Bilthoven

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Bilthoven is de naam van een van de stations van de provincie Utrecht. De verkorting van het station is Bhv.

schematische weergave van het emplacement Bilthoven

Geschiedenis

Tijdens de aanleg van de Centraalspoorweg is er in het dorp De Bilt geen station gepland. Het dorp ligt namelijk op ongeveer een half uur lopen van de spoorlijn. Toch komt er een station, dat Station de Bilt wordt genoemd. Rond 1900 komen de eerste villa's rondom het station. De goedkope grond trekt mensen uit de stad Utrecht naar het gebied rondom het station. Dit dorp krijgt al snel de naam De Bilt-Station. Deze naam zorgde echter voor verwarring. Mensen die in De Bilt moesten zijn, namen de trein naar De Bilt Station, terwijl mensen die naar De Bilt Station wilden, met de tram naar De Bilt reisden. In 1901 volgt de opening van de spoorlijn naar Zeist. In oktober 1917 besluit de gemeenteraad om de naam van het dorp te wijzigen naar Bilthoven. Op 1 maart 1918 wijzigt de naam van het station eveneens in Bilthoven.


Eerste station

Op initiatief van jonkheer Hendrik van den Bosch wordt in 1863 een halte gerealiseerd op zijn grond. Aanvankelijk wilde de Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij (NCS) hier geen halte aanleggen, maar na aandringen van de jonkheer werd de halte toch gebouwd. De halte kreeg de naam De Bilt. De halte wordt op 20 augustus 1863 geopend. In 1865 werd een klein haltegebouw bij de stopplaats geplaatst.


Tweede station

Door de aanleg van de spoorlijn tussen Den Dolder en Baarn, de aanleg van spoorlijn tussen De Bilt en Zeist en het toenemende treinverkeer tussen Utrecht en Amersfoort werd het haltegebouw te klein. Er werd een vergunning aangevraagd om een nieuw en groter stationsgebouw te bouwen. De vergunning wordt op 8 januari 1900 verleend. Dit stationsgebouw is ontworpen door . Het gebouw komt op een eilandperron. Boven het stationsgebouw is een overkapping van meter lengte gebouwd waar de reizigers kunnen schuilen bij slecht weer. De overkapping wordt gedragen door gietijzeren kolommen, vakwerkspanten en doorgaande liggers. De wachtruimten en kantoren worden onder de perronoverkapping gebouwd door een deel van de constructie dicht te metselen. Aan de zijde van de ingang, aan de overweg met de Soestdijkseweg, is de ingang naar de wachtruimte derde klas met het loket. Achter deze wachtkamer is het kantoor van de stationschef. Tegenover het loket van de derde klas, is het loket van de tweede klas te vinden. Deze doorkijk loopt langs het kantoor van de stationschef. Bij het loket van de tweede klas is eveneens een wachtruimte. Ten westen van de wachtkamers is een gebouw met de toiletten. Op 30 januari 1901 kwam het nieuwe stationsgebouw gereed, samen met twee seinhuizen, een wachterswoning en de woning van de stationschef. De woning van de stationschef komt ten noorden van de sporen te staan, direct aan de overweg. In 1913 wordt de overkapping in westelijke richting verlengd. In 19 wordt een voetgangerstunnel naar het perron aangelegd, zodat reizigers het perron konden bereiken wanneer de overweg gesloten was. De overweg is uitgevoerd als dubbele overweg. In 196 is de overweg uitgevoerd als dubbele AHOB. Wanneer de ene overweg gesloten was, dan zorgden de verkeerslichten er voor dat het andere spoor vrij bleef van auto's. Tussen de twee sporen was ruimte om een auto neer te zetten, wanneer het tweede spoor dicht was en het eerste spoor vrij was.

In 1962 worden de wachtruimtes en loketten verbouwd tot een eenvoudige wachtkamer met plaatskaartenkantoor. In januari 1973 is het station voorzien van op afstand bediendbare treinaanwijzers. Deze worden bediend vanuit de centrale verkeersleidingpost in Blauwkapel. De bediening op afstand is een proef van de NS en fabrikant Krone.


Het station krijgt in 1997 een Wizzl, een gemakswinkel waar naast treinkaartjes ook versnaperingen te koop zijn. Door deze verbouwing is er minder ruimte nodig op het perron voor de bebouwing. In 2000 wordt het westelijke gebouw de toiletten gesloopt. In april 2009 is de Wizzl verbouwd tot Kiosk. Er worden geen treinkaartjes meer verkocht. Hiervoor zijn kaartautomaten op het perron geplaatst. In 20 wordt begonnen met het vervangen van de overweg door een tunnel. Deze tunnel komt ten oosten van de overweg te liggen. Deze tunnel wordt op 12 oktober 2013 geopend. Voor fietsers en voetgangers werd een tijdelijke overweg aangelegd. In 2014 wordt aan de westzijde van het station een voetgangersbrug aangelegd. De overweg voor fietsers wordt in 2015 vervangen door een tunnel. Deze ligt op de plaats waar de voorheen de overweg lag. Tegelijkertijd is de omgeving van het station aangepast met een fietsenstalling en busstation. Om dit mogelijk te maken, moest de woning van de stationschef plaats maken. Deze is op 2015 naar het Spoorwegmuseum in Utrecht overgebracht.


Laad- en losplaats

Ten zuiden van het stationsgebouw is een derde spoor aangelegd, wat uitkomt bij . In 1955 is in het verlengde van dit spoor de spoorlijn naar Zeist aangesloten. In 19 is dit spoor voorzien van bovenleiding. Rond 1995 is dit derde spoor opgebroken.


Spoorlijnen

Het station is gelegen aan de Centraalspoorweg. Daarnaast was het station het beginpunt van de spoorlijn naar Zeist.


Dienstregeling

Na de opening van de halte in 1863 stopte 's ochtends en 's middags een trein in beide richtingen.

Op 29 augustus 1901 wordt de spoorlijn naar Zeist geopend. Vanaf 190 rijden er treinen per dag. De treinen bestaan uit een stoomlocomotief van de serie NCS 30 - 39, NCS 41 - 50, NCS 61 - 65 en NCS 90, 91. Deze trekken gemiddeld rijtuigen. De zware treinen worden gereden door een van de twee locomotieven 90 of 91. Zij rijden ook de doorgaande treinen naar Amsterdam. De twee locomotieven blijven tot 1911 op de spoorlijn te zien, waarna zij naar Zwolle verhuisden. Na sluiting van het depot Zeist, worden de treinen gereden door locomotieven van het depot van Utrecht. Dit zijn locomotieven uit de serie 5500. Met het ingaan van de zomerdienstregeling 1933 rijden ook locomotieven van de serie 5700 en 5800 op de spoorlijn. Nadat in 1941 de spoorlijn is gesloten voor reizigersvervoer, worden de diensten van de stoomlocomotieven gesteld vanuit Amersfoort. Vanuit hier worden de goederentreinen gereden door locomotieven van de serie 3700, 4000, 4300 en 6100. Omdat er geen grote draaischijf was op de spoorlijn, kwam het voor dat een van de twee ritten met tender voor gereden moest worden. Vanaf 195 nemen diesellocomotieven de diensten over van de stoomlocomotieven.


Stoppende treinen

In de huidige dienstregeling (2019) stoppen de volgende treinseries te Bilthoven:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
5500 Utrecht Centraal Baarn SGMm/SLT
5600 Utrecht Centraal Zwolle DD-AR/DDZ

Passerende treinen

In de huidige dienstregeling (2019) passeren de volgende treinseries te Bilthoven:

Treinserienummer Beginpunt Eindpunt Materieel
500 Groningen Rotterdam Centraal DDZ/ICMm
600 Leeuwarden Rotterdam Centraal DDZ/ICMm
1700 Den Haag Centraal Enschede ICMm/VIRM
11700 Den Haag Centraal Amersfoort Schothorst ICMm/VIRM