Amsterdam Rietlanden

Uit Somda RailWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De Rietlanden is een naam voor een vroeger rangeerterrein van de Nederlandse Spoorwegen in Amsterdam. Het terrein bevond zich ten oosten van het opstelterrein Dijksgracht in het stadsdeel Oost en was onderdeel van het Oostelijk Havengebied. Nadat het gebied was aangeplempt is men in de jaren '70 van de 19e eeuw begonnen met het bouwen van het rangeerterrein en een locomotievendepot.


Geschiedenis

Het ontstaan van het terrein heeft te maken met dat er onvoldoende capaciteit was aan de Westzijde van het Centraal Station om te rangeren en afhandeling van goederentreinen. Er moest een tweede terrein aangelegd worden aan de oostkant van de stad, dit werd de Rietlanden als onderdeel van het Oostelijk Havengebied. Met de aanleg van dit terrein kan het eiland voor het Centraal Station kleiner worden uitgevoerd, wat minder hinder voor het scheepvaartverkeer op ’t IJ betekent. In 1878 wordt aan de noordzijde van de Stads Rietlanden door de HSM een emplacement aangelegd met de naam Rietlanden HSM. Tegelijkertijd wordt een nieuwe haven gegraven, die de naam 'Spoorwegbassin' krijgt. In 188 legt de NRS ten zuiden van het Spoorwegbassin een eigen emplacement aan, Rietlanden NRS. Het emplacement Rietlanden NRS heet vanaf 1890 Rietlanden SS, nadat de NRS op is gegaan in de SS. In 1898 wordt begonnen met het graven van de tweede haven, de Entrepothaven. Deze haven wordt in 1900 in gebruik genomen. Ten zuiden hiervan komen de veemarkt en het abattoir.


Ter ondersteuning van het rangeerstation in de Rietlanden wordt ten oosten van Amsterdam in de Watergraafsmeerpolder, gelegen tussen de Noorder- en Zuiderringvaart, door de HIJSM een rangeerterrein aangelegd. Tussen de beide rangeerstations wordt een dubbelsporige verbinding aangelegd, die los ligt van de Oosterspoorweg. Een derde spoor sluit bij Amsterdam Muiderpoort aan op deze Oosterspoorweg. In 1904 wordt dit nieuwe rangeerterrein Watergraafsmeer in gebruik genomen. Na de Spoorwegwerken Oost blijft het dubbelsporige traject tussen Muiderpoort en Rietlanden op maaiveldhoogte en wordt niet omhoog gebracht. Ter hoogte van de Dijksgracht stijgen de beide sporen weer.


In 1952 worden de beide sporen tussen de Watergraafsmeer en de Rietlanden voorzien van bovenleiding.


Aan het eind van de jaren '60 werd het rangeerterrein ook gebruikt voor het stallen van overtollig materieel. Zo werden hier afgedankte Blokkendoos rijtuigen, evenals de treinstellen van het Materieel'40 (diesel) en (elektrisch) tijdelijk neergezet in afwachting van onttakeling op de Watergraafsmeer of doorvoer naar sloper Koek in Mijdrecht. In dezelfde periode is er sprake van een neergang in de goederenactiviteiten. De NS is van plan om een aantal sporen te voorzien van bovenleiding om zo materieel op te kunnen stellen dat alleen in de spits wordt gebruikt.


In de jaren '80 werd het aangrenzende Oostelijk Havengebied gesloten, en door het gebruik van treinstellen en het slopen van overtollig materieel werd de Rietlanden een overbodig terrein. Het werd in de jaren '80 in navolging van het Oostelijk Havengebied (de huidige Java-, KNSM-, Borneo-eilanden) gesloten. In maart 1985 worden de laaggelegen sporen naar de Watergraafsmeer verbonden met de Oosterspoorweg. Hiermee ontstaat er tussen Amsterdam Muiderpoort en Amsterdam CS een viersporig baanvak. Hiermee wordt vooruitgelopen op de aanleg van de Flevolijn en de bijhorende toename van het treinverkeer.

In de jaren '90 is het gehele terrein samen met (deels) het Oostelijk Havengebied gesaneerd en er verrees woningbouw.


Het enige spoor dat nog op het terrein te vinden is, is de sinds 2005 verlengde tramlijn 10 van en naar het KNSM-Eiland. In het stadsbeeld is nu nog goed te zien waar de contouren van het terrein hebben gezeten door de (oude) bebouwing aan de randen van het terrein. Het terrein werd namelijk afgebakend door het Rietlandpark/Oostelijke Handelskade, de hoofdbaan en aangrenzende eilanden van het Oostelijk Havengebied. Bovendien bestaat de verbindingsdam met het Java- en KNSM-eiland nog (zelfs voorzien van een trambaan).


Aanleg

Beveiliging

Voor de beveiliging van het rangeerterrein zijn er 6 seinhuizen gebouwd.

In 197 wordt begonnen met het saneren van de beveiliging op het emplacement. De seinhuizen worden alle gesloopt, de wissels worden omgebouwd tot handwissels. De resterende beveiliging wordt ondergebracht in Post T van Amsterdam Muiderpoort. In november 1976 wordt deze Post hernoemd naar Post T Rietlanden. In 1985 worden de laatste twee seinhuizen gesloten en de beveiliging opgenomen in de CVL-beveiliging, welke wordt bediend door de verkeersleidingspost te Amsterdam CS.

  • Post T

Post T staat op , ter hoogte van de boog naar links vanaf Muiderpoort in de richting van Amsterdam CS. Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Het gebouw bestaat uit een De post is voorzien van een bedieningstoestel van . Vanuit deze post wordt het treinverkeer naar In 197 wordt de post gesloten.

  • Post I

Post I is gelegen aan de Handelskade . Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Beide verdiepingen zijn opgetrokken uit bakstenen. Het puntdak is voorzien van . De post is voorzien van een bedieningstoestel van Siemens & Halske. In 1985 wordt de post gesloten.

  • Post II

Post II is gelegen aan de zijde ter hoogte van de . Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Beide verdiepingen zijn opgetrokken uit bakstenen. Het puntdak is voorzien van . De post is voorzien van een bedieningstoestel van Siemens & Halske. Na de sluiting van Post T in 197 is Post II gepromoveerd tot Post T. In 1985 wordt de post gesloten.

  • Post III

Post III is gelegen aan de zijde van het station ter hoogte van de . Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Beide verdiepingen zijn opgetrokken uit bakstenen. Het puntdak is voorzien van . De post is voorzien van een bedieningstoestel van Siemens & Halske. In 1974 wordt de post gesloten.

  • Post IV

Post IV is gelegen aan de zijde van het station ter hoogte van de . Het is gebouwd in naar een ontwerp van . Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Beide verdiepingen zijn opgetrokken uit bakstenen. Het puntdak is voorzien van . De post is voorzien van een bedieningstoestel van Siemens & Halske.


Opening & ingebruikname

Gebruik van het rangeerterrein

Vanaf de opening is het rangeerstation het belangrijkste rangeerstation van de stad Amsterdam. In 1904 wordt het rangeerstation Watergraafsmeer geopend ter ondersteuning van de Rietlanden. In 1939 vervalt de functie van belangrijkste rangeerstation van de stad ten gunste van de Watergraafsmeer. Vanaf dat moment is de Rietlanden alleen nog in gebruik voor lokale rangeringen in de stad.


Locomotievendepot

Het emplacement kende ook een eigen locomotievendepot.

In wordt de locomotievenloods gesloopt.

Op worden geen diensten meer gesteld van uit het locomotievendepot. Er zijn tot dat moment nog slechts diensten gesteld vanuit het depot. In het depot zijn tussen en de volgende series stoomlocomotieven in het depot gehuisvest:

  • 1600;
  • 3400;
  • 4300;
  • 4600;
  • 4800;
  • 7700;
  • 8100;
  • 8200;
  • 8400;
  • 8700;
  • 8800


Mutaties

Na de sluiting van het station Amsterdam Weesperpoort komen de locomotieven van de serie 8100 in het depot van de Rietlanden.

In oktober 1927 verhuist de 3409 naar het depot van Roosendaal. In mei 1928 keert de 3409 terug naar de Rietlanden vanuit Roosendaal.

De 3409 keert op 19 terug naar de Rietlanden vanuit Roosendaal.

In augustus 1945 krijgt het depot de beschikking over 2 locomotieven van het War Department, type 1'D. Deze zijn door de NS genummerd in de serie 4400. In december 1945 krijgt het depot de beschikking over locomotieven uit de serie 8822 - 8827. In juni 1946 keert de van oorlogsschade herstelde 3409 terug in het depot.

Op 2 februari 1948 verhuizen drie locomotieven van de serie 3400 (3408, 3413 en 3417) naar het depot van Zwolle. Op 6 augustus 1948 verhuist de 3409 naar het depot van Zwolle. Met het ingaan van de winterdienst van 1949 verhuizen de overige locomotieven van de serie 3400 die nog in het depot zijn gestationeerd naar Zwolle.


Locomlopen

In de zomerdienst van 1924 zijn er diensten voor locomotieven van de serie 3400 in de goederendienst. Zij komen met goederentreinen in Alkmaar, Amersfoort, Kesteren, Nijmegen, Watergraafsmeer en Winterswijk. Het personeel van het depot van Winterswijk rijdt met een 3400 de stoptrein tussen Apeldoorn en Winterswijk.

In de winterdienst van 1928 zijn veertien locomotieven van de serie 3400 opgenomen in de A- en B-groep. In deze omloopgroepen zijn goederentreinen opgenomen naar het Duitse Borken, Den Helder, Enkhuizen, Haarlem, Maassluis en Winterswijk. De vijftiende locomotief van de serie 3400 wordt ingezet in omloopgroep .

In omloopgroep zijn in 1929 in totaal 16 diensten opgenomen voor locomotieven van de series 8100 en 8200. De diensten bestaan uit rangeren en het bedienen en rangeren langs de IJkade en het overbrengen van een konvooi naar de Watergraafsmeer.

In 1938 zijn er locomotieven van de serie 8100 opgenomen in de omloopgroep . In deze groep zijn het verzorgen van rangeerdiensten opgenomen aan de Doklaan, IJkade, Oosterburgergracht en de Watergraafsmeer. Daarnaast stond het rijden van een konvooi naar het Westelijk Eiland op het programma. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog is per 4 mei 1942 omloopgroep voor de serie 8100 geslonken tot 11 diensten, waarvan twee fungeren als koude reserve. De hoofdmoot van het werk vormde het rangeren langs diverse kades en emplacementen. De serie 3400 is per 4 mei 1942 met 10 locomotieven ingedeeld in de omloopgroepen A, C en F. Daarnaast zijn er nog 3 locomotieven serie 3400 aangewezen als koude reserve. In omloopgroep A zijn 3400'n ingedeeld die met goederentreinen naar Oost Nederland komen, zoals Almelo, Oldenzaal, Winterswijk en de Duitse plaats Bad Bentheim. Een dienst brengt de locomotieven naar Alkmaar en Enkhuizen. In deze omloop worden ook postgoederentreinen gereden en wel naar Amersfoort en 's-Hertogenbosch. Vanaf 6 december 1943 komen de locomotieven van de serie 3400 in Enschede en Gronau terecht.

In 1946 is er een aparte omloopgroep gemaakt voor de serie 3400. Met deze groep P werden onder andere treinen naar de groenteveiling van Bovenkarspel-Grootebroek gereden, evenals de bestemmingen Enkhuizen en Velsen-IJmuiden Oost. In de winterdienst van 1947 verminderd het aantal locomotieven van de serie 3400 in de omloop van tot 6 locomotieven, waarvan 1 koude reserve. De locomotieven worden veelal gebruikt voor rangeerwerk en een enkel konvooi naar de Watergraafsmeer.

Met ingang van november 1947 worden de nog aanwezige locomotieven van de serie 8200 vervangen door locomotieven van de serie 8100. Hiermee bestaat omloopgroep uit vijf locomotieven.


Bediening

Spooraansluitingen

De spooraansluitingen aan de Veemarkt en Cruquiusweg zijn te bereiken via een aftakking van het spoor dat tussen Amsterdam Muiderpoort en de Rietlanden is gelegen. De aftakking is gelegen bij Post I.


Emplacementen

De Rietlanden kende naast het basisemplacement een aantal emplacementen met elk hun eigen stamlijnen en spooraansluitingen.

Cruquiuskade

Het emplacement Cruquiuskade is te bereiken via een aftakking van het rangeerterrein Rietlanden. Deze aftakking loopt onder de spoorlijn tussen Muiderpoort en het Centraal station bij het Borneoviaduct. Het emplacement heeft drie sporen. Aan het eind van dit emplacement loopt een spoor door naar het emplacement Doklaan. In 1990 wordt het verbindingsspoor tussen de beide emplacementen opgebroken.


Spooraansluitingen

  • Van Gend en Loos

Aan de oostzijde van het emplacement was de stukgoedloods van Van Gend en Loos gelegen. In schuifwandwagens werden allerlei stukgoederen aan- en afgevoerd. De loods is te bereiken via het rangeerterrein Rietlanden. De loods is in de jaren '90 van de 20e eeuw gesloopt ten behoeve van woningbouw van het Funenpark.

  • Werkspoor

In 1897 werd opdracht gegeven aan architect A.L. van Gendt voor de bouw van drie lange fabriekshallen voor de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel langs de Wittenburgervaart. In deze hallen werden een ketelmakerij en een gieterij ondergebracht. Vanaf 1902 werden ook dieselmotoren gebouwd in de hallen. In 1903 werd een vierde hal gebouwd. Deze hal werd als locomotiefstelplaats aangeduid en stond op enige afstand van de eerste drie hallen. De tussenruimte is in 1905 opgevuld met de bouw van de vijfde hal, de turbinestelplaats. In 1911 wordt een administratiekantoor naast het complex gebouwd.


Distelweg

Aan de overzijde van 't IJ is het raccordement Distelweg gelegen. De wagons worden door middel van een spoorpont overgevaren. In 1914 wordt voor het eerst door de HIJSM met behulp van Spoorpont I wagons overgevaren. Aan de oever van de worden de wagons de spoorpont op- en afgereden. Aan de Distelweg is eveneens een aanlegplaats voor de spoorpont. Om de wagons op dit raccordement bij de klanten te plaatsen, wordt met de eerste pont van de dag een locomotor overgevaren. Met de laatste pont richting de Rietlanden keert de locomotor weer terug. Op 28 april 1983 worden de laatste wagons overgevaren.


Spooraansluitingen

Sluiting en opbraak

In 1990 vervallen de laatste activiteiten op de Rietlanden. Het eens zo belangrijke rangeerstation wordt op 1990 gesloten. De niet meer benodigde sporen werden vrij snel na de sluiting opgebroken. Op 1 april 1992 eindigt het spoorvervoer op de laatste aansluitingen. De vrijgekomen gronden zijn verkocht aan de gemeente Amsterdam. Na sanering van de grond worden nieuwe woonwijken gebouwd op het voormalige spoorwegemplacement en bedrijven.


Varia

Op Sporenburg (het vroegere Rietlanden) staat tegenwoordig een monument ter nagedachtenis van Kees Brijde. Keesje was 13 jaar toen hij in de hongerwinter van '44 overleed. Hij was met een broer en vriendjes op zoek naar kolen op het spooremplacement toen hij werd neergeschoten door de Duitsers. Een kruis is vlak na de oorlog neergezet door twee verzetsmensen en is sindsdien onder de hoede van NS en enkele bewoners uit de Indische Buurt in Amsterdam-Oost. Tegenwoordig staat het definitief op de plek des onheils waar tegenwoordig een plantsoen naar hem vernoemd is: Het Keesje Brijdeplantsoen. En dat is dan ook de plek waar het kruis staat.


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  • Spoorwegen in en om Amsterdam: Opstelterreinen (1) - J.M. ten Broek - Maandblad: Op de Rails, 90e Jaargang - februari 2022 Blz: 72-80 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • NS 3409 De levensloop van een GO2 - P. Henken - Maandblad: Railmagazine, 44e Jaargang - maart 2022 nummer 392 Blz: 54-57 Uitgave: Uquilair ISSN: 0926-3489
  • Spoorwegen in en om Amsterdam: Opstelterreinen (2) - J.M. ten Broek - Maandblad: Op de Rails, 90e Jaargang - april 2022 Blz: 177-184 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • Railgoederenvervoer in Amsterdam De trek naar het westen - R. Liebrand - Maandblad: Op de Rails, 91e Jaargang - april 2023 Blz: 189-196 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321
  • Spoorwegen in en om Amsterdam: Amsterdam Centraal - J.M. ten Broek - Maandblad: Op de Rails, 91e Jaargang - juli 2023 Blz: 334-341 Uitgave: NVBS ISSN: 0030-3321