Botlek: verschil tussen versies

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Regel 292: Regel 292:
  
 
* ''Hoogewerff & De Rijke Terminals (HRT)/Morcon/Rubis''
 
* ''Hoogewerff & De Rijke Terminals (HRT)/Morcon/Rubis''
In 19 een spooraansluiting gekregen. In 1994 besluit NS Cargo om het containervervoer te gaan concentreren op de grote containerterminals. In juni 1994 vervoert het bedrijf de laatste containers per spoor. De containers gaan vanaf dat moment per vrachtwagen naar het Rail Service Centre in de Waalhaven. In dezelfde periode eindigt het vervoer van chemicaliën. Hiermee blijft het vervoer van metalen over. Dit vervoer geschiedt in gesloten wagens en op platte wagens. In 1998 fuseert het bedrijf met Seaport Terminals en Furness Neobulk. De activiteiten worden geconcentreerd op de locatie van Seaport Terminals aan de Brittaniëhaven. Het vervoer van metalen eindigt in 19, omdat het terrein wordt overgenomen door containeroverslagbedrijf Morcon. Op de terminal komt echter geen spoorvervoer. In 200 verlaat Morcon het terrein, waarbij de kade in de daaropvolgende jaren verwaarloosd raakt. De spooraansluiting wordt in 2004 opgebroken. In 200 koopt Rubis het terrein en worden op het terrein en de terminal opslagtanks gebouwd. Eind 2009 wordt de fabriek geopend. In 2009 wordt de spooraansluiting naar Rubis aangelegd. Eind 2010 wordt de aansluiting vergroot met een tweede spoor. In 2017 is zelfs een derde spoor aangelegd, met laad- en losinstallatie. Voor het rangeerwerk is een UCA track-rail-tractor aanwezig. In maart 2020 wordt een nieuwe locomotief in gebruik genomen, een B-Track 16. Deze vervangt de UCA track-rail-tractor. Vanaf 20 november 2009 rijdt DB Schenker twee keer per week een trein met nylonzout uit Bantzenheim naar Rubis. Per keer worden 8 ketelwagens gelost. Deze trein rijdt samen met de trein van OCI in de Europoort met . In maart 2013 komt deze trein te vervallen. In 2010 is er vervoer van hexamethyleendiamine naar het Duitse Hamm. In maart 2014 neemt Rubis de aanvoer van aardgascondensaat uit Roodeschool over van Odfjell Terminals aan de Oude Maasweg. Drie keer in de week worden ongeveer 7 ketelwagens aangevoerd. Daarnaast ontvangt Rubis ketelwagens met chemicaliën uit Ludwigshafen en Bantzenheim. Onregelmatig ontvangt het bedrijf een ketelwagen met hexamethyleendiamine naar Bantzenheim. Op 23 juni 2018 wordt een trein bestaande uit tankcontainers met opschriften van BASF bij het bedrijf geplaatst. De containers zijn bij Rubis beladen met natriumhydroxide (UN 1823). Met deze containers wil BASF de verblijfsduur van wagens verkorten op hun complex in Ludwigshafen. Met ingang van januari 2019 rijdt Independent Rail Partner wekelijks een trein met stookolie naar Rubis. Deze olie is afkomstig uit Schwedt an der Oder. In januari 2019 komt een vervoer van aceton naar Duitsland op gang. Als gevolg van een verminderde productie van aardgas wordt de frequentie van de treinen met aardgascondensaat uit Roodeschool verminderd tot  treinen in de week. Vanaf eind september 2019 rijden er voor een periode van 2 maanden treinen met tankcontainers naar Ludwigshafen met natronloog. Vanaf 1 oktober 2020 rijdt Lineas twee keer in de week voor een aantal maanden de treinen met Natriumhydroxide tussen Ludwigshafen BASF en de terminal. Voor dit vervoer worden tankcontainers van 45 ft gebruikt, welke op groene of oranje draagwagens van het type Sgmmns zijn geplaatst. De treinen rijden tot eind november 2020. Op 21 april 2021 bediend Captrain de aansluiting. Er wordt benzeen afgevoerd naar Frankrijk.
+
In 19 een spooraansluiting gekregen. In 1994 besluit NS Cargo om het containervervoer te gaan concentreren op de grote containerterminals. In juni 1994 vervoert het bedrijf de laatste containers per spoor. De containers gaan vanaf dat moment per vrachtwagen naar het Rail Service Centre in de Waalhaven. In dezelfde periode eindigt het vervoer van chemicaliën. Hiermee blijft het vervoer van metalen over. Dit vervoer geschiedt in gesloten wagens en op platte wagens. In 1998 fuseert het bedrijf met Seaport Terminals en Furness Neobulk. De activiteiten worden geconcentreerd op de locatie van Seaport Terminals aan de Brittaniëhaven. Het vervoer van metalen eindigt in 19, omdat het terrein wordt overgenomen door containeroverslagbedrijf Morcon. Op de terminal komt echter geen spoorvervoer. In 200 verlaat Morcon het terrein, waarbij de kade in de daaropvolgende jaren verwaarloosd raakt. De spooraansluiting wordt in 2004 opgebroken. In 200 koopt Rubis het terrein en worden op het terrein en de terminal opslagtanks gebouwd. Eind 2009 wordt de fabriek geopend. In 2009 wordt de spooraansluiting naar Rubis aangelegd. Eind 2010 wordt de aansluiting vergroot met een tweede spoor. In 2017 is zelfs een derde spoor aangelegd, met laad- en losinstallatie. Voor het rangeerwerk is een UCA track-rail-tractor aanwezig. In maart 2020 wordt een nieuwe locomotief in gebruik genomen, een B-Track 16. Deze vervangt de UCA track-rail-tractor. Vanaf 20 november 2009 rijdt DB Schenker twee keer per week een trein met nylonzout uit Bantzenheim naar Rubis. Per keer worden 8 ketelwagens gelost. Deze trein rijdt samen met de trein van OCI in de Europoort met . In maart 2013 komt deze trein te vervallen. In 2010 is er vervoer van hexamethyleendiamine naar het Duitse Hamm. In maart 2014 neemt Rubis de aanvoer van aardgascondensaat uit Roodeschool over van Odfjell Terminals aan de Oude Maasweg. Drie keer in de week worden ongeveer 7 ketelwagens aangevoerd. Daarnaast ontvangt Rubis ketelwagens met chemicaliën uit Ludwigshafen en Bantzenheim. Onregelmatig ontvangt het bedrijf een ketelwagen met hexamethyleendiamine naar Bantzenheim. Op 23 juni 2018 wordt een trein bestaande uit tankcontainers met opschriften van BASF bij het bedrijf geplaatst. De containers zijn bij Rubis beladen met natriumhydroxide (UN 1823). Met deze containers wil BASF de verblijfsduur van wagens verkorten op hun complex in Ludwigshafen. Met ingang van januari 2019 rijdt Independent Rail Partner wekelijks een trein met stookolie naar Rubis. Deze olie is afkomstig uit Schwedt an der Oder. In januari 2019 komt een vervoer van aceton naar Duitsland op gang. Als gevolg van een verminderde productie van aardgas wordt de frequentie van de treinen met aardgascondensaat uit Roodeschool verminderd tot  treinen in de week. Vanaf eind september 2019 rijden er voor een periode van 2 maanden treinen met tankcontainers naar Ludwigshafen met natronloog. Vanaf 1 oktober 2020 rijdt Lineas twee keer in de week voor een aantal maanden de treinen met Natriumhydroxide tussen Ludwigshafen BASF en de terminal. Voor dit vervoer worden tankcontainers van 45 ft gebruikt, welke op groene of oranje draagwagens van het type Sgmmns zijn geplaatst. De treinen rijden tot eind november 2020. Op 21 april 2021 bediend Captrain de aansluiting. Er wordt benzeen afgevoerd naar Frankrijk. Begin oktober 2021 gaat het vervoer van natronloog naar Ludwigshafen BASF weer rijden. Voor dit vervoer worden tankcontainers van 45 ft gebruikt, welke op groene of oranje draagwagens van het type Sgmmns zijn geplaatst. De treinen worden gereden door Lineas.
  
 
* ''Nederlandsche Benzol Maatschappij/Tank Installatie Chemiehaven''
 
* ''Nederlandsche Benzol Maatschappij/Tank Installatie Chemiehaven''
Regel 307: Regel 307:
  
  
='''Bronnen'''=
+
{{Appendix|2=
 
+
* '''Goederenvervoer in Rotterdam Botlek; De stand van zaken''' - {{Sc|H. Bouwknegt}} - ''Maandblad: Railmagazine, 18e Jaargang - 1996 nummer 137 Blz: 26-33'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
<small>
+
* '''Van LBC naar Afghanistan''' - {{Sc|H. Bouwknecht en R. Verboon}} - ''Maandblad: Railmagazine, 23e Jaargang - 2001 nummer 185 Blz: 38-40'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
'''Goederenvervoer in Rotterdam Botlek; De stand van zaken''' - {{Sc|H. Bouwknegt}} - ''Maandblad: Railmagazine, 18e Jaargang - 1996 nummer 137 Blz: 26-33'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
+
* '''Goederenvervoer in de Botlek; Meer vervoer met minder klanten''' - {{Sc|H. Bouwknegt en R. de Jong}} - ''Maandblad: Railmagazine, 28e Jaargang - 2006 nummer 237 Blz: 61-65'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
'''Van LBC naar Afghanistan''' - {{Sc|H. Bouwknecht en R. Verboon}} - ''Maandblad: Railmagazine, 23e Jaargang - 2001 nummer 185 Blz: 38-40'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
+
* '''Goederenvervoer in de Botlek; Lekker levendig''' - {{Sc|H. Bouwknegt}} - ''Maandblad: Railmagazine, 32e Jaargang - 2010 nummer 277 Blz: 44-49'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
'''Goederenvervoer in de Botlek; Meer vervoer met minder klanten''' - {{Sc|H. Bouwknegt en R. de Jong}} - ''Maandblad: Railmagazine, 28e Jaargang - 2006 nummer 237 Blz: 61-65'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
+
* '''Goederenvervoer in Rotterdam Botlek; Deel 1: Oude Maasweg, Welplaatweg en Theemswegtracé''' - {{Sc|H. Bouwknegt, F. Schouten}} - ''Maandblad: Railmagazine, 41e Jaargang - 2019 nummer 364 Blz: 44-49'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
'''Goederenvervoer in de Botlek; Lekker levendig''' - {{Sc|H. Bouwknegt}} - ''Maandblad: Railmagazine, 32e Jaargang - 2010 nummer 277 Blz: 44-49'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
+
* '''Goederenvervoer in Rotterdam Botlek; Deel 2: de stamlijnen Theemsweg / Merseyweg en Botlekweg / Prof. Gerbrandyweg''' - {{Sc|H. Bouwknegt, F. Schouten}} - ''Maandblad: Railmagazine, 41e Jaargang - 2019 nummer 365 Blz: 48-53'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
'''Goederenvervoer in Rotterdam Botlek; Deel 1: Oude Maasweg, Welplaatweg en Theemswegtracé''' - {{Sc|H. Bouwknegt, F. Schouten}} - ''Maandblad: Railmagazine, 41e Jaargang - 2019 nummer 364 Blz: 44-49'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
+
----
'''Goederenvervoer in Rotterdam Botlek; Deel 2: de stamlijnen Theemsweg / Merseyweg en Botlekweg / Prof. Gerbrandyweg''' - {{Sc|H. Bouwknegt, F. Schouten}} - ''Maandblad: Railmagazine, 41e Jaargang - 2019 nummer 365 Blz: 48-53'' Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489''<br>
+
{{References}}
</small>
+
}}
  
 
[[Categorie:Emplacementen]]
 
[[Categorie:Emplacementen]]

Versie van 14 aug 2022 21:29

Vanwege de groei van de activiteiten in de haven en de groter wordende schepen, wordt ten oosten van het dorp Rozenburg een nieuw haven- en industriegebied ontwikkeld. Om dit gebied op het spoor te laten aansluiten, wordt de Havenspoorlijn uit Pernis doorgetrokken met een brug over de Oude Maas. In het zuiden van dit gebied wordt in 1957 een emplacement in gebruik genomen, dat in de loop der jaren fors wordt uitgebreid. Vanaf het basisemplacement zijn een aantal emplacementen te bereiken: Botlekweg, Merseyweg, Oude Maasweg, Professor Gerbrandyweg, Theemsweg en Welplaatweg. Aan deze emplacementen zijn diverse aansluitingen verbonden met bedrijven. De verkorting is Bot.

Grafisch overzicht van het emplacement in de Botlek


Geschiedenis

In 1947 wordt door de gemeente Rotterdam een plan ontwikkeld, het Botlekplan, dat een gebied omvat ten oosten van het eiland Rozenburg en ten westen van de Oude Maas en ten noorden van het Hartelkanaal. In dit gebied zal de Botlek worden ontwikkeld. Dit gebied is ongeveer 750 hectare groot en de gemeente verwacht ongeveer 15 jaar nodig te hebben om dit terrein vol te bouwen. In 1952 wordt begonnen met de bouw van de Botlekbrug. Deze brug wordt in 1956 geopend. In 1954 wordt begonnen met de aanleg van de eerste havens en industrieën. Rond 1960 was alle beschikbare grond gereserveerd voor bebouwing. In dit nieuwe havengebied vestigt zich veelal de petrochemische industrie en opslag van brandstoffen. De havens zijn geschikt voor tankschepen met een belading van 65.000 ton en een diepgang van 12 meter. Het gebied kent de volgende havens (van oost naar west):

  • Geulhaven;
  • 3e Petroleumhaven;
  • Welplaathaven;
  • Torontohaven;
  • Sint Laurenshaven;
  • Chemiehaven;
  • Botlek;
  • Seinehaven;
  • Brittaniëhaven

Om de goederen aan- en af te voeren, wordt de spoorlijn vanuit Pernis verlengd. Hiertoe wordt de enkelsporige spoorlijn over de Botlekbrug aangelegd. Nabij de Botlekweg wordt een emplacement ingericht. Het emplacement wordt op 1957 in dienst gesteld. Het omvat 3 sporen. Ten noorden van de Botlekweg is een hulpemplacement met 7 sporen aangelegd en de aansluiting naar de raffinaderij van Esso. Aan de oostzijde van dit emplacement is de stamlijn naar de Oude Maasweg al aangelegd voor de bedrijven DOW en Pakhuismeesteren. De tweede stamlijn die wordt aangelegd, is de stamlijn langs de Welplaatweg. Hier worden de bedrijven BHPM, Continental en Nieuwe Matex op het spoorwegnet aangesloten. De derde stamlijn loopt langs de Botlekweg naar Ketjen Carbon Botlek. Dit is op dat moment het eindpunt van de havenlijn. Als laatste wordt in 196 de stamlijn naar de Merseyweg en de aftakking naar de Theemsweg aangelegd. In 1964 wordt het emplacement vergroot naar 7 sporen.

Het emplacement wordt in twee delen opgesplitst. Aan de oostzijde liggen de 9 opstelsporen voor treinen en wagons die langere tijd opgesteld blijven staan. Van dit emplacement is het niet mogelijk om richting Pernis te rijden. Dit emplacement is ook voorzien van een aantal kopsporen en een losweg. De sporen zijn niet voorzien van bovenleiding. Aan de westzijde ligt een emplacement met 6 sporen dat wel is aangesloten op de hoofdsporen van de Havenspoorlijn. Hier blijven treinen voor een kortere tijd staan voor verdere doorvoer. Al deze sporen zijn voorzien van bovenleiding. Spoor 554 is voorzien van een tankplaat voor diesellocomotieven. Aan deze zijde van het emplacement staat ook het dienstgebouw. Nabij het dienstgebouw zijn een aantal opstelsporen voor locomotieven.

Hoe het traject verder moet lopen, is nog niet meteen duidelijk. De ontwikkeling van het havengebied speelt hierin een grote rol. In 1964 wordt het bestaande emplacement van zeven sporen met twee sporen uitgebreid. In 1967 wordt het spoor omgelegd naar de Merseyweg, langs de Brittaniëhaven. In 1969 komt de Calandbrug in dienst. Hiermee is de definitieve route vastgelegd in westelijke richting naar Europoort. Aan het eind van de jaren '60 komt hier een houten schaftkeet voor de opzichter.

In 1979 worden drie opstelsporen met een lengte van 750 meter aangelegd.

In 1987 wordt een omloopspoor aangelegd langs de Theemsweg, waarbij hier ook een klein emplacement ontstaat.

In de week van 19 mei 2003 is de verkeersleidingpost van de Botlek verhuisd naar de Kijfhoek.


In 2006 is de Havenspoorlijn nabij het emplacement verdubbeld met de aanleg van de Botlekspoortunnel onder de Oude Maas. Tevens is de spoorlijn van bovenleiding voorzien. De Havenspoorlijn met de Botlekspoortunnel is gedeeltelijk op de oude sporen van het emplacement aangelegd. Hiervoor is het nodig om diverse sporen op te schuiven. Op 13 december 2009 komt de spanning op de bovenleiding. In 2012 is het dienstgebouw gesloten. Vanaf dat moment is het dienstgebouw in Pernis de uitvalsbasis voor het personeel. In augustus 2017 worden de sporen over de oude Botlekbrug buiten dienst gesteld en aansluitend gesloopt. In 2019 zal het nieuwe spoor op de nieuwe Botlekbrug in gebruik worden genomen. In het najaar van 2015 wordt bekend dat een mogelijkheid bestaat dat de Calandbrug in de richting van Europoort niet vervangen zal worden, maar zal worden gesloopt. Het is hiervoor nodig om de spoorlijn op dat punt om te leiden. De spoorlijn zal dan om de Brittanniëhaven worden gelegd. De spoorlijn zal op een viaduct langs de Theemsweg worden aangelegd. Met het verleggen van de spoorlijn wordt voorkomen dat het in de toekomst toenemende treinverkeer moet wachten op de scheepvaart dat onder de brug door wil varen. In het voorjaar van 2016 wordt bekend dat de spoorlijn verlegd gaat worden. Het Havenbedrijf Rotterdam wil graag dat de spoorlijn via de Theemsweg en de Rozenburgse Sluis wordt omgelegd. Hiermee kan het treinverkeer groeien en is er minder geluidsoverlast in Rozenburg. De spoorlijn zal vanaf de Merseyweg worden verhoogd en langs de Theemsweg worden aangelegd. Via de Neckarweg wordt de Moezelweg bereikt. Bij de A15 wordt aangesloten op de bestaande spoorlijn. Bij de Thomassentunnel en bij de Rozenburgse Sluis zullen boogbruggen worden gebouwd. De werkzaamheden voor het verleggen van de spoorlijn beginnen in het najaar van 2017 met het slopen van een aantal betonnen windschermen nabij het Calandkanaal. In 2020 moet de nieuwe dubbelsporige, geëlektrificeerde spoorlijn zijn aangelegd. Aan het eind van 2021 moet het nieuwe tracé in gebruik worden genomen. Op 4 april 2020 is de boogbrug over de Rozenburgsesluis geplaatst. Op 30 mei 2020 is de boogbrug over de wegen A15 en N15 geplaatst. Deze brug heeft een lengte van 269 meter, een breedte van 13,7 meter en het hoogste punt is gelegen op 28 meter. Het gewicht van deze brug bedraagt 4.100 ton. In het weekend van 30 en 31 mei 2020 wordt de tweede boogbrug ter hoogte van de Thomassentunnel geplaatst. In oktober 2020 wordt de laatste ligger van het brugdeel geplaatst. Vervolgens wordt begonnen met de aanleg van geluidsschermen. In 2021 wordt begonnen met het plaatsen van bovenleiding, rails en seinen door VolkerRail. De masten voor de bovenleiding worden vanaf januari 2021 geplaatst. Deze werkzaamheden duren twee weken. Tussen 2 en 7 november 2021 wordt het nieuwe tracé aangesloten op de bestaande spoorlijn. Op 8 november 2021 komt het nieuwe traject in dienst. Op 30 augustus 2021 wordt het spoor over de Botlekbrug in dienst gesteld.


Bediening

Na de opening van het emplacement Botlek worden de klanten in eerste instantie vanuit Pernis bediend, hoewel enkele treinen wel worden gesorteerd op een van de emplacementsporen.



In 1987 arriveren elke werkdag 6 treinen vanaf de Kijfhoek op de Botlek. Als afvoer rijden er elke werkdag 5 treinen. Vanuit Lutterade DSM komt een zevende trein aan op de Botlek. De zesde afvoertrein rijdt terug naar Limburg. Daarnaast rijden er dagelijks tot drie bloktreinen met onder andere containers en zout van en naar de Botlek.


Medio jaren '90 arriveren in de nacht 4 treinen uit de Kijfhoek en een vijfde trein uit Lutterade DSM. Alleen in de nacht van zaterdag op zondag komt er geen trein aan. In de nacht van zondag op maandag komt er slechts 1 trein aan in de Botlek vanaf de Kijfhoek. Van dinsdag tot en met zaterdag arriveert er ook overdag een trein uit de Kijfhoek. Op zondag arriveren er overdag twee treinen van de Kijfhoek. Al deze treinen bevatten wagens voor zowel Botlek als voor Europoort. Daarom is het nodig dat de treinen nog gesorteerd worden. Na aankomst van elke trein worden zij in vier groepen gesorteerd voor diverse klanten in de Botlek. Daarnaast worden er wagens gesorteerd voor Europoort en Pernis. Het sorteren gebeurt door het afstoten van wagens naar het juiste spoor. De vier treinen voor de Botlek zijn geografisch ingedeeld over de verschillende raccordementen in de Botlek. Na het sorteren ontstaan er zes konvooien op even zo veel sporen. Een zevende spoor is beschikbaar voor onbekende wagens en het achtste spoor wordt gebruikt voor het omlopen van locomotieven. Na het sorteren worden de wagons zo snel als mogelijk afgevoerd naar de diverse klanten. Dit gebeurt voornamelijk in de nacht en vroege ochtend. Aan het eind van de ochtend vindt ook bediening plaats met wagons die rond 10.30 zijn aangekomen. Ook worden enkele klanten meerdere keren per dag bediend. Op zondag worden geen klanten bediend. De aankomende treinen op zondag worden alleen gesorteerd voor plaatsing op maandag. Het ophalen van wagens voor afvoer naar de Kijfhoek gebeurt in de tweede helft van middag en aan het begin van de avond. In de avond en nacht gaan tot vijf verschillende treinen naar de Kijfhoek vanaf de Botlek. Ook de twee treinen uit Europoort worden in Botlek gesorteerd voor afvoer naar de Kijfhoek. Een zesde trein rijdt van maandag tot en met vrijdag naar Lutterade DSM. Voor het bedienen zijn 4 locomotieven van de serie 2200 voor handen met radiografische bediening. Wanneer er ruimte te kort is voor het stallen van lege wagons, wordt er uitgeweken naar Pernis. Naast de wagenladingtreinen, rijden er ook bloktreinen naar de Botlek. Twee keer in de week komt er vanuit Delfzijl een trein met chloor aan voor Akzo Nobel. Onregelmatig rijdt er een keer in de week een bloktrein met auto's naar Oostenrijk. Eens in de twee weken rijdt er een trein met aluminium naar Zwitserland. In 1997 gaat het aantal ploegen terug van 3 naar 2. Hierdoor wordt het ook moeilijker om bij drukte een ploeg naar Pernis te sturen voor assistentie.

In 2000 neemt ShortLines de trein van en naar Geleen over van Railion. Met deze trein rijden de ketelwagens van de klanten Cytec, DSM, Odfjell en TTR mee. In 2001 bediend Railion vroeg in de ochtend de bedrijven langs de Oude Maasweg. Zo is Railion rond 8 uur bij LBC voor het plaatsen van lege ketelwagens. In de middag worden de wagons weer opgehaald. Als eerste wordt de losplaats bediend, gevolgd door LBC rond 16 uur en als laatste Odfjell.


In 2006 rijden er op werkdagen vijf treinen van de Kijfhoek naar de Botlek. Vanaf de Botlek naar de Kijfhoek rijden elke dag 4 treinen. Deze treinen worden door dezelfde locomotief gereden, zodat na aankomst in de Botlek meteen een trein terug naar de Kijfhoek kan worden meegenomen. Daarnaast rijdt een trein vanuit Lutterade DSM naar de Botlek. De afvoer naar Limburg gaat via de Kijfhoek. Overdag zijn drie ploegen met ieder een locomotief van de serie 6400 actief en in de nacht twee. Door deze ploegen wordt ook de bediening van Europoort en Pernis uitgevoerd, alsmede het Unit Cargo vervoer naar de Maasvlakte. De treinen van de Kijfhoek worden na aankomst op het emplacement uitgesorteerd voor de juiste groep klanten. De eerste ploeg in de nacht bediend Caldic in de Europoort. Na terugkomst bediend deze ploeg de Botlekweg. De tweede ploeg sorteert de aankomsttrein uit de Kijfhoek en bedient vervolgens de Theemsweg en Merseyweg. De eerste ploeg van de vroege dienst bediend de Oude Maasweg, Welplaatweg en de Rotterdam Car Terminal. De tweede ploeg van de vroege dienst is actief op Pernis voor de PCT en Interforest. De derde ploeg van de ochtend is actief in Europoort voor Nerefco en Micro Chemie. In de middag is er een ploeg die in Pernis de Unit Cargo trein uit de Kijfhoek sorteert. Na het sorteren wordt de afvoertrein naar de Kijfhoek samengesteld en daar naar toe gebracht. De tweede ploeg in de middag rijdt naar de Maasvlakte voor de bediening van Lyondell en DFDS. Met deze trein rijden soms ook wagons mee voor het container-, erts of kolenvervoer die onderhoud hebben gehad of zijn hersteld. Op de terugweg naar de Botlek vanuit de Maasvlakte gaan soms dergelijke wagons mee terug. Aan het eind van de middag worden de wagons opgehaald langs de Botlekweg voor afvoer naar de Kijfhoek. De derde ploeg in de middag is actief bij de Oude Maasweg en Theemsweg en Merseyweg.

In 2010 zijn er vier Unit cargo treinen die aankomen op de Botlek en vertrekken er zes naar de Kijfhoek. Deze treinen worden gereden door locomotieven van de serie 6400. Op de Kijfhoek zijn de wagons al gesorteerd voor het juiste emplacement en volgorde van bedienen. Hiermee is rangeren in de Botlek niet meer nodig. De treinen voor de Merseyweg/Theemsweg worden in de nacht geplaatst. Aan het eind van de middag worden de treinen opgehaald. Bloktreinen rijden vanaf het emplacement met een elektrische locomotief van de Baureihe 189. In mei 2010 gaat ACTS in de Botlek een aantal bedieningen verzorgen. Dit vervoer is overgenomen van Veolia. Ook de twee keer in de week rijdende autotrein neemt ACTS over van Veolia. Drie keer in de week worden door ACTS wagons gehaald voor de bonte treinen van SBB Cargo naar Keulen en Zwitserland. De Unit Cargo trein die ACTS in samenwerking met SBB Cargo heeft opgezet, sneuvelt op . In 2011 zijn er nog maar drie Unit Cargo treinen die aankomen op de Botlek en vertrekken er ook 3 naar de Kijfhoek.

DB Cargo verzorgt sinds 20 twee tot drie keer per dag voor aanvoer vanaf de Kijfhoek met bonte aanvoertreinen. Twee treinen bevatten diverse wagentypen voor diverse klanten. De derde trein rijdt enkele keren per week en bestaat uit lege wagens uit Dordrecht voor het vervoer van methanol vanaf Vopak. In januari 2019 gaat Lineas de vestiging van LyondellBasell bedienen met een trein van de Maasvlakte als onderdeel van het Green Xpress Network. De aan- en afvoer van wagens vindt plaats in de nacht. Vanaf 14 december 2019 gaat Lineas de aan- en afvoer treinen in de tweede helft van de ochtend rijden. Door DB Cargo wordt vanaf 13 juni 2021 de bediening van de Vopak, Steinweg en Kemira niet meer op verschillende momenten in de avond gedaan, maar naar 1 bediening in de nacht. Hiermee kan de avondploeg vervallen op de Botlek. Door deze wijziging komt trein 61106 naar de Kijfhoek in de avond te vervallen. De wagons naar de Kijfhoek worden in de middag in trein 61104 afgevoerd, welke tot dan toe alleen bestond uit ketelwagons van klanten langs de Welplaatweg.


Spooraansluitingen

Vanaf het hoofdemplacement zijn er twee aansluitingen te bereiken. Deze zijn van Alu Suisse en de gasverlading van Esso.

  • Alu Suisse/Aluchemie

In 1964 krijgt aluminiumproducent Alu Suisse een spooraansluiting, tegelijkertijd met de vestiging van het bedrijf in Botlek. Voor het rangeerwerk beschikte het bedrijf tussen 1966 en 2004 over een locomotief van Orenstein & Koppel, type MB 5 N. In 2004 gaat de locomotief over naar Shunter. Eind 2021 sluit de fabriek. Medio jaren '90 rijdt er eens in de twee weken een trein met aluminiumblokken op platte wagens naar Zwitserland. De blokken zijn veelal afkomstig uit IJsland of andere Scandinavische landen. In 199 gaat er een keer in de week een bloktrein met blokken aluminium naar het Duitse Singen rijden. In 2001 rijdt de laatste trein naar Singen. Het vervoer verhuist naar Hanno/Uniport in Waalhaven Oost.


  • Esse gasverlading


Emplacementen

De Botlek kent zes emplacementen/stamlijnen waar aan diverse bedrijven zijn gevestigd. Tijdens de bediening van deze emplacementen werd gesproken over 'hoeken'. Dit waren de Oude Maasweg, Welplaatweg, Botlekweg/Gerbrandyweg en Theemsweg/Merseyweg.


Botlekweg

Ten westen van het hoofdemplacement is het emplacement Botlekweg gelegen. Dit is het drukste emplacement in het gebied en loopt tot aan de Nieuwe-Waterweg. In het verlengde van de stamlijn is het emplacement aan de Gerbrandyweg gelegen.


Spooraansluitingen

  • KNZ/Akzo Nobel/Nouryon

In 1959 wordt in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (KNZ) een fabriek gebouwd die keukenzout ontleed in chloorgas en natronloog. Dit is de Chlooralkalifabriek (CAB). De fabriek wordt in 1961 geopend. In 1965 vindt er uitbreiding plaats met de bouw de GBM (Gewas Beschermings Middelen). Dit bedrijf maakt bestrijdingsmiddelen voor de landbouw, waarin chloor is verwerk. In 1969 worden nog eens twee fabrieken gebouwd. Dit is het vinylchloridebedrijf (VCB) en een energievoorzieningsbedrijf (EVB). Het chloor wordt per pijplijn afgevoerd naar diverse klanten. Ook vindt er afvoer van vinylchloride naar Schkopau plaats. Omdat er te weinig chloor werd geproduceerd, wordt er chloor aangevoerd vanuit Delfzijl en Hengelo. Dit wordt per ketelwagen aangevoerd. In 1974 is een chloorkringloopinstallatie op het terrein van in gebruik genomen. In 1983 wordt de Chlooralkalifabriek vervangen door een Membraan Elektrolyse Bedrijf fabriek. Vanwege maatschappelijke weerstand wordt besloten om het vervoer van chloor per spoor stop te zetten. Daarom wordt in 1999 de capaciteit van het te produceren chloor te verhogen tot 350 kiloton per jaar. In 2006 is het de bedoeling dat de laatste chloortreinen rijden. De productiecapaciteit is op dat moment al verhoogt tot 590 kiloton per jaar. Alleen bij onderhoud van de installaties wordt chloor per trein vanuit Duitsland aangevoerd. Uiterlijk in het voorjaar van 2021 rijdt de laatste trein met chloor. Dit is mogelijk door de opening van de tweede productiefabriek voor de productie van chloor. Wanneer deze in bedrijf wordt gesteld, zullen de losinstallaties voor het lossen van wagons met chloor gesloopt gaan worden. Voor het vervoer van de wagons beschikte het bedrijf over diverse rangeerlocomotieven. In 1983 wordt een nieuwe locomotief aangeschaft van het type G321B van MaK. Deze krijgt het nummer en de naam Marty. In 2004 raakt de locomotief defect en wordt op 18 augustus 2004 verkocht aan Bemo Rail. Op 4 februari 2005 wordt de locomotief afgevoerd naar Bemo Rail. Ter vervanging van deze locomotief wordt een locomotief van het type RS100D geleverd. Deze heeft tot augustus 2004 dienst gedaan bij European Bulk Services in . De locomotief met het nummer 3 (O&K MB5N) is in 2006 overgenomen van de Hengelose vestiging van Akzo. De locomotief is in gebruik als reserve en is Als laatste is locomotief aanwezig als reserve en is 2009 gesloopt.

Om het VCB te bevoorraden, rijdt de eerste jaren een aantal wagenladingtreinen met chloor naar de Botlek. Vanaf 1972 worden dit aparte bloktreinen. In 1974 zijn dit vijf treinen in de week. In 1986 rijden vier bloktreinen in de week met chloor in de nacht naar de Botlek. Deze komen zowel uit Delfzijl als uit Hengelo. Tussen 1983 en 10 april 1993 wordt werk dagelijks keukenzout aangevoerd per spoor vanuit Hengelo. Het zout wordt vervoerd in blauwe zelflossers van het type Tals van verhuurbedrijf Armita. In 1994 rijdt de trein met vinylchloride in gasketelwagens naar Schkopau voor het laatst. In 1996 rijden er nog maar 2 treinen in de week met chloor naar de Botlek vanuit Delfzijl. In 1996 wordt het vervoer van vinylchloride naar Schkopau hervat. Hier worden diverse soorten gasketelwagens voor gebruikt. Bij wijze van proef start in 1997 het vervoer van metaalalkylen in tankcontainers naar Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. In 2005 rijdt de laatste trein met chloor uit Delfzijl en rijdt er twee keer in de week een trein met chloor vanuit Hengelo naar de Botlek. Op april 2006 rijdt de laatste chloortrein vanuit Hengelo. Uit Delfzijl rijdt op de laatste trein met chloor. Na het wegvallen van het chloorvervoer verhuist het resterende vervoer (laadketels met en tankcontainers met pyrofore vloeistoffen) naar de Combi Terminal Pernis. In 2008, 2010, 2011 vindt er aanvoer van chloor plaats uit het Duitse Ibbenbüren als gevolg van onderhoud aan de installaties. Dit gebeurd om de twee jaar. De bediening vindt op die momenten in de nacht plaats. Er rijden in deze periode gemiddeld 10 treinen met chloor. In april 2021 zullen de laatste treinen met chloor rijden. Op dat moment zal de tweede productielijn voor chloor operationeel zijn, zodat aanvoer van chloor per spoor niet meer noodzakelijk is. De eerste trein reed in de nacht van 12 op 13 april 2021 tussen de Botlek en het Duitse Ibbenbüren. De tweede trein reed in de nacht van 15 op 16 april. De laatste trein met chloor arriveerde op 20 april 2021. Op 10 mei 2021 worden de laatste lege wagons afgevoerd.

  • Aros/Panocean/Paktank Laurenshaven/Vopak Terminal Chemiehaven

In 1962 vestigt het bedrijf Antwerpen Rotterdam Oil Storage (AROS) zich in de Botlek. In datzelfde jaar wordt een aansluiting op het spoor gerealiseerd. Het bestaat uit 3 sporen en aan laad- en losinstallatie. Er worden diverse chemische producten aan- en afgevoerd in ketelwagens. In 1971 wijzigt de naam in Panocean. In 1993 wordt de terminal overgedaan aan Paktank. Na de fusie met Van Ommeren gaat het bedrijf verder onder de naam Vopak Terminal Chemiehaven. Voor het rangeerwerk wordt er in 19 een locomotief van aangeschaft. Deze is van het type. In 19 wordt de locomotief vervangen door een locomotief van Windhoff, type . De tweede locomotief wordt in 1999 vervangen door een locomotief van O&K, type MV6b. Deze doet tot 20 dienst.

In 2003 worden per week enkele wagons met monomeren afgevoerde naar . Daarnaast is er aanvoer van aniline en parafine. Van 20 tot 2015 worden per enkele ketelwagens met ethanol afgevoerd door DB Cargo in het Unit Cargo netwerk naar onder andere Cornaux, Herne en Wenen. In 2017 vindt laatste vervoer plaats. Het is biodiesel dat tot maart 2017 naar Vlaardingen reed met RRF. Dit vervoer duurt slechts enkele maanden.

  • Botlek Tank Terminal

In 2011 wordt begonnen met de aanleg van opslagcontainers op het leeggehaalde terrein van Maas Silo. Het terrein is in 2009 gekocht door de Botlek Tank Terminal (BTT). In april 2013 wordt de spooraansluiting aangelegd naar de terminal. De aansluiting bestaat uit twee sporen, waar maximaal acht wagens kunnen worden behandeld. Voor de poort naar de terminal is een omloopspoor. De terminal wordt bediend door LTE, Locon en TrainSupport in opdracht van HSL Logistik. Zij brengen enkele keren per week treinen met lege ketelwagens, die gevuld met biodiesel teruggaan naar Polen en Duitsland (Bitterfeld en Schwedt an der Oder). Rurtalbahn brengt treinen met biodiesel naar Neustadt an der Oder. In de loop van 2015 rijdt LTE zijn laatste treinen met biodiesel van de BTT naar het Italiaanse Trecate. In 201 wordt het vervoer door LTE hervat met een wekelijkse slag uit Trecate. Vanaf 2017 rijdt RRF vijf keer in de week een trein met biodiesel vanuit Bad Bentheim naar de Botlek. De treinen zijn afkomstig van diverse raffinaderijen uit Polen. Tussen januari en april 2017 rijdt RRF een trein met biodiesel uit het Duitse Lutherstadt. Door LTE wordt onregelmatig biodiesel aangevoerd vanuit de Duitse plaatsen Bitterfeld en Schwedt an der Oder. Na lossing keren de ketelwagens terug met plantaardige olie. Vanaf het najaar van 2019 verlaagd RRF de frequentie van het aantal treinen uit Polen tot 2 à 3 treinen in de week. Daarnaast komen per week enkele treinen uit het Duitse Lutherstadt en is er afvoer naar Ingolstadt. Onregelmatig wordt er biodiesel naar Neustadt an der Oder afgevoerd door verschillende vervoerders. In het voorjaar van 2019 gaat vervoer van biodiesel naar Trecate van RRF over naar DB Cargo. Ook de terminal wijzigt. Dit wordt Koole Tankstorage in Pernis. Biodiesel wordt sinds februari 2020 door HSL afgevoerd naar Kralupy nad Vltavou.

  • Chemische Industrie Rijnmond/DSM Chemicals/Emerald Kalama

In 19 vestigt het bedrijf zich in de Botlek. In gaat het bedrijf over in Emerald Kalama. Medio jaren '90 vindt er dagelijks afvoer plaats van ketelwagens met naar het DSM-complex in Geleen. Deze rijden rechtstreeks tussen de Botlek en Geleen. Daarnaast gaat er elke dag een ketelwagen naar de Tank Terminal Rotterdam (TTR), verderop aan de stamlijn gelegen. De beladen wagen gaat in de middag rechtstreeks naar TTR en een lege wordt opgehaald bij TTR en naar DSM gebracht. Tussen 1 juni 2000 en 2003 wordt er fenol afgevoerd naar Geleen door ShortLines. Buiten deze periode vervoert Railion dit vervoer. In 2005 wordt de productie van fenol beëindigd in de Botlek. Het vervoer valt terug tot ongeveer drie ketelwagens met koolwaterstoffen per dag naar . Dit vervoer eindigt in januari 2006.

  • EBS Botlek Terminal

Aan de Montrealweg is een vestiging van EBS Botlek Terminal. Eind 2003 rijdt de laatste trein.

  • EBS Sint Laurenshaven

Aan de Botlekweg is sinds een vestiging van EBS. In krijgt het bedrijf een spooraansluiting. In 2003 gaan twee bloktreinen per week rijden met alumina naar Slowakije. De beladen trein wordt aan het eind van de ochtend opgehaald. In 2006 worden in enkele maanden tijd treinen met soja beladen. Deze treinen worden door gereden. In oktober 2007 rijdt Veolia enkele treinen met kolen naar . Vanaf 2007 rijdt DB Schenker een keer in de week een trein met ertsmineralen naar . De laatste trein hiervan rijdt op . In februari 2010 is eenmalig Rurtalbahn met bollenwagens langs gekomen.

  • Esso

In 1960 opent Esso haar raffinaderij in Botlek. In de Botlek is er meer ruimte voor de raffinaderij dan aan de Petroleumhaven in Pernis. Datzelfde jaar wordt de spooraansluiting met sporen geopend. De aansluiting ligt direct tegenover het hoofdemplacement Botlek. De aansluiting is ook bekend onder de naam 'Esso Binnen'. In de loop der jaren is het aantal sporen op het terrein uitgebreid tot 6. Voor het rangeerwerk op de sporen is in 1959 een locomotief van Henschel, type DH 500 B, gekocht. In 1987 wordt de locomotief overgeplaatst naar Esso in Antwerpen, omdat het vervoer sterk is teruggelopen. Buiten de poort ligt een emplacement van zeven sporen waar wagons konden staan in afwachting van hun beurt. Dit emplacement is ook wel bekend onder de naam 'Esso Buiten'. Bij de opstelsporen werden vaak ketelwagens gestald in afwachting van de belading. Dit kon soms wel enkele weken duren. In 2013 stonden hier voor het laatste lange slepen ketelwagens. Vervoerders konden hier sporen reserveren om hun wagons tijdelijk te stallen. Medio december 2015 is het emplacement met 7 sporen niet meer als zodanig in gebruik. Omdat het emplacement ook regelmatig gebruikt wordt in de dagelijkse uitvoering, is het niet handig als sporen langere niet tijd niet te gebruiken zijn. Het opstellen van wagens gebeurt nu op IJsselmonde en Maasvlakte West. In augustus 2020 zijn de 7 sporen opgebroken. In het weekend van 9 en 10 juli 2022 is het aansluitwissel naar de aansluiting opgebroken. Afvoer van onder andere butaan naar Akzo in Europoort. In 19 worden de treinen met olie uit Schoonebeek naar de raffinaderij gereden in plaats van de raffinaderij in Pernis. In september 1996 rijden de laatste treinen naar de NAM in Schoonebeek. Naast aanvoer van olie, vindt er ook afvoer plaats. Dit gaat naar België. Ook wordt er LPG naar Antwerpen en Oostenrijk afgevoerd. Dit rijdt naar beide één keer in de week. In 2002 rijdt de laatste trein met LPG naar . Sinds die tijd is de spooraansluiting buiten gebruik. In de nacht van 6 op 7 oktober 2008 wordt per Italiaanse Uaais een warmtewisselaar geleverd.

  • Exxon Mobile


  • Ketjen Carbon Botlek/Cabot

In 1960 vestigt het bedrijf Cabot zich in de Botlek. In 1960 krijgt het bedrijf een spooraansluiting. Het bedrijf produceert zwartsel. Dit ontstaat door de onvolledige verbranding van koolstof houdende grondstoffen, zoals pek, steenkoolteer en zware aardoliefracties. Dit product wordt voornamelijk gebruikt als vulmiddel bij de productie van bandenrubber. In 1969 wordt de aansluiting vergroot met een . In 1978 wordt de aansluiting wederom vergroot. Ditmaal met een . In 2013 worden de sporen op het terrein opgebroken. Medio juni 2014 is het aansluitwissel naar roetfabriek Cabot aan de Botlekweg verwijderd. In 1981 wordt de fabriek hernoemd naar Cabot, wanneer Akzo de aandelen verkoopt aan de andere aandeelhouder, Cabot. Aan het begin van de jaren '90 loopt het vervoer sterk terug en is er vanaf 199 geen spoorvervoer meer. In 1996 komt het spoorvervoer weer op gang en wordt er wekelijks een wagen met zwartsel afgevoerd naar bandenproducent Dunlop in . In 2003 wordt de afvoer verhoogd tot wagens per week naar Frankrijk. Dit duurt tot augustus 2003. In 2006 wordt het vervoer hervat met enkele wagens in de week. Tot eind 2010 werden er wagons met roet verstuurd naar o.a. Michelin in Frankrijk.

  • GEM/EBS/Maas Silo

De Graan Elevator Maatschappij vestigt zich in 1966 in de Botlek. Er worden grote silo's gebouwd voor de opslag van graan. In 1993 fuseert het bedrijf met Frans Swarttouw en Interstevedoring tot het bedrijf European Bulk Services (EBS). In 1999 verandert de naam van het bedrijf in Maas Silo. Door eigen locomotieven worden de treinen over de losput getrokken. Voor dit werk is er tot 1985 een Köf aanwezig. In 1985 wordt deze vervangen door de locomotoren 260 en 349. Deze doen tot 2005 dienst. In 2005 worden beide locomotoren vervangen door een locomotief van Moyse, type . Deze doet dienst tot de sluiting van het bedrijf in 2009. De silo's worden in 2010 gesloopt. Het terrein wordt in 2009 gekocht door Botlek Tank Terminal, die er opslagtanks voor vloeibare chemische middelen plaatst.

In de eerste jaren van de jaren '90 neemt het vervoer van graan af, net zoals dat bij andere bedrijven het geval is. Vanaf 1995 vindt er een opleving van het vervoer plaats in samenwerking met graanhandelaar Glencore. Er vindt vanaf dat jaar aanvoer per bloktrein met graan plaats dat door de EU is opgekocht en dat wordt verscheept naar Afrika of Azië. Zo rijden er in 1995 4 treinen per dag uit Duitsland. In de zomer van 1996 rijden bovenop de normale aanvoer, 60 treinen extra uit Duitsland. In het najaar van 1996 wordt de frequentie van het aantal treinen omlaag gebracht tot twee treinen per dag. Deze treinen rijden regelmatig tot aan de zomer van 1998. Het vervoer kan soms ook maanden niet rijden. In 2000 rijden tot drie bloktreinen met graan uit Duitsland. In de eerste maanden van 2001 komen nog steeds tot drie treinen per dag aan. In 2003 worden de silo’s door Glencore gebruikt om graan uit de EU per schip naar Afrika of het Midden-Oosten. Onregelmatig vindt er afvoer van rijst naar Frankrijk plaats. De aanvoer blijkt in het voorjaar van 2005 dusdanig groot te zijn, dat er tot 4 treinen per dag gelost worden. Als eerste wordt vanuit Frankrijk in het voorjaar 2005 gerst aangevoerd in wagons van het type Tagnoos. Nadat de treinen uit Frankrijk zijn gearriveerd, komen de treinen uit Duitsland. Er wordt ongeveer 40.000 ton graan gelost uit Duitsland. Vanaf 2005 komen ook treinen met graan uit Tsjechië. In juli 2005 is al het graan dat gelost wordt bij Maas Silo afkomstig uit Tsjechië. In totaal wordt er ongeveer 400.000 ton graan uit Tsjechië aangevoerd. In de zomer van 2005 bedient Rail4Chem voor het eerst Maas Silo met een trein. Zij nemen dit vervoer over van Railion. Vanaf september 2005 neemt het vervoer af tot 2 treinen per dag. Door RRF wordt vanaf oktober 2005 het plaatsen van de treinen uitgevoerd op de spooraansluiting met een van hun locomotieven van de serie 600. Vanaf augustus 2006 wordt de frequentie van de treinen verhoogd als gevolg van een grote aanvoer. De geloste wagens worden naar de vestiging van EBS in de Europoort overgebracht om beladen te worden met sojapellets. Na februari 2007 neemt het vervoer snel af, nadat in de Europoort bij EBS een nieuwe losinstallatie is aangelegd. Alleen bij gebrek aan capaciteit in de Europoort wordt de spooraansluiting nog gebruikt. In 2009 vindt de laatste heropleving plaats. Er wordt tot drie keer in de week een trein met mais uit Hongarije aangevoerd. Door Railion worden enkele treinen met graan uit aangevoerd. In het najaar van 2009 rijden de laatste treinen.


Merseyweg

De stamlijn langs de Merseyweg takt aan de westzijde af van het emplacement Botlek van de Havenspoorlijn, vlak voor het viaduct in de snelweg A15. Bij de kruising met de Theemsweg is er een wissel naar de stamlijn langs de Theemsweg.

Spooraansluitingen

  • Seaport Terminals/Rotterdam Car Terminal/Broekman Terminals/C.RO

In 1981 krijgt het bedrijf een spooraansluiting. Het bedrijf is gelegen aan de Merseyweg. In 2000 gaat Seaport Terminals failliet. De terminal wordt overgenomen door de Rotterdam Car Terminal en is eigendom van Broekman. Op het terrein liggen aanvankelijk 2 sporen. Op een spoor passen 11 wagons voor het vervoer van auto's. Het andere spoor heeft een capaciteit van 13 wagons. Op het terrein wordt de stamlijn tweesporig in de richting van de containerterminal. Het zuidelijke spoor is voorzien van een wissel naar het overdekte laad- en losspoor, welke is gelegen in een garage. In 20 neemt C.RO het terrein over van Broekman en voegt dit samen met het eveneens overgenomen terrein van Cobelfret. Aan het begin van 2019 wordt het spoor dat tussen de overdekte garage en de snelweg A15 loopt naar de containerterminal, opgebroken. Hiervoor in de plaats worden vijf sporen aangelegd ten zuiden van de overdekte garage.

Vanaf 19 vervoert het bedrijf auto's per Unit Cargo uit naar Oostenrijk en Zwitserland. Met het Unit Cargo worden auto’s aangevoerd uit Duitsland, Hongarije en Slowakije. Dit duurt tot 2009, wanneer er door de economische crisis minder auto’s worden verkocht. Medio jaren '90 worden bloktreinen met auto's afgevoerd naar Hongarije en Oostenrijk. In 2002 komt er vervoer van Aziatische auto's op gang naar het Zwitserse Safenwill. Dit rijdt een keer in de week. De auto's worden per schip aangevoerd. Vanaf 2005 rijdt een keer in de week een trein met Mazda's naar het Oostenrijkse Salzburg. In 2006 verhoogt Railion de frequentie van de treinen naar Safenwill naar twee keer in de week. Daarnaast rijden twee treinen in de week met Mazda’s naar het Oostenrijkse Salzburg. Vanaf januari 2007 neemt Veolia de trein met de Japanse/Koreaanse auto's naar het Zwitserse Safenwill over van Railion. In 2009 komt er een einde aan de treinen met Mazda’s, waarmee er ook een einde komt aan de aanwezigheid van DB Schenker. In 2010 neemt ACTS het vervoer naar Safenwill over van Veolia. Samen met SBB Cargo rijdt ACTS twee keer in de week een trein. In 2010 start Captrain met de aanvoer van Kia’s uit Slowakije. Door RRF worden de beladen autowagens op de terminal geplaatst. Vanaf 201 neemt SBB Cargo de trein over en gaat deze zelf een keer per week naar Safenwill rijden. RRF verzorgt het rangeerwerk voor SBB Cargo. Door HSL Logistik worden vanaf februari 2015 wagons met Kia en Hyundai naar de Botlek gereden. De auto's zijn afkomstig uit Zilina in Slowakije. Door DB Schenker wordt een à twee keer per maand een trein met Suzuki's uit het Hongaarse Esztergom naar de Botlek gereden. Vanaf april 2018 wordt wekelijks een nieuw treinstel SNG gelost bij de terminal. Deze worden per schip aangevoerd vanuit het Spaanse Bilbao. Voor het lossen van de rijtuigbakken is een speciale losinrichting gemaakt. De rijtuigbakken worden na lossing per dieplader naar de werkplaats Amsterdam Zaanstraatwerkplaats Per mei 2018 gaan de Suzuki's naar de vestiging van C.RO in de Sloehaven. Op 1 januari 2020 neemt DB Cargo de trein naar Safenwill over van SBB Cargo. De frequentie blijft een trein in de week. In het voorjaar van 2020 rijden de treinen met Suzuki's uit Hongarije voor het laatst. In september 2020 rijdt HSL een trein met naar C.Ro vanuit Emden. In oktober 2020 rijdt Rurtalbahn twee treinen met auto's uit Emden naar C.Ro.

  • Seaport Terminals/Cobelfret/C.RO

Achter het terrein van de Rotterdam Car Terminal loopt de spoorlijn door naar het terrein van de Seaport Terminals. De dubbelsporige spoorlijn loopt verder langs de garage richting het Calandkanaal. Voorbij de garage wordt het weer enkel spoor. Achterop het terrein is de containerterminal gevestigd, waar intermodale treinen op twee sporen worden gelost en beladen. In 20 neemt C.RO het terrein over van Cobelfret en voegt dit samen met het eveneens overgenomen terrein van Broekman.

De terminal wordt aangedaan door DB Cargo (Brescia), RRF (naar Duisburg) en SBB Cargo (naar Milano Segrate). In 2017 wordt begonnen met de bouw van een nieuwe terminal op het terrein. Deze komt bij de garage te liggen en gaat 5 sporen omvatten, vier laad- en lossporen en een omloopspoor. Deze komen ten zuiden van de overdekte garage te liggen. Om de containers te lossen, zullen er twee portaalkranen worden geplaatst. Begin mei 2018 wordt de nieuwe terminal in gebruik genomen. Voor het om rangeren is een traverse van Bemo in gebruik genomen in september 2018. Voor het rangeerwerk wordt op 6 augustus 2018 een locomotief van het type MB11 van O&K afgeleverd.

In de jaren '90 verstuurd Seaport Terminals schuifwandwagens met papier uit Scandinavië naar onder andere Duitsland en Oostenrijk. Ook Mead in Blerick ontvangt papier van deze terminal. Ook worden metalen afgevoerd van de terminal. Vanaf 2002 laat ACTS op de terminal de treinen met containers voor IAMS in Coevorden beladen. In juni 2004 verhuist dit vervoer naar de P&O terminal in de Europoort. In 2006 vindt er aanvoer plaats van frisdrank uit Zwitserland. Dit vervoer sneuvelt al na enkele maanden. Ook in 2006 vindt er aanvoer plaats van witgoed uit Duitsland. Dit zijn een handvol schuifwandwagens per dag. In juni 2006 komt er vervoer van containers op gang. Dit zijn containers van IFF en UBC Bulk uit de haven van Stein, welke dagelijks worden behandeld. De treinen hebben een lengte van ongeveer 5 wagons. Dit vervoer werd voorheen afgehandeld bij het RSC in de Waalhaven. Eind 2012 rijdt de trein met witgoed voor het laatst. In juli 2013 gaat Locon de treinen naar Bologna rijden. Dit duurt tot januari 2016.

Vanaf deze nieuwe terminal vertrekt RRF met de trein naar Duisburg, DB Cargo belaadt hier de trein naar Brescia. SBB Cargo blijft van de oude terminal gebruik maken. SBB Cargo rijdt sinds 2016 drie keer per week een containertrein naar Bologna. Door RRF wordt hier het rangeerwerk verricht. Daarnaast komt RRF langs met delen van de treinen die Kombi Rail Europe tussen Maasvlakte en Duisburg-Rheinhausen rijdt. In september 2017 gaat er een zevende trein per week rijden naar het Italiaanse Melzo. Deze treinen worden gereden door . Medio februari 2018 behandelt de terminal de treinen uit Brescia, welke door DB Cargo worden gereden in opdracht van NeeleVat/Hupac. Deze treinen reden eerder naar het RSC in de Waalhaven. In het voorjaar van 2018 komt de containertrein uit Milano Segrate, in plaats van uit Bologna. Per 4 mei 2019 rijdt het Oostenrijkse Ecco rail treinen vanaf deze terminal naar Wenen. De belading bestaat voornamelijk uit trailers van LKW Walter. De trein rijdt twee keer in de week met een locomotief van de Baureihe 189 op het attest van RRF. Het plaatsen van de trein wordt door RRF uitgevoerd. Vanaf 19 november 2019 zal de terminal 2 keer in de week aangedaan worden door de nieuwe trein uit Wenen, Boedapest en Halkali. Deze trein wordt door RRF gereden in samenwerking met de Wiener Lokalbahnen Cargo in opdracht van Hupac. Ingaande 21 september 2020 gaat de trein naar Wenen, Boedapest en Halkali, welke door de Wiener Lokalbahnen wordt gereden in samenwerking met RRF in opdracht van Hupac, drie keer in de week rijden. Het vertrek is op dinsdag, donderdag en vrijdag aan het eind van de middag. De aankomsten zijn op maandag in de ochtend en dinsdag en donderdag halverwege de middag. Per 1 november 2020 wordt de frequentie van de treinen van Ecco Rail met LKW trailers tussen de terminal en Wenen verhoogd tot 4 slagen in de week. Ingaande 12 januari 2021 zal de terminal drie keer in de week (dinsdag, donderdag en zaterdag) aangedaan worden door de Melzo-shuttle van SBB Cargo, in opdracht van Hannibal European Gaterail. Hiermee rijden er 10 treinen in de week tussen beide bestemmingen in opdracht van Distrirail. Medio maart 2021 gaat RFO keer in de week naar Katy rijden. Deze treinen zijn een aanvulling op de treinen uit Moerdijk. In opdracht van Hupac gaat er vanaf 1 juni 2021 drie keer in de week een trein naar het Italiaanse Pordenone. De tractie wordt geleverd door DB Cargo, terwijl het plaatsen op de terminal door RRF wordt uitgevoerd. Op zondag en dinsdag wordt er gereden onder treinnummer 42827. Op donderdag rijdt de trein als trein 42829. De aankomst vanuit Italië van trein 42826 is op zaterdag en donderdag. Op dinsdag rijdt de trein onder het treinnummer 42824. Vanaf 6 september 2021 rijdt in opdracht van Hannibal European Gaterail vier keer in de week tussen de Botlek en Melzo. Eind september 2021 gaat Partner in Rail drie keer in de week een containertrein naar het Poolse Rzepin rijden. Vanuit Rotterdam vertrekt de trein op maandag, woensdag en vrijdag. De treinen worden gereden door locomotieven van Independent Rail Partner. De wagons met trailers van CLdN worden met de Tilburg shuttle naar Tilburg industrie gebracht. Hier worden de wagons gekoppeld aan de bestaande trein naar Rzepin van Retrack. Vanaf 13 december 2021 rijdt SBB Cargo drie keer in de week met GTS-shuttle naar Bologna. Het plaatsen bij de terminal wordt door RRF gedaan. In de eerste maanden van 2022 zal de frequentie stijgen tot 7 treinen in de week. Het plaatsen bij de terminal wordt door RRF gedaan. Vanaf 13 januari 2022 rijdt Kombiverkehr vijf dagen in de week van de terminal naar de TriCon-containerterminal in Neurenberg. De treinen rijden van maandag tot en met vrijdag. Ingaande 14 februari 2022 gaat SBB Cargo drie keer in de week een containertrein naar het Italiaanse Montirone rijden. De frequentie is drie slagen in de week.

Aan het eind van 2022 zal SBB Cargo 17 slagen in de week gaan rijden naar Melzo in opdracht van Hannibal European Gaterail.


Oude Maasweg

De stamlijn langs de Oude Maasweg ligt ten westen van het emplacement Botlek en loopt langs de Oude Maas naar de Nieuwe-Waterweg. Het ontsluit de bedrijven die langs de Geulhaven en 3e Petroleumhaven zijn gevestigd. De bediening van de klanten vindt twee keer per dag plaats. In de ochtend rond 8 uur en in de tweede helft van de middag.


Spooraansluitingen

De stamlijn kent diverse aansluitingen, waarbij er in de loop van de tijd diverse zijn gesloten en opgebroken. Daarnaast beschikt de stamlijn een openbare laad- en losplaats voor bedrijven die zelf geen aansluiting op het spoorwegnet hebben.

  • DOW Benelux/LBC

Aan het eind van de stamlijn bevindt zich het complex van DOW Benelux aan de 3e Petroleumhaven. Het bedrijf vestigt zich als een van de eerste bedrijven in Botlek in 1956. Per schip komen diverse goederen aan van diverse DOW vestigingen van over de hele wereld. Ook verstuurt het bedrijf goederen van andere DOW vestigingen in Europa per schip naar de rest van de wereld. In 1960 krijgt het bedrijf een spooraansluiting. Het bestaat een omloopspoor van 150 meter voor de spoorpoort, op het terrein zijn drie laad- en lossporen van maximaal 220 meter. Ieder spoor heeft zijn eigen laad- en losinstallatie en een weegbrug. Daarnaast zijn er drie opstelsporen met een lengte tussen de 130 en 190 meter voor wagons die niet direct beladen of gelost hoeven te worden. In de jaren '90 worden allerlei bedrijfsonderdelen afgesplitst van DOW. De afgesplitste onderdelen maakten daarna niet altijd meer gebruik van de Botlekse vestiging. In 1995 besluit het management van deze vestiging een andere weg in te gaan en het Franse LBC toont interesse in de overname van het complex van DOW. Op 1 juni 1999 gaat het terrein over naar LBC. Na de overgang naar LBC wordt het complex vernieuwd. Zo wordt in 2000 een van de loodsen vervangen door opslagtanks. In 2001 zijn er 86 opslagtanks op het terrein met een inhoud van 80.000 m3. Voor het interne transport op het terrein beschikt het bedrijf over een locomotief, type . Deze wordt op 20 april 1993 vervangen door een locomotief van MaK, type G 321 B. Spoor 1 van de opstelsporen wordt gebruikt voor het opstellen van de vertrekwagens. Deze worden in 2001 in de middag rond 4 uur opgehaald. In de ochtend wordt rond 8 uur de te beladen wagons geplaatst op het omloopspoor. Pas in de nacht zullen zij worden beladen.

DOW voert in ketelwagens diverse producten af naar onder andere de vestiging in Terneuzen. De producten die worden afgevoerd door LBC in ketelwagens zijn chloroform, epichloorhydrine, glycolen en trichloorethyleen. Dit wordt verzonden naar klanten in Duitsland, Italië, Noorwegen, Oostenrijk en Zwitserland. Aanvoer komt uit Duitsland, Polen en Zwitserland. Ook is er aanvoer van DOW in Terneuzen. Ook worden er producten in schuifwandwagens afgevoerd naar diverse landen in Europa, met name Oost-Europa. De schuifwandwagens worden beladen op het omloopspoor. Vanaf 2000 vindt er periodiek afvoer van chloroform plaats naar de fabriek van DuPont in Dordrecht Industrie. Dit gaat om dagelijks drie ketelwagens. Tussen medio november 2005 en eind december 2005 worden elke werkdag bloktreinen met nafta afgevoerd naar Duitsland door Rail4Chem. Een rangeerlocomotief uit de reeks 1 - 5 van RRF zorgde voor het plaatsen van de ketelwagens bij de terminal en het overbrengen naar het emplacement Botlek. Sinds 20 vindt het vervoer alleen plaats met Unit Cargo. De bloktreinen zijn komen te vervallen. Er is dagelijks aanvoer van epichloorhydrine uit Rheinberg-Millingen van Solvay. Ook diverse producten van het chemische complex in Stade-Bützfleth worden aangevoerd. Afvoer vindt plaats in ketelwagens naar Frankfurt am Main met trichloorethyleen.

  • Laad- en losplaats Oude Maasweg

Tot februari 1999 worden schuifwandwagens gelost met bestrijdingsmiddelen uit het Zwitserse Monthey. Het vervoer verhuist naar Store Ship in Europoort. In het voorjaar van 2001 worden buizen gelost die afkomstig zijn uit Siegen en gebruikt worden voor een pijplijn van Lyondell tussen Botlek en de Maasvlakte. Er worden per wagon van het type Snps 135 buizen aangevoerd. Vanaf 2003 wordt het terrein gebruikt om onderhoud uit te kunnen voeren aan goederenwagens door Conrail. Op 15 en 29 oktober 2009 is er aanvoer van twee treinen met split uit Slowakije. Dit vervoer wordt door ACTS verzorgd in opdracht van Locon.

  • Pakhuismeesteren/Paktank/Odfjell Terminals/Koole Botlek

Het overslagbedrijf Pakhuismeesteren krijgt in 1960 een spooraansluiting, nadat het bedrijf zich in 19 vestigt in de Botlek. Op het terrein zijn 5 sporen aanwezig voor het laden en lossen van ketelwagens. Daarnaast zijn er 4 sporen om ketelwagens op te stellen. In de loop der jaren wordt een portfolio opgebouwd met ongeveer 60 vloeibare producten die per trein worden vervoerd naar diverse landen. Het grootste deel gaat naar Duitsland. In 2000 neemt Odfjell Terminals de terminal over. In september 2018 neemt Koole de terminal over. Voor het plaatsen van ketelwagens koopt het bedrijf in totaal 5 locomotieven. Dit zijn de locomotieven 1 (MaK 400 C), 2I (MaK 240 B,), 2II (MaK G 320 B), 3 (Orenstein & Koppel, type MB 5 N) en 4 (Orenstein & Koppel, type MB 150 N). In 20 krijgt locomotief 2 een revisie en wordt geel gespoten en krijgt het nummer R 9905. In 2008 is locomotief 2II geleverd aan Odfjell. In 2009 wordt locomotief 1 geschonken aan de STAR in Stadskanaal. Locomotief 2I wordt in 2009 geschonken aan Graf-Mec in Bad Bentheim met het nummer D12). Alleen de locomotieven met de nummers 3 en 4 zijn nog aanwezig. Op 27 juli 2012 maakt Odfjell bekend om het bedrijf gedeeltelijk stil te leggen in verband met problemen aan koel- en blussystemen van de opslagtanks. Hierdoor komt het spoorvervoer grotendeels stil te liggen.

In september 1995 wordt bij Paktank een Rail Chemie Centre (RCC) geopend. Deze wordt gebouwd naast de Oude Maasweg naast het terrein van Paktank. Bij deze overslaglocatie was het mogelijk om snel grote hoeveelheden vloeibare bulk te kunnen laden of lossen in ketelwagens. De capaciteit is 22 wagons te beladen in acht uur. Het lossen van 22 wagons kan in 12 uur gebeuren. In de eerste maanden werd de installatie nauwelijks gebruikt. In 1996 wordt er meer gebruik gemaakt van de installatie. Het RCC komt in 2010 volledig in handen van Vopak, waarbij de naam wordt gewijzigd naar Rail Cargo Center.

Vanaf worden ketelwagens met aardgascondensaat uit Roodeschool aangevoerd. Dit rijdt vijf dagen in de week. In de zomer van 1994 verhuist dit vervoer naar DSM in Lutterade. In keert dit vervoer terug naar de Botlek. De trein bestaat uit gemiddeld 10 wagons. In 1997 vertrekt vanaf het RCC vier keer in de week een bloktrein met gasolie naar Zwitserland.

Vanaf 2000 rijdt ShortLines treinen met naar Lutterade. De bloktreinen met gasolie naar Zwitserland wordt in frequentie verlaagt en rijdt nog maar 2 keer in de week. In 2003 neemt ShortLines dit vervoer over. De treinen verhuizen daartoe naar het Westelijk havengebied in Amsterdam. In het najaar van 2003 rijdt Railion incidenteel treinen met gasolie naar Zwitserland als gevolg van lage waterstanden in de rivieren. Eveneens in 2003 wordt er vervoer van methyl-tert-butylether (MTBE) naar Zwitserland opgestart. In 2004 begint HGK met het rijden van ketelwagentreinen met naar Duitsland. Dit vervoer eindigt alweer in 200.

In 2006 rijdt ACTS bloktreinen met styreen naar Oost-Europa. Vanuit komt ethanol, wat een keer in de week wordt aangevoerd. Daarnaast wordt er wagons met methanol (naar Leuna-Werke of Mannheim) en methyl-tert-butylether (naar Zwitserland) beladen. In 2007 gaat ook ITL zich bezighouden met het rijden van treinen met styreen.

In 2010 worden de wagons voor het vervoer van aardgascondensaat vervangen door nieuwe wagons. Hierdoor neemt het aantal wagons van deze trein af van 10 naar 7 wagons.

Bij Odfjell worden dagelijks ketelwagens verzonden met azijnzuuranhydride. Dit wordt afgevoerd met het Unit Cargo netwerk van DB Cargo naar Duitsland. Tot de gedeeltelijke stillegging van het bedrijf in juli 2012, werden er dagelijks meerdere bloktreinen verzonden. Deze bevatten onder andere aardagscondensaat, ethanol, methanol en MTBE (methyl-tert-butylether). Daarnaast zijn er enkele wagons met diverse chemicaliën. In september 2012 komt het spoorvervoer langzaam weer op gang. Op 22 september 2012 arriveert de eerste trein met aardgascondensaat uit Roodeschool. Het vervoer rijdt één tot twee keer in de week. In februari 2013 werd de laatste bloktrein verzonden. Dit waren benzinetreinen die DB Schenker uit Bratislava bracht. In maart 2014 gaat de aanvoer van aardgascondensaat uit Roodeschool over naar Rubis aan de Welplaatweg. In april 2016 worden weer bloktreinen beladen bij Odfjell. Dit keer zijn het treinen met ethanol naar Duitsland zijn gebracht door vervoerder LTE. Vanaf 2017 wordt door Rurtalbahn wekelijks een trein met ethanol uit het Oost-Duitse Zeitz aangevoerd. Vanaf november 2018 rijdt HSL twee keer in de week een bloktrein met dieselolie naar Karlsruhe en Basel. In januari 2019 neemt BLS Cargo dit vervoer over. Het rangeerwerk wordt door RRF of IRP verzorgd. In februari 2019 komt dit vervoer ten einde. Het vervoer verhuist naar de terminal van Koole in Pernis. Eind 2019 keert dit vervoer weer terug naar de Botlek. Vanaf oktober 2019 verzorgt RFO de afvoer van dieselolie naar . Op 4 januari 2020 wordt door BLS Cargo in samenwerking met Captrain een trein met benzeen aangevoerd uit het Italiaanse Trecate. Na lossing keerde de trein op 6 januari 2020 weer terug naar Italië. De trein rijdt twee keer in de week, op maandag en donderdag. Op 16 januari 2020 plaatst Lineas lege ketelwagens voor belading met diesel. Vanaf februari 2020 rijdt HSL Logistik een keer in de week een trein met dieselolie naar diverse bestemming in Tsjechië.


Professor Gerbrandyweg

De stamlijn langs de Gerbrandyweg is gelegen in het verlengde van de stamlijn langs de Botlekweg. Dit emplacement telt twee sporen, waarvan er 1 dienstdoet als laad- en losplaats. Ter hoogte van de Quebecstraat takt een stamlijn af naar een emplacement met 5 sporen.


Spooraansluitingen

  • Afval Verwerking Rijnmond (AVR)

In 19 vestigt afvalverwerker AVR zich in de Botlek. Het complex is gelegen tegenover de laad- en losplaats aan de Quebecstraat. In 1989 komt er vervoer van afvalcontainers volgens het ACTS-systeem op gang. In eerste instantie komt dit afval uit Amersfoort. Vanaf 19 komt dit afval uit Crailioo. Aan het begin van 1994 eindigt het vervoer van GFT afval naar Putten en per vrachtwagen naar Lelystad.

Op 31 december 1996 arriveert de eerste trein met afval uit Haanrade. De treinen rijden in opdracht van Afvalsturing Limburg. Deze trein bestaat uit 6 wagons en rijdt iedere werkdag. De wagons worden vanuit Haanrade naar Sittard overgebracht. Hier worden de wagons gekoppeld aan de trein uit Lutterade DSM naar de Botlek. Dit vervoer vindt tot plaats. In 19 komt er een eind aan het vervoer en in 2000 maakt de laad- en losplaats plaats voor een parkeerterrein.

  • Kramer Terminal/C. Steinweg - Handelsveem

Aan het eind van de Gerbrandyweg is sinds de containerterminal van Kramer gevestigd. In 1994 wordt het terrein overgenomen door C. Steinweg - Handelsveem. Het spoorvervoer vond in de eerste maanden plaats langs de openbare weg tussen de AVR en de vestiging, omdat de spoorinfrastructuur nog niet gereed was. Na aankomst op het terrein is een wissel, zodat er twee sporen onder de vijf kranen door lopen over een lengte van meter. Een wisselverbinding zorgt ervoor dat er een enkele spoorlijn de kade volgt langs een loods en blijft het water volgen. Voorbij de loods is er wederom een wissel dat zorgt voor twee kopsporen van meter lengte. Vanuit deze vestiging wordt met name aluminium en koper afgevoerd. Dit vindt in zowel schuifwandwagens als op platte wagens plaats. De aanvoer van lege, platte wagens van het type Res vindt op maandag plaats vanuit Almelo, waar zij zijn gelost van hun lading rollen walsdraad. Diverse vervoerders zijn bij deze vestiging actief. Zo rijdt TX Logistik in 2010 enkele bloktreinen met staalplakken naar Italië. In het eerste kwartaal van 2013 worden damwanden uit het Luxemburgse Esch-Belval aangevoerd. Vanaf maart 2014 gaat er twee keer per week een bloktrein rijden met DB Schenker. Tot die tijd werd dit verzonden door Rhenus Logistics in de Waalhaven. In de winter van 2014/2015 worden stalen palen aangevoerd vanuit Duinkerken. In het najaar van 2015 worden coils afgevoerd naar Duitsland. In 2015 rijdt Locon de bloktreinen met aluminium en in de eerste helft van 2016 rijdt DB Cargo weer deze treinen. Door DB Cargo wordt vanaf 20 dagelijks rongenwagens van het type Res naar het Duitse Singen afgevoerd met aluminiumblokken. In schuifwandwagens worden blokken aluminium afgevoerd naar het Oostenrijkse Braunau-Ranshofen. Tussen 2015 en 2017 worden proeven genomen om dit in containers van Rail Cargo Austria te vervoeren. Dit bevalt echter niet. Vanaf augustus 2016 rijdt Captrain de bloktreinen met aluminium. Sinds 2018 rijdt Rail Force One onregelmatig aluminium naar het Hongaarse Székesfehérvár voor Alcoa in schuifwandwagens. Op 8 januari 2020 plaatst Lineas op proef twee schuifwandwagens voor het vervoer van aluminium.

  • Ecotechniek Botlek

Aan de Torontostraat vestigt in het bedrijf Ecotechniek Botlek. Per spoor worden afvalcontainers volgens het ACTS-systeem aangevoerd. Deze worden gelost bij de AVR en rijden met de vrachtwagen het laatste stuk. Tussen 199 en 1996 wordt er vervuilde grond uit Luxemburg aangevoerd. Vanaf 1996 komt er ook vervuilde grond uit Hamburg naar de Botlek. Dit zijn gemiddeld twee wagens in de week.

  • Europees Zwavel Overslag (EZO)/EBS Botlek Terminal

Aanvoer van zwavel.

  • Frans Swarttouw/EBS Botlek Terminal

In 1961 wordt door stuwadoor Frans Swarttouw een overslagbedrijf geopend aan de Quebecstraat. In 19 krijgt het bedrijf een spooraansluiting, in 19 gevolgd door een tweede, wat zuidelijkere aansluiting. In 1993 fuseert het bedrijf met GEM en Interstevedoring tot het bedrijf European Bulk Services (EBS). In 2005 wordt voor het spoorvervoer een rail-/wegvoertuig van UCA aangeschaft. Vanaf de noordelijke aansluiting vertrekken de treinen met fosfaat naar Tsjechië. Vanaf april 2003 wordt er aluminiumoxide afgevoerd in silowagens van het type Uacs van de Tsjechische spoorwegen. Opvallend aan dit wagentype zijn de bollen op de wagen. Dit gaat met het Unit Cargo netwerk naar het Tsjechische Sokolov of het Oostenrijkse Villach. Dit opvallende wagentype rijdt in 2010 voor het laatst, als het vervoer naar beide plaatsen wordt beëindigd. Medio 2003 komt er vervoer van aluminiumoxide naar het Slowaakse Žiar nad Hronom op gang. Ook dit gebeurt in silowagens van het type Uacs. De trein rijdt twee keer in de week. Vanaf begin 2011 rijdt RTB een aantal keren in de maand aluminiumoxide naar het Oostenrijkse Villach. De wagons worden met het Retrack-vervoer verzonden. Samen met ketelwagens of graanwagens gaan de wagons naar Köln Eifeltor. Medio 2012 rijdt RTB de laatste trein met aluminiumoxide naar Villach. Vanaf medio juni 2016 gaat dit vervoer naar Žiar nad Hronom via Bad Bentheim en rijdt drie keer per week (dinsdag, donderdag en zaterdag) met een locomotief van de Baureihe 189 van DB Cargo. Daarnaast rijdt de trein via Tsjechië in plaats van via Oostenrijk. Het vertrek is aan het begin van de middag. De trein uit Slowakije rijdt in de vroege ochtend. Het treingewicht is verhoogd van 1.820 naar 2.160 ton. Vanaf 2020 gaat de Baureihe 193 de treinen tussen de Botlek en Žiar nad Hronom doorgaand rijden. Hiermee komt het wisselen van locomotief te vervallen aan de grens met Slowakije.

Bij de zuidelijke spooraansluiting worden cokes- en kolentreinen beladen. De cokes en kolen worden via een lopende band aangevoerd nabij de laadbunker aan de Quebecstraat. Tot begin jaren '90 worden kolentreinen beladen. Tijdens het de overstromingen van de rivieren in de winter van 1995/1996 worden treinen met cokes en kolen afgevoerd naar Duitsland. In 1996 is er vervoer van cokes in Franse wagens. In 2003 vindt het laatste spoorvervoer plaats. Er worden cokestreinen naar Duitsland afgevoerd. Na deze treinen wordt de locatie door EBS afgestoten, waarmee ook afscheid wordt genomen van het spoorvervoer. In 20 is het kolenopslagbedrijf uitgebreid, wat gedeeltelijk over de sporen plaats vond.

  • Cyanamid/Cytec/Kemira

In 19 wordt een spooraansluiting naar Cyanamid aangelegd voor de afvoer van . In juli 2006 maakt Cytec bekend om twee van de drie fabrieken te gaan sluiten. Vanaf de aansluiting wordt acrylnitril naar Geleen afgevoerd. Door ShortLines wordt dit vervoer tussen 2000 en 2003 uitgevoerd. Vanaf dat moment neemt Railion het vervoer weer over. Naar Krefeld wordt acrylamide afgevoerd. Dit reed in 2011 voor het laatst. Sinds wordt er acrylnitril vanuit het Duitse Dormagen aangevoerd. Via een omweg met de Kijfhoek wordt soms acrylnitril aangevoerd van Vopak TTR.

  • Laad- en losplaats Professor Gerbrandyweg

Aan de Quebecstraat wordt in 19 een laad- en losplaats aangelegd. Het spoor ligt parallel aan de zuidelijke aansluiting naar Frans Swarttouw/EBS. In 199 komt er vervoer van afvalcontainers volgens het ACTS-systeem op gang voor AVR. Ook Ecotechniek Botlek maakt van deze laad- en losplaats gebruik. In 19 komt er een eind aan het vervoer en in 2000 maakt de laad- en losplaats plaats voor een parkeerterrein.

  • Titaandioxide Fabriek/Tiofine/Kemira Pigments/Tronox

In 1960 wordt door Billiton een fabriek voor de productie van titaandioxide opgericht, de Titaandioxide Fabriek. In 1962 wordt begonnen met de productie hiervan. In 19 wordt de naam gewijzigd in TDF Tiofine. In 1993 verkoopt Billiton het bedrijf en komt in handen van het Finse Kemira Pigments. In 1999 is het bedrijf verkocht aan Kerr-McGee en in 2006 is het bedrijf verzelfstandigt onder de naam Tronox. De geproduceerde pigmenten worden gebruikt in de kleurstoffenindustrie. De pigmenten worden per ketelwagen vervoerd. Medio jaren '90 vindt er nog dagelijks afvoer plaats.

  • Gebr. Broere Tank Terminal Rotterdam/Paktank/Vopak TTR

Aan het emplacement Quebecstraat is sinds 1968 de spooraansluiting van Tank Terminal Rotterdam, welke is geopend door de Gebr. Broere. De aansluiting bestaat uit twee laad- en lossporen en een tweetal opstelsporen. In 1989 gaat de terminal over naar Paktank. Na de fusie tussen Pakhoek en Van Ommeren heet de terminal sinds 1999 Vopak TTR. Voor het rangeerwerk op het terrein zijn twee rangeerlocomotieven aanwezig, een locomotief van Orenstein & Koppel, type MB5N en een locomotief van Bemo, type RS80D met het nummer 105. In het najaar van 2004 wordt tijdelijk een Köf III gehuurd, omdat de locomotief van O&K in revisie was. In 2007 wordt locomotief 105 vervangen door een locomotief van Windhoff met het nummer 409. In 201 wordt de locomotief van O&K vervangen door een locomotief van Bemo, type met het nummer 224. Er worden veelal ketelwagens met chemische producten aangevoerd. Medio jaren '90 vindt er dagelijks vervoer plaats van een ketelwagen met van DSM Chemicals, welke aan de Botlekweg is gelegen. In de middag wordt een beladen ketelwagen geplaatst en een lege ketelwagen wordt mee terug genomen. Dit vervoer vindt rechtstreeks plaats.

In 2001 neemt ShortLines de ketelwagentreinen naar Chemelot over van Railion. Door Railion wordt in 2002 wekelijks een bloktrein met tetrahydrofuran uit het Duitse Stade aangevoerd. De tetrahydrofuran wordt in 2003 afgevoerd naar DuPont in Dordrecht. In 2003 neemt Railion de ketelwagentreinen naar Chemelot weer over van ShortLines.

Met het Unit Cargo-netwerk van DB Cargo of Xpedys-netwerk van Lineas worden ketelwagens afgevoerd. Zo gaat er acrylnitril naar buurman Kemira. Ook Oiltanking in Terneuzen ontvangt acrylnitril via Unit Cargo. Naar diverse klanten in Duitsland, Frankrijk en Zweden wordt eveneens acrylnitril afgevoerd. Styreen wordt per Unit Cargo afgevoerd naar Duitsland en Frankrijk. Daarnaast gaat een deel naar de Kijfhoek, waar samen met de wagens styreen van Lyondell van de Maasvlakte en Shell uit Moerdijk een trein voor het Oostenrijkse Sankt Polten geformeerd wordt. Sporadisch worden er bloktreinen afgevoerd. Door Captrain wordt dan een trein met fenol afgevoerd naar Fibrant op het terrein van Lutterade DSM. Aanvoer vanuit Lutterade DSM vindt plaats van acrylnitril van AnQore. Dit wordt door DB Cargo gereden. Door DB Cargo en RTB worden treinen met styreen afgevoerd naar Tsjechië (Kralupy) of Polen (Oświęcim Monowice) via Bad Bentheim. In 2015 start Locon met het rijden van fenol naar het Poolse Tarnów. Begin 2016 wordt de frequentie van de treinen naar Sankt Polten verhoogd tot twee slagen in de week. Captrain neemt in 2016 de treinen met fenol naar Polen over van Locon. In 2017 komen de treinen van RTB te vervallen. Door Captrain wordt in opdracht van Lineas drie keer in de week een ketelwagen met het oplosmiddel Exxsol naar Frankrijk afgevoerd, evenals acrylnitril. Begin 2019 neemt Rail Force One het vervoer van styreen naar Polen en Tsjechië over van DB Cargo. De trein rijdt 1 à 2 keer in de week naar de verschillende bestemmingen. Met deze trein rijden ook wagons met styreen mee welke bij Lyondell op de Maasvlakte zijn beladen. Het overbrengen naar de Botlek gebeurt door RRF. Een deel van deze samengestelde trein wordt op de Kijfhoek afgekoppeld om door te gaan naar Antwerpen. In 2019 neemt HSL de treinen met fenol naar Polen over van Captrain. Door RRF wordt het halen en brengen van ketelwagens verzorgd. In maart 2021 gaat het vervoer van styreen door DB Cargo over naar de vestiging van Vopak aan de Welplaatweg.


Theemsweg

De stamlijn takt af van de stamlijn naar de Merseyweg. De stamlijn is in totaal 1,7 kilometer lang. Het emplacement aan de Theemsweg bestaat uit twee sporen met omloopmogelijkheid. Vanaf dit emplacement lopen diverse aansluitwissels naar de diverse aansluitingen. Tussen 2014 en 2016 zijn er zes spooraansluitingen opgebroken. De vrijgekomen gronden worden benut door het Havenbedrijf Rotterdam voor de aanleg van het Theemswegtracé. Dit tracé zal de doorgaande spoorverbinding gaan vormen tussen de Botlek en Europoort/Maasvlakte. Hiermee kan de Calandbrug worden omzeild. De stamlijn Theemsweg wordt opgeschoven naar het noorden. Dit nieuwe spoor was in december 2016 al grotendeels aangelegd op het westelijke deel van de stamlijn. Wanneer de nieuwe stamlijn in dienst komt, wordt de oude opgebroken. Op de plaats van de oude sporen wordt de nieuwe Theemsweg aangelegd. Op de plaats van de oude Theemsweg zal het viaduct worden gebouwd. De stamlijn is in 2019 geheel verlegd.


Spooraansluitingen

  • Alcoa/Almatis

In 19 vestigt Alcoa zich in de Botlek, waarbij het in 19 zijn spooraansluiting kreeg. Er worden keramische materialen geproduceerd op basis van aluminiumoxide. Medio jaren '90 is nog slechts 1 klant van Alcoa die per spoor bediend wil worden. In 2003 worden enkele schuifwandwagens met naar Zweden afgevoerd. In 2006 wordt er nog een enkele schuifwandwagen afgevoerd naar . In 2008 ontvangt het bedrijf zijn laatste trein, toen het bedrijf nog Alcoa heette. In december 2014 is de spooraansluiting opgebroken.

  • Oxirane/Arco Chemie/LyondellBasell

In 1971 opent Oxirane zijn fabriek in de Botlek. Tegelijk met de bouw is een spooraansluiting met drie sporen aangelegd met twee laadstations. Daarnaast zijn er enkele opstelsporen voor wagons die niet meteen beladen worden. Het steekt terug naar de Seinehaven vanaf het emplacement. In 1982 verandert de naam van het bedrijf in Arco Chemie. In 1998 wordt het bedrijf overgenomen door Lyondell. Voor het rangeerwerk op het terrein beschikt het bedrijf sinds 2006 over een locomotief van O&K. Op 17 januari 2020 wordt een nieuwe locomotief geleverd. Deze is van het type BRD50 en is geleverd door Bemo Rail. Het bedrijf produceert diverse chemische producten, zoals propyleenoxide voor de schuim verwerkende industrie en additieven voor lood in benzine. Medio jaren '90 worden dagelijks 5 tot 10 wagons aangevoerd voor belading met propyleenoxide en loodvervangers in benzine. Deze wagons worden afgevoerd met Unit Cargo naar onder andere bestemmingen in België, Duitsland en Frankrijk. Ook worden enkele wagens per week naar Servo in Delden verstuurd. Het bedrijf voert elke dag een aantal ketelwagens met isobutyleen, glycol en butaandiol af met het Unit Cargo verkeer van DB Schenker. De isobutyleen wordt afgevoerd naar Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Het butaandiol, methoxpropanol en propyleenglycol gaat naar Frankrijk en Zwitserland. Tussen 2008 en medio 2011 werd ook gebruik gemaakt van het wagenladingvervoer van SBB Cargo naar Zwitserland, dat tot drie keer per week reed. ACTS zorgt hier voor het halen en brengen van de wagens. Met ingang van 1 januari 2019 neemt Lineas de bediening van Lyondell over van DB Cargo. Hiervoor wordt een locomotief van het type G1206 gebruikt. De trein rijdt elke werkdag aan het begin van de middag met ketelwagens vanaf de Maasvlakte naar de Botlek, waar de wagens worden gewisseld die naar de Maasvlakte moeten.

  • Bell Lines terminal

De terminal voor Bell Lines wordt in 19 aangelegd. Voor de overslag van containers naar het spoor wordt in 19 een spooraansluiting aangelegd. De containers worden met een op de wagons geplaatst. Voor het rangeren met de wagons wordt in 1989 een locomotief van BEMO gekocht. In 1986 rijden per week vijf bloktreinen met containers naar Milaan. In april 1996 verhuist de terminal naar de Waalhaven, waar een terrein aan de Eemnesweg wordt betrokken.

  • Bertschi Terminal

In 2006 wordt bekend dat Bertschi langs de Theemsweg een terminal zal gaan bouwen naast Gevelco. Op de terminal zullen bulk- en tankcontainers worden overgeslagen. In augustus 2007 wordt de terminal in gebruik genomen. De terminal heeft de beschikking over drie sporen, waarover een portaalkraan de containers op de trein zet. Door RRF wordt de terminal elke dag bediend met twee korte containertreinen. Deze komen uit Rheinhausen en Busto Arsizio en worden door Rail4Chem en later door Captrain gereden. De treindelen rijden tussen de Botlek en de Waalhaven. In de Waalhaven worden de wagons voor de Bertschi terminal aan- dan wel afgekoppeld. In 20 neemt SBB Cargo de treinen naar Busto Arsizio over van Captrain. de frequentie is vier keer in de week. Vanaf 1 oktober 2018 wordt de terminal gebruikt door LTE om twee keer in de week een containertrein naar de BILK-terminal te rijden in Budapest. Deze treinen worden gereden door 1 van de twee locomotieven 6400 die LTE in dienst heeft. In juni 2019 rijdt LTE de laatste trein naar Budapest. Met ingang van begin september 2019 zal het treindeel van en naar Busto Arsizio via het RSC op de Waalhaven rijden. Dit gebeurt 6 keer in de week. Vanaf 19 november 2019 zal de terminal 2 keer in de week aangedaan worden door de nieuwe trein uit Wenen, Boedapest (BILK-terminal) en Halkali. Deze trein wordt door RRF gereden in samenwerking met de Wiener Lokalbahnen Cargo in opdracht van Hupac. Ingaande 21 september 2020 gaat de trein naar Wenen, Boedapest en Halkali, welke door de Wiener Lokalbahnen (WLB) wordt gereden in samenwerking met RRF in opdracht van Hupac, drie keer in de week rijden. Het vertrek is op dinsdag, donderdag en vrijdag aan het eind van de middag. De aankomsten zijn op zaterdag in de ochtend en dinsdag en donderdag halverwege de middag. Per 6 januari 2021 is de bestemming in Budapest gewijzigd voor de treinen van Hupac die door RRF en WLB worden gereden. De treinen worden behandelt op de Metrans Container Terminal in plaats van de BILK-terminal.

  • Gevelco Distriport/Broekman Special Products

In 2004 krijgt Gevelco zijn spooraansluiting. De aansluiting ligt aan het eind van de stamlijn, nabij het terrein van de voormalige papierhandel Leparo. De oplevering is op 1 september 2004. Voor de poort liggen drie opstelsporen, naast de Bertschi Terminal. In 20 wijzigt de naam naar Broekman Distri Port. Het bedrijf beschikt over een kadespoor en twee overdekte sporen in een loods. Voor het rangeerwerk is in 2005 een locomotief van Moyse gekocht. Deze wordt in 2010 vervangen door een Zephyr-rangeervoertuig. In schuifwandwagens worden metalen en cellulose afgevoerd. De laatste trein met cellulose vertrekt in 2008. Door Railion worden de wagons afgevoerd, met name naar Duitsland. Op 15 november 2004 rijdt de eerste trein met cellulose in schuifwandwagens naar Oostenrijk. Ook het vervoer van coils komt vrij snel daarna op gang. Op 27 december 2004 worden twee Franse staalwagens aangevoerd. Op 5 januari 2005 arriveren nog eens 9 staalwagens. Deze wagons zijn in Engeland beladen met coils. De wagons worden via de Kanaaltunnel aangevoerd met de trein tussen Wembley en Köln Gremberg. In 2006 worden dagelijks tot 20 wagons afgevoerd naar bestemmingen in Duitsland en Finland. Het vervoer van staal naar Finland duurt tot 2011. Tussen 2007 en 2011 werd ook gebruik gemaakt van het wagenladingvervoer van SBB Cargo naar Zwitserland. Veolia zorgde voor het transport naar de terminal. In de eerste maanden van 2011 rijdt Captrain twee keer in de week trein met coils uit Wales. Dit vervoer is tijdelijk als gevolg van een beschadigde fabriek bij Tata Steel door brand. Tussen 18 april 2012 en eind juni 2012 rijdt er wekelijks een bloktrein met coils in Franse wagons van het type Sffhimmns naar Broekman. De coils komen uit Port Talbot via de Kanaaltunnel. Zes van de 10 treinen gaan leeg door naar Beverwijk, waar zij bij Tata Steel worden beladen met coils voor Wales. Medio 2015 ontvangt het bedrijf tot twee keer per week treinen met coils uit Wales. Daarnaast ontvangt en verstuurt het bedrijf onregelmatig coils in huifwagens. Ook het vervoer van grote buizen vindt plaats via dit bedrijf. De buizen worden aangevoerd in het Unit Cargo netwerk. Onregelmatig wordt er aluminium vervoerd naar Duitsland en Oostenrijk. In 2015 start er vervoer met spaanplaatrollen uit het Duitse Neumarkt. Uit Tsjechië komt sinds 2015 vuurstenen in schuifwandwagens. Door Locon wordt vanaf 20 wekelijks een trein met coils afgevoerd naar Neuss. Op 22 januari 2017 rijdt er een proefvervoer met glasplaten naar het Duitse Bitterfeld. Op 19 februari 2017 rijdt het tweede vervoer met glasplaten. Nadat deze twee proeftreinen succesvol zijn, wordt er van 4 maart 2017 tot 28 juni 2017 wekelijks een bloktrein met glasplaten verzonden. De treinen worden door Captrain gereden. Na het faillissement van Locon in juli 2017, neemt Captrain de treinen met coils naar Neuss over. Door Independent Rail Partner worden de treinen naar Wupperman in Moerdijk gereden. Vanaf oktober 2017 rijdt Captrain deze treinen. Aan het begin van 2018 rijdt de trein met spaanplaatrollen uit Duitsland voor het laatst. Begin 2018 worden staalwagens met coils afgevoerd naar Duitsland, Italië en Polen. Dit staal is afkomstig van Tata in IJmuiden. De coils worden per schip naar de Botlek vervoerd. In de winter van 2018/2019 worden damwanden aangevoerd voor de aanleg van de Maasdeltatunnel. Sinds 2018 rijdt Rail Force One onregelmatig aluminium naar het Hongaarse Székesfehérvár voor Alcoa in schuifwandwagens.

  • Climax Molybdenum

In 1965 vestigt Climax Molybdenum zich in de Botlek, waarbij het in 19 zijn spooraansluiting kreeg. Het bedrijf verwerkt molybdeenerts tot onder andere molybdeenoxide en ammoniumdimolybdaat. De zwaveldampen die vrijkomen bij de verwerking van het erts worden verwerkt in een zwavelzuurfabriek. Na een onderbreking van ruimt 10 jaar, wordt het bedrijf in 1997 weer bediend. In schuifwandwagens worden zakken met kali aangevoerd vanuit Rusland. De afvoer bestaat uit gemiddeld 5 wagens per maand naar Oostenrijk met molybdenum. In 1997 ontvangt het bedrijf zijn laatste trein. In december 2014 is de spooraansluiting opgebroken.

  • Deka Terminal/C. Steinweg Handelsveem

In 19 vestigt Deka zich in de Botlek. Het bedrijf houdt zich bezig op met de op- en overslag van containers. In 19 krijgt het bedrijf een aansluiting op het spoor. In 1994 verhuist de overslag van containers naar de Waalhaven. Datzelfde jaar neemt Steinweg Handelsveem het terrein over. Er wordt vanaf deze locatie metalen afgevoerd in schuifwandwagens. In 2003 worden enkele tankcontainers afgevoerd en in 2004 valt het vervoer nagenoeg stil. In 2010 zijn de sporen om het bedrijfsterrein verwijderd. In december 2014 is de spooraansluiting opgebroken.

  • Cementfabriek Rozenburg/ENCI

In 19 opent de Cementfabriek Rozenburg haar vestiging in de Botlek langs de Humberweg. In 19 krijgt het bedrijf een spooraansluiting. In 2001 wordt de spooraansluiting opgebroken.

  • Handico

In 19 wordt het bedrijf geopend. In 19 krijgt het bedrijf een spooraansluiting. In 199 wordt het terrein overgenomen door . Hier worden lege containers geplaatst voor verhuur. De laatste trein voor Handico reed in 1993. Op rongenwagens werden containers afgevoerd. In mei 2014 is de aansluiting naar Handico Terminals opgebroken

  • ICI/Huntsman

In 1962 vestigt het bedrijf zich in de Botlek en krijgt in 1968 een spooraansluiting onder silo’s. In 1999 vindt er een naamswijziging plaats naar Huntsman. Medio jaren ’90 wordt de aansluiting gereactiveerd, nadat daarvoor al vele jaren containers op de trein werden gezet bij het RSC in de Waalhaven. In 20 rijdt de laatste trein. Eind september 2016 is het spoor onder de silo's langs de Theemsweg opgebroken.

  • Leparo

In 1995 vestigt Leparo zich aan de Theemsweg. Het terrein bevindt zich nabij de voormalige terminal van Bell Lines. In schuifwandwagens wordt onregelmatig oud papier vervoer naar Oostenrijk. In januari 2000 verhuist het bedrijf naar . Hiermee eindigt het spoorvervoer en de aansluiting wordt aansluitend op de verhuizing opgebroken.

  • Quest

In december 2000 wordt een kort spoor aangelegd naar de fabriek. Dit spoor takt af van de aansluiting bij Huntsman. Ongeveer 4 keer per jaar kwam hier een ketelwagen voor belading of lossing van acreoline. In 200 wordt de aansluiting voor het laatst bediend. In 2008 wordt het spoor vernieuwd. De fabriek sluit in de zomer van 2009 en wordt in 200 gesloopt. In september 2016 wordt de spooraansluiting opgebroken.


Welplaatweg

De Welplaatweg is vernoemd naar het voormalige eiland Welplaat, waar de Botlek gedeeltelijk is op ontwikkeld. Het emplacement is gelegen naast de gelijknamige weg en telt sporen. Het ontsluit de bedrijven die zijn gevestigd naast de 3e Petroleumhaven, Welplaathaven en Chemiehaven. De wagons worden door DB Cargo rond het middaguur bij de diverse klanten geplaatst.


Spooraansluitingen

  • Benzine en Petroleum Handel Maatschappij (BPHM)/BP/Nerefco/Paktank/Biopetrol

Het bedrijf BPHM vestigt zich in 1960 in de Botlek, waarbij het in 19 een spooraansluiting krijgt. Het bedrijf is een distributiecentrum van brandstoffen. In 1982 verandert de handelsmaatschappij van naam als het onderdeel is van BP. In 1989 wordt het bedrijf onderdeel van de joint venture tussen Texaco en BP, wat de naam Nerefco (Netherlands Refinery Company) oplevert. In 1997 wordt het terrein verkocht aan Paktank. Na de fusie van Paktank met Van Ommeren in 1999 gaat het bedrijf verder onder de naam Vopak, waarbij de aansluiting de naam Vopak Noord krijgt. Het spoorvervoer komt in stil te liggen. In 200 koopt Biopetrol het terrein van Vopak. In 2009 krijgt Biopetrol een spooraansluiting. Het bedrijf verzond enkele bloktreinen ketelwagens met biodiesel. Voor het vervoer is in 1961 een rangeerlocomotief van Deutz, type 57179 gekocht. Deze doet tot 1999 dienst.

Op 15 januari 2009 wordt de eerste, lege trein geleverd. Op 20 januari 2009 wordt de eerste, beladen trein afgevoerd met biodiesel. De volgende trein rijdt pas in 2010 en wordt gereden door . Ook Captrain komt met enkele bloktreinen naar Biopetrol. In augustus 2013 vertrok de laatste trein.

  • Borax

Het bedrijf vestigt zich in 1962 in de Botlek, waarbij het in 19 een spooraansluiting krijgt. Het bedrijf voert natriumtetraboraat per bollenwagen van het type Ucs af naar bestemmingen in België, Tsjechië en Zwitserland. In 19 is een groot deel van dit vervoer over gegaan naar de weg. Medio jaren '90 wordt gemiddeld 1 wagen per dag afgevoerd. In december 2003 wordt het bedrijf voor het laatst bediend. In de zomer van 2004 is er een korte opleving van het spoorvervoer.

  • Carbon Black Nederland

In 1960 vestigt het bedrijf Carbon Black Nederland zich in de Botlek. In 196 krijgt het bedrijf een spooraansluiting. Het bedrijf produceert zwartsel. Dit ontstaat door de onvolledige verbranding van koolstof houdende grondstoffen, zoals pek, steenkoolteer en zware aardoliefracties. Dit product wordt voornamelijk gebruikt als vulmiddel bij de productie van bandenrubber. Dit wordt afgevoerd in blauwe wagens van het type . Deze zijn gehuurd bij Degussa. Per maand vindt ongeveer 40 keer de afvoer van het product plaats naar diverse afnemers, zoals Goodyear en Michelin. In maart 2006 rijdt de laatste trein. Op 29 juni 2010 sluit de fabriek. In 2011 wordt de fabriek gesloopt en is de spooraansluiting opgebroken.

  • Esso smeerolie

Aan de Welplaatweg is een korte, tweede spooraansluiting van Esso. De spooraansluiting is in 1963 aangelegd en heeft twee sporen. Rond het jaar 2000 is de spooraansluiting opgebroken. De aansluiting wordt gebruikt voor afvoer van LPG naar Antwerpen en Oostenrijk. Deze worden medio jaren'90 beiden in het weekend beladen en op maandagochtend opgehaald voor afvoer.

  • Hoogewerff & De Rijke Terminals (HRT)/Morcon/Rubis

In 19 een spooraansluiting gekregen. In 1994 besluit NS Cargo om het containervervoer te gaan concentreren op de grote containerterminals. In juni 1994 vervoert het bedrijf de laatste containers per spoor. De containers gaan vanaf dat moment per vrachtwagen naar het Rail Service Centre in de Waalhaven. In dezelfde periode eindigt het vervoer van chemicaliën. Hiermee blijft het vervoer van metalen over. Dit vervoer geschiedt in gesloten wagens en op platte wagens. In 1998 fuseert het bedrijf met Seaport Terminals en Furness Neobulk. De activiteiten worden geconcentreerd op de locatie van Seaport Terminals aan de Brittaniëhaven. Het vervoer van metalen eindigt in 19, omdat het terrein wordt overgenomen door containeroverslagbedrijf Morcon. Op de terminal komt echter geen spoorvervoer. In 200 verlaat Morcon het terrein, waarbij de kade in de daaropvolgende jaren verwaarloosd raakt. De spooraansluiting wordt in 2004 opgebroken. In 200 koopt Rubis het terrein en worden op het terrein en de terminal opslagtanks gebouwd. Eind 2009 wordt de fabriek geopend. In 2009 wordt de spooraansluiting naar Rubis aangelegd. Eind 2010 wordt de aansluiting vergroot met een tweede spoor. In 2017 is zelfs een derde spoor aangelegd, met laad- en losinstallatie. Voor het rangeerwerk is een UCA track-rail-tractor aanwezig. In maart 2020 wordt een nieuwe locomotief in gebruik genomen, een B-Track 16. Deze vervangt de UCA track-rail-tractor. Vanaf 20 november 2009 rijdt DB Schenker twee keer per week een trein met nylonzout uit Bantzenheim naar Rubis. Per keer worden 8 ketelwagens gelost. Deze trein rijdt samen met de trein van OCI in de Europoort met . In maart 2013 komt deze trein te vervallen. In 2010 is er vervoer van hexamethyleendiamine naar het Duitse Hamm. In maart 2014 neemt Rubis de aanvoer van aardgascondensaat uit Roodeschool over van Odfjell Terminals aan de Oude Maasweg. Drie keer in de week worden ongeveer 7 ketelwagens aangevoerd. Daarnaast ontvangt Rubis ketelwagens met chemicaliën uit Ludwigshafen en Bantzenheim. Onregelmatig ontvangt het bedrijf een ketelwagen met hexamethyleendiamine naar Bantzenheim. Op 23 juni 2018 wordt een trein bestaande uit tankcontainers met opschriften van BASF bij het bedrijf geplaatst. De containers zijn bij Rubis beladen met natriumhydroxide (UN 1823). Met deze containers wil BASF de verblijfsduur van wagens verkorten op hun complex in Ludwigshafen. Met ingang van januari 2019 rijdt Independent Rail Partner wekelijks een trein met stookolie naar Rubis. Deze olie is afkomstig uit Schwedt an der Oder. In januari 2019 komt een vervoer van aceton naar Duitsland op gang. Als gevolg van een verminderde productie van aardgas wordt de frequentie van de treinen met aardgascondensaat uit Roodeschool verminderd tot treinen in de week. Vanaf eind september 2019 rijden er voor een periode van 2 maanden treinen met tankcontainers naar Ludwigshafen met natronloog. Vanaf 1 oktober 2020 rijdt Lineas twee keer in de week voor een aantal maanden de treinen met Natriumhydroxide tussen Ludwigshafen BASF en de terminal. Voor dit vervoer worden tankcontainers van 45 ft gebruikt, welke op groene of oranje draagwagens van het type Sgmmns zijn geplaatst. De treinen rijden tot eind november 2020. Op 21 april 2021 bediend Captrain de aansluiting. Er wordt benzeen afgevoerd naar Frankrijk. Begin oktober 2021 gaat het vervoer van natronloog naar Ludwigshafen BASF weer rijden. Voor dit vervoer worden tankcontainers van 45 ft gebruikt, welke op groene of oranje draagwagens van het type Sgmmns zijn geplaatst. De treinen worden gereden door Lineas.

  • Nederlandsche Benzol Maatschappij/Tank Installatie Chemiehaven

In 1964 vestigt het bedrijf Nederlandsche Benzol Maatschappij zich in de Botlek. In 196 krijgt het bedrijf een spooraansluiting. Aan- en afvoer van ketelwagens met diverse producten. Tot 2003 wordt een aantal keren per maand tolueen naar Frankrijk verzonden. In 200 rijdt de laatste trein. In 2010 wordt de terminal en de spooraansluiting opgebroken.

  • Nieuwe Matex/Van Ommeren Tank Terminal/Vopak Terminal Botlek

In 1959 vestigt Nieuwe Matex zich in de Botlek. In 19 wordt het terrein overgenomen door Van Ommeren. In 1999 gaat de terminal verder onder de naam Vopak Terminal Botlek, na de fusie met Pakhoed. Het bedrijf krijgt in 1961 een aansluiting op het spoor. Door het bedrijf worden chemische producten opgeslagen die per zeeschip arriveren en per spoor worden afgevoerd. Voor het rangeerwerk beschikt het bedrijf over twee locomotieven, een gele locomotief van Bemo en een groene locomotief van Orenstein & Koppel. Door overnames is het terrein gegroeid naar drie delen met spoorvervoer. Het oorspronkelijke terrein telde sporen. In 1995 wordt door NS Cargo het Rail Chemie Center (RCC) geopend. Dit ligt ten noorden van de oorspronkelijke spooraansluiting. Bij deze overslaglocatie was het mogelijk om snel grote hoeveelheden vloeibare bulk te kunnen laden of lossen in ketelwagens. De capaciteit is 22 wagons te beladen in acht uur. Het lossen van 22 wagons kan in 12 uur gebeuren. In neemt een deel van het terrein van Nerefco over. Dit terrein ligt ten noorden van het RCC. Het RCC komt in 2010 volledig in handen van Vopak, waarbij de naam wordt gewijzigd naar Rail Cargo Center.

De eerste jaren kende de RCC-terminal een kwakkelend bestaan. In 1999 komt er wekelijks een trein met benzeenconcentraat uit het Italiaanse Trecate. Deze trein rijdt in 2002 voor het laatst. In 2000 rijdt er onregelmatig een trein met methanol naar Duitsland. Pas in 2004 gaat deze wekelijks rijden. In 2006 gaat er twee keer per week een trein met methanol naar de fabriek Wacker-Werk in het Duitse Burghausen rijden. Voor het lossen van ethanol komt er wekelijks een trein uit . Daarnaast wordt er met het Unit Cargo-netwerk dagelijks ketelwagens met diverse producten afgevoerd. Een paar keer in de maand wordt door Railion een bloktrein methanol gehaald voor vervoer naar . Veolia rijdt tussen 200 en 2007 een aantal keren per maand een met bio-ethanol naar Vopak uit . Tussen 2007 en 2011 werd ook gebruik gemaakt van het wagenladingvervoer van SBB Cargo naar Zwitserland. In 2009 gaat er wekelijks een bloktrein naar Weißig bij Großenhain rijden met methanol. In 2010 gaat de trein met methanol naar Wacker-werk twee keer in de week rijden. Daarnaast rijden er treinen naar GroBkorbetha met methanol, welke worden gereden door Captrain. Tussen en wordt er ethanol afgevoerd naar de Franse plaatsen Saint-Avre en Saint-Avold. Door Captrain wordt gemiddeld eens per week in 2012 een lege trein ethanol naar het Franse Bazancourt gereden. Eind 2012 gaat een deel van het vervoer van methanol naar Burghausen over naar ETT in de Europoort. Naar de vestiging van DuPont in Dordrecht Industrie rijdt enkele keren per week ketelwagens met methanol. Dit wordt met het Unit Cargo netwerk afgevoerd. Per week worden een à twee treinen met methanol afgevoerd naar Duitsland. Ethanol wordt tot oktober 2014 met DB Schenker afgevoerd naar Zwitserland. Vanaf oktober 2014 neemt Locon dit vervoer over met het Retrack vervoer. Daarnaast rijdt dagelijks een trein met naar DSM in Geleen. Styreentreinen worden een à twee keer per maand naar Polen of Tsjechië gebracht door DB Schenker. Door Locon wordt ook enkele keren per maand wagengroepen met ethanol overgebracht met het Retrack vervoer naar Oost-Europa. Met de sluiting van de Hoekse Lijn per 1 april 2017 is de Vlaardingse vestiging van Vopak niet meer te bereiken. De vestiging in de Botlek neemt een deel van dit vervoer over. Na het faillissement van Locon neemt RRF het vervoer van ethanol naar Zwitserland over. Dit rijdt twee tot drie keer in de maand. Captrain verzorgt in opdracht van Lineas sinds de afvoer van een ketelwagen met octanol voor BASF in Kaisten-Laufenburg. Door RRF wordt biodiesel uit Polen aangebracht. In 2018 komt dit vervoer stil te liggen. Door RTB wordt sinds wekelijks ethanol aangevoerd vanuit het Hongaarse Dunaföldvár. De trein is te herkennen aan opvallende ketelwagens van het type Zacns van verhuurbedrijf Wascosa. De ketelwagens zijn lichtgrijs met groene uiteinden. Op de ketel staat Pannonia ethanol. In het voorjaar wordt door HSL Netherlands ethanol afgevoerd in bloktreinen naar Tsjechië. In maart 2021 neemt deze vestiging het vervoer van styreen over van de vestiging Vopak TTR.