Breda: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
(Omhoog brengen spoorlijn)
(Geschiedenis en spooraansluitingen.)
Regel 3: Regel 3:
 
= '''Geschiedenis''' =
 
= '''Geschiedenis''' =
  
 +
 +
In de loop der jaren is er drie keer geprobeerd om de sporen omhoog te brengen, om zo hinder voor het wegverkeer te beperken. In 1919 wordt het eerste plan bekendgemaakt. Deze is ook het grootst qua opzet. Er zouden twee eilandperrons komen, met elk twee extra kopsporen aan de westzijde. Voor de expresgoederen zou een eigen perron worden aangelegd. Het goederenemplacement zou apart worden aangelegd aan de oostzijde van het station. Dit emplacement omvat acht aankomst- en vertreksporen en 10 sporen voor het laden en lossen van goederenwagens. Daarnaast was er een groot locomotievendepot gepland. Het tweede plan werd in 1925 bekend gemaakt. Dit plan omvat een lang eilandperron met kruiswissels. Aan de westzijde zouden twee kopsporen komen. Ook hier was een groot locomotievendepot geplat. Het goederenemplacement was hierbij nog groter ingetekend. Het perron voor expresgoederen zou tweesporig worden. De crisis van de jaren '30 en de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw nadien zorgden er voor dat deze plannen niet uitgevoerd werden. Pas in de jaren '60 konden de plannen ten uitvoer worden gebracht. Deze plannen waren wel aangepast aan de nieuwe inzichten die op dat moment bekend waren. Gedurende de uitvoering van dit project werden de plannen op enkele punten nog herzien.
  
 
Tussen 13 januari 1958 en 14 juni 1962 werd net na het station de overweg in de Terheijdenstraat vervangen door een onderdoorgang. De betonnen onderdoorgang wordt echter niet meteen in gebruik genomen. Er is een tijdelijk, stalen viaduct gebouwd voor de vier sporen. Deze rusten op de betonnen wanden van de definitieve onderdoorgang. In 1972 wordt begonnen aan de bouw van het zuidelijke gedeelte, nadat de laag gelegen spoorbaan was opgebroken en de tijdelijke liggers van het viaduct zijn verwijderd. Rond 19 november 1973 zijn de tijdelijke hulpbruggen verwijderd en is het betonnen viaduct op zijn plaats geschoven. Bij het aanleggen van een talud voor de hooggelegen spoorbaan in Breda, werd in 196 ter hoogte van het noordwesten van het hoge emplacement een nieuw seinhuis gebouwd. Hierin werd een V-NX-toestel geplaatst, welke de mechanische posten van Breda Aansluiting, Markbrug en de posten T en I in Breda verving. Aan de westzijde van het station werd een nieuwe boog aangelegd, waardoor de maximumsnelheid verhoogd kon worden tot 120 kilometer per uur. Over de Mark is een vaste, betonnen brug aangelegd. De oude stalen hefbrug uit 1949 over de Mark van de oude boog bleef tot 9 september 1972 in gebruik voor de treindienst. Na die tijd werd het spoor over de brug nog korte tijd gebruikt om werktreinen de oude sporen te kunnen opbreken.
 
Tussen 13 januari 1958 en 14 juni 1962 werd net na het station de overweg in de Terheijdenstraat vervangen door een onderdoorgang. De betonnen onderdoorgang wordt echter niet meteen in gebruik genomen. Er is een tijdelijk, stalen viaduct gebouwd voor de vier sporen. Deze rusten op de betonnen wanden van de definitieve onderdoorgang. In 1972 wordt begonnen aan de bouw van het zuidelijke gedeelte, nadat de laag gelegen spoorbaan was opgebroken en de tijdelijke liggers van het viaduct zijn verwijderd. Rond 19 november 1973 zijn de tijdelijke hulpbruggen verwijderd en is het betonnen viaduct op zijn plaats geschoven. Bij het aanleggen van een talud voor de hooggelegen spoorbaan in Breda, werd in 196 ter hoogte van het noordwesten van het hoge emplacement een nieuw seinhuis gebouwd. Hierin werd een V-NX-toestel geplaatst, welke de mechanische posten van Breda Aansluiting, Markbrug en de posten T en I in Breda verving. Aan de westzijde van het station werd een nieuwe boog aangelegd, waardoor de maximumsnelheid verhoogd kon worden tot 120 kilometer per uur. Over de Mark is een vaste, betonnen brug aangelegd. De oude stalen hefbrug uit 1949 over de Mark van de oude boog bleef tot 9 september 1972 in gebruik voor de treindienst. Na die tijd werd het spoor over de brug nog korte tijd gebruikt om werktreinen de oude sporen te kunnen opbreken.
Regel 9: Regel 11:
 
== '''Eerste station''' ==
 
== '''Eerste station''' ==
  
In 1864 wordt het eerste station van Breda geopend. Tien jaar later wordt het station al weer gesloten en vervangen door een nieuw station.
+
In 1855 wordt begonnen met de bouw van het eerste station van Breda. Dit stationsgebouw is van hout gemaakt. Tien jaar later wordt het station al weer gesloten en vervangen door een nieuw station. Het stationsgebouw wordt pas in 1968 gesloopt.  
  
  
 
== '''Tweede station''' ==
 
== '''Tweede station''' ==
  
In 1874 wordt het tweede station van Breda geopend. Het station is een kilometer oostelijker gesitueerd ten opzichte van het eerste station.
+
In 1864 wordt het tweede station van Breda geopend. Het station is een kilometer oostelijker gesitueerd ten opzichte van het eerste station.
  
  
  
 
In 1949 wordt begonnen met het elektrificeren van het deel tussen Breda en Boxtel. Het emplacement wordt aangepast en de perrons op de juiste hoogte gebracht. Van het eerste naar het tweede perron wordt een tunnel aangelegd. Op het tweede perron wordt een deel van de stationskap van [[Tilburg]] geplaatst.
 
In 1949 wordt begonnen met het elektrificeren van het deel tussen Breda en Boxtel. Het emplacement wordt aangepast en de perrons op de juiste hoogte gebracht. Van het eerste naar het tweede perron wordt een tunnel aangelegd. Op het tweede perron wordt een deel van de stationskap van [[Tilburg]] geplaatst.
 +
 +
 +
== '''Derde station''' ==
 +
 +
In 1967 wordt begonnen aan de westzijde van het station om de sporen omhoog te brengen. Ook het emplacement en stationsgebouw zullen hiervoor omhoog worden gebracht. Dit is het derde plan om de spoorlijn door Breda op te hogen. Alle particuliere spooraansluitingen en de gemeentelijke stamlijn zullen op de nieuwe sporen worden aangesloten.
  
 
De twee perrons zijn voorzien van een overkapping. Deze overkapping is 40 meter breed en 168 meter lang. Deze overkapping steunt op 16 betonnen kolommen.  
 
De twee perrons zijn voorzien van een overkapping. Deze overkapping is 40 meter breed en 168 meter lang. Deze overkapping steunt op 16 betonnen kolommen.  
 
Tussen de sporen 2 en 3 en tussen de sporen 6 en 7 zijn windschermen geplaatst, naar een ontwerp van P.M. van den Heuvel. Deze schermen zijn 3,40 meter hoog en hebben een breedte van 0,60, 1,20 of 1,80. Tussen de windschermen is een opening van 0,60 meter.  
 
Tussen de sporen 2 en 3 en tussen de sporen 6 en 7 zijn windschermen geplaatst, naar een ontwerp van P.M. van den Heuvel. Deze schermen zijn 3,40 meter hoog en hebben een breedte van 0,60, 1,20 of 1,80. Tussen de windschermen is een opening van 0,60 meter.  
 +
Nadat in 1968 het oude stationsgebouw is gesloopt en het oude emplacement is opgeruimd, wordt in 196 begonnen met de bouw van een nieuw stationsgebouw. Dit gebouw is ontworpen door J. Bak. Ook het zuidelijke deel van de hoge sporen kan nu worden aangelegd.
 +
 +
In de tweede helft van 1972 wordt een tunnel gegraven onder het goederenemplacement door aan de noordzijde van het station. Deze tunnel is bedoeld als noordingang van het station. Boven aan de trap aan einde van deze tunnel werd een sober, rond gebouw neergezet. In dit gebouw was er ruimte gereserveerd voor de loketten, maar deze zijn nooit geplaatst. Op januari 1973 werd deze tunnel geopend. Deze tunnel is, net zoals de perrons, wachtruimtes en de tunnel van de stationshal voorzien van een tegelpatroon van Peter Struycken.
 +
Op 20 april 1975 is het nieuwe emplacement in dienst gesteld. Het tijdelijke postperron met het kopspoor tussen de sporen 5 en 6 werd opgebroken. Op 10 oktober 1975 is het nieuwe stationscomplex officieel geopend.
 +
 +
In 1990 is tijdens de herbestrating van de perrons het oorspronkelijke patroon van de betegeling verdwenen.
  
In de tweede helft van 1972 wordt een tunnel gegraven onder het goederenemplacement door aan de noordzijde van het station. Deze tunnel is bedoeld als noordingang van het station. Boven aan de trap aan einde van deze tunnel werd een sober, rond gebouw neergezet. In dit gebouw was er ruimte gereserveerd voor de loketten, maar deze zijn nooit geplaatst. Op januari 2973 werd deze tunnel geopend. Deze tunnel is, net zoals de perrons, wachtruimtes en de tunnel van de stationshal voorzien van een tegelpatroon van Peter Struycken.
+
Tijdens de aanleg van een nieuwe perrontunnel in 2008 zijn de windschermen tussen de sporen 2 en 3 en 6 en 7 verdwenen. Het tegelpatroon in de wachtkamers van de sporen 3 en 4 en 5 en 6 blijven behouden, evenals een deel in de afgesloten perrontunnel. Deze is door middel van kijkvensters te bekijken.
  
  
 +
== '''Vierde station''' ==
  
  
Regel 36: Regel 50:
 
In 1969 wordt het goederenemplacement vereenvoudigd en aan de westelijke zijde iets verlegd. Dit was mogelijk nadat de sporen 11 tot en met 19 met laad- en loswegen alvast aan te leggen. Op 15 november 1969 komt het nieuwe emplacement in dienst. Als seinhuis bij dit emplacement kwam een tijdelijke Post T. Van het oude emplacement werden de sporen van het oude spoor 5 en hoger opgebroken. De vrijgekomen ruimte wordt benut om de nieuwe, hoge sporen 5 tot en met 10 aan te leggen. Aan de oostzijde is een tijdelijk, steil uithaalspoor aangelegd. Via het hooggelegen talud kon op deze manier het lager gelegen emplacement worden bereikt. Op 10 september 1972 komen deze hoge sporen 5 tot en met 10 in dienst. Aan de westzijde is tussen de sporen 5 en 6 een tijdelijk kopspoor gemaakt, dat dienst doet als postperron.  
 
In 1969 wordt het goederenemplacement vereenvoudigd en aan de westelijke zijde iets verlegd. Dit was mogelijk nadat de sporen 11 tot en met 19 met laad- en loswegen alvast aan te leggen. Op 15 november 1969 komt het nieuwe emplacement in dienst. Als seinhuis bij dit emplacement kwam een tijdelijke Post T. Van het oude emplacement werden de sporen van het oude spoor 5 en hoger opgebroken. De vrijgekomen ruimte wordt benut om de nieuwe, hoge sporen 5 tot en met 10 aan te leggen. Aan de oostzijde is een tijdelijk, steil uithaalspoor aangelegd. Via het hooggelegen talud kon op deze manier het lager gelegen emplacement worden bereikt. Op 10 september 1972 komen deze hoge sporen 5 tot en met 10 in dienst. Aan de westzijde is tussen de sporen 5 en 6 een tijdelijk kopspoor gemaakt, dat dienst doet als postperron.  
  
 +
'''''Gemeentelijke Stamlijn'''''
 +
 +
Aan de Speelhuislaan en de Konijnenberg was de gemeentelijke stamlijn gevestigd. Aan deze stamlijn hebben de Machinefabriek Breda (voorheen Backer en Rueb), R.S. Stokvis & Zn, grossier Th. Albeda Jelgersma, wapenfabriek Hispano Suiza hun aansluiting. In 19 is de stamlijn verlengd, zodat ook de chemische fabriek van Hoechst een aansluiting krijgt, evenals van Oeveren en autobandenhandel Goodyear. Aan het eind van de stamlijn was een een omloopspoor, waar ook andere bedrijven een enkele wagen liet lossen of beladen.
 +
 +
'''''Stamlijn A'''''
 +
 +
 +
'''''Stamlijn D'''''
 +
 +
Stamlijn D is te bereiken via het goederenemplacement. De sporen 7 en 9 geven direct toegang tot de stamlijn. De gemeentelijke stamlijn is vanaf de Speelhuislaan ook te bereiken vanaf Stamlijn D. Vanaf Stamlijn D is het mogelijk om met goederenwagons te heuvelen naar de lager gelegen sporen 12 tot en met 15. De sporen 16 tot en met 20 zijn verbonden met de losweg. Spoor 25 takt rechtstreeks af van de stamlijn door middel van diverse vertakkingen zijn er vier sporen beschikbaar voor de Van Gend en Loos-loods. Aan het eind van de stamlijn is de firma Linthorst gevestigd. Hier werden koelwagens naar toe gebracht. In 19 wijzigde de naam van Linthorst naar Nemijtek. In 1984 eindigt het stukgoedvervoer per spoor bij Van Gend en Loos. In deze periode is ook de spooraansluiting naar Nemijtek buiten gebruik gesteld. Slechts een bedrijf is niet meer aangesloten geweest op de nieuwe stamlijn. Dit was installatiebedrijf Wiercx-Tack. De oude aansluiting is op 15 januari 1969 opgebroken.
 +
 +
'''''Stamlijn E'''''
 +
 +
Stamlijn E zou aan de zuidwestzijde van het station worden aangelegd. De bedrijven die aan deze stamlijn zouden worden aangesloten, de Etna IJzergieterij en de Boerenbond, zagen echter af van een vernieuwde spooraansluiting. Om deze reden is de stamlijn nooit aangelegd. De beide spooraansluitingen zijn eind 1972 opgebroken, tegelijkertijd met de opbraak van de oude hoofdsporen.
 +
 +
'''''Stamlijn H'''''
 +
 +
Aan deze stamlijn aan de noordwestzijde van het riviertje de Mark zijn de bedrijven AKU (later ENKA) en CSM gevestigd. Bij de AKU werden schuifwandwagens en bollenwagens gelost. Aan deze stamlijn zijn ook de wagons gelost voor de N.V. Internationale Betonbouw. De CSM heeft slechts enkele jaren goederenwagons met suikerbuiten gezien. De aansluiting naar de ENKA is op 28 februari 1983 opgebroken. De aansluiting naar de CSM is op 16 juni 2000 opgebroken.
  
  

Versie van 29 nov 2016 00:25

Breda is een van de stations van Breda. De verkorting van het station is Bd.

Geschiedenis

In de loop der jaren is er drie keer geprobeerd om de sporen omhoog te brengen, om zo hinder voor het wegverkeer te beperken. In 1919 wordt het eerste plan bekendgemaakt. Deze is ook het grootst qua opzet. Er zouden twee eilandperrons komen, met elk twee extra kopsporen aan de westzijde. Voor de expresgoederen zou een eigen perron worden aangelegd. Het goederenemplacement zou apart worden aangelegd aan de oostzijde van het station. Dit emplacement omvat acht aankomst- en vertreksporen en 10 sporen voor het laden en lossen van goederenwagens. Daarnaast was er een groot locomotievendepot gepland. Het tweede plan werd in 1925 bekend gemaakt. Dit plan omvat een lang eilandperron met kruiswissels. Aan de westzijde zouden twee kopsporen komen. Ook hier was een groot locomotievendepot geplat. Het goederenemplacement was hierbij nog groter ingetekend. Het perron voor expresgoederen zou tweesporig worden. De crisis van de jaren '30 en de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw nadien zorgden er voor dat deze plannen niet uitgevoerd werden. Pas in de jaren '60 konden de plannen ten uitvoer worden gebracht. Deze plannen waren wel aangepast aan de nieuwe inzichten die op dat moment bekend waren. Gedurende de uitvoering van dit project werden de plannen op enkele punten nog herzien.

Tussen 13 januari 1958 en 14 juni 1962 werd net na het station de overweg in de Terheijdenstraat vervangen door een onderdoorgang. De betonnen onderdoorgang wordt echter niet meteen in gebruik genomen. Er is een tijdelijk, stalen viaduct gebouwd voor de vier sporen. Deze rusten op de betonnen wanden van de definitieve onderdoorgang. In 1972 wordt begonnen aan de bouw van het zuidelijke gedeelte, nadat de laag gelegen spoorbaan was opgebroken en de tijdelijke liggers van het viaduct zijn verwijderd. Rond 19 november 1973 zijn de tijdelijke hulpbruggen verwijderd en is het betonnen viaduct op zijn plaats geschoven. Bij het aanleggen van een talud voor de hooggelegen spoorbaan in Breda, werd in 196 ter hoogte van het noordwesten van het hoge emplacement een nieuw seinhuis gebouwd. Hierin werd een V-NX-toestel geplaatst, welke de mechanische posten van Breda Aansluiting, Markbrug en de posten T en I in Breda verving. Aan de westzijde van het station werd een nieuwe boog aangelegd, waardoor de maximumsnelheid verhoogd kon worden tot 120 kilometer per uur. Over de Mark is een vaste, betonnen brug aangelegd. De oude stalen hefbrug uit 1949 over de Mark van de oude boog bleef tot 9 september 1972 in gebruik voor de treindienst. Na die tijd werd het spoor over de brug nog korte tijd gebruikt om werktreinen de oude sporen te kunnen opbreken.


Eerste station

In 1855 wordt begonnen met de bouw van het eerste station van Breda. Dit stationsgebouw is van hout gemaakt. Tien jaar later wordt het station al weer gesloten en vervangen door een nieuw station. Het stationsgebouw wordt pas in 1968 gesloopt.


Tweede station

In 1864 wordt het tweede station van Breda geopend. Het station is een kilometer oostelijker gesitueerd ten opzichte van het eerste station.


In 1949 wordt begonnen met het elektrificeren van het deel tussen Breda en Boxtel. Het emplacement wordt aangepast en de perrons op de juiste hoogte gebracht. Van het eerste naar het tweede perron wordt een tunnel aangelegd. Op het tweede perron wordt een deel van de stationskap van Tilburg geplaatst.


Derde station

In 1967 wordt begonnen aan de westzijde van het station om de sporen omhoog te brengen. Ook het emplacement en stationsgebouw zullen hiervoor omhoog worden gebracht. Dit is het derde plan om de spoorlijn door Breda op te hogen. Alle particuliere spooraansluitingen en de gemeentelijke stamlijn zullen op de nieuwe sporen worden aangesloten.

De twee perrons zijn voorzien van een overkapping. Deze overkapping is 40 meter breed en 168 meter lang. Deze overkapping steunt op 16 betonnen kolommen. Tussen de sporen 2 en 3 en tussen de sporen 6 en 7 zijn windschermen geplaatst, naar een ontwerp van P.M. van den Heuvel. Deze schermen zijn 3,40 meter hoog en hebben een breedte van 0,60, 1,20 of 1,80. Tussen de windschermen is een opening van 0,60 meter. Nadat in 1968 het oude stationsgebouw is gesloopt en het oude emplacement is opgeruimd, wordt in 196 begonnen met de bouw van een nieuw stationsgebouw. Dit gebouw is ontworpen door J. Bak. Ook het zuidelijke deel van de hoge sporen kan nu worden aangelegd.

In de tweede helft van 1972 wordt een tunnel gegraven onder het goederenemplacement door aan de noordzijde van het station. Deze tunnel is bedoeld als noordingang van het station. Boven aan de trap aan einde van deze tunnel werd een sober, rond gebouw neergezet. In dit gebouw was er ruimte gereserveerd voor de loketten, maar deze zijn nooit geplaatst. Op januari 1973 werd deze tunnel geopend. Deze tunnel is, net zoals de perrons, wachtruimtes en de tunnel van de stationshal voorzien van een tegelpatroon van Peter Struycken. Op 20 april 1975 is het nieuwe emplacement in dienst gesteld. Het tijdelijke postperron met het kopspoor tussen de sporen 5 en 6 werd opgebroken. Op 10 oktober 1975 is het nieuwe stationscomplex officieel geopend.

In 1990 is tijdens de herbestrating van de perrons het oorspronkelijke patroon van de betegeling verdwenen.

Tijdens de aanleg van een nieuwe perrontunnel in 2008 zijn de windschermen tussen de sporen 2 en 3 en 6 en 7 verdwenen. Het tegelpatroon in de wachtkamers van de sporen 3 en 4 en 5 en 6 blijven behouden, evenals een deel in de afgesloten perrontunnel. Deze is door middel van kijkvensters te bekijken.


Vierde station

Tussen 11 augustus en 7 september 2015 zijn de sporen 3 en 4 niet in gebruik vanwege bouwwerkzaamheden van het parkeerdek boven de sporen. Op 7 september 2015 is de noordzijde van de reizigerstunnel geopend. Tegelijkertijd werd de centrumzijde gesloten om een bouwterrein in te richten. Vanuit het centrum is het station alleen nog te bereiken via de tijdelijk loopbrug. Op 19 september 2015 wordt spoor 2 buiten dienst genomen vanwege de werkzaamheden aan de overkapping en parkeerdek. Vanaf 16 mei 2016 zijn de sporen 5 en 6 weer te gebruiken. De sporen 7 en 8 zijn van 16 mei 2016 tot en met 24 juni 2016 niet te gebruiken. Van het perron aan deze sporen worden de oude trapopgangen verwijderd. De bestrating van het perron wordt opnieuw aangelegd, waarbij rekening is gehouden met de nieuwe lay-out van het perron. In deze periode wordt ook het noordelijke deel van de loopbrug tot en met spoor 6 verwijderd. Op 8 september 2016 wordt het nieuwe station in gebruik genomen.

Laad- en losplaats

In 1969 wordt het goederenemplacement vereenvoudigd en aan de westelijke zijde iets verlegd. Dit was mogelijk nadat de sporen 11 tot en met 19 met laad- en loswegen alvast aan te leggen. Op 15 november 1969 komt het nieuwe emplacement in dienst. Als seinhuis bij dit emplacement kwam een tijdelijke Post T. Van het oude emplacement werden de sporen van het oude spoor 5 en hoger opgebroken. De vrijgekomen ruimte wordt benut om de nieuwe, hoge sporen 5 tot en met 10 aan te leggen. Aan de oostzijde is een tijdelijk, steil uithaalspoor aangelegd. Via het hooggelegen talud kon op deze manier het lager gelegen emplacement worden bereikt. Op 10 september 1972 komen deze hoge sporen 5 tot en met 10 in dienst. Aan de westzijde is tussen de sporen 5 en 6 een tijdelijk kopspoor gemaakt, dat dienst doet als postperron.

Gemeentelijke Stamlijn

Aan de Speelhuislaan en de Konijnenberg was de gemeentelijke stamlijn gevestigd. Aan deze stamlijn hebben de Machinefabriek Breda (voorheen Backer en Rueb), R.S. Stokvis & Zn, grossier Th. Albeda Jelgersma, wapenfabriek Hispano Suiza hun aansluiting. In 19 is de stamlijn verlengd, zodat ook de chemische fabriek van Hoechst een aansluiting krijgt, evenals van Oeveren en autobandenhandel Goodyear. Aan het eind van de stamlijn was een een omloopspoor, waar ook andere bedrijven een enkele wagen liet lossen of beladen.

Stamlijn A


Stamlijn D

Stamlijn D is te bereiken via het goederenemplacement. De sporen 7 en 9 geven direct toegang tot de stamlijn. De gemeentelijke stamlijn is vanaf de Speelhuislaan ook te bereiken vanaf Stamlijn D. Vanaf Stamlijn D is het mogelijk om met goederenwagons te heuvelen naar de lager gelegen sporen 12 tot en met 15. De sporen 16 tot en met 20 zijn verbonden met de losweg. Spoor 25 takt rechtstreeks af van de stamlijn door middel van diverse vertakkingen zijn er vier sporen beschikbaar voor de Van Gend en Loos-loods. Aan het eind van de stamlijn is de firma Linthorst gevestigd. Hier werden koelwagens naar toe gebracht. In 19 wijzigde de naam van Linthorst naar Nemijtek. In 1984 eindigt het stukgoedvervoer per spoor bij Van Gend en Loos. In deze periode is ook de spooraansluiting naar Nemijtek buiten gebruik gesteld. Slechts een bedrijf is niet meer aangesloten geweest op de nieuwe stamlijn. Dit was installatiebedrijf Wiercx-Tack. De oude aansluiting is op 15 januari 1969 opgebroken.

Stamlijn E

Stamlijn E zou aan de zuidwestzijde van het station worden aangelegd. De bedrijven die aan deze stamlijn zouden worden aangesloten, de Etna IJzergieterij en de Boerenbond, zagen echter af van een vernieuwde spooraansluiting. Om deze reden is de stamlijn nooit aangelegd. De beide spooraansluitingen zijn eind 1972 opgebroken, tegelijkertijd met de opbraak van de oude hoofdsporen.

Stamlijn H

Aan deze stamlijn aan de noordwestzijde van het riviertje de Mark zijn de bedrijven AKU (later ENKA) en CSM gevestigd. Bij de AKU werden schuifwandwagens en bollenwagens gelost. Aan deze stamlijn zijn ook de wagons gelost voor de N.V. Internationale Betonbouw. De CSM heeft slechts enkele jaren goederenwagons met suikerbuiten gezien. De aansluiting naar de ENKA is op 28 februari 1983 opgebroken. De aansluiting naar de CSM is op 16 juni 2000 opgebroken.


Spoorlijnen

Het station is het beginpunt van Staatslijn E (Breda - Maastricht) en de spoorlijn Roosendaal - Breda. Daarnaast is het station het eindpunt van Staatslijn I (Dordrecht - Breda).


Dienstregeling

Tijdens de verbouwing van het emplacement en de aanleg van de hoge sporen in 1969 zijn de sporen 1 en 3 beschikbaar voor reizigerstreinen. De sporen 4 en 5 zijn beschikbaar voor het lokale goederenverkeer.


Vanaf 21 september 2015 wordt spoor 6 gebruikt als keerspoor. Aan de westzijde keert de serie 15100 naar Den Haag Centraal en aan de oostkant keert de serie 13600 naar 's Hertogenbosch. Deze situatie zal tot 3 april 2016 duren. Vanaf 16 mei 2016 zijn de sporen 5 en 6 weer volledig te gebruiken. Voor een periode van 5 weken daarop volgend zijn de sporen 7 en 8 buiten gebruik. Vanaf 24 juni 2016 zijn alle sporen weer te gebruiken.


Stoppende treinen

In de huidige dienstregeling (2016) stoppen de volgende treinseries te Breda:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
1900 Den Haag Centraal Venlo VIRM

Passerende treinen

Alle treinen stoppen in Breda.