Baureihe 189

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Op basis van de EuroSprinter 127 001 wordt door Siemens een locomotief ontworpen en gebouwd die inzetbaar zal zijn in een groot deel van Europa.

Geschiedenis

Al in de jaren '60 van de 20e eeuw wordt door de Deutsche Bundesbahn de eerste multi-courante locomotieven besteld en in dienst gesteld. Dit zijn de locomotieven van het type E310 en E410. Hiermee kon het wisselen van locomotief aan de landsgrenzen worden vermeden. De locomotieven waren niet in alle gevallen succesvol in het slechten van de landsgrenzen. Met de komst van de draaistroommotoren en de verdere ontwikkelingen op het gebied van elektronische componenten, zorgen er voor dat het gemakkelijker wordt om een locomotief voor meerdere spanningen en beveiligingssystemen in Europa te ontwikkelen en te bouwen. In de jaren '90 geeft de Deutsche Bundesbahn opdracht aan de industrie tot het ontwikkelen van een locomotief die de oudere locomotieven van de Baureihe 103, 111, 151 en 181.2 moet vervangen. Door Krauss Maffei wordt in 1992 het prototype, de 127 001, geleverd. Deze locomotief is ook wel bekend als ES 64 P. Hierbij staat ES voor EuroSprinter, de 64 slaat op het vermogen. In dit geval 6.400 kW. De P staat voor Personen. De afgeleide Baureihen die op basis van dit platform zijn geleverd, zijn de 152 (ES 64 F), 182 (ES 64 U2) en 189 (ES 64 F4) Voor de Oostenrijkse Spoorwegen ÖBB zijn de Baureihe 1016 en 1116 (ES 64 U2) en 1216 (ES 64 U4) gebouwd.

In 1995 bestelt de DB 195 locomotieven bij Siemens-Kraussmaffei van de Baureihe 152 met een optie op nog eens 100 locomotieven. In 1999 geeft Deutsche Bahn de opdracht aan Siemens om de optie van 100 locomotieven te lichten. Zijn de locomotieven van de Baureihe 152 alleen inzetbaar in Duitsland, de nieuwe locomotieven moeten in meer landen inzetbaar zijn. Op basis van de ES 64 F wordt een nieuw concept ontwikkeld, het platform ES 64 F4. Door gebruik te maken van lichtere materialen, blijft de maximale aslast beperkt. In 2002 worden de eerste drie locomotieven van de Baureihe 189 gebouwd door Siemens. Op 25 september 2002 wordt de eerste locomotief, de 189 002, op InnoTrans in Berlijn overhandigd aan Railion. Met deze drie locomotieven wordt een intensief testprogramma doorlopen. Er zijn onder meer proefritten op de baan van Velim in Tsjechië, een wintertest in het noorden van Zweden en beproevingen onder 25.000 volt wisselspanning in Luxemburg. Eind april 2003 is het testprogramma afgerond en worden de drie locomotieven overhandigd aan Railion. Door de DB worden 100 locomotieven besteld die identiek zijn aan de eerste drie locomotieven. In oktober en november 2003 worden de drie locomotieven weer bij Siemens ingeleverd. Zij worden vervangen door locomotieven met de identieke nummers. De drie oorspronkelijke locomotieven worden opgenomen in het eigen verhuurpark van Siemens onder de naam Dispolook. De drie locomotieven krijgen de nummers 189 903, 189 904 en 189 905. De 100 locomotieven worden geleverd tussen mei 2003 en december 2005.

In totaal zijn er 213 locomotieven gebouwd van dit platform. Hiervan zijn er 100 in dienst geweest bij DB Cargo en haar rechtsvoorgangers. Hiervan zijn 60 locomotieven geschikt voor inzet in Nederland. Vanaf december 2007 zijn dit de 189 023, 189 065 - 189 080, 189 081 - 189 089 en 189 100. De locomotieven worden voorzien van twee extra pantografen voor gelijkspanning, inbouw van ETCS en het aanbrengen van een groot, wit vlak onder het cabineraam. In 2009 komen hier de locomotieven 189 023 - 189 054 en 189 081 bij. Door de SBB worden 18 locomotieven besteld, waarvan er 12 in dienst komen als Re 474 voor inzet in Zwitserland en Italië. De overige locomotieven zijn verkocht aan leasemaatschappijen in Europa. In 2006 koopt MRCE de locomotieven 189 090 - 189 099 van de DB. De DB huurt de locomotieven vervolgens weer terug. In mei 2007 is de 189 095 de eerste locomotief in de zwarte huisstijl van MRCE. In de zomer van 2007 maakt MRCE bekend dat zij andere plannen hebben voor de 10 locomotieven. Tussen juli 2007 en januari 2008 worden de bestaande contracten met de DB voor de lease van deze locomotieven beëindigd. Als eerste worden de 189 090 en 189 095 teruggegeven in juli 2007. In Berlijn worden zij zwart geschilderd. Vervolgens zijn zij naar Siemens in München overgebracht voor het plaatsen van twee extra pantografen, modules voor de treinbeveiliging en een software upgrade. In de daarop volgende maanden worden ook de 189 092 - 189 094 onder handen genomen. Na aflevering krijgen de locomotieven nieuwe nummers. Zij worden opgenomen in de serie ES64F4. Aangezien MRCE al locomotieven in dienst heeft met de nummers ES64F4 090 - ES64F4 099 ontstaan er dubbelingen in de nummering. Al vrij snel worden de locomotieven 189 093 - 189 095 verhuurd aan Veolia en krijgen de huisstijl van Veolia. Op de neuzen krijgen zij nu slechts het serie nummer ES 64 F4 op de neuzen. Aan de linkerzijde komt het locomotiefnummer te staan als E 189 093 - E 189 095. De 189 091, 189 096 - 189 099 worden in Wegberg onder handen genomen voor inzet bij DB Schenker in Nederland.

Op 3 oktober 2003 arriveren de locomotieven 189 004 en 189 007 in Nederland voor proefritten voor de toelating van de locomotieven. Vanaf 24 november 2003 gaat het testprogramma van start. Dit programma duurde tot 19 december 2003. De testtrein bestond uit weerszijden een locomotief Baureihe 189, drie rijtuigen met meetapparatuur, een rijtuig met aggregaat en een schutrijtuig. Dit waren de rijtuigen Df 92-37 002 + Df 92 37 005 + B 21-37 451. Omdat de locomotieven nog niet waren voorzien van ATB, fungeerde de 1619 als ATB kast. De proefritten vonden plaats tussen Helmond en Horst-Sevenum, op de Flevolijn en tussen Vlissingen en Kruiningen-Yerseke.


Technische gegevens

De locomotieven hebben een lengte van 19,58 meter, een breedte van 3,00 meter en een hoogte van 4,245 meter. Het totaalgewicht van de locomotief bedraagt 87 ton. Dit gewicht is verdeeld over de locomotiefbak ( ton), draaistellen en wielen ( ton), centraal blok en compressor ( ton), Door de vier assen, bedraagt de asdruk 21,75 ton en is de asindeling Bo'Bo'. Elk draaistel is voorzien van een tractiemotor. Deze konden een continu vermogen ontwikkelen van 6.400 kW ( pk) bij een bovenleidingspanning van 25.000 en 15.000 volt wisselspanning. Onder 3.000 volt gelijkspanning bedraagt het vermogen 6.000 kW ( pk). Onder 1.500 volt gelijkspanning is er 4.200 kW ( pk) aan vermogen beschikbaar. De hoogste toegestane snelheid bedraagt 140 kilometer per uur. Bij de aanzet levert de locomotief een trekkracht van 300 kN.

De tractiemotoren zijn volgens neusophanging in het draaistel gemonteerd. De motoren worden gekoeld met lucht, afkomstig van de ventilatoren die onder de dakluiken zitten. Eén ventilator koelt de . Deze ventilator drijft tevens de laagspanningsgenerator van volt aan. De zuigercompressor van Westinghouse, type , zorgt voor de luchtdruk die de locomotief nodig is om te kunnen remmen. Ook de tyfoons, stroomafnemers en andere luchtverbruikers zijn op deze compressoren aangesloten. De locomotieven beschikken over een directe rangeerrem, elektrodynamische rem en een indirecte elektropneumatische treinrem.

De draaistellen hebben als code en hebben een radstand van 2,900 meter. De wielen hebben een grootte van 1,250 meter. De draaistellen zijn op 9,900 meter van elkaar geplaatst.


Uitvoering

Voor de locomotieven zijn diverse configuraties beschikbaar. Iedere configuratie staat voor toelating in de diverse landen met de daarbijbehorende beveiligingsapparatuur. De toelating voor België is komen te vervallen in .

Configuratie Toegelaten landen
VA
VB
VE Duitsland, Italië, Kroatië, Nederland, Oostenrijk, Slovenië
VJ Duitsland, Nederland
VL België, Duitsland, Italië, Kroatië, Nederland, Oostenrijk, Slovenië
VK Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Roemenië
VO Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië


Inzet

De locomotieven zijn bij diverse vervoerders ingezet. De locomotieven worden grotendeels via leasemaatschappijen zoals MRCE verhuurd aan de vervoerders. Hieronder zal alleen de inzet in Nederland bij DB Cargo worden vermeld.


DB Cargo

Revisie

Wijzigingen

  • In februari 2010 worden de locomotieven 189 03 - 189 0 voorzien van automatische koppelingen van Faiveley Transpact TTK. Hiermee is het mogelijk om de ertstreinen tussen de Maasvlakte en Dillingen doorgaand van elektrische tractie te voorzien.


Vernummeringen

Schadegevallen

Afvoer

Sloop

Afleverdata

Bronnen

De serie 189 trekt zich terug - H. Bouwknegt - Maandblad: Railmagazine, 42e Jaargang - 2020 nummer 376 Blz: 54-58 Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489