreservoir. Rond 1924 wordt de draaischijf gesloopt. Aan de noordoostzijde van het vergrootte emplacement wordt een nieuw tractieterrein ingericht met een draaischijf van 20 meter doorsnee en enkele opstelsporen. Spoor 26 worden locomotieven opgesteld en verzorgd. Naast dit spoor is een waterkraan neer gezet. Rond 1928 wordt de locomotievenloods gesloopt. In 1939 worden de hoofdsporen recht getrokken en er worden nieuwe perrons aangelegd. De bestaande sporen 1 en 2 worden goederensporen. De sporen 3, 4 en inhaalspoor 8 wordt voorzien van bovenleiding en de sporen 5, 6 en 7 worden opgebroken. Hiermee komt het stationsgebouw niet meer bij de reizigerssporen te liggen, zodat het station langzaam in onbruik raakt. De draaischijf wordt rond 1954 verwijderd. Het waterreservoirgebouw wordt rond 1958 gesloopt. In 1971 worden de sporen 9 en 10 alsmede de uithaalsporen 42 en 54 van bovenleiding voorzien. Hiermee is het mogelijk om meer goederentreinen elektrisch naar Elst te rijden. In 1980 wordt een nieuw station in gebruik genomen, dat 400 meter noordelijker is gelegen nabij de Aamseweg. Dit station is gelegen op de locatie van de hallen van de fruitveiling, die inmiddels was verhuist naar een andere locatie. Het voormalige stationsterrein wordt in 19 gekocht door Heinz. De sporen 1 en 2 worden vervolgens opgebroken. Over de vrijgekomen ruimte wordt een ontsluitingsweg naar de Aamseweg aangelegd. Het oude stationsgebouw wordt door Heinz nog een tijdje gebruikt als tijdelijke opslaglocatie. In 1981 wordt dit station gesloopt. Daarnaast worden de sporen van het emplacement in 198 opgebroken.


In het najaar van 2002 worden de oude fietsenstallingen gesloopt en vervangen door een nieuwe, overdekte stalling. Op 6 oktober 2003 wordt het loket gesloten. Op 17 oktober 2004 betrekt cateringbedrijf LANI uit Velp het loketgebouw. Zij blijven hier tot januari 2006 gehuisvest.

In 2014 wordt een derde spoor aangelegd voor de treindienst naar Tiel. Hiermee zou de treindienst Arnhem - Tiel worden ingekort tot Elst. Door protesten uit de regio komt dit plan te vervallen. In de daluren rijdt nu 1 trein door naar Arnhem, terwijl de andere eindigt in Elst.


Voor de beveiliging beschikte het station over in totaal 3 seinhuizen. In 1939 en 1940 wordt de beveiliging vernieuwd. In de drie seinhuizen waren Siemens & Halske handelinrichtingen geplaatst. In 1980 wordt begonnen om de mechanische seinen te vervangen door automatische lichtseinen. De bediening van de seinen vindt vanaf dat moment plaats vanuit Arnhem. De nog bestaande seinhuizen worden na de indienststelling van de geautomatiseerde beveiliging in 198 gesloopt.


  • Post T

In 1892 wordt een stationspost ingericht in het station als Post T. In 1940 verliest de stationspost haar functie als Post T. De functie van Post T wordt overgenomen door Post II. De voormalige Post T gaat vanaf dat moment als onbemande Post II voor de wissels en de stop-ontspoorblokken in de sporen 1, 2 en 50 door het leven. Deze post is gevestigd in het voormalige kantoor van de stationschef.

  • Post I

Aan de noordzijde van het emplacement wordt in 1892 een stenen seinhuis gebouwd.

  • Post II

Aan de zuidzijde van het emplacement wordt in 1892 een stenen seinhuis gebouwd. Op 26 november 1928 wordt een nieuwe, elektrische beveiliging in gebruik genomen vanuit dit seinhuis. Met de aanleg van nieuwe beveiliging in 1939/1940 wordt Post II opgewaardeerd tot Post T. Op 16 november 1940 komt de post als zodanig in dienst. De post blijft tot 1978 in gebruik.


Eerste station

Door de spoorwegmaatschappij SS wordt op 22 november 1877 een aanbesteding uitgeschreven voor de bouw van een stationsgebouw, retirade, wachterswoningen en goederenloods met losplaats met een prijs van fl. 87.300. De datum van oplevering is gesteld op 1 april 1879.

Naast het stationsgebouw komt er een emplacement met 10 sporen. Bij de overwegen met de Aamsestraat en de Bemmelseweg komen twee wachterswoningen met de nummers 7 en 8. De opdracht voor de bouw van het stationsgebouw wordt gegund aan . Het gebouw is ontworpen door . Het station heeft een lengte van 58 meter en een diepte variërend tussen de 12 en 13,5 meter. Aan de spoorzijde krijgt het gebouw 14 deuren die toegang geven tot verschillende ruimtes van het gebouw. Van noord naar zuid waren dit de damessalon met twee deuren, de wachtkamer 1e en 2e klasse met drie deuren, het bagagedepot met 1 deur, het bureau voor de plaatskaarten met twee deuren, het kantoor van de stationschef met 1 deur. De wachtkamer 3e klasse was voorzien van 3 deuren, voor de conducteur is er een ruimte met 1 deur en voor de postkamer als laatste is één deur. Andere ruimten die aanwezig waren in het stationsgebouw, waren een keuken en buffetkamer achter de damessalon. Aan de keuken grensde een bergplaats. De wachtkamer 1e en 2e klas beslaat de gehele breedte van het gebouw. In deze wachtkamer is het buffet geplaatst, grenzend aan de buffetkamer. In het midden van het gebouw aan de straatzijde is de vestibule gesitueerd. Vanuit hier konden de beide wachtkamers en het bureau van de plaatskaarten worden bereikt, evenals het bagagedepot en het kantoor van de stationschef. Aan de zuidzijde van de wachtkamer 3e klasse is het woonhuis van de stationschef met twee verdiepingen. Aan de straatzijde zijn een slaapkamer (grenzend aan de wachtkamer) en de woonkamer. Deze komen uit in een gang in het midden, waar ook de hal, een toilet en de keuken zijn. Met een trap aan de wachtkamer zijde kon de bovenverdieping worden bereikt. Op deze verdieping zijn twee slaapkamers, een zitkamer en de zolder. Boven de ingang aan de straatzijde is een klok geplaatst. Het gebouw is aan de perronzijde voorzien van een overkapping over de volledige lengte. De palen ter ondersteuning zijn van gietijzer. Aan de noordzijde van het stationsgebouw is een bijgebouw geplaatst in de vorm van een kruis. Hierin worden onder andere de lampen, de brandspuit en de retirade voor de heren ondergebracht, evenals een lokaal voor de arbeiders. Het station is voorzien van twee perronsporen, waarbij het tweede perronspoor is te bereiken via een overpad op een middenperron. In 1882 wordt dit een eilandperron. Het station wordt op 15 juni 1879 geopend. Het station lag buiten de bebouwde kom van Elst, zodat de omgeving van het station een landelijke uitstraling heeft. Medio jaren '50 waren de ruimten zoals destijds bedoelt, niet meer als zodanig in gebruik. Zo is de wachtkamer 1e en 2e klasse verhuurd aan een fruithandelaar, de wachtkamer zelf is verkleind door voor de derde deur een magazijn te maken, waar onder andere de smeerolie, seinborden en seinlampen werden bewaard. Het bagagedepot is een doorgang geworden van vestibule naar het perron. Het kantoor van de stationschef is het kantoor voor expresgoederen geworden. In deze ruimte is eveneens post II gevestigd. De wachtkamer 3e klasse is een fietsenstalling. De postkamer is de fietsenstalling voor het gezin van de stationschef. Na de ingebruikneming van het nieuwe station, is het oude stationsgebouw in 1981 gesloopt.



Tweede station

Ter vervanging van het oude station wordt door C. Douma een nieuw station ontworpen. Het is een eenvoudig station met twee zijperrons met ieder een glazen abri. Het oostelijke perron heeft in de abri alleen een wachtruimte, terwijl de abri van het westelijke perron naast een wachtruimte, ook is voorzien van de loketten. Het station wordt een halte aan de vrije baan. Het oostelijke perron is de eerste maanden verbonden met het oude middenperron van het oude station. Het nieuwe station is op 1 juni 1980 geopend. Bij dit station zijn enkele fietsenstallingen en een parkeerplaats.


Laad- en losplaats

In 1879 krijgt het station aan de noordzijde van het emplacement een laad- en losplaats nabij de overweg met de Aamschestraat. Ook komt er een goederenloods met een oppervlakte van 16 * 9 meter. Omstreeks 1890 wordt het station een overslagstation van stukgoederen. Deze goederen worden dan overgeladen van de SS naar de HIJSM en vice versa. In 1892 wordt aan de Bemmelscheweg een tweede laad- en losplaats aangelegd. In 1905 wordt de goederenloods verplaatst naar de zuidzijde van het emplacement, nabij de Bemmelscheweg. De verhoogde losweg bij de Aamschestraat kan door de verhuizing vergroot worden. In 1924 wordt tussen de sporen 23 en 24 ter hoogte van het station een overdekt laadperron van ongeveer 200 meter. De noordelijke losplaats krijgt in de nieuwe vormgeving de spoornummers 32 en 33. De zuidelijke losplaats de nummers 52 en 53. Medio jaren '50 wordt besloten om ten oosten van het spoorwegemplacement een industrieterrein in te richten. Op dit industrieterrein vestigen zich onder andere gewasbeschermingsmiddelenbedrijf Luxan en de Eerste Betuwse Betonfabriek. Beide bedrijven maken gebruik van de losplaats. Een aantal jaren later wil de NS het emplacement afslanken, omdat het te groot is voor het aantal wagens dat wordt behandeld. Een aantal aansluitingen worden niet meer bediend of zijn niet meer bruikbaar. Zo worden in 1958 de sporen 36, 37, 48 en 49 opgebroken. De zuidelijke losplaats wordt opgeheven en de noordelijke losplaats wordt ingekort, zodat er nog maar 16 wagens op het spoor passen. Het overdekte laadperron is rond 1959 gesloopt.


Rangeerstation

In 1892 vinden wijzigingen plaats aan het emplacement, waarmee Elst een rangeerstation wordt. Het totaal aantal sporen voor het rangeerstation wordt uitgebreid tot 13 stuks. Om deze uitbreiding te realiseren wordt het emplacement opgehoogd met zand uit de omgeving van Nijmegen. Aan beide zijden van het emplacement komen lange uithaalsporen. In 192 wordt het rangeerstation van Elst aangewezen als één van de vier centrale overslagplaatsen voor stukgoederenvervoer. Hiertoe wordt in 1924 het rangeerstation aanzienlijk uitgebreid in oostelijke richting tot in totaal 26 sporen. Spoor 26 is voor de stalling en verzorging van de locomotieven, spoor 25 is het uithaalspoor voor de los- en laadsporen 23 en 24, welke zijn voorzien van een overdekt laad- en losperron. De sporen 21 en 22 dienen als aankomstsporen voor de uit te sorteren treinen. Het sorteren van de treinen gebeurd op de sporen 6 tot en met 20. Op deze sporen worden de treinen samengesteld voor de bediening van omliggende stations en andere goederenstations. De sporen 4 en 5 worden gebruikt voor goederentreinen die doorrijden. Het rangeerstation wordt niet voorzien van een rangeerheuvel als gevolg van een gebrek aan ruimte. Wagons worden gesorteerd door middel van het uitstoten. Het uitstoten zorgde ervoor dat er minimaal twee rangeerploegen actief waren op het rangeerstation. De ene ploeg was actief aan de zuidzijde, terwijl de andere ploeg actief was aan de noordzijde. Het uithaalspoor aan de zuidzijde loopt over het Bemmelseweg, zodat de overweg bij sommige rangeerbewegingen vrij lang dicht kon zijn. Voor het rangeerwerk beschikt het station over een eigen locomotief van de serie . In 19 wordt de stoomlocomotief vervangen door een locomotor. Deze draagt zorg voor het rangeerwerk op het station en de bediening van de stations van Ressen-Bemmel en Vork.

In 195 is het rangeerstation van Elst aangewezen als hulprangeerstation voor de rangeerstations van onder andere Nijmegen en Zutphen. Door het rangeerstation worden de groepswagentreinen voor boven de rivieren, het rangeerstation Rotterdam Zuid Goederen en de regio in de driehoek Den Bosch - Eindhoven - Tilburg samengesteld. '

In 1955 heeft het station naast de eigen locomotor (336) ook de beschikking over een stoom- en diesellocomotief uit Nijmegen voor het rangeren van de wagenladingtreinen en het rijden van de buurtgoederentreinen. De stoomlocomotief is afkomstig uit de serie 8700, terwijl de diesellocomotief een locomotief uit serie 500 of 600 is. In oktober 1955 begint in de middag rond 15.30 de verschillende goederentreinen te arriveren. Als eerste komt trein 4003 uit Blerick aan op spoor 21. Deze wordt veelal getrokken door een stoomlocomotief van de serie 4300. De trein wordt uitgesplitst aan de noordzijde voor de bestemmingen Nijmegen en Kranenburg (trein 5568), Arnhem Goederen (trein 5503), Zutphen, Apeldoorn, Deventer, Winterswijk (trein 4215), Hengelo, Almelo, Enschede, Bad Bentheim, Zwolle Rangeerstation, Onnen en Leeuwarden (trein 4049). Met de treinen 4117/4017 gaan de laatste wagons naar Amersfoort en Utrecht. Het uitsorteren gebeurd op de verschillende sporen. Zo is spoor 1 in gebruik voor de stortwagen van Elst. Met deze goederenwagen worden stukgoederen vervoerd die door de pakketdienst bij de klanten zijn opgehaald of worden afgeleverd. De sporen 3 en 4 zijn de doorgaande sporen voor de reizigerstreinen. Op spoor 10 worden de conducteurswagens verzameld die met de goederentreinen aankomen. Op spoor 11 wordt de wagenladingtrein voor Arnhem Goederen samengesteld, spoor 12 is voor Elst, Ressen-Bemmel en de overige stations in de richting van Tiel. Spoor 13 is bestemd voor de treinen naar Rotterdam Noord Goederen en Rotterdam RMO. Wanneer er veel aanbod is, wordt er ook gebruik gemaakt van spoor 9. Op spoor 14 worden de treinen voor Utrecht samengesteld. De treinen die naar Rotterdam Zuid Goederen en verder de havens in gaan, worden behandeld op spoor 16. Spoor 17 wordt gebruikt voor de treinen naar Amersfoort. Op spoor 18 worden de treinen naar Zwolle Rangeerstation en Leeuwarden samengesteld. De treinen naar de Twentse stations worden samengesteld op spoor 19. Spoor 20 is in gebruik voor de treinen naar de Watergraafsmeer. De sporen 21 en 22 zijn de aankomstsporen. Spoor 23 wordt gebruikt voor de treinen naar rangeerstation Onnen en Groningen. Op spoor 24 worden de treinen voor Apeldoorn, Deventer, Winterswijk en Zutphen samengesteld. Spoor 25 is het uithaalspoor. Spoor 26 is dan nog steeds in gebruik als spoor voor de verzorging van locomotieven. Om 21.27 arriveert trein 4049 uit Nijmegen. De trein wordt gesplitst voor de richting Amsterdam (trein 4008), Utrecht en Amersfoort (trein 4017), Zwolle Rangeerstation (trein 4117), Hengelo, Almelo, Enschede, Bad Bentheim, Zwolle Rangeerstation, Onnen en Leeuwarden blijven in trein 4049. Zutphen, Apeldoorn, Deventer, Winterswijk (trein 4215), Rotterdam Noord Goederen en Rechter Maas Oever (trein 4128) en Rotterdam Zuid Goederen (trein 4028). Trein 4049 vertrekt om 1.16 uit Elst van spoor 23 met de wagons die op de sporen 18 en 19 zijn verzameld. In Zutphen worden de wagons voor de Achterhoek afgekoppeld en in Deventer die voor de richting Twente. Op Zwolle Rangeerstation wordt de trein gesplitst voor de richting Leeuwarden en Groningen.

Het rangeerstation wordt in 195 gesloten, doordat er weinig te rangeren viel.

In september 1963 wordt het rangeerstation heropend. Ter vervanging van het groepshoofdstation voor wagenladingvervoer van Nijmegen, wordt in 1972 Elst aangewezen als nieuw groepshoofdstation. Het neemt hierbij de taken over van de rangeerstations Arnhem Goederen, 's-Hertogenbosch, Nijmegen, Tilburg en Zutphen. In 1977 gaat het rangeerwerk voor de buurtgoederentreinen naar Arnhem, Doetinchem, Ede-Wageningen, Emmerich en Zevenaar over naar het rangeerstation van Amersfoort. Deze functie als groepshoofdstation wordt tot 27 mei 1978 uitgevoerd. Op 28 mei 1978 is het rangeerstation gesloten.

Baltussen

In 192 wordt een spooraansluiting aangelegd naar Baltussen, waarvoor een kruising met de Aamschestraat nodig was. Dit spoor is in 1958 opgebroken.


Betuwsche Stoomtramweg-Maatschappij (BSM)

Nabij de fruitloodsen van Vink en hun spooraansluiting is het laad- en omloopspoor van de BSM gesitueerd. Hiermee was het mogelijk om goederen over te laden van de trein op de tram en omgekeerd. Vanwege de toegenomen vraag aan vervoer, werd in 1913 een tweede laadspoor aangelegd. Deze werd aangelegd bij de zuidelijke laad- en losplaats. In 1921 wordt zelfs een derde spoor aangelegd voor overslag op de trams. Op 11 juni 1935 wordt het tramverkeer door de BSM beëindigt.


Boerencoöperaties

Rond 1950 laten de boerencoöperaties van Elst een tweetal loodsen bouwen aan de zijde van het emplacement. Deze loodsen krijgen een eigen spooraansluiting met als spoornummer 36. Rond 1958 wordt de aansluiting opgebroken.


Taminiau Elst Over-Betuwe (TEO)/Heinz

Op 1 mei 1902 wordt door J.L.L. Taminiau een fabriek geopend voor de verwerking van fruit. De fabriek wordt nabij het station geplaatst. Het fruit wordt verwerkt tot onder andere appelmoes, jam en vruchtensappen. Deze producten worden vanaf 1928 per spoor afgevoerd. De aanvoer bestaat uit suiker en lege, glazen potten. Zij gebruiken hiervoor spoor 50, nabij de noordelijke laad- en losplaats. In 1941 wordt een nieuwe, dubbele spooraansluiting gerealiseerd. De aanleg wordt ingegeven door tekort aan brandstoffen voor auto's als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. De aansluiting met spoor 56 komt ten zuidwesten van het station te liggen en daarmee dichterbij het fabrieksterrein. De opening van deze nieuwe aansluiting vindt plaats met locomotief 6237. In 1958 neemt Heinz het bedrijf over. Per 1 januari 1978 wordt het vervoer per spoor beëindigd en werd de spooraansluiting opgebroken.


Vink/Veiling Vereniging Over-Betuwe (V.V.O.B.)

In 189 vestigt fruithandelaar Vink zich nabij het station. In 19 neemt het ten noorden van het stationsgebouw een aantal fruitloodsen in gebruik. Deze worden met een wisselverbinding aangesloten op de reizigerssporen. De spooraansluiting krijgt als spoornummer 49. Rond 1928 is de locomotievenloods gesloopt en daarvoor in de plaats zijn meer loodsen voor Vink gebouwd. Ook kwam een dubbele spooraansluiting tot stand waarvoor naast spoor 49 nu ook spoor 48 beschikbaar was. In 1954 neemt de Veiling Vereniging Over-Betuwe (V.V.O.B.) de loodsen over van fruithandelaar Vink, evenals de bijhorende spooraansluitingen. Het spoorvervoer neemt al snel marginale vormen aan als gevolg van het gebruik van de vrachtwagen. In 1958 worden de sporen opgebroken.


Spoorlijnen

Het station is gelegen aan de Spoorlijn Nijmegen - Arnhem. Het eerste station lag op kilometerpunt 9,151. Het tweede station ligt meer in de richting van Arnhem op kilometerpunt 8,73. Tevens is het station het beginpunt van de Betuwelijn.


Dienstregeling

Vanaf 1879 stoppen er treinen per dag.

Per 2 april 1940 wordt het station bediend door elektrische treinstellen.

Als gevolg van de opbraak van de spoorlijn tussen Elst en in 194, wordt het treinverkeer gestaakt. Dit wordt pas in 1955 hervat na aanleg van het spoor. De nieuwe treinstellen DE2 rijden iedere twee uur tussen Geldermalsen en Arnhem.

Op 1 april 2005 neemt Syntus de exploitatie van de treindienst tussen Arnhem en Tiel over van de NS. In december 2012 neemt Arriva de treindienst over van Syntus.


Stoppende treinen

In de huidige dienstregeling (2024) stoppen de volgende treinseries te Elst:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
6600 Arnhem Dordrecht FLIRT
7600 Zutphen Wijchen SNG
31100 Arnhem Centraal Tiel GTW (Arriva)

Passerende treinen

In de huidige dienstregeling (2024) passeren de volgende treinen Elst:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
3000 Den Helder Nijmegen VIRM
3100 Schiphol Nijmegen VIRM
3600 Zwolle Roosendaal ICMm
23400 Utrecht Centraal Nijmegen VIRM


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • Rangeren in Elst - O. de Vries - Maandblad: Railmagazine, 34e Jaargang - november 2012 nummer 299 Blz: 58-63 Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489
  • De ontwikkeling van station Elst - R. Liebrand - Maandblad: Op de Rails, 88e Jaargang - maart 2020 Blz: 122-129 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • De ontwikkeling van station Elst - R. Liebrand - Maandblad: Op de Rails, 88e Jaargang - april 2020 Blz: 168-175 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321